Burgeroorlog, economische crisis, politieke instabiliteit en de pandemie hebben de bevolking van het Midden-Oosten geteisterd. Velen zien geen toekomstperspectief meer en honderdduizenden zijn naar het buitenland gevlucht of leiden een miserabel leven als binnenlandse ontheemden. De regio blijft een prioriteit voor Kerk in Nood. Het primaire doel van onze hulp is om de Christenen er hoop te geven en hen te steunen om in hun thuisland te blijven, de bakermat van het christendom.
Veel Christenen in het Midden-Oosten lijden nog steeds onder de gevolgen van oorlog en IS-terreur. Ook de economische en politieke situatie boezemt de mensen angst in, zodat velen een betere toekomst in het buitenland blijven overwegen. Regelmatig ontvangen we berichten over aanslagen, intimidatie door milities en verhalen over de misère die het gevolg is van een mengeling van sancties, verwoesting en corruptie.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was… of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Een lichtpuntje voor de christenen in het Midden-Oosten was de reis van de paus naar Irak in maart 2021. Het bezoek bemoedigde de gelovigen en bood hen nieuw zelfvertrouwen – niet alleen in Irak zelf, maar in het hele Midden-Oosten. Christenen nieuwe hoop geven is ook ons doel in de regio. Zo konden we in 2021 voor meer dan 10,8 miljoen euro projecthulp verlenen in de prioritaire landen Syrië en Libanon. Dit omvatte noodhulp voor voedsel en medicijnen, steun voor senioren en studenten, materiële hulp voor zusters, Misintenties voor priesters en fondsen voor de wederopbouw van pastorale structuren, alsmede noodhulp voor kerkelijke scholen en ziekenhuizen.
De dagelijkse raketbeschietingen in Zuid-Libanon storten de inwoners in nog grotere armoede dan ze al hadden door de verschrikkelijke financiële crisis in 2019. De Kerk staat aan de kant van de mensen, biedt praktische hulp voor hun noden en is een ontroerend getuigenis van moed. Kerk in Nood (ACN) roept samen met de lokale Kerk op tot gebed, zodat de vrede in de regio kan worden hersteld.
Als gevolg van de oorlog in Gaza vinden er dagelijks raketbeschietingen plaats in het zuiden van Libanon. Vooral gebieden dicht bij de Israëlische grens worden getroffen.
“De ogen van de wereld zijn gericht op de oorlog in Gaza, maar iets waar de media zelden over berichten, is het feit dat dit heeft geleid tot een gewapend conflict in Zuid-Libanon,” aldus Marielle Boutros, projectcoördinator van de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) in Libanon. “Net als voor de mensen in Gaza is dit niet de eerste oorlog die de mensen in Zuid-Libanon meemaken. Ze kunnen het lawaai van de raketten niet meer aan en zijn getraumatiseerd. Ze hebben echt onze gebeden nodig.”
De maronitische aartsbisschop van Tyrus, Mgr. Charbel Abdallah, wiens aartsbisdom één van de oudste ter wereld is, vertelde Kerk in Nood: “Ondanks het feit dat we ons in een staat van oorlog bevinden, zijn de meeste mensen die naar Beiroet of verder naar het noorden waren gevlucht, nu naar huis teruggekeerd. Soms omdat ze geld tekort kwamen, soms vanwege de te kleine huizen van hun familieleden die hen hadden opgevangen en die niet de capaciteit hadden om zoveel mensen te huisvesten.”
In de tien parochies in de buurt van de Israëlische grens, die bijna het hele maronitische aartsbisdom Tyrus uitmaken, is nu 70% van de gelovigen teruggekeerd. “De parochies van Alma el Chaeb en Quzah zijn echter nog bijna leeg, omdat ze volledig in het gebied van de luchtaanvallen liggen; een groot deel van de huizen daar is volledig verwoest.”
Levensonderhoud jarenlang vernietigd
Volgens de aartsbisschop kunnen de mensen in deze tien parochies hun oogst niet meer binnenhalen omdat hun akkers nu een conflictgebied zijn. Daarnaast hebben veel branden – veroorzaakt door fosforbommen – de gecultiveerde akkers en fruitbomen vernietigd, wat nog jarenlang gevolgen zal hebben.
Aartsbisschop Abdallah betreurt het dat al deze mensen, die beroofd zijn van hun enige bron van inkomsten, geen hulp krijgen van de staat: “In het licht van deze vele noden is de staat volledig afwezig. De mensen worden steeds armer en kunnen niet langer een waardig leven leiden. Door de extreme inflatie is de verzekeringsdekking van het sociale zekerheidsfonds voor ziekenhuisopname, doktersbezoek of medicijnen nauwelijks aanwezig.”
Wel is Marielle Boutros diep onder de indruk van de moed en trouw van de vele projectpartners van Kerk in Nood in Zuid-Libanon. “Niemand van hen – of het nu bisschoppen, priesters, religieuze broeders of nonnen zijn – heeft de regio verlaten ondanks het voortdurende gevaar. Ze voelen zich verantwoordelijk om bij de mensen in nood te blijven en hen steun en troost te bieden.”
Zelfs de priesters van de twee parochies Alma el Chaeb en Quzah, die zich te midden van de luchtaanvallen bevinden, zijn nog steeds ter plaatse om de weinige overgebleven gelovigen te versterken.
Aartsbisschop bezoekt parochies ondanks gevaar
Elke zondag en soms ook doordeweeks bezoekt aartsbisschop Abdallah zelf de parochies die door de oorlog getroffen zijn, hoewel er tijdens zijn bezoeken al twee keer bommen in de buurt geland zijn. Na de Mis ontmoet hij de gelovigen “om over de situatie te praten.” Hij heeft gemerkt dat deze bezoeken de mensen enorm bemoedigen. “Ze voelen dat ze niet in de steek gelaten zijn door de Kerk.”
De aartsbisschop en zijn pastorale medewerkers proberen in deze moeilijke tijden eerst met daden te getuigen van hun geloof voordat ze dat met woorden doen: “We proberen het spirituele leven van de parochies gaande te houden door alle gebruikelijke feesten te vieren, of het nu de feesten van het liturgische jaar, de feesten van patroonheiligen of de eerste communievieringen zijn. Na de vieringen luisteren we naar de mensen om te zien welke behoeften ze hebben en om hen met onze bescheiden middelen te helpen.”
Om de mensen te kunnen helpen, is de lokale Kerk, die een van de armste van het land is, afhankelijk van steun van buitenaf. “Gelukkig zijn er katholieke organisaties zoals Kerk in Nood en andere NGO’s,” meldt de maronitische aartsbisschop, die erg dankbaar is voor de jarenlange hulp van de weldoeners.
“Kerk in Nood verstrekt elke maand voedselpakketten aan duizenden behoeftige gezinnen en geeft zo vitale steun. Daarnaast krijgen honderden zieken maandelijks hulp om medicijnen te kopen. De organisatie heeft ook een gezondheidscentrum ingericht in een van onze grote parochies om de lokale gezinnen te ondersteunen. Hartelijk dank aan alle weldoeners voor hun vrijgevigheid! Bid alstublieft voor ons, bid dat deze oorlog in het Midden-Oosten zo snel mogelijk eindigt!”
Op de tiende verjaardag van de inname van Mosul door Daesh (ISIS) – het begin van de invasie van de Nineveh-vlakte – heeft een Iraakse aartsbisschop laten weten dat meer hulp nodig is om de christelijke gemeenschap in Irak weer te laten bloeien.
In gesprek met de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) vertelde aartsbisschop Bashar Warda van Erbil dat ongeveer 9.000 christelijke families nu zijn teruggekeerd naar hun huizen op de vlakte van Nineveh, nadat ze tien jaar geleden waren gevlucht toen Daesh de regio innam.
De extremistische islamitische groep veroverde Mosul en de dorpen ten noorden en oosten van de stad tussen 4 en 10 juni 2014. Het leidde tot een massale uittocht van vooral christenen en Jezidi’s. Vanuit Mosul maakten jihadisten twee maanden later een verdere opmars richting de christelijke steden en dorpen van de vlakte van Nineveh. Op 6 augustus 2014 werd de hele christelijke bevolking daar gedwongen om naar Iraaks Koerdistan te vluchten.
Ruim 13.000 gezinnen op de stoep
Aartsbisschop Warda vertelde Kerk in Nood (ACN) dat van de ene op de andere dag in totaal 13.200 christelijke families naar zijn aartsbisdom in de autonome regio Koerdistan in Irak kwamen. Velen vonden onderdak rond het huis van de bisschop, bij andere christelijke gezinnen en in tenten. Hij is de internationale gemeenschap – waaronder Kerk in Nood – dankbaar voor het bieden van noodhulp en ook voor het helpen bij de wederopbouw van de verwoeste dorpen. Daardoor zijn duizenden christelijke families inmiddels teruggekeerd naar hun geboortegrond.
“Alle trieste en angstaanjagende herinneringen zijn er nog steeds, maar de christelijke families konden tenminste beginnen met bouwen en ervaren dat de toekomst in hun handen is”. Inmiddels zijn ook de kerken weer gevuld, zijn er velen die catechese krijgen en bereiden veel kinderen zich voor op hun Eerste Heilige Communie. Hij benadrukt de speciale rol van de Katholieke Universiteit van Erbil. De enige katholieke universiteit van Irak, opgericht in 2015 en gesteund door Kerk in Nood, zorgt voor christelijke eenheid in de regio.
Vlam christelijk geloof brandend houden
Inmiddels zijn ongeveer 9.000 gezinnen teruggekeerd naar hun huizen. Volgens Warda heeft zijn gemeenschap alle hulp nodig om de vlam van het christelijk geloof brandend te houden in het historische christelijke hart van Irak. “Veel christenen hebben het land verlaten of zijn van plan het land te verlaten vanwege de aanhoudende economische ontberingen. Jonge mensen vragen om werk, niet alleen om donaties.” Hoewel de vervolging niet langer hun grootste zorg is, is de druk op de christelijke minderheid een realiteit. “Ik vraag mijn mensen om geduldig te zijn en vol te houden.”
Daarnaast riep hij de internationale gemeenschap op om de lijdende christenen van Irak niet te vergeten temidden van zoveel crises over de hele wereld. “Ik zou graag zien dat wereldleiders de Iraakse politici eraan herinneren te geven om de minderheden – christenen, yezidi’s en de rest”, aldus de aartsbisschop. Tot slot sprak hij nogmaals zijn dankbaarheid uit voor de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN): “De respons van Kerk in Nood en andere christelijke hulporganisaties maakte het voor ons mogelijk om mensen in nood te helpen. We bidden voor u en voor alle weldoeners. We bidden dat wat u ook geeft, wij het vermenigvuldigen op een manier die zal helpen om de noden van de mensen te lenigen.”
Ondanks de verwoestende humanitaire crisis heeft pater Gabriel Romanelli, de pastoor van de parochie van de Heilige Familie in Gaza, de moedige beslissing genomen om terug te keren naar Gaza en zijn gemeenschap bij te staan. Hoewel gevaren en uitdagingen in het verschiet liggen, is de Argentijnse pater vastbesloten om spirituele, morele en materiële hulp te bieden aan mensen in nood, ongeacht hun religieuze achtergrond.
“Heel erg bedankt voor uw steun in deze tijd. Ik ben in staat om terug te keren naar mijn parochie, de Heilige Familie in Gaza. Het is moeilijk om mijn gevoelens uit te leggen, want ik ben bijna 19 jaar missionaris in Gaza. Nu ik eindelijk terug kan komen, zijn veel van mijn mensen er niet meer,” vertelt pater Gabriel Romanelli aan de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN). De priester van het Instituut van het Mensgeworden Woord voelt echter dat hij een doel heeft: onvermoeibaar werken en alles doen wat hij kan om het lijden te verlichten en hoop te brengen aan degenen die door de oorlog zijn getroffen.
Rouwen om verlies
Het recente conflict in Gaza heeft een spoor van vernieling en ontelbare verwoeste levens achtergelaten. De christelijke gemeenschap, orthodox en katholiek, is veel kleiner geworden. Sommige christenen konden over de Egyptische grens vluchten. “Maar ik rouw om het verlies in de christelijke gemeenschap van 36 personen, van wie er 20 omkwamen door bombardementen van het Israëlische leger of door scherpschuttersvuur. De anderen bezweken voornamelijk door gebrek aan medicijnen. We verloren een kind uit het weeshuis van Moeder Teresa. Dus ja, het is pijnlijk, maar tegelijkertijd weten we dat ze bij God zijn. Ze zijn aanwezig in de Hemel om voor ons allemaal en voor degenen die in oorlog zijn voorbede te doen voor vrede, gerechtigheid en vergeving van zonden.”
De Argentijnse priester was in Bethlehem toen het verschrikkelijke conflict begon. Na meer dan zeven maanden in Jeruzalem, waarin hij niet naar zijn parochie kon terugkeren, vergezelde hij Zijne Zaligheid Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, de Latijns Patriarch van Jeruzalem, op diens bezoek aan Gaza van 15 tot 19 mei.
Plicht om in Gaza te blijven
Op de vraag waarom hij in Gaza wil blijven, terwijl de meeste mensen het oorlogsgebied willen verlaten, legt pater Gabriel aan ACN uit dat zijn missie geworteld is in zijn geloof en de leiding van zijn oversten. Hij is er vast van overtuigd dat zijn plaats in Gaza is, waar hij spirituele, morele en existentiële steun kan bieden aan christenen, moslims en mensen van alle achtergronden. “Ik wil hier blijven omdat dit mijn missie is,” zegt de missionaris. “Misschien word ik in de toekomst ergens anders geroepen om te dienen, maar ik ben ervan overtuigd dat het op dit moment mijn plicht als pastoor en parochiepriester is om hier te zijn en op alle mogelijke manieren hulp te bieden.”
Te midden van de chaos blijven pater Gabriel en zijn gemeenschap vurig bidden voor een einde aan de gesel van de oorlog die de mensen teistert. Ze zijn ervan overtuigd dat oorlog niet de wil van God is, maar het resultaat van menselijk handelen. Hun gebeden gaan uit naar alle slachtoffers en ze pleiten onvermoeibaar voor gerechtigheid, vrede en verzoening. “Ik ben geen redder. Onze Redder is onze Heer Jezus Christus, maar ik heb het gevoel dat ik hier tenminste iets kan doen zodat niemand achterblijft en dat ik een beetje gerechtigheid en vrede kan zaaien. We moeten ons uitspreken voor gerechtigheid, vrede en de bevrijding van mensen die van vrijheid verstoken zijn. We hebben humanitaire hulp nodig om de duizenden gewonden te genezen en om de ontheemden terug te laten keren naar hun huizen in de Gazastrook. Op dezelfde manier moeten de duizenden ontheemden uit het noorden van Israël naar hun huizen kunnen terugkeren.”
Enorme uitdagingen
Pater Gabriel erkent de enorme uitdagingen waar de mensen in Gaza voor staan en bedankt organisaties zoals Kerk in Nood en het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem voor het mogelijk maken van de levering van de broodnodige hulp. Pater Gabriel bedankt Kerk in Nood: “De situatie in de steden is verschrikkelijk. Er is geen enkel bouwwerk dat niet beschadigd is. Hier in de parochie hebben we ongeveer 500 vluchtelingen. Daarvan zijn er ongeveer 50, voornamelijk kinderen, onder de hoede van de Zusters van Moeder Teresa. Daarnaast bieden we hulp aan duizenden mensen in de buurt met water, voedsel en medicijnen. We danken de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) voor alles wat ze doen. Ook moedigen we hen aan om door te gaan met het bieden van geestelijke en materiële hulp om zo het lijdende Hart van Jezus te troosten in alle mensen die lijden. Moge de Maagd Maria ons zegenen, en nogmaals bedankt voor alles.”
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft.
U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster.
Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden door een tekort aan medicijnen. Dat heeft alles te maken met de crisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd om het bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen – dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Zes maanden na de verschrikkelijke aanvallen van Hamas en het begin van het Israëlische offensief in Gaza, pleit abt Nikodemus ervoor om het conflict vanuit een christelijk-humaan perspectief te bekijken, over religieuze en politieke grenzen heen.
Terwijl het Palestijns-Israëlische conflict blijft woeden, benadrukt Nikodemus Schnabel, benedictijner abt van de Dormition Abdij op de berg Sion in Jeruzalem en de Tabgha Priorij aan het Meer van Galilea in een interview met Nood (ACN) het belang om het conflict vanuit een christelijk perspectief te bekijken.
Vlaggetjes zwaaien voor een team
“Mensen sterven terwijl de wereld toekijkt alsof het een simpel spelletje is, waarbij men met vlaggetjes zwaait voor het ene of het andere team. Maar dit is een verschrikkelijke situatie”, zegt de abt. “Dit is geen voetbalwedstrijd, en het gaat er niet om punten te scoren, om te zien wie de meest indrukwekkende verhalen of de beste foto’s heeft”, zegt hij.
De trieste realiteit is dat veel van deze mensen partij kiezen zonder de complexiteit van het conflict volledig te begrijpen, stelt abt Nikodemus. “Op dit moment leven we in een zeer gepolariseerde omgeving, er is veel druk om een kamp te kiezen en beschuldigingen te uiten. Maar als je dat doet, word je onderdeel van dit spel. De werkelijkheid is erg ingewikkeld, met veel ‘voetnoten’, ‘verbindingstekens’ en ‘haakjes’.” De abt verklaart echter duidelijk: “Ik ben noch pro-Israël, noch pro-Palestina. Ik ben pro-mens. Dat is mijn theologische standpunt.”
Gevaar van ‘ontmenselijken’
Tijdens het interview gaat hij dieper in op het geloof – dat gedeeld wordt door christenen, joden en moslims – dat ieder mens geschapen is naar het beeld van God en respect en waardigheid verdient, ongeacht nationaliteit of religie. Hij benadrukt de gevaarlijke retoriek die door beide partijen wordt gebruikt, en de tragische gevolgen die daaruit voortvloeien. “Ze praten niet over mensen. Ze zeggen dat dit geen mensen zijn, maar monsters, beesten in mensengedaante”, vertelt hij aan Kerk in Nood.
“Er is een gevaarlijke tendens om de ‘ander’ te ontmenselijken. Ze hebben het over het ‘neutraliseren’ van mensen. Ze zeggen niet ‘doden’. Ze hebben het over slachtoffers door naar deze slachtoffers te verwijzen alsof het slechts statistieken zijn. Ze verbergen het feit dat dit menselijke wezens zijn, die sterven door toedoen van andere menselijke wezens.”
De benedictijnse abt benadrukt de uitdagingen waar de christelijke gemeenschap in de regio voor staat, die verscheurd is door tientallen jaren van verdeeldheid, geweld en politieke conflicten tussen Israëli’s en Palestijnen. “Veel mensen denken dat Israël en het Jodendom hetzelfde zijn, en dat zij gelijk zijn aan de Westerse wereld, en dat de Palestijnen gelijk zijn aan de Islam en de Oosterse wereld.”
Christenen buiten zwart-wit beeld
“Maar hoewel ze maar een klein percentage vormen, naar schatting zo’n 2% van de bevolking, passen christenen niet in deze nette indeling en lijden ze onder de verdeeldheid, die door de oorlog nog groter is geworden. De waarheid is dat we van beide kanten slachtoffer zijn”, legt abt Nikodemus uit. “Ik heb het gevoel dat sommige mensen denken dat het zonder de christenen eenvoudiger zou zijn, omdat we dan echt een prachtig zwart-wit beeld van het conflict zouden hebben. Maar de christenen zijn aanwezig, aan beide kanten, wat het verhaal van een duidelijke scheiding tussen tegengestelde krachten bemoeilijkt”, zegt hij.
Christelijke boodschap van vergeving
Ondanks het feit dat de christelijke gemeenschap in het Heilige Land zowel van binnen als van buiten grotendeels wordt genegeerd en gemarginaliseerd, speelt zij volgens de abt een zeer belangrijke rol doordat zij de enige geloofsgroep is die de boodschap van vergeving en mededogen centraal stelt in haar verkondiging.
“Wij voelen de pijn en lijden mee met de mensen aan beide kanten. We vergieten tranen voor beide kanten.” Dit brengt de benedictijner abt ertoe om op te roepen tot een nieuw perspectief, door erop aan te dringen dat elk leven, ook dat van een zondaar of misdadiger, geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. Dit basisgeloof moet dienen als herinnering aan de inherente waardigheid en waarde van elk mens, en mag degenen die deze oorlog voeren niet toestaan om mensen alleen vanuit een geostrategisch of militair oogpunt te zien.
“Mijn referentiepunt is de Heilige Schrift, de Bijbel. Daar heb ik van mijn Heer Jezus Christus geleerd dat ik moet bidden voor degenen die mij haten. Bid ook voor degenen die misdaden begaan. Het is tegenwoordig een schandaal om dat te zeggen, maar ik bid wel voor de terroristen, en voor alle anderen die bij het conflict betrokken zijn”, besluit abt Nikodemus.
Terwijl christenen over de hele wereld de Goede Week ingaan, vraagt Kerk in Nood (ACN) aandacht voor de uitdagingen waarmee christenen in het Heilige Land worden geconfronteerd. Abt Nikodemus Schnabel van de Dormitio Abdij in Jeruzalem beschrijft hoe christenen in de regio het lijdensverhaal van Christus ervaren. Hij spoort gelovigen over de hele wereld aan om stil te staan bij de situatie van christenen in het Heilig Land.
Tijdens de Goede Week worden christenen wereldwijd herinnerd aan het lijden en het offer van Jezus Christus. Het Heilig Land, dat soms als het vijfde Evangelie wordt beschouwd, heeft een immense betekenis voor christenen. “Als we het Passieverhaal lezen in de Goede Week, gaan onze gedachten naar het Heilige Land, naar Jeruzalem,” zegt abt Nikodemus.
Hij herinnert eraan dat er katholieken, voornamelijk migranten en asielzoekers waren onder degenen die gedood werden door de Hamas-aanval op 7 oktober. “En aan de andere kant, wat gebeurt er nu in Gaza? Voor ons, als christenen, is het een catastrofe. We hebben 27 leden verloren. We hebben het over mensen, over een catastrofe voor beide partijen. Want het verschrikkelijkste wat mensen kunnen doen, is andere mensen doden. Dit is de grootste zonde die je kunt begaan”, benadrukt hij.
Wanneer je het kruis niet kunt zien
“Goede Vrijdag heeft een heel sterke betekenis omdat je het lijden ziet, wij zien het kruis. Ooit hadden we een 24-uurs gebedswake in onze kerk. We baden alle psalmen en we noemden de viering ‘de kerk onder het kruis’. Dit is onze plaats als christenen, wij zijn de Kerk onder het kruis.”
Voor christenen op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem heeft de benarde situatie meer gemeen met Stille Zaterdag. “Je kunt er het kruis niet zien, omdat de huizen niet gebombardeerd zijn. Er is geen zichtbaar lijden. Er zijn geen beelden die je emotionele kant aanspreken. Maar zij bevinden zich echt in zeer moeilijke omstandigheden en zijn de meest kwetsbare groep. Hun ervaring weerspiegelt de essentie van Stille Zaterdag – een tijd van wanhoop en onzichtbaar lijden,” zegt hij.
Gevaar van “christelijk Disneyland”
De economische gevolgen van de oorlog die sinds oktober aan de gang is, zijn vooral hard aangekomen bij de christenen in de regio, die voor hun levensonderhoud sterk afhankelijk zijn van bedevaarten. “Veel christenen werken als buschauffeur, restauranthouder, hotelpersoneel of reisleider,” legt abt Nikodemus uit. “Het gebrek aan pelgrims heeft voor hen tot een economische ramp geleid.”
Abt Nikodemus waarschuwt voor het gevaar dat het Heilige Land wordt gereduceerd tot een toeristische bestemming. “Het gaat niet om een Disneyland. En dit is echt de angst: dat het Heilige Land een soort christelijk Disneyland voor pelgrims zou kunnen worden. Natuurlijk hebben we de kerken, we hebben de heilige plaatsen. Je kunt prachtige pelgrimstochten maken zonder gestoord te worden door de realiteit van de mensen. Je hebt de stenen die herinneren aan het geloof van de incarnatie, dat Jezus echt mens is geworden. Maar we hebben ook de levende stenen, de christenen die daar wonen. En zij verkeren nu echt in zeer moeilijke omstandigheden, ze voelen zich alleen”, legt hij uit.
De abdij van Dormitio, gelegen in Jeruzalem, heeft ook de gevolgen gevoeld van het dalende aantal pelgrims. Ondanks de afwezigheid van toeristen heeft de abdij er een prioriteit van gemaakt om haar christelijke personeel uit Bethlehem te ondersteunen. “We voelen ons verantwoordelijk voor hen, ook al stelt het ons voor een grote financiële uitdaging,” zegt abt Nikodemus.
Beproefd in geloof
Vooruitkijkend naar Pasen benadrukt Abt Nikodemus het belang ervan als geloofstest. “Pasen stelt ons voor belangrijke vragen. Vertrouwen we echt op God? Geloven we echt wat we vieren? Verwachten we na de catastrofe echt Pasen? Geloven we echt in verlossing?”, vraagt hij zich af.
“Als rationele wereldburger kan ik alleen maar oorlog, lijden, haat en geweld zien. Maar als gelovig mens vertrouw ik erop dat mijn God kan verlossen, deze wereld kan redden, kan genezen en nieuw leven kan creëren. Vergeving. Barmhartigheid. Dat is wat we vieren in de Goede Week en met Pasen. Ik hoop voor alle christenen dat er een nieuw begin zal zijn en nieuwe hoop, nieuw leven.”
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft.
U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster.
Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden door een tekort aan medicijnen. Dat heeft alles te maken met de crisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd om het bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen – dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Voor veel ouders in Libanon is de toekomst van hun kinderen een grote zorg. Is er nog wel genoeg geld om het schoolgeld te betalen? U kunt hen helpen!
Want helaas is de economische situatie in Libanon zo slecht dat leraren door de overheid niet of te weinig betaald krijgen. Zij doen hun werk met veel liefde en brengen grote offers, maar hebben thuis ook kinderen die moeten eten.
Scholen hangt sluiting boven het hoofd omdat ze de leraren niet kunnen betalen of omdat ouders het schoolgeld niet kunnen opbrengen. U kunt ervoor zorgen dat kinderen op katholieke scholen onderwijs blijven krijgen! Geeft de kinderen vrede, vreugde en waardigheid.
Met uw bijdrage van € 41 kan een kind een maand naar school. En met uw bijdrage van € 145 kan een leraar ook thuis de eindjes aan elkaar knopen.
Helpt u mee, zodat christelijke gezinnen in dit land van de Bijbel blijven wonen?
U kunt hier doneren of hier:
Honderdduizenden jonge katholieken uit de hele wereld (ook uit Nederland) bereiden zich voor op de Wereldjongerendagen in Lissabon. Jongeren uit Syrië en Libanon kunnen er niet bij zijn. De situatie in deze landen is te kritiek.
Maar de bisschoppen zitten niet bij de pakken neer.
De bisschoppen willen in beide landen eigen Wereldjongerendagen oragniseren voor in totaal 2100 jongeren.
Helaas hebben de jongeren en de Kerk niet het geld om de organisatie te betalen.
Alleen met uw hulp kunnen deze evenementen doorgaan. Deze jonge mensen zijn de hoop van het christendom in het Midden-Oosten!
De jonge katholieken in Syrië en Libanon verdienen uw hulp. Klik op de donatiebutton en help mee.
Libanon telt 327 katholieke scholen. Door de verschrikkelijke economische crisis die Libanon doormaakt, kunnen veel ouders het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. Ook semi-openbare scholen hebben het zwaar. Hoewel ze recht hebben op overheidssubsidies, heeft de Libanese staat de afgelopen vier jaar de kosten niet gedekt.
Veel scholen zijn bijna failliet, kunnen de leraren niet betalen en worstelen om de middelen te vinden om overeind te blijven. Het grote risico is dat katholieke scholen gedwongen worden te sluiten. Het zou op langere termijn een ramp zou zijn voor de coëxistentie tussen religies. Katholieke scholen spelen een vitale rol in de betrekkingen tussen christenen en moslims in Libanon. Ze zijn een voorbeeld van coëxistentie voor het hele Midden-Oosten.
Een ander groot probleem voor veel scholen is de elektriciteitsvoorziening. Die functioneert al decennialang notoir slecht. Scholen zijn bij uitval afhankelijk van particuliere generatoren. Vóór de financiële crisis was dat al een enorme kostenpost. Het is een nachtmerrie voor de toekomst van de scholen.
Vindt u ook dat Libanese kinderen naar school moeten kunnen gaan? Wilt u hun een zorgeloze toekomst geven? Maakt u hun dromen waar, zodat de kunnen helpen het land op te bouwen? Voor € 41,00 kan een Libanese scholier een maand naar school. Of geef de helft (€ 20,50) dan is er vast wel een andere weldoener die de andere helft geeft. Met € 145,00 helpt u een docent met een extra toelage de dure decembermaand te overbruggen. Laat uw hart spreken en geef hoop aan de scholieren van Libanon.
Er zijn altijd arme mensen geweest in Libanon, maar nu is plots drie kwart van de bevolking arm. De Libanezen hebben echt honger. Maar de mensen hongeren ook en ten diepste naar geestelijk voedsel: naar hoop, vertrouwen en geloof.
Zuster Marie Makhlouf en haar 180 medezusters helpen onbeperkt de armen en hulpbehoevenden op twintig plekken in Libanon
De huizen van de zusters zijn oases van liefde en bijzondere aandacht. Maar sinds de crisis is er elke dag nood. “We hebben snel voedsel nodig; we hebben grote behoefte aan medicijnen. We hebben dringend uw zegenrijke hulp nodig,” laat zuster Marie weten.
Vooral aan medicijnen is een groot gebrek. De zusters zijn een inzamelingsactie begonnen. In totaal zijn er komend half jaar 4.109 dozen medicijnen nodig. Schenkt u met uw gift van € 19,45 hun één doos medicijnen?
Zuster Marie: “Deze parels van God worden buitengesloten door de maatschappij. Dankzij uw naastenliefde kunnen we ervoor zorgen dat zij in deze crisis niet het kind van de rekening worden. U bent onze reddende engel. Dank u wel. Schenk ons uw gebed en stuur ons uw hoop. We hebben het hier zo hard nodig.”
“Kolay gelsin”, letterlijk “moge het gemakkelijk komen”, is een veelgehoorde groet in de straten van Turkije. Het wordt gezegd tegen mensen die zwaar of moeilijk werk verrichten om de wens uit te drukken dat zij hun lasten met meer gemak mogen dragen en van hun gewicht verlost mogen worden. Pater Simon Härting, een in Duitsland geboren Salesiaan, beschouwt het als een diep christelijke groet die ook treffend zijn werk in Istanbul beschrijft, waar hij sinds drie jaar werkt.
Tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood (ACN) sprak hij over Bomonti, van oudsher een christelijke wijk van de stad die vandaag de dag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote aantallen gezinnen van immigranten uit verschillende culturen. De Salesianen van Don Bosco zijn er betrokken bij een verscheidenheid van activiteiten in het Apostolisch Vicariaat van Istanbul. Ze geven echter vooral pastorale zorg en onderwijs aan emigranten en vluchtelingen in de Christelijk wijk Bormonti.
De meeste van deze mensen beschouwen Turkije slechts als een tussenstop, omdat zij willen emigreren naar landen als Australië of Canada. “Er wordt veel gesproken over de vluchtelingen uit Irak of Syrië, maar er komen ook veel anderen, bijvoorbeeld uit Pakistan, Nigeria, Burkina Faso, Mali of Ivoorkust, om maar een paar landen te noemen. Zij blijven hier jarenlang. Sommigen van hen moeten zes of zeven jaar wachten op een visum”, legt pater Simon uit. Als gevolg daarvan hebben de Salesianen zich toegelegd op het onderwijs van de kinderen van deze gezinnen. Zij leiden een school voor meer dan 400 kinderen en een klein jeugdcentrum voor 40 pubers op de Evrim Campus in Bomonti.
Een ander zwaartepunt van hun werk is het verlenen van pastorale zorg in de Turkse taal. Bomonti lag ooit aan de rand van de stad, maar is nu het hart van Istanbul. De plaatselijke kerk van de wijk, “Notre Dame de Lourdes”, is de enige kerk in Istanbul die uitsluitend gewijd is aan de Turks sprekende katholieke gemeenschap. In andere parochies overheersen Grieks en Frans in plaats van Turks, omdat Istanbul een multiculturele en meertalige stad is. De bevolking is er de laatste 50 jaar vertienvoudigd en de stad heeft een van de grootste jongerenpopulaties van alle Europese steden.
In de parochie van “Notre Dame de Lourdes” bereiden Turks sprekende kinderen, jongeren en volwassenen zich voor op hun eerste heilige communie, op het vormsel of op het sacrament van het huwelijk. “In het vicariaat Istanbul hebben we ongeveer 100 catechumenen die afkomstig zijn uit veel verschillende landen, waaronder Turken en Iraniërs. Christen worden is hier niet verboden. De mate van sociale acceptatie varieert van geval tot geval. Sommigen worden door hun familie verstoten, anderen hebben geen problemen, en het komt ook voor dat hele families besluiten Christen te worden”, aldus pater Simon. De parochie heeft dringend behoefte aan adequate faciliteiten om pastorale zorg te kunnen verlenen. Daarom willen de Salesianen met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood een nieuw parochie- en sociaal centrum bouwen op het terrein van de Evrim Campus. Het nieuwe centrum moet iedereen ten goede komen, zowel buurtbewoners als immigranten, en een interculturele uitwisseling tussen jongeren die in het stadsdeel wonen vergemakkelijken.
Velen die bij de Salesianen om hulp komen vragen, hebben moeilijke, traumatische ervaringen gehad en zoeken troost. Of zij leven binnen zeer fragiele sociale structuren. Hun situatie wordt echter vaak dramatisch wanneer de migranten besluiten Turkije te verlaten en niet langer het geduld hebben om op een visum te wachten. “Het geeft me een akelig gevoel als ze na de Zondagsmis naar me toe komen en me vragen hun reis te zegenen. Ik weet waar ze heen gaan en dat het niet altijd goed afloopt”, zegt pater Simon.
De lasten die veel van de vluchtelingen dragen zijn zo zwaar dat ze nauwelijks te dragen zijn. “Het nieuwe centrum is bedoeld om ‘Kolay gelsin’ te zijn, een bron van verlichting, een zegen voor hen,” legt pater Simon uit. Daarom voelen de Salesianen zich geïnspireerd door de groet: “Kolay gelsin” – Moge het gemakkelijk komen. Moge God verlichting schenken. “Het is onze roeping om elkaars lasten te verlichten en voor ons allen verlossing in de wereld te brengen. Het geschenk van lichtheid en verlossing, dat is wat wij willen geven met de oprichting van het nieuwe centrum op de Evrim Campus.”
Helpt u mee zodat de Kerk op meer plaatsen in Turkije pastorale steun kan verlenen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Turkije. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
© Foto: Don Bosco Instanboel
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD