Burgeroorlog, economische crisis, politieke instabiliteit en de pandemie hebben de bevolking van het Midden-Oosten geteisterd. Velen zien geen toekomstperspectief meer en honderdduizenden zijn naar het buitenland gevlucht of leiden een miserabel leven als binnenlandse ontheemden. De regio blijft een prioriteit voor Kerk in Nood. Het primaire doel van onze hulp is om de Christenen er hoop te geven en hen te steunen om in hun thuisland te blijven, de bakermat van het christendom.
Veel Christenen in het Midden-Oosten lijden nog steeds onder de gevolgen van oorlog en IS-terreur. Ook de economische en politieke situatie boezemt de mensen angst in, zodat velen een betere toekomst in het buitenland blijven overwegen. Regelmatig ontvangen we berichten over aanslagen, intimidatie door milities en verhalen over de misère die het gevolg is van een mengeling van sancties, verwoesting en corruptie.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was… of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Een lichtpuntje voor de christenen in het Midden-Oosten was de reis van de paus naar Irak in maart 2021. Het bezoek bemoedigde de gelovigen en bood hen nieuw zelfvertrouwen – niet alleen in Irak zelf, maar in het hele Midden-Oosten. Christenen nieuwe hoop geven is ook ons doel in de regio. Zo konden we in 2021 voor meer dan 10,8 miljoen euro projecthulp verlenen in de prioritaire landen Syrië en Libanon. Dit omvatte noodhulp voor voedsel en medicijnen, steun voor senioren en studenten, materiële hulp voor zusters, Misintenties voor priesters en fondsen voor de wederopbouw van pastorale structuren, alsmede noodhulp voor kerkelijke scholen en ziekenhuizen.
Terwijl christenen over de hele wereld de Goede Week ingaan, vraagt Kerk in Nood (ACN) aandacht voor de uitdagingen waarmee christenen in het Heilige Land worden geconfronteerd. Abt Nikodemus Schnabel van de Dormitio Abdij in Jeruzalem beschrijft hoe christenen in de regio het lijdensverhaal van Christus ervaren. Hij spoort gelovigen over de hele wereld aan om stil te staan bij de situatie van christenen in het Heilig Land.
Tijdens de Goede Week worden christenen wereldwijd herinnerd aan het lijden en het offer van Jezus Christus. Het Heilig Land, dat soms als het vijfde Evangelie wordt beschouwd, heeft een immense betekenis voor christenen. “Als we het Passieverhaal lezen in de Goede Week, gaan onze gedachten naar het Heilige Land, naar Jeruzalem,” zegt abt Nikodemus.
Hij herinnert eraan dat er katholieken, voornamelijk migranten en asielzoekers waren onder degenen die gedood werden door de Hamas-aanval op 7 oktober. “En aan de andere kant, wat gebeurt er nu in Gaza? Voor ons, als christenen, is het een catastrofe. We hebben 27 leden verloren. We hebben het over mensen, over een catastrofe voor beide partijen. Want het verschrikkelijkste wat mensen kunnen doen, is andere mensen doden. Dit is de grootste zonde die je kunt begaan”, benadrukt hij.
Wanneer je het kruis niet kunt zien
“Goede Vrijdag heeft een heel sterke betekenis omdat je het lijden ziet, wij zien het kruis. Ooit hadden we een 24-uurs gebedswake in onze kerk. We baden alle psalmen en we noemden de viering ‘de kerk onder het kruis’. Dit is onze plaats als christenen, wij zijn de Kerk onder het kruis.”
Voor christenen op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem heeft de benarde situatie meer gemeen met Stille Zaterdag. “Je kunt er het kruis niet zien, omdat de huizen niet gebombardeerd zijn. Er is geen zichtbaar lijden. Er zijn geen beelden die je emotionele kant aanspreken. Maar zij bevinden zich echt in zeer moeilijke omstandigheden en zijn de meest kwetsbare groep. Hun ervaring weerspiegelt de essentie van Stille Zaterdag – een tijd van wanhoop en onzichtbaar lijden,” zegt hij.
Gevaar van “christelijk Disneyland”
De economische gevolgen van de oorlog die sinds oktober aan de gang is, zijn vooral hard aangekomen bij de christenen in de regio, die voor hun levensonderhoud sterk afhankelijk zijn van bedevaarten. “Veel christenen werken als buschauffeur, restauranthouder, hotelpersoneel of reisleider,” legt abt Nikodemus uit. “Het gebrek aan pelgrims heeft voor hen tot een economische ramp geleid.”
Abt Nikodemus waarschuwt voor het gevaar dat het Heilige Land wordt gereduceerd tot een toeristische bestemming. “Het gaat niet om een Disneyland. En dit is echt de angst: dat het Heilige Land een soort christelijk Disneyland voor pelgrims zou kunnen worden. Natuurlijk hebben we de kerken, we hebben de heilige plaatsen. Je kunt prachtige pelgrimstochten maken zonder gestoord te worden door de realiteit van de mensen. Je hebt de stenen die herinneren aan het geloof van de incarnatie, dat Jezus echt mens is geworden. Maar we hebben ook de levende stenen, de christenen die daar wonen. En zij verkeren nu echt in zeer moeilijke omstandigheden, ze voelen zich alleen”, legt hij uit.
De abdij van Dormitio, gelegen in Jeruzalem, heeft ook de gevolgen gevoeld van het dalende aantal pelgrims. Ondanks de afwezigheid van toeristen heeft de abdij er een prioriteit van gemaakt om haar christelijke personeel uit Bethlehem te ondersteunen. “We voelen ons verantwoordelijk voor hen, ook al stelt het ons voor een grote financiële uitdaging,” zegt abt Nikodemus.
Beproefd in geloof
Vooruitkijkend naar Pasen benadrukt Abt Nikodemus het belang ervan als geloofstest. “Pasen stelt ons voor belangrijke vragen. Vertrouwen we echt op God? Geloven we echt wat we vieren? Verwachten we na de catastrofe echt Pasen? Geloven we echt in verlossing?”, vraagt hij zich af.
“Als rationele wereldburger kan ik alleen maar oorlog, lijden, haat en geweld zien. Maar als gelovig mens vertrouw ik erop dat mijn God kan verlossen, deze wereld kan redden, kan genezen en nieuw leven kan creëren. Vergeving. Barmhartigheid. Dat is wat we vieren in de Goede Week en met Pasen. Ik hoop voor alle christenen dat er een nieuw begin zal zijn en nieuwe hoop, nieuw leven.”
SAT-7 is een levensader van geloof voor christenen in landen met een moslimmeerderheid. De oecumenische christelijke zender zendt uit in drie verschillende talen en bereikt miljoenen mensen met zijn satellietuitzendingen.
Christenen vormen een kleine minderheid in het Golfkoninkrijk Oman en zijn bijna allemaal buitenlandse werknemers. Dus toen Kurt Johansen, de uitvoerend directeur van de christelijke omroep SAT-7, zijn hotelreceptionist vertelde wat hij voor de kost deed, was hij sceptisch over de reactie. “Zodra hij me hoorde zeggen dat ik voor SAT-7 werkte, zei hij: ‘Wow! Daar kijk ik elke avond naar’“, herinnert Kurt zich glimlachend.
“Voordat ik mijn leven aan Christus wijdde, werkte ik als belasting beambte. Ik ben dus getraind om nergens in te geloven. Maar terwijl we bleven praten, begon hij veel van de programma’s te noemen waaruit bleek dat hij ze aandachtig had bekeken, ook al had hij een niet-christelijke achtergrond”, vertelt Kurt tijdens een bezoek aan het hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN).
In het geheim geloven
Dit verhaal weerspiegelt de situatie in veel landen met een moslimmeerderheid. Hoewel er eeuwenoude christelijke gemeenschappen zijn in Arabische landen, wordt bekering van de islam tot het christendom op zijn best afgekeurd of expliciet verboden, soms zelfs bestraft met de dood. In de meeste landen moeten degenen die in Christus gaan geloven hun geloof in het geheim beleven, vaak zelfs verborgen voor hun familie. Voor hen zijn zenders zoals SAT-7 een levensader, de enige bron van catechese en betrouwbare informatie over het christendom.
“Elk jaar nemen meer dan 100.000 mensen contact met ons op omdat ze meer willen weten over het christendom, of gewoon omdat ze iemand willen om mee te bidden”, zegt Kurt Johansen. De SAT-7 website heeft een sectie gewijd aan getuigenissen en berichten van kijkers, uit landen zo afgelegen als Iran en Afghanistan.
De zender doet veel moeite om ervoor te zorgen dat geen van zijn kijkers in gevaar wordt gebracht. De mensen die in de hoofdkantoren werken, zijn zelfs getraind om infiltranten op te sporen. “We weten dat sommige van de contactpersonen waarmee we te maken krijgen eigenlijk van veiligheidsdiensten zijn”, zegt Kurt tegen Kerk in Nood.
“Satelliet is waar de arme mensen zijn”
SAT-7 exploiteert vier satellietkanalen: twee in het Arabisch, één in het Turks en één in het Farsi, de taal die in Iran en Afghanistan gesproken wordt. Voor zover mogelijk wordt de inhoud lokaal geproduceerd, maar soms kan dat niet omdat ze geen toestemming krijgen. Maar zelfs de meest repressieve regeringen kunnen het satellietsignaal niet blokkeren.
“In Iran is het verboden om een schotelantenne te bezitten, maar de Iraanse regering heeft verschillende satellietkanalen”, legt Kurt uit. Dit komt omdat het Iraanse regime weet dat de overgrote meerderheid van haar burgers wel degelijk satellietschotels bezit, die ze voor slechts 20 euro kunnen kopen.
“Satelliettelevisie is nog steeds de koning van de media in veel delen van de wereld, vooral daar waar het internet slecht en duur is en vaak door de regering wordt gecontroleerd. We investeren nu meer in digitaal, maar we zullen waarschijnlijk nooit afstappen van satelliet. Dat is waar wij arme mensen vinden”, legt de uitvoerend directeur uit.
“Onze boodschap is hoop en leven”
De optie om zoveel mogelijk lokaal gevestigd te zijn, kan problemen opleveren. “We hebben een aantal van onze teams moeten verplaatsen vanwege veiligheidsproblemen”, zegt Kurt. Maar wat hij echt opmerkelijk vindt, is de vrijgevigheid van de gemeenschappen die hen ondersteunen. “In één geval, in Egypte, nadat een brand onze studio had verwoest, kwamen christenen ons te hulp. Sommigen verkochten ringen en auto’s om ons geld te geven, en uiteindelijk kregen we meer geld van de Egyptische christenen dan voorheen. We overwinnen en gaan door, en we willen niet als slachtoffers gezien worden. Ja, we zijn een minderheid, maar we hebben een rol te spelen, en onze boodschap is hoop en leven.”
Het Evangelie staat centraal in de uitzendingen en de missie van SAT-7. Maar soms kan het overbrengen van hoop en leven in onverwachte vormen gebeuren. Volgens Kurt heeft ongeveer één op de drie vrouwen in Egypte te maken met huiselijk geweld of genitale verminking. “In een eer- en schaamtecultuur kunnen mensen hun echtgenoten niet bekritiseren. Daarom realiseren ze zich misschien niet dat ze hierin niet alleen staan. Ze geven zichzelf de schuld en alleen al het horen van anderen laat zien dat dit een cultureel en geen individueel probleem is.”
Kids kanaal enige school
Op het hoogtepunt van de burgeroorlog in Syrië realiseerde de organisatie zich dat ze het probleem van een hele generatie kinderen die geen normale lessen konden volgen, moesten helpen aanpakken. “We begonnen een 24/7 academiekanaal waar kinderen leren lezen en schrijven, met lessen in Engels en wiskunde, en hoe ze het leven moeten leiden vanuit een christelijk perspectief. Inmiddels zenden we dit ook uit op het SAT-7 Kids kanaal. Het was bedoeld voor de Syrische vluchtelingencrisis, maar is nu ook van toepassing op andere landen, waar de middenklasse het zich niet kan veroorloven om hun kinderen naar school te sturen. Tijdens Covid-19 waren wij vaak de enige school die open was voor veel gezinnen.”
Focussen op wat verenigt
Een andere zaak die de omroep na aan het hart ligt, is het bevorderen van eenheid tussen christenen van verschillende denominaties en etniciteiten. De internationale raad van SAT-7 wordt voorgezeten door een Koptisch-orthodoxe aartsbisschop, wiens plaatsvervanger een maronitische katholieke aartsbisschop is, terwijl Kurt zelf luthers is. “We richten ons op wat we gemeen hebben, op wat ons verenigt. We verbergen onze verdeeldheid niet, maar proberen de muren af te breken die ons zouden kunnen verdelen. Grieken en Turken werken samen, Turken en Armeniërs werken samen. Dit is een goede getuige voor de wereld”, zegt Kurt Johansen.
SAT-7 beseft ook hoe belangrijk het is om andere religies de hand te reiken. “We willen bruggen bouwen met moslims. Christenen wonen al honderden, zo niet duizenden jaren in deze landen. Ze willen gelijkwaardige burgers blijven, bijdragen aan hun samenleving en in vrede leven. Dat kunnen ze niet als ze geïsoleerd van hun buren leven. Wij proberen dat te bevorderen.”
De organisatie heeft geen andere inkomstenbronnen dan donaties. De donateurs van Kerk in Nood steunen de omroep dan ook al vele jaren. “Kerk in Nood is erg gul geweest en is een bevoorrechte partner. Wij beschouwen hen niet als donateurs, maar als partners. Het gaat niet alleen om geld, maar ook om de spirituele en sociale impact”, besluit een dankbare uitvoerend directeur van SAT-7.
Volgens aartsbisschop Martin Kmetec van Izmir is Turkije het vergeten Heilige Land. “De Kerk van Izmir is de enige van de zeven kerken van de Openbaring die tot op de dag van vandaag overleeft”, legt de in Slovenië geboren Franciscaan uit tijdens een bezoek aan het internationale kantoor van de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN).
De oude stad Efeze, met het Huis van de Maagd Maria en de graftombe van Johannes, ligt ook binnen het aartsbisdom. Ondanks dit rijke erfgoed leven er volgens de aartsbisschop nog maar 150.000 christenen op de ongeveer 85 miljoen mensen die in Turkije wonen, een land waar Paulus en Johannes voor het eerst het evangelie verkondigden.
Het land van de martelaren
Aartsbisschop Kmetec heeft de afgelopen 22 jaar in Turkije doorgebracht en is ervan overtuigd dat de Kerk de plicht heeft om in het land aanwezig te blijven. “We zijn het Christus verschuldigd om dit te doen. We zijn het verschuldigd aan de geschiedenis om dit te doen. En dat zijn we de martelaren verschuldigd”, zei de aartsbisschop tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood. “De stad Izmir zelf is de plaats waar de heilige Polycarpus in het midden van de tweede eeuw gemarteld werd. Het was ook de geboorteplaats van Polycarpus’ leerling, St. Irenaeus, die later bisschop van Lyon werd.”
Om de christelijke aanwezigheid in dit land van martelaren te behouden, helpt Kerk in Nood het aartsbisdom Izmir met deze speciale missie. De liefdadigheidsinstelling steunt bijvoorbeeld de renovatie van de kerk van Sint-Polycarpus, die beschadigd werd door een aardbeving op 30 oktober 2020 in de Egeïsche Zee, die delen van Izmir verwoestte en meer dan honderd mensen het leven kostte. De Sint-Polycarpuskerk, die deel uitmaakt van het klooster dat in 1625 door Franse kapucijnen werd gebouwd, vormt het hart van de christelijke gemeenschap in Izmir. Op dezelfde manier steunt de organisatie de renovatie van de Dominicaanse kerk in Konak, een wijk van Izmir, die eveneens beschadigd werd door de aardbeving in 2020.
Het licht van het christendom levend houden
Hoewel het aartsbisdom Izmir in West-Anatolië ongeveer 100.000 vierkante kilometer beslaat, wonen er slechts 5.000 katholieken. Lange tijd bestond een aanzienlijk deel van de katholieke gelovigen uit Levantijnen. De afstammelingen van Italiaanse, Franse en andere Europese katholieken die zich ten tijde van het Ottomaanse Rijk in de regio vestigden, nemen voortdurend af in aantal, voornamelijk door emigratie. Daar staat tegenover dat de afgelopen jaren veel katholieken uit Afrika en Azië naar Turkije zijn gekomen.
Voor de aartsbisschop is het een van zijn belangrijkste prioriteiten om “het licht van het christendom levend te houden”. Met zo’n klein aantal gelovigen heeft het aartsbisdom niet voldoende middelen om al zijn kerken en gebouwen zelf te onderhouden. Daardoor is de hulp van Kerk in Nood een vitale levensader voor de christelijke gemeenschap in de regio en voor het land, dat zo belangrijk is voor de geschiedenis van de Vroege Kerk en waar de volgelingen van Jezus voor het eerst de naam christenen kregen.
In de afgelopen vijf jaar heeft Kerk in Nood samen met het aartsbisdom Izmir twaalf projecten gesteund voor een bedrag van € 485.000. Deze projecten omvatten de renovatie van kerken die beschadigd zijn, noodhulp voor christelijke vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Afrika, de levering van catechetisch materiaal en de ondersteuning van de vorming van seminaries.
Foto ©: N. Ritzmann, Kerk in Nood
De christelijke gemeenschap in Gaza gaat de moeilijkste periode sinds het begin van de oorlog tegemoet. Telefoonlijnen zijn afgesneden en onlineverbindingen vallen voortdurend weg. Men kan nauwelijks begrijpen wat zuster Nabila probeert te zeggen: “behoorlijk”, “redelijk”, “Kerk”… dan valt de lijn weg, en zo is het de afgelopen weken gegaan.
Alleen een paar geschreven berichten komen van tijd tot tijd binnen: “Het gaat goed met ons.” Maar wie aandringt, beseft dat “goed” betekent: “we leven nog.” Want de situatie is schrijnend, zoals blijkt uit berichten als “We hebben niet voldoende, het ontbreekt ons aan alles.” Hoop en dankbaarheid echter zijn altijd aanwezig: “Het weinige dat we hebben is te danken aan Gods genade. De mensen buiten lijden nog meer dan wij, omdat zij die troost op dit moment niet hebben.”
De christelijke gemeenschap in Gaza maakt de ergste periode door sinds het uitbreken van de oorlog. Een andere projectpartner van Kerk in Nood (ACN), wiens telefoonlijn stabiel is, maar die liever anoniem blijft uit angst voor represailles, zegt: “Onze mensen lijden voortdurend. Telkens als beide partijen over een wapenstilstand praten, neemt de intensiteit van de militaire operaties toe.”
De afgelopen twee weken heeft de wijk Al Zeyton, waar de parochie van de Heilige Familie ligt, te lijden gehad onder hevige militaire gevechten en beschietingen. Volgens rapporten van Kerk in Nood herbergt het terrein van de parochie op dit moment 128 gezinnen – in totaal 512 christenen – katholiek en orthodox. Onder hen 120 kinderen onder de 18 jaar, 60 gehandicapten, en 84 mensen ouder dan 65 jaar.
De voedselvoorraden zijn zeer, zeer beperkt en “het probleem heeft niets te maken met de beschikbaarheid van contant geld”, legt dezelfde bron uit. “Het is gewoon dat voedsel schaars is. Het is moeilijk om ergens een plek te vinden om het te kopen. De christelijke gemeenschap grijpt elke mogelijke kans aan om schoon water en voedsel te bemachtigen,” bevestigt hij.
Twee maaltijden per week
Met de hulp van onder andere Kerk in Nood is het Latijns Patriarchaat in staat om per persoon twee maaltijden per week te verstrekken en om de twee dagen een brood. Maar op andere dagen moet de gemeenschap zien te overleven door hun voorraden te beheren, of op andere manieren aan voedsel zien te komen. “Mensen lopen lange uren om een klein doosje eten te krijgen, dat uiteindelijk niet eens genoeg is voor drie personen. In dit gedwongen dieet wordt delen een deel van het dagelijks leven en hun nieuwe christelijke identiteit,” vertelt de bron aan Kerk in Nood.
Schoon water is één van de grootste uitdagingen op dit moment. “We hebben vuil water voor toiletten en sanitaire voorzieningen. Het water wordt gezuiverd met traditionele methoden.” Een ander ernstig probleem is sanitaire voorzieningen. Als gevolg van de tekorten zijn veel mensen vermagerd. “Kinderen lijden aan een virus dat misselijkheid en diarree veroorzaakt en vier ouderen worden geconfronteerd met ernstige ziekten waarvoor ze eigenlijk onmiddellijk in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Dat is op dit moment onmogelijk.”
Geloof bemoedigt gemeenschap
Het geloof is echter iets dat de kleine gemeenschap bemoedigt, zegt de projectpartner. Naast de viering van de dagelijkse Mis, catechese en het bidden van de rozenkrans, organiseert de parochie activiteiten voor kinderen en bijeenkomsten voor traumaverwerking door middel van gebed. Het personeel van het katholieke centrum Thomas van Aquino, dat na de bombardementen zijn intrek nam op het terrein van de parochie, is ook bij deze activiteiten betrokken.
De priester en de zusters die voor de mensen zorgen, zoals zuster Nabila, doen heldhaftig werk. “Ze zijn allemaal uitgeput, niemand kan echt ervaren wat ze doormaken. Met Gods genade staan onze kinderen nu nog dichter bij hun geloof dan ooit tevoren. Het is een heel bijzonder Pasen, we zijn dichter dan ooit bij de gekruisigde Verlosser,” besluit de projectpartner.
Hoewel het erg moeilijk is om tot zuster Nabila door te dringen, is er één ding dat ze ACN altijd vraagt aan de mensen: “Bid voor ons, bid voor de hele bevolking, dat er een einde komt aan deze oorlog.”
© Foto: parochie Heilige Familie, Gaza
Volgens bronnen van Kerk in Nood (ACN) zijn de humanitaire situatie en de leefomstandigheden voor de kleine christelijke gemeenschap die nog in de Gazastrook is, de afgelopen tijd sterk verslechterd. In de vier maanden sinds het begin van het conflict zijn er dertig christenen omgekomen in Gaza.
De situatie in Gaza wordt steeds uitzichtlozer: het vinden van voedsel en brandstof blijft erg moeilijk in het noorden. Exorbitante prijzen maken het leven voor de bewoners daar nog moeilijker. “Twintig liter diesel kost bijvoorbeeld € 200 en levert maar twee uur energie voor de generatoren”, vertelt George Akroush, van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem, aan Kerk in Nood (ACN).
Priester en religieuzen blijven
Ondanks de moeilijkheden blijven een priester en zeven religieuze zusters van drie verschillende congregaties de christenen steunen die hun toevlucht hebben gevonden in de katholieke parochie van de Heilige Familie. Op een bepaald moment waren er 700 mensen verzameld in deze compound, die toebehoort aan het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, maar dat aantal is de afgelopen weken gedaald door migratie en sterfgevallen. Op dit moment zijn er 184 families – in totaal 560 christenen. Onder hen 140 kinderen onder de 18 jaar (waarvan 60 met een handicap) en 84 mensen boven de 65 jaar. De meesten van hen zijn katholiek of orthodox.
30 christenen omgekomen
Volgens Akroush zijn er sinds het begin van het conflict in totaal 30 christenen omgekomen. Hiertoe behoren de 17 slachtoffers van de aanval op de Grieks-orthodoxe parochiekern in oktober 2023 en de twee vrouwen die door sluipschutters werden gedood in de katholieke parochie van de Heilige Familie. Nog eens 11 mensen zijn gestorven aan chronische ziekten die niet adequaat behandeld konden worden.
Ver van vrouw en kinderen gestorven
Een van de meest aangrijpende gevallen is dat van Hani Abu Daud, een 48-jarige man die regelmatig dialyse nodig had. Omdat de ziekenhuizen in het noorden niet langer functioneerden, moest hij naar het zuiden verhuizen op zoek naar behandeling. Door de vele aanvallen konden ziekenhuizen in dat deel van Gaza echter ook geen behandelingen meer bieden. Hanni stierf alleen, ver van zijn vrouw en kinderen. Hij mocht niet terugkeren om afscheid te nemen van zijn familie en werd begraven in het zuiden, waar geen geestelijken of zelfs maar een christelijke begraafplaats zijn.
Door een gebrek aan brandstof en elektriciteit werken de pompen niet meer, waardoor de bewoners handmatig water uit de putten moeten halen. “Hygiëne is een ernstig probleem geworden, vooral voor de kinderen, die ziek worden door gebrek aan water, meel en luiers”, zegt de projectpartner van Kerk in Nood (ACN).
