fbpx
Featured Image

10 jaar oorlog: de balans van uw hulp in Syrië

In het laatste verslag van Kerk in Nood ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het begin van het conflict, meldde Kerk in Nood dat zij tussen 2011 en 2021 in totaal 41,8 miljoen euro aan Syrië heeft toegekend. Het grootste deel van dit budget, meer dan 33 miljoen euro, was bestemd voor humanitaire hulpprojecten op het gebied van levensonderhoud, medische hulp, voedsel, kleding, gezondheidspakketten, huisvesting en onderwijs. In coördinatie met plaatselijke kerken van verschillende tradities bereikten een totaal van 418 initiatieven de inwoners van de steden die het zwaarst door de oorlog getroffen zijn, zoals Aleppo, Homs, Damascus, Marmarita en Tartus. Dit zijn de plaatsen waar de meerderheid van de christenen in Syrië geconcentreerd is.

Featured Image

Libanon: “Hoop is ons dagelijks brood”

Door Tobias Lehner

Libanon wordt vaak als model gebruikt voor het Midden-Oosten, niet in de laatste plaats vanwege de relatieve stabiliteit van de interreligieuze betrekkingen binnen het land. Toch is het evenwicht verschoven en instabieler geworden nu steeds meer Christenen hun vaderland verlaten. Het hele land werd al langer geplaagd door economisch wanbeheer en corruptie, en door een politieke en bancaire crisis. In augustus 2020 werd Beiroet opgeschrikt door een van de meest gewelddadige explosies in vredestijd in de geschiedenis van de mensheid. De Libanese hoofdstad wordt daardoor geconfronteerd met een existentiële crisis.

Het leven in Beiroet is niet meer hetzelfde sinds de explosie vier maanden geleden. Hoe is de stemming in de stad vandaag de dag?

We zijn nog steeds geschokt door wat er in augustus is gebeurd. Herinneringen aan die afschuwelijke dag komen vaak terug, vooral als we de verwoeste huizen, kerken, scholen en ziekenhuizen zien, of als we een plotselinge herrie of donder horen. We kunnen niet anders dan herinnerd worden aan dat incident!

De stemming is nog steeds verontrust en angstig, maar ondanks alles bereiden we ons zoveel mogelijk voor op het komende feest en op de vernieuwing van ons geestelijk leven.

De christelijke wijken werden begin augustus bijzonder hard getroffen door de explosie, omdat ze dicht bij de haven liggen. Ook de kathedraal waar u pastoor bent, werd zwaar beschadigd. Kerk in Nood ondersteunt de wederopbouw. Hoe ver zijn de herstelwerkzaamheden nu, aan het begin van de winter, gevorderd?

Het herstel van de Maronitische kathedraal is een maand geleden begonnen, toen we met enkele tijdelijke maatregelen probeerden om verdere schade door de regen, die door het beschadigde dak en de verbrijzelde ramen en deuren kwam, te voorkomen. We verwachten het dak binnen enkele weken te kunnen repareren, terwijl voor de andere openingen, het repareren van de beschadigde ramen en deuren, dit werk nog steeds aan de gang is.

In hoeverre heeft de corona-pandemie de restauratie en de humanitaire hulpverlening beïnvloed?

De pandemie heeft het proces van de restauratie van de kathedraal vertraagd, vooral tijdens de twee weken van de lockdown periode. We moesten toen speciale vergunningen aanvragen om verder te kunnen gaan met de werkzaamheden en tegelijkertijd alle veiligheidsmaatregelen in acht nemen, zoals sociale afstand nemen, enzovoorts. Aan de andere kant hebben we geprobeerd de humanitaire hulp in stand te houden, omdat we met de economische crisis die het Libanese volk doormaakt, er nu meer moeten zijn voor onze broeders en zusters in nood. Het was riskant, maar door alle veiligheidsmaatregelen te nemen, hebben we onze missie toch op koers gehouden om hen allemaal beter van dienst te kunnen zijn.

Met name veel jongeren hebben direct na de ramp aangekondigd dat ze nu Libanon willen verlaten, omdat ze voor zichzelf geen toekomst meer zien in het land. Is dat in de praktijk ook gebeurd en wat betekent dat voor de christelijke gemeenschap in Libanon?

Uit de statistieken blijkt dat er meer dan 380.000 verzoeken om immigratie zijn ingediend bij de ambassades van de Europese Unie en landen in Noord-Amerika. De meeste daarvan zijn afkomstig van Christenen, die zich nu helaas vreemden in eigen land voelen. Dit heeft een negatieve invloed op de hele christelijke gemeenschap, omdat zij het grootste deel van haar best opgeleide jonge mensen verliest. Vandaar dat het aantal christenen in het land met de dag afneemt, wat de situatie ernstig aantast en nog meer druk legt op degenen die nog steeds in een situatie verkeren waarin ze misschien binnenkort worden vervolgd. Dit is geen samenzweringstheorie; het is de realiteit waarvan we getuige zijn geweest bij onze naaste buren, waaronder Syrië, Irak, Palestina, Jordanië…

Bent u, als u naar het nieuwe jaar kijkt, bezorgder, of wordt deze zorg gecompenseerd door hoop?

Hoop is altijd ons dagelijks brood, vooral in deze donkere tijden. Ondanks alles kijken we met hoop naar de toekomst, want we weten dat onze Heer Jezus Christus de Meester van de geschiedenis is, en dat in Zijn handen heel onze geschiedenis en ons leven ligt. Met Hem en door Hem zijn we er zeker van dat “alle dingen ten goede werken voor hen die God liefhebben” (Rom. 8,28).

Featured Image

Georgette: “Dagelijkse strijd om drie kleinkinderen te voeden”

Er was een tijd dat Beiroet bekend stond als het ‘Parijs van het Midden-Oosten.’ De herinnering aan die ‘glamoureuze’ tijd is vandaag de dag, door de diepe crisis die Libanon momenteel doormaakt, des te pijnlijker. De financiële crisis, met de banken op de rand van faillissement, een verwoestend hoge werkloosheid en een gebrek aan hoop voor de toekomst brengen dit ooit welvarende land in het Midden-Oosten aan de rand van de afgrond. Niemand had kunnen denken dat Libanon, dat met zijn befaamde veerkracht wist te herstellen van de tragedie van de burgeroorlogen, opnieuw in een crisis van armoede, ellende en wanhoop zou worden gestort. Voor velen is het gevecht voor overleven een bittere strijd, vooral voor mensen met kleine kinderen in hun zorg – mensen zoals Georgette, die voor haar kleinkinderen zorgt. De alleenstaande vrouw is een levend beeld van de tragische situatie waarin Libanon verkeert.

“Het klonk als een atoombom…”
De crisis – die al ernstig was – werd nog verergerd door de vreselijke explosie in de haven van Beiroet begin augustus. In een kwestie van seconden was de hele wijk verwoest, een groot deel ervan gereduceerd tot puin. Hele voorsteden werden getroffen, huizen werden verwoest en overal werden vernielingen aangericht. In een oogwenk werd de stad omgevormd tot een soort oorlogsgebied, waardoor alle oude herinneringen aan een tijd waarvan men dacht dat die achter de rug was, weer tot leven werden gewekt: de lucht die was gevuld met het gebrul van de explosie, de kracht van de ontploffing, die alles voor zich uit veegde. Het tumult, de kreten van de gewonden, mensen die heen en weer renden, anderen die om hulp schreeuwden. De crisis die het land al teisterde werd plots een nachtmerrie van onvoorstelbare proporties. Priester Abdo vertelde Kerk in Nood over zijn ervaring: “De explosie was als een atoombom, met overal rode rook. Het enige dat ik kon zien, waren mensen, verward, gedesoriënteerd en huilend, in een scène van vernietiging en dood.” De explosie kostte het leven aan meer dan 180 mensen, meer dan 6.500 raakten gewond en bijna 300.000 huizen werden vernield of zwaar beschadigd.

“Ik woon in een arme wijk…”
Het leven was al moeilijk genoeg voor Georgette, maar de crisis die de stad trof als gevolg van de explosie heeft haar leven nog kwetsbaarder gemaakt. Ze vertelt hoeveel erger het is geworden in Beiroet: “Ik woon in een arme wijk van de stad en onze situatie is erg slecht, vooral sinds de explosie. Ik woon hier met mijn drie kleinkinderen. We zijn helemaal alleen in dat huis. Ik ben verantwoordelijk voor hen en ik heb niemand om me te helpen, behalve God en de weldoeners van Kerk in Nood”, vertelt ze aan María Lozano van Kerk in Nood International, dat met een team naar Beiroet is gekomen om de omvang van de schade van de explosie in augustus te evalueren. Georgette is een van de ontvangers van de voedselpakketten die vanuit een lokale kliniek worden uitgedeeld, dankzij de vrijgevigheid van de weldoeners van Kerk in Nood. De pakketten bevatten elementaire dagelijkse benodigdheden die Georgette dankbaar heeft opgestapeld in haar bijna lege keukenkastjes. “Ik ben blij met deze hulp, omdat ik nu een maand lang mijn kleinkinderen kan voeden”, legt ze uit.

Onwankelbaar geloof
Georgette is blij met de voedselhulp die ze in een kinderwagen kon ophalen samen met Chárbel, een van haar kleinkinderen van slechts 15 maanden oud. Nog belangrijker is dat ze weet dat ze niet alleen is. Achter haar stoïcijnse stilte schuilt een diep verdriet: de dood van haar man, zeven jaar geleden bij een verkeersongeluk. Zijn foto boven de deur van de zitkamer is alles wat ze nog heeft om hem te herdenken. Ze hadden twee kinderen, een jongen en een meisje. Haar zoon kan echter niet voor zijn kinderen zorgen, omdat hij tijdelijk in een andere stad werkt. Daarom wonen haar schoondochter en de drie kleinkinderen nu bij Georgette in. Haar eigen dochter heeft psychische problemen en woont in een instelling.

Er zijn veel mensen zoals Georgette die in Beiroet wonen, terwijl de stad worstelt om te herstellen van de verwoestende explosie. Mensen met lege handen en met weinig vooruitzichten, die reeds verslagen waren door de economische crisis die het land als een brute en ongeneeslijke ziekte heeft getroffen. Maar Georgette hoopt op betere tijden, een hoop die gevoed wordt door haar geloof. “Ik weet dat ik niet alleen ben, en dit is belangrijker voor mij dan alleen de voedselhulp… gewoon weten dat er mensen aan ons denken. Ik dank God elke dag. Hij is altijd met mij en met mijn familie geweest en heeft ons vriendelijke mensen gestuurd om ons door deze moeilijke tijden heen te helpen.”

Het leven is moeilijk voor Georgette, net als voor de grote meerderheid van de Libanezen. Maar hoe moeilijk de beproevingen ook zijn, haar geloof zal altijd een zeker toevluchtsoord zijn. “De situatie van de Christenen in Libanon is onzeker, maar Jezus is altijd bij ons en niemand kan ons hier weggooien”, besluit ze.

Kerk in Nood helpt christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten om in hun oude Bijbelse landen Libanon, Irak en Syrië te blijven.

 

Featured Image

“Zusters zijn levende getuige van Christus op aarde”

Er is veel leven in Karm Al Zeitoun, een van de buitenwijken van Beiroet in de wijk Ashrafieh, een naam die ‘Olijfberg’ betekent. De straten zijn smal en de beweging van auto’s en voetgangers leidt tot kleine knelpunten op elke hoek – en vooral rond de kleine kliniek van de Dochters van Liefdadigheid. Vanuit het pand helpt Kerk in Nood 350 door de explosie getroffen families te ondersteunen.

De wijk werd oorspronkelijk bevolkt door Armeniërs die de genocide van 1915 ontvluchtten. Later werden ze gevolgd door Syriërs en Palestijnen, eveneens op de vlucht voor oorlog en vervolging. En in de afgelopen jaren hebben immigranten uit veel verschillende landen, voornamelijk Ethiopiërs en Bengalen, onderdak gevonden. Kortom: een nederige wijk, waar de armste mensen wonen en nog steeds een plek met christelijke wortels. De oude huizen hangen over de smalle, kronkelende straatjes. Ondertussen hebben de moderne torenflats die rondom Karm Al Zeitoun zijn gebouwd de prijzen in het gebied enorm opgedreven, wat veel jongeren dwingt om naar meer betaalbare gebieden te verhuizen. De enige mensen die over zijn in Karm Al Zeitoun zijn oude mensen en immigranten.

Veel mensen verdringen zich rond de kleine toegangsdeur naar het Beschermingscentrum voor moeder en kind. Het is oorspronkelijk opgericht in 1959 en is nu een van de zes centra van waaruit de noodhulppakketten van Kerk in Nood worden verdeeld voor de gezinnen die het zwaarst zijn getroffen door de explosie op 4 augustus. In totaal helpt de organisatie meer dan 5.800 gezinnen. De Dochters van Naastenliefde hebben zich ertoe gecommitteerd deze hulp aan ‘hun’ 350 gezinnen te verstrekken. Vandaag zijn het er 70. De twee dozen met noodhulp bieden voldoende voedsel voor vijf mensