Burgeroorlog, economische crisis, politieke instabiliteit en de pandemie hebben de bevolking van het Midden-Oosten geteisterd. Velen zien geen toekomstperspectief meer en honderdduizenden zijn naar het buitenland gevlucht of leiden een miserabel leven als binnenlandse ontheemden. De regio blijft een prioriteit voor Kerk in Nood. Het primaire doel van onze hulp is om de Christenen er hoop te geven en hen te steunen om in hun thuisland te blijven, de bakermat van het christendom.
Veel Christenen in het Midden-Oosten lijden nog steeds onder de gevolgen van oorlog en IS-terreur. Ook de economische en politieke situatie boezemt de mensen angst in, zodat velen een betere toekomst in het buitenland blijven overwegen. Regelmatig ontvangen we berichten over aanslagen, intimidatie door milities en verhalen over de misère die het gevolg is van een mengeling van sancties, verwoesting en corruptie.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was... of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Een lichtpuntje voor de christenen in het Midden-Oosten was de reis van de paus naar Irak in maart 2021. Het bezoek bemoedigde de gelovigen en bood hen nieuw zelfvertrouwen - niet alleen in Irak zelf, maar in het hele Midden-Oosten. Christenen nieuwe hoop geven is ook ons doel in de regio. Zo konden we in 2021 voor meer dan 10,8 miljoen euro projecthulp verlenen in de prioritaire landen Syrië en Libanon. Dit omvatte noodhulp voor voedsel en medicijnen, steun voor senioren en studenten, materiële hulp voor zusters, Misintenties voor priesters en fondsen voor de wederopbouw van pastorale structuren, alsmede noodhulp voor kerkelijke scholen en ziekenhuizen.
Na een dodelijke aanslag tijdens een mis in Damascus spreekt pater Fadi Azar namens een gebroken gemeenschap. De angst onder Syrische christenen is groot. De vervolging van christenen in Syrië laat diepe wonden achter: “Wij voelen ons alleen.” Kerk in Nood (ACN) sprak hem over het toenemende gevaar, het groeiende verdriet en de roep om gerechtigheid.
“Wij voelen ons alleen”, vertelt de Syrische Franciscaan, pater Fadi Azar, over het verdriet van de christelijke gemeenschap na de aanslag van afgelopen zondag in Damascus. “Wij hebben het recht om naar de kerk te gaan en in vrede te bidden.”
“Christenen in Syrië voelen een groot verdriet. De christelijke gemeenschap in heel Syrië maakt een periode van diepe droefheid door vanwege het verlies van 30 christenen die bij deze aanslag om het leven zijn gekomen. Tot nu toe zijn er 54 gewonden”, vertelt hij in een interview met Kerk in Nood (ACN).
De Syrische priester verklaart dat de situatie voor niet-dominante religieuze groeperingen steeds moeilijker wordt... “Elke keer als de Kerk met de regering spreekt, zeggen ze dat het om een geïsoleerd incident gaat. Totdat dit ernstige moment aanbrak dat heel Syrië heeft ‘geraakt’.”
Pater Fadi heeft opgeroepen tot de verdediging van de mensenrechten in Syrië: “Wij hebben geloof, wij zijn niet bang. De vervolging van christenen in het Midden-Oosten, in het Heilige Land, heeft altijd bestaan. Er is al 2000 jaar sprake van vervolging. Maar we leven in een beschaafde wereld, waar de mensenrechten worden verdedigd. Wij willen alleen gerechtigheid, niets meer. Christenen hebben het recht om in een land te leven waar veiligheid heerst, zodat wij in vrede naar de kerk kunnen gaan en kunnen bidden.”
De priester, die in Latakia woont maar vele jaren in Damascus heeft doorgebracht, sprak over de onzekere tijd die Syrië tegemoet gaat en het lijden van christenen na de aanslag van afgelopen zondag. In dit verband benadrukte hij dat er herhaaldelijk sprake is van agressie. “Bijvoorbeeld schietpartijen buiten kerken in Homs of in Hama. Er zijn ook ontvoeringen en veel christenen raken hun baan kwijt”, legt hij uit aan Kerk in Nood (ACN).
“In maart zijn hier in Latakia veel alawieten vermoord”, verwijst hij naar de gewelddadige slachtpartijen in de dorpen ten oosten van Latakia, in de kuststreek van het land. “En nu gebeurt er voor het eerst in de geschiedenis van Syrië sinds 1860 zoiets. Ze komen de kerk binnen en doden veel mensen tijdens de Mis, tijdens het gebed, op zondag om zes uur 's avonds.”
De Syrische priester benadrukte dat in deze context niet alleen christenen bang zijn: “De alawieten, de druzen... het is een vervolging.” Over de vermeende daders van de aanslag van afgelopen zondag op de Dweila-kerk in Damascus doen verschillende verhalen de ronde. Pater Fadi zei: “Sommigen beweren dat het de groep Ansar al-Sunna was, die de vlag van Daesh voert. Voorheen zaten ze allemaal in Idlib.” Hij benadrukte verder: “Het is een gevaar, niet alleen voor christenen, maar ook voor druzen of alawieten, en zelfs voor gematigde moslims... Ze zijn zeer gevaarlijk (...). Ze willen geen burgerregering, ze willen een fanatieke islamitische terroristische regering.”
Op de vraag of deze aanval onverwacht kwam voor de bevolking, antwoordde de priester dat ze in zekere zin al maandenlang iets dergelijks hadden verwacht: “Er waren dreigementen, veel dreigementen. Het was te verwachten, maar niemand wist wanneer (...). Vorige week werd er geschoten buiten een kerk in Homs, de Syrisch-orthodoxe kerk. Daar schoot een man op de kerkdeur.”
Volgens lokale sociale media vond gisteren, 26 juni, opnieuw een agressief incident plaats. Personen op motorfietsen zouden het vuur hebben geopend voor de kerk in Latakia. Daarbij is tragisch genoeg opnieuw iemand om het leven gekomen. Het Grieks-orthodoxe bisdom in Latakia ontkende eerder nieuws over de dood van een bewaker, stelde dat het slachtoffer geen banden had met de kerk, en dat de aanslag buiten de kerk plaatsvond.
Over de huidige situatie van de lokale christelijke gemeenschap verklaart de Syrische priester dat alle christenen grote droefheid voelen. “We voelen ons nu alleen. We vragen om de tussenkomst van het Vaticaan, van de Europese Gemeenschap. Mensen zeggen nu tegen ons: ‘pater, we willen geen hulp, we willen geen voedsel, geen medicijnen, niets. Help ons te ontsnappen. We kunnen hier niet leven. Wij vrezen voor ons leven; wij vrezen voor de toekomst van onze kinderen.’“
In deze context blijft het aantal christenen in Syrië dalen: “Jaren geleden, vóór de oorlog, vormden christenen nog 10% van de bevolking. Nu vormen we 3%. En waarschijnlijk zullen deze zomer nog veel meer christenen vertrekken”, besluit hij.
Deze tragische gebeurtenis onderstreept opnieuw de kwetsbare positie van christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Ondanks het geweld blijft Kerk in Nood actief in Syrië, waar het noodhulp en pastorale zorg biedt aan christenen van verschillende denominaties. Denk aan het herstellen van kerken, het ondersteunen van priesters en religieuzen, en het voorzien in eerste levensbehoeften. “Wij bidden voor genezing, troost en vrede,” aldus Regina Lynch, president van Kerk in Nood internationaal. “Maar we vragen ook om concrete steun van de internationale gemeenschap.”
Uw gift zal de Kerk helpen om de gewonden te helpen, de families van de doden bij te staan, de getraumatiseerden te troosten en te behandelen en andere noden van de kerk en de gelovigen in deze wanhopige en trieste tijd. Met uw donatie helpt u:
Doneer nu voor christenen in Syrië en draag bij aan hoop, herstel en geloof.
Kerk in Nood (ACN) is diep geschokt door de dodelijke aanslag op de Grieks-orthodoxe Sint-Eliaskerk in de wijk Dweila, Damascus. Tijdens een Mis op zondagavond vond bij de ingang van de kerk een explosie plaats. Daarbij zijn volgens eerste berichten ten minste 20 doden en meer dan 50 gewonden gevallen onder de aanwezige kerkgangers en voorbijgangers.
Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van ACN International, reageerde: “Onze harten zijn gebroken. Deze zinloze daad van geweld heeft onschuldige gelovigen getroffen. Wij bidden voor de slachtoffers en hun families en steunen de oproep van Patriarch Johannes X om gebedshuizen te beschermen en een einde te maken aan het geweld.”
De Grieks-orthodoxe Kerk van Antiochië, al jarenlang een projectpartner van Kerk in Nood, veroordeelde de aanslag krachtig. In hun verklaring staat: “Op de dag dat wij onze heiligen herdenken, zijn onschuldige gelovigen als martelaren gestorven. Wij roepen de autoriteiten op tot bescherming van onze kerken en onze mensen.”
“Terwijl we doorgaan met het tellen van de martelaren en gewonden en het verzamelen van de stoffelijke resten van onze omgekomen dierbaren – waarvan we het exacte aantal nog niet kunnen vaststellen – veroordeelt het Grieks-orthodox patriarchaat van Antiochië en het hele Oosten deze gruwelijke daad ten zeerste en veroordeelt het deze afschuwelijke misdaad in de sterkste bewoordingen. Het patriarchaat roept de autoriteiten op om de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor wat er is gebeurd en nog steeds gebeurt op het gebied van schendingen van de heiligheid van kerken, en om de bescherming van alle burgers te waarborgen."
Deze tragische gebeurtenis onderstreept opnieuw de kwetsbare positie van christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Ondanks het geweld blijft Kerk in Nood actief in Syrië, waar het noodhulp en pastorale zorg biedt aan christenen van verschillende denominaties. Denk aan het herstellen van kerken, het ondersteunen van priesters en religieuzen, en het voorzien in eerste levensbehoeften.
“Wij bidden voor genezing, troost en vrede,” aldus Lynch. “Maar we vragen ook om concrete steun van de internationale gemeenschap.”
Uw gift zal de Kerk helpen om de gewonden te helpen, de families van de doden bij te staan, de getraumatiseerden te troosten en te behandelen en andere noden van de kerk en de gelovigen in deze wanhopige en trieste tijd. Met uw donatie helpt u:
Doneer nu voor christenen in Syrië en draag bij aan hoop, herstel en geloof.
De patriarch van de Maronitische Kerk roept op tot maatregelen zodat christenen het Midden-Oosten niet in de steek laten. Kardinaal Bechara Raï uit Libanon noemt hen een “beslissende” matigende factor in landen met een moslimmeerderheid in de regio.
“Velen hebben Syrië moeten verlaten, omdat niemand kan leven in een oorlog, onder bombardementen,” vertelde de kardinaal aan de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN). “Deze migratie vermindert het aantal christenen, die in het Midden-Oosten hebben bijgedragen aan de vorming van een gematigde islam. Als het Midden-Oosten leegloopt van christenen, zullen moslims hun gematigdheid verliezen,” zei de kardinaal tijdens een interview in Bkerke, de bisschopszetel van het Maronitische katholieke patriarchaat van Antiochië in Libanon. Hij herhaalde daarmee de boodschap van seminaristen in Libanon die zich willen inzetten voor vrede in eigen land.
Patriarch Raï betreurt het dat in Libanon “ook veel christenen en moslims hebben moeten emigreren, omdat het gebrek aan vrede en veiligheid en de economische en financiële situatie iedereen treft. De positieve kant hiervan is dat ze hun leven opnieuw kunnen beginnen en hun geloof met zich mee kunnen dragen over de hele wereld. Maar het negatieve is dat Libanon leegloopt van christenen.”
“Staten moeten hun perspectief veranderen. Het gaat er niet om te focussen op het aantal christenen, maar op de waarde die de aanwezigheid van christenen toevoegt,” legt hij uit aan Kerk in Nood (ACN).
Terwijl in landen als Irak, Syrië en Jordanië, die moslimstaten zijn, christenen worden 'getolereerd' en slechts als 'tweederangs burgers' worden beschouwd, is er in Libanon scheiding van kerk en staat. “Er is respect voor God en er worden geen wetten aangenomen die in strijd zijn met de christelijke of islamitische leer. Daarom zien de christenen in het Midden-Oosten Libanon als een bron van hoop.”
Libanon is het enige land in de regio waar christenen geen minderheid vormen, waardoor er een model van coëxistentie is. “Er zijn christenen en moslims over de hele wereld, maar in Libanon wordt hun aanwezigheid gegarandeerd door de grondwet. Als een regering tegen deze co-existentie zou handelen, zou ze buiten de wet vallen. De Libanese grondwet garandeert de aanwezigheid van christenen,” benadrukt de kardinaal.
“Het Libanese model omvat christelijke en islamitische waarden en daarom kunnen ze in dit land naast elkaar bestaan. We willen dat dit zo blijft en dat alle Libanese moslims en christenen in Libanon kunnen blijven. Hetzelfde geldt voor Syrië en Irak. We willen dat de christenen en de moslims blijven, omdat deze gezamenlijke manier van leven leidt tot een gematigde islam. Het gevaar bestaat dat christenen en moslims zullen emigreren, en wie zal dan Syrië controleren? Wie zal Irak controleren? Wie zal Egypte controleren? Niemand weet het.”
Kardinaal Raï noemt het voorbeeld van de onderwijssector, waar weldoeners van Kerk in Nood (ACN) in 2024 meer dan 160 scholen hebben gesteund. In Libanon brengen veel moslims hun kinderen naar katholieke scholen, omdat ze model staan voor co-existentie. “In het zuiden, op onze katholieke scholen, zijn alle leerlingen moslims. En ze houden niet op om de waarde van het gemeenschappelijke leven, de waarde van gematigdheid, aan te bieden. Deze scholen doen er alles aan om open te blijven, vooral in de bergen, voor het welzijn van de burgers.”
Libanon heeft een bevolking van 5.364.482 inwoners, volgens officiële cijfers uit 2024. In 2011 nam het de 79e plaats in op de Human Development Index van de Verenigde Naties. Deze combineert economische ontwikkeling met indicatoren zoals onderwijs, gezondheid en inkomen. In 2025 was Libanon gedaald naar plaats 102 van de 193 geanalyseerde landen. In mei 2024 waarschuwde de Wereldbank zelfs dat het armoedeniveau in Libanon was gestegen van 12% van de bevolking in 2012 naar 44% in 2022.
Het land lijdt al jaren onder een delicate economische situatie, die alleen maar erger werd door de explosie in de haven van Beiroet op 4 augustus 2020. De crisis heeft geleid tot een “braindrain.” Ongeveer 77.000 mensen verlieten het land sinds 2021, voornamelijk professionals tussen de 25 en 40 jaar.
Volgens patriarch Bechara Raï lijden alle Libanezen, zowel christenen als moslims, onder de gevolgen van de economische en financiële crisis in het land. “Maar moslims krijgen hulp uit andere moslimlanden, terwijl de christenen in Libanon alleen kunnen rekenen op de Kerk, die veel minder middelen heeft. Daarom zijn ze ellendig. De christenen zijn arm en dat heeft gevolgen voor zaken als de toegang tot voedsel, medicijnen en gezondheidszorg.”
“Maar ons volk is een volk van gebed, een godvrezend volk. Onze kerken zitten vol jongeren, mensen die bidden, en dankzij dit gebed kan Libanon weer opstaan. De christenen van het Midden-Oosten hebben een missie, om samen met de moslims te getuigen van het christendom in en voor dit gemartelde Midden-Oosten. Dit is waar onze missie is, en dit is waar we zullen blijven,” stelt hij bemoedigend vast.
De patriarch herinnert eraan dat de christenen in het Midden-Oosten “de bewakers zijn van de wortels van het christendom in het Heilige Land, van het christelijk geloof dat sinds de eerste eeuw in Syrië, Irak, Libanon en Jordanië en in het Heilige Land aanwezig is. De eerste gemeenschappen die het geloof volgden leven hier en we moeten hen helpen te blijven en niet te vertrekken,” stelt hij.
Kardinaal Bechara Boutros Pierre Raï(85) werd op 25 maart 2011 gekozen tot patriarch van Antiochië en het Oosten van de Maronitische Kerk. Volgens officiële kerkstatistieken telde de Maronitische Kerk eind 2022 3,5 miljoen gelovigen, die door bijna 1400 priesters en 42 bisschoppen werden gediend. Sinds zijn verkiezing heeft hij zowel voor noodhulp als pastorale zorg veel met Kerk in Nood (ACN) samengewerkt.
“Ik ken de pontificale stichting Kerk in Nood goed, omdat zij veel projecten in Libanon heeft gesteund en dat nog steeds doet. Ik groet u met eerbied en dankbaarheid voor alles wat u doet, zowel voor de christenen in het Oosten en Libanon, als voor christenen over de hele wereld,” besluit de kardinaal met een woord van dankbaarheid richting alle weldoeners van Kerk in Nood (ACN).
Op dit moment voert Kerk in Nood campagne voor zomerkampen in Libanon, een welkome en noodzakelijke tijd voor kinderen en hun ouders om op te laden. Deze kampen betekenen meer dan plezier: ze helpen kinderen wortelen in hun thuisland, sterken hun geloof en geven hoop op een toekomst. Juist nu, in een tijd waarin zoveel christelijke families Libanon noodgedwongen verlaten, is dit van levensbelang. Klik hier als u meer wilt weten.
Tijdens nieuwe onrusten in Syrië is het kruis van de Syrisch-orthodoxe Sint-Mariakathedraal in Homs onder vuur genomen. De aanval, die plaatsvond in de vroege ochtenduren, roept grote bezorgdheid op bij de christelijke gemeenschap ter plaatse. De kerk is niet alleen een bedevaartsoord voor Maria-verering, maar ook de zetel van de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop van Homs, Hama en Tartus.
Volgens aartsbisschop Timotheos Matta al-Khoury van het aartsbisdom Homs is het een directe aanval op het samenleven en de burgerlijke vrede in Syrië. De schoten kwamen onverwacht en zonder waarschuwing, zo meldt het bisdom in een officiële verklaring. Er raakte niemand gewond, maar het gevoel van onveiligheid onder christenen in Syrië groeit. De aartsbisschop roept de autoriteiten op de daders te identificeren en ter verantwoording te roepen, en de veiligheid van gebedshuizen van alle religies te waarborgen.
De aanval raakt niet alleen de muren van een kathedraal, maar ook het hart van een gemeenschap die al jaren onder druk leeft. “We laten ons niet verlammen door angst,” zegt de verklaring. “We blijven trouw aan de christelijke boodschap van vrede en willen, ondanks alles, blijven bouwen aan broederschap tussen alle Syriërs, ongeacht hun religie.”
Agenzia Fides en Vatican News melden dat ook de gelovigen zelf hun bisschoppen hebben opgeroepen niet te wijken voor intimidatie. Integendeel: de aanval sterkt velen in hun roeping om als christen getuige te zijn van hoop en verzoening, juist in een verscheurd land.
Hoewel de Syrische regering recent enkele verzoenende stappen heeft gezet richting religieuze minderheden, blijft de situatie gespannen. Tijdens een persconferentie van Kerk in Nood (ACN) wees de Syrisch-katholieke aartsbisschop Jacques Mourad op de kwetsbaarheid van christenen. “Er is geen actieve vervolging, maar wel onzekerheid,” aldus de aartsbisschop. “Islamistische milities oefenen lokaal nog altijd macht uit en zorgen voor angst, ook onder moslims.”
Volgens Mourad leidt de angst ertoe dat velen – uit alle geloofsgemeenschappen – zich terughoudend opstellen tegenover het nieuwe bewind. “Voor extremisten geldt: wie afwijkt, is een godslasteraar. En op godslastering staat de doodstraf.”
De stad Homs herbergt voor velen een pijnlijke herinnering. Hier werd op 7 april 2014 de Nederlandse jezuïet pater Frans van der Lugt vermoord, na tientallen jaren dienstbaarheid aan de bevolking van Syrië. De aanslag op het kruis van de kathedraal herinnert opnieuw aan de fragiele positie van christenen in het land.
Kerk in Nood (ACN) blijft zich inzetten voor christelijke gemeenschappen in Syrië en vraagt gebed en solidariteit voor hen die leven in angst, maar trouw blijven aan hun geloof.
Meer weten over godsdienstvrijheid? Lees ook het nieuws in ons dossier godsdienstvrijheid. Of vraag de samenvatting aan van ons rapport godsdienstvrijheid, met daarin een overzicht van de ontwikkelingen voor alle landen en alle grote godsdiensten, case studies en achtergronden.
Bronnen: Agenzia Fides en Vatican News, KRO-NCRV, Kerk in Nood (ACN)
Ondanks angst en onzekerheid in Syrië, ziet aartsbisschop Mourad van Homs hoop voor christenen. Sanctieverlichting biedt uitzicht op herstel.
Hoop voor christenen Syrië is er zeker! Ondanks de zeer moeilijke omstandigheden in Syrië en vrees voor de toekomst, gelooft aartsbisschop Jacques Mourad dat het opheffen van de sancties nieuwe hoop zal brengen.
Volgens aartsbisschop Jacques Mourad heeft de recente vervanging van het regime van Bashar al-Assad door een regime met fundamentalistische moslimwortels wantrouwen gewekt onder de verschillende etnische en religieuze gemeenschappen in het land.
“De bevolking van Syrië leeft zonder waardigheid en zonder vertrouwen in elkaar, in de regering en in de internationale gemeenschap. Dit is een zware last geworden voor de bevolking”, aldus aartsbisschop Jacques Mourad tijdens een online persconferentie georganiseerd door de pauselijke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Vanuit Syrië verklaarde de prelaat dat de regering weliswaar veel verzoenende gebaren heeft gemaakt naar de christelijke gemeenschap en andere religieuze minderheden, maar dat de aanwezigheid van bebaarde en zwaarbewapende salafistische milities op straat velen ongemakkelijk maakt.
“Voor het Syrische volk is dit vreemd, het is hen en hun tradities vreemd, ze zijn nog nooit geconfronteerd met zo'n rigide vorm van islam, het is hen vreemd en er heerst een zeker sociaal onbehagen.”
Volgens aartsbisschop Mourad staan zelfs veel soennieten – de meerderheidsgodsdienst in Syrië – wantrouwend tegenover de vele militanten die door de straten zwerven. “In de geschiedenis van Syrië is er nooit maar één godsdienst geweest, er is altijd diversiteit geweest. Dit is een plaats van ontmoetingen, waar alle beschavingen en religies samenkomen. Onze soennitische buren vertellen ons dat ze niet blij zijn met dit nieuwe regime, en dat zeggen ze ook tegen anderen, maar onderling heerst er angst, want voor de salafisten zijn soennieten die niet op dezelfde lijn zitten godslasteraars, en godslastering wordt met de dood bestraft.”
Ondanks de bedrukte sfeer, kan met volgens de aartsbisschop niet zeggen dat momenteel in Syrië sprake is van christenvervolging. Hij zegt dat het feit dat fundamentalistische regels in de regio's verschillend worden toegepast, eerder tot een gevoel van onveiligheid leidt.
“Het land is in chaos omdat er geen gemeenschappelijke normen zijn. In de zomer nemen we onze jongeren normaal gesproken bijvoorbeeld mee naar zomerkampen aan de kust. Maar dit jaar doen we dat niet omdat we ons zorgen maken over de reactie van de nieuwe autoriteiten in deze gebieden. Voor hen is het namelijk niet normaal dat mannen en vrouwen zich mengen, terwijl dat voor ons wel zo is. Aan de andere kant hebben we in mei onze traditionele straatprocessies ter ere van Onze-Lieve-Vrouw zonder problemen kunnen houden.”
Geconfronteerd met deze realiteit proberen veel christenen het land te verlaten. Vroeger waren het vooral jonge mannen die probeerden naar het buitenland te vluchten om de militaire dienst te ontlopen. Nu zijn het volgens aartsbisschop Mourad vooral gezinnen die niet willen dat hun jonge kinderen opgroeien in een land waar de straten worden bewaakt door salafistische milities.
Hij zegt echter dat er ook hoop bestaat, nu er sprake is van opheffing van de sancties die de Syrische economie al meer dan tien jaar lamleggen. “De sancties hebben verschrikkelijke gevolgen gehad voor de Syrische bevolking. Na de regimewisseling zijn de meeste mensen hun baan kwijtgeraakt en hebben ze geen middelen meer om te overleven. Elke dag komen er mensen naar me toe op zoek naar geld om brood te kopen. Dat is het niveau dat we hebben bereikt. De meeste mensen hebben niet genoeg om hun verwarming te betalen. Dat is te duur geworden.”
“Als het besluit om de sancties op te heffen doorgaat, komt er werk. Dan zijn er weer mogelijkheden om het leven te veranderen en te verbeteren. Hopelijk krijgen de mensen dan weer een salaris”, aldus de aartsbisschop. Hij gelooft dat met betere economische kansen de behoefte aan geweld en wraak zal afnemen, wat zal leiden tot een betere toekomst voor iedereen.
Ondertussen blijft de Kerk een van de weinige bronnen van hoop voor veel christenen en andere Syriërs. “Namens alle Syriërs, en in het bijzonder de christenen, zijn wij Kerk in Nood en haar weldoeners zeer dankbaar voor hun hulp aan de Syriërs in deze tijd van honger, dorst en gebrek aan alles te overleven”.
Nu is het tijd om naar de toekomst te kijken, zegt hij, en zijn visie daarop omvat een Kerk die zich inzet voor de verbetering van het land. “Wij voelen ons verantwoordelijk voor de opbouw van een toekomst voor ons land. Wij willen daaraan meewerken en erin delen.”
Wat de specifieke behoeften van christenen betreft, wijst hij op de bouw van huizen, ziekenhuizen en scholen. “Ik denk dat de Kerk hieraan moet deelnemen. En de beste manier is om projecten te organiseren en te ondersteunen die christenen banen, werk en moed kunnen geven. Zo kunnen we jonge christenen helpen die willen trouwen, hun gezinnen ondersteunen en aanmoedigen. Ook kunnen we ziekenhuizen en scholen voor de christelijke gemeenschappen ondersteunen en degenen die zijn vertrokken aanmoedigen om terug te keren Want als zij kansen op werk zien, kan dat hen stimuleren om terug te keren”.
Het optimisme van de aartsbisschop te midden van enorme uitdagingen is volgens hem geworteld in zijn persoonlijke geschiedenis. Hoop voor christenen in Syrië heeft hij dan ook zeker! In 2015, toen hij nog monnik was, werd hij ontvoerd en enkele maanden gevangengehouden door Islamitische Staat, voordat hij zijn vrijheid terugkreeg. Door deze ervaring zegt hij niet bang te zijn voor wat de toekomst in Syrië in petto heeft.
“Voor iemand als ik, die door mijn gevangenschap innerlijke vrijheid heeft ervaren, is er nu niets meer dat mij gevangen houdt. Niets brengt mij in een kwetsbare positie. Ik denk na over mijn leven en zie dat het in Gods handen ligt, en ik ben er zeker van dat Hij mij leidt. Degene die dit wonder voor mij heeft verricht en mij het wonder van de vrijheid heeft geschonken, blijft aan mijn zijde. Ik zie dit voor mijzelf en voor iedereen, ook voor de aanwezigheid van de christenen en de Kerk in Syrië.”
Libanon is een land met een rijke christelijke traditie, maar de situatie van christelijke gezinnen staat onder zware druk. De diepe economische crisis, politieke spanningen en blijvende onzekerheid maken het leven voor velen uitzichtloos. Prijzen rijzen de pan uit, en werkloosheid is wijdverspreid. Vooral voor gezinnen met kinderen zijn het zware tijden.
Toch blijft de Kerk aanwezig. In het zuiden van het land, in het bisdom Sidon, zetten priesters, religieuzen en vrijwilligers zich onvermoeibaar in voor kinderen en jongeren. Ze organiseren al meer dan dertig jaar een zomerkamp voor kinderen – veilige en hoopvolle momenten midden in de chaos. Voor veel kinderen is het kamp het enige uitje dat ze het hele jaar meemaken.
“Het zomerkamp voor kinderen is hét hoogtepunt van het jaar,” vertelt bisschop Maroun Ammar. “Een zomer met God helpt hen daardoor wortel te schieten in hun land en hun geloof.”
De kampen zijn kleinschalig, gedragen door lokale parochies en vrijwilligers. Maar toch zijn ze kostbaar: vervoer, maaltijden, begeleiding, materiaal en soms ook overnachting moeten allemaal bekostigd worden. Door de hoge inflatie en toenemende armoede kunnen ouders dat vaak niet meer zelf betalen.
Met steun van Kerk in Nood hoopt het bisdom dit jaar minstens vijf zomerkampen voor kinderen mogelijk te maken, verspreid over het zuiden van Libanon. De vraag is groot, de middelen schaars.
Een kamp kost per kind relatief weinig: voor slechts € 34 kunnen twee kinderen deelnemen. Toch is dat bedrag voor veel Libanese gezinnen onbereikbaar. Daarom ondersteunt Kerk in Nood deze kampen, zodat ook de armste kinderen een plek krijgen.
Uw steun maakt het mogelijk dat kinderen hoopvol de toekomst tegemoet kunnen gaan – geworteld in geloof, gedragen door de liefde van Christus, en omringd door mensen die naar hen omzien. Zoals kinderen in Nederland naar een zomerkamp kunnen (klik bijvoorbeeld hier) zo gunt u dat toch ook aan kinderen in Libanon?
Met uw gebed én een concrete bijdrage zorgt u ervoor dat kinderen in Libanon deze zomer mogen lachen, spelen en groeien in geloof. Een geschenk dat verder reikt dan één week: het raakt harten en draagt vrucht voor de toekomst.
Meer weten over het nieuws uit het Midden-Oosten? Klik dan hier
Libanon is een land met een rijke christelijke traditie, maar de situatie van christelijke gezinnen staat onder zware druk. De diepe economische crisis, politieke spanningen en blijvende onzekerheid maken het leven voor velen uitzichtloos. Prijzen rijzen de pan uit, en werkloosheid is wijdverspreid. Vooral voor gezinnen met kinderen zijn het zware tijden.
Toch blijft de Kerk aanwezig. In het zuiden van het land, in het bisdom Sidon, zetten priesters, religieuzen en vrijwilligers zich onvermoeibaar in voor kinderen en jongeren. Ze organiseren al meer dan dertig jaar een zomerkamp voor kinderen – veilige en hoopvolle momenten midden in de chaos. Voor veel kinderen is het kamp het enige uitje dat ze het hele jaar meemaken.
“Het zomerkamp voor kinderen is hét hoogtepunt van het jaar,” vertelt bisschop Maroun Ammar. “Een zomer met God helpt hen daardoor wortel te schieten in hun land en hun geloof.”
De kampen zijn kleinschalig, gedragen door lokale parochies en vrijwilligers. Maar toch zijn ze kostbaar: vervoer, maaltijden, begeleiding, materiaal en soms ook overnachting moeten allemaal bekostigd worden. Door de hoge inflatie en toenemende armoede kunnen ouders dat vaak niet meer zelf betalen.
Met steun van Kerk in Nood hoopt het bisdom dit jaar minstens vijf zomerkampen voor kinderen mogelijk te maken, verspreid over het zuiden van Libanon. De vraag is groot, de middelen schaars.
Een kamp kost per kind relatief weinig: voor slechts € 34 kunnen twee kinderen deelnemen. Toch is dat bedrag voor veel Libanese gezinnen onbereikbaar. Daarom ondersteunt Kerk in Nood deze kampen, zodat ook de armste kinderen een plek krijgen.
Uw steun maakt het mogelijk dat kinderen hoopvol de toekomst tegemoet kunnen gaan – geworteld in geloof, gedragen door de liefde van Christus, en omringd door mensen die naar hen omzien. Zoals kinderen in Nederland naar een zomerkamp kunnen (klik bijvoorbeeld hier) zo gunt u dat toch ook aan kinderen in Libanon?
Met uw gebed én een concrete bijdrage zorgt u ervoor dat kinderen in Libanon deze zomer mogen lachen, spelen en groeien in geloof. Een geschenk dat verder reikt dan één week: het raakt harten en draagt vrucht voor de toekomst.
Meer weten over het nieuws uit het Midden-Oosten? Klik dan hier
De economische crisis in Libanon heeft geleid tot een schrijnend tekort aan medicijnen, vooral voor kwetsbare kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. In het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet ziet zuster Marie Makhlouf dagelijks hoe kinderen lijden door het gebrek aan essentiële medicatie. Uw steun kan het verschil maken: met een gift van €19,45 voorziet u een kind van levensreddende medicijnen.
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft. U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster. Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden. Dat komt door de medicijncrisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Onder hen Georgette, die voor haar kleinkinderen zorgt. Kerk in Nood sprak eerder met haar over haar situatie en de steun die ze nodig heeft in deze roerige tijden. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd voor hun bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen - dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Voor veel ouders in Libanon is de toekomst van hun kinderen een grote zorg. Is er nog wel genoeg geld om het schoolgeld te betalen? U kunt hen helpen!
Want helaas is de economische situatie in Libanon zo slecht dat leraren door de overheid niet of te weinig betaald krijgen. Zij doen hun werk met veel liefde en brengen grote offers, maar hebben thuis ook kinderen die moeten eten.
Scholen hangt sluiting boven het hoofd omdat ze de leraren niet kunnen betalen of omdat ouders het schoolgeld niet kunnen opbrengen. U kunt ervoor zorgen dat kinderen op katholieke scholen onderwijs blijven krijgen! Geeft de kinderen vrede, vreugde en waardigheid.
Met uw bijdrage van € 41 kan een kind een maand naar school. En met uw bijdrage van € 145 kan een leraar ook thuis de eindjes aan elkaar knopen.
Helpt u mee, zodat christelijke gezinnen in dit land van de Bijbel blijven wonen?
U kunt hier doneren of hier:
Honderdduizenden jonge katholieken uit de hele wereld (ook uit Nederland) bereiden zich voor op de Wereldjongerendagen in Lissabon. Jongeren uit Syrië en Libanon kunnen er niet bij zijn. De situatie in deze landen is te kritiek.
Maar de bisschoppen zitten niet bij de pakken neer.
De bisschoppen willen in beide landen eigen Wereldjongerendagen oragniseren voor in totaal 2100 jongeren.
Helaas hebben de jongeren en de Kerk niet het geld om de organisatie te betalen.
Alleen met uw hulp kunnen deze evenementen doorgaan. Deze jonge mensen zijn de hoop van het christendom in het Midden-Oosten!
De jonge katholieken in Syrië en Libanon verdienen uw hulp. Klik op de donatiebutton en help mee.
Libanon telt 327 katholieke scholen. Door de verschrikkelijke economische crisis die Libanon doormaakt, kunnen veel ouders het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. Ook semi-openbare scholen hebben het zwaar. Hoewel ze recht hebben op overheidssubsidies, heeft de Libanese staat de afgelopen vier jaar de kosten niet gedekt.
Veel scholen zijn bijna failliet, kunnen de leraren niet betalen en worstelen om de middelen te vinden om overeind te blijven. Het grote risico is dat katholieke scholen gedwongen worden te sluiten. Het zou op langere termijn een ramp zou zijn voor de coëxistentie tussen religies. Katholieke scholen spelen een vitale rol in de betrekkingen tussen christenen en moslims in Libanon. Ze zijn een voorbeeld van coëxistentie voor het hele Midden-Oosten.
Een ander groot probleem voor veel scholen is de elektriciteitsvoorziening. Die functioneert al decennialang notoir slecht. Scholen zijn bij uitval afhankelijk van particuliere generatoren. Vóór de financiële crisis was dat al een enorme kostenpost. Het is een nachtmerrie voor de toekomst van de scholen.
Vindt u ook dat Libanese kinderen naar school moeten kunnen gaan? Wilt u hun een zorgeloze toekomst geven? Maakt u hun dromen waar, zodat de kunnen helpen het land op te bouwen? Voor € 41,00 kan een Libanese scholier een maand naar school. Of geef de helft (€ 20,50) dan is er vast wel een andere weldoener die de andere helft geeft. Met € 145,00 helpt u een docent met een extra toelage de dure decembermaand te overbruggen. Laat uw hart spreken en geef hoop aan de scholieren van Libanon.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD
Please enable JavaScript in your browser to view the content