Paus bijna dagelijks aan telefoon
Ook de medische zorg heeft een kritiek niveau bereikt. Nog eens tien mensen dreigen te sterven door gebrek aan adequate behandeling. Akroush voegt eraan toe dat communicatie erg moeilijk is omdat het moeilijk is om mobiele telefoons op te laden. Desondanks blijft Paus Franciscus bijna dagelijks contact houden met de priester en de religieuze zusters die voor de vluchtelingen zorgen.
Inwoners die toevallig een tweede nationaliteit hebben, hebben ervoor gekozen om de Gazastrook te verlaten en veiligheid te zoeken in landen als Egypte, Canada en Jordanië. Aanvankelijk verzetten ze zich tegen hun vertrek, maar de situatie van de afgelopen vier maanden dwong velen om die beslissing te nemen.
Velen moe en ziek
De situatie in het noorden van de Gazastrook is erg gespannen sinds het volledig onder controle van het Israëlische leger is gekomen. De ontheemde christenen kunnen de compound wel verlaten, maar met de nodige voorzichtigheid, want de situatie kan elk moment escaleren. “Elke verdachte of gevaarlijke beweging brengt je leven in gevaar en kan je laatste zijn. Na vier maanden belegering zijn ze moe en velen zijn ziek”, legt Akroush uit.
Met de hulp van organisaties zoals Kerk in Nood (ACN) heeft het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem medicijnen en voedsel kunnen verstrekken en enkele medische behandelingen kunnen financieren. Het patriarchaat blijft ook de salarissen betalen van schoolmeesters en anderen die voor religieuze instellingen werken, zodat zij voor hun gezinnen kunnen blijven zorgen.
Toekomst na vernietiging
Voor de projectpartner van Kerk in Nood (ACN) maakt de massale vernietiging van huizen en infrastructuur de toekomst van de christenen in de regio onzeker. “Ze zeggen dat 62% van de huizen totaal verwoest is en dat de wederopbouw volgens sommige internationale en VN-organisaties die ter plaatse actief zijn, tot 2093 zal duren. Met dit alles moet men zich afvragen welke toekomst er is voor de christenen in dit land? Wat gaat er gebeuren? Niemand weet het. Bidt alstublieft voor ons, vergeet het lijden van de christenen in dit deel van de wereld niet.”
Foto: Parochie Heilige Familie
Op de eerste verjaardag van de aardbeving in Turkije en Syrië roept een bisschop in Aleppo op om een einde te maken aan de sancties. Hij roept op om het land niet te vergeten.
Volgens de Armeens-orthodoxe bisschop van Aleppo in Syrië, mgr. Magar Ashkarian, verlaten veel mensen het land als reactie op de sancties. Hij legt uit hoe dat vooral minderheden – zoals de christenen – voor grote uitdagingen stelt.
Aanmoedigen te blijven
“De toekomst is somber. We weten niet wat we gaan doen,” aldus de bisschop in een interview met de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN). Hij noemt de huidige tekorten aan stroom en gas en het grote aantal mensen zonder werk als grootste zorgen. De Armeens-orthodoxe gemeenschap waar hij toezicht op houdt, probeert dan ook betaalbare huisvesting te vinden voor jonge stellen en hen financiële te steunen om hen zo aan te moedigen te blijven.
De bisschop is sinds 2022 leider van de Armeens-orthodoxe gemeenschap in Aleppo, nadat hij eerder onder andere in Libanon en Iran diende. Hij doet een beroep op de internationale gemeenschap om zich moreel en financieel tot het uiterste in te spannen om de aanwezigheid van christenen in het Midden-Oosten, en in Syrië in het bijzonder, te helpen versterken. De aardbeving op 6 februari 2023, die zowel Turkije als delen van Syrië trof, verergerde de humanitaire situatie.
“We praten niet over oecumene, we brengen het in praktijk”
Ashkarian gelooft dat de voortdurende migratie van christenen de regio voor extra problemen zal stellen. “Om de christelijke waarden te beschermen, moeten christenen hier in het Midden-Oosten blijven, waar deze waarden dieper gewaardeerd worden,” zei hij. “In de westerse wereld met zijn secularisme en globalisering veegt de stroming alles weg.”
De bisschop bedankt organisaties zoals Kerk in Nood (ACN) voor het dienen als “open ramen en deuren” om de mensen in Syrië te helpen. Ashkarian zei dat de burgeroorlog, die in 2011 begon, en de aanhoudende crisis de voorheen vaak gesegregeerde christelijke denominaties dichter bij elkaar heeft gebracht: “We leven samen in een zeer hechte relatie en proberen volledig zonder discriminatie te helpen.”
Volgens de bisschop zijn er alleen al in Aleppo elf christelijke denominaties, waarvan de vertegenwoordigers zijn samengekomen om hulpmaatregelen te coördineren: “De oorlog, en de aardbeving in het bijzonder, hebben ons dichter bij elkaar gebracht. Organisaties, waaronder Kerk in Nood (ACN), hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld. In Aleppo wordt er niet over oecumene gesproken, hier brengen we het in praktijk.”
Samenleven christenen en moslims
Mgr. Ashkarian sprak ook zijn hoop uit in het licht van de co-existentie van christenen en moslims, die ondanks de recente problemen in Syrië al eeuwenlang naast elkaar leven. “Iedereen heeft dezelfde rechten. We leven in het land als broeders en zusters. Om deze situatie in stand te houden, is hulp cruciaal voor alle mensen in Syrië. Wie deze woorden ook leest, in regeringen of instellingen, of als privépersoon, doe alstublieft wat u kunt om ons uit deze benarde situatie te helpen.”
Voor veel ouders in Libanon is de toekomst van hun kinderen een grote zorg. Is er nog wel genoeg geld om het schoolgeld te betalen? U kunt hen helpen!
Want helaas is de economische situatie in Libanon zo slecht dat leraren door de overheid niet of te weinig betaald krijgen. Zij doen hun werk met veel liefde en brengen grote offers, maar hebben thuis ook kinderen die moeten eten.
Scholen hangt sluiting boven het hoofd omdat ze de leraren niet kunnen betalen of omdat ouders het schoolgeld niet kunnen opbrengen. U kunt ervoor zorgen dat kinderen op katholieke scholen onderwijs blijven krijgen! Geeft de kinderen vrede, vreugde en waardigheid.
Met uw bijdrage van € 41 kan een kind een maand naar school. En met uw bijdrage van € 145 kan een leraar ook thuis de eindjes aan elkaar knopen.
Helpt u mee, zodat christelijke gezinnen in dit land van de Bijbel blijven wonen?
U kunt hier doneren of hier:
Honderdduizenden jonge katholieken uit de hele wereld (ook uit Nederland) bereiden zich voor op de Wereldjongerendagen in Lissabon. Jongeren uit Syrië en Libanon kunnen er niet bij zijn. De situatie in deze landen is te kritiek.
Maar de bisschoppen zitten niet bij de pakken neer.
De bisschoppen willen in beide landen eigen Wereldjongerendagen oragniseren voor in totaal 2100 jongeren.
Helaas hebben de jongeren en de Kerk niet het geld om de organisatie te betalen.
Alleen met uw hulp kunnen deze evenementen doorgaan. Deze jonge mensen zijn de hoop van het christendom in het Midden-Oosten!
De jonge katholieken in Syrië en Libanon verdienen uw hulp. Klik op de donatiebutton en help mee.
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft.
U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster.
Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden door een tekort aan medicijnen. Dat heeft alles te maken met de crisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd om het bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen – dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Libanon telt 327 katholieke scholen. Door de verschrikkelijke economische crisis die Libanon doormaakt, kunnen veel ouders het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. Ook semi-openbare scholen hebben het zwaar. Hoewel ze recht hebben op overheidssubsidies, heeft de Libanese staat de afgelopen vier jaar de kosten niet gedekt.
Veel scholen zijn bijna failliet, kunnen de leraren niet betalen en worstelen om de middelen te vinden om overeind te blijven. Het grote risico is dat katholieke scholen gedwongen worden te sluiten. Het zou op langere termijn een ramp zou zijn voor de coëxistentie tussen religies. Katholieke scholen spelen een vitale rol in de betrekkingen tussen christenen en moslims in Libanon. Ze zijn een voorbeeld van coëxistentie voor het hele Midden-Oosten.
Een ander groot probleem voor veel scholen is de elektriciteitsvoorziening. Die functioneert al decennialang notoir slecht. Scholen zijn bij uitval afhankelijk van particuliere generatoren. Vóór de financiële crisis was dat al een enorme kostenpost. Het is een nachtmerrie voor de toekomst van de scholen.
Vindt u ook dat Libanese kinderen naar school moeten kunnen gaan? Wilt u hun een zorgeloze toekomst geven? Maakt u hun dromen waar, zodat de kunnen helpen het land op te bouwen? Voor € 41,00 kan een Libanese scholier een maand naar school. Of geef de helft (€ 20,50) dan is er vast wel een andere weldoener die de andere helft geeft. Met € 145,00 helpt u een docent met een extra toelage de dure decembermaand te overbruggen. Laat uw hart spreken en geef hoop aan de scholieren van Libanon.
Er zijn altijd arme mensen geweest in Libanon, maar nu is plots drie kwart van de bevolking arm. De Libanezen hebben echt honger. Maar de mensen hongeren ook en ten diepste naar geestelijk voedsel: naar hoop, vertrouwen en geloof.
Zuster Marie Makhlouf en haar 180 medezusters helpen onbeperkt de armen en hulpbehoevenden op twintig plekken in Libanon
De huizen van de zusters zijn oases van liefde en bijzondere aandacht. Maar sinds de crisis is er elke dag nood. “We hebben snel voedsel nodig; we hebben grote behoefte aan medicijnen. We hebben dringend uw zegenrijke hulp nodig,” laat zuster Marie weten.
Vooral aan medicijnen is een groot gebrek. De zusters zijn een inzamelingsactie begonnen. In totaal zijn er komend half jaar 4.109 dozen medicijnen nodig. Schenkt u met uw gift van € 19,45 hun één doos medicijnen?
Zuster Marie: “Deze parels van God worden buitengesloten door de maatschappij. Dankzij uw naastenliefde kunnen we ervoor zorgen dat zij in deze crisis niet het kind van de rekening worden. U bent onze reddende engel. Dank u wel. Schenk ons uw gebed en stuur ons uw hoop. We hebben het hier zo hard nodig.”
“Kolay gelsin”, letterlijk “moge het gemakkelijk komen”, is een veelgehoorde groet in de straten van Turkije. Het wordt gezegd tegen mensen die zwaar of moeilijk werk verrichten om de wens uit te drukken dat zij hun lasten met meer gemak mogen dragen en van hun gewicht verlost mogen worden. Pater Simon Härting, een in Duitsland geboren Salesiaan, beschouwt het als een diep christelijke groet die ook treffend zijn werk in Istanbul beschrijft, waar hij sinds drie jaar werkt.
Tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood (ACN) sprak hij over Bomonti, van oudsher een christelijke wijk van de stad die vandaag de dag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote aantallen gezinnen van immigranten uit verschillende culturen. De Salesianen van Don Bosco zijn er betrokken bij een verscheidenheid van activiteiten in het Apostolisch Vicariaat van Istanbul. Ze geven echter vooral pastorale zorg en onderwijs aan emigranten en vluchtelingen in de Christelijk wijk Bormonti.
De meeste van deze mensen beschouwen Turkije slechts als een tussenstop, omdat zij willen emigreren naar landen als Australië of Canada. “Er wordt veel gesproken over de vluchtelingen uit Irak of Syrië, maar er komen ook veel anderen, bijvoorbeeld uit Pakistan, Nigeria, Burkina Faso, Mali of Ivoorkust, om maar een paar landen te noemen. Zij blijven hier jarenlang. Sommigen van hen moeten zes of zeven jaar wachten op een visum”, legt pater Simon uit. Als gevolg daarvan hebben de Salesianen zich toegelegd op het onderwijs van de kinderen van deze gezinnen. Zij leiden een school voor meer dan 400 kinderen en een klein jeugdcentrum voor 40 pubers op de Evrim Campus in Bomonti.
Een ander zwaartepunt van hun werk is het verlenen van pastorale zorg in de Turkse taal. Bomonti lag ooit aan de rand van de stad, maar is nu het hart van Istanbul. De plaatselijke kerk van de wijk, “Notre Dame de Lourdes”, is de enige kerk in Istanbul die uitsluitend gewijd is aan de Turks sprekende katholieke gemeenschap. In andere parochies overheersen Grieks en Frans in plaats van Turks, omdat Istanbul een multiculturele en meertalige stad is. De bevolking is er de laatste 50 jaar vertienvoudigd en de stad heeft een van de grootste jongerenpopulaties van alle Europese steden.
In de parochie van “Notre Dame de Lourdes” bereiden Turks sprekende kinderen, jongeren en volwassenen zich voor op hun eerste heilige communie, op het vormsel of op het sacrament van het huwelijk. “In het vicariaat Istanbul hebben we ongeveer 100 catechumenen die afkomstig zijn uit veel verschillende landen, waaronder Turken en Iraniërs. Christen worden is hier niet verboden. De mate van sociale acceptatie varieert van geval tot geval. Sommigen worden door hun familie verstoten, anderen hebben geen problemen, en het komt ook voor dat hele families besluiten Christen te worden”, aldus pater Simon. De parochie heeft dringend behoefte aan adequate faciliteiten om pastorale zorg te kunnen verlenen. Daarom willen de Salesianen met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood een nieuw parochie- en sociaal centrum bouwen op het terrein van de Evrim Campus. Het nieuwe centrum moet iedereen ten goede komen, zowel buurtbewoners als immigranten, en een interculturele uitwisseling tussen jongeren die in het stadsdeel wonen vergemakkelijken.
Velen die bij de Salesianen om hulp komen vragen, hebben moeilijke, traumatische ervaringen gehad en zoeken troost. Of zij leven binnen zeer fragiele sociale structuren. Hun situatie wordt echter vaak dramatisch wanneer de migranten besluiten Turkije te verlaten en niet langer het geduld hebben om op een visum te wachten. “Het geeft me een akelig gevoel als ze na de Zondagsmis naar me toe komen en me vragen hun reis te zegenen. Ik weet waar ze heen gaan en dat het niet altijd goed afloopt”, zegt pater Simon.
De lasten die veel van de vluchtelingen dragen zijn zo zwaar dat ze nauwelijks te dragen zijn. “Het nieuwe centrum is bedoeld om ‘Kolay gelsin’ te zijn, een bron van verlichting, een zegen voor hen,” legt pater Simon uit. Daarom voelen de Salesianen zich geïnspireerd door de groet: “Kolay gelsin” – Moge het gemakkelijk komen. Moge God verlichting schenken. “Het is onze roeping om elkaars lasten te verlichten en voor ons allen verlossing in de wereld te brengen. Het geschenk van lichtheid en verlossing, dat is wat wij willen geven met de oprichting van het nieuwe centrum op de Evrim Campus.”
Helpt u mee zodat de Kerk op meer plaatsen in Turkije pastorale steun kan verlenen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Turkije. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
© Foto: Don Bosco Instanboel
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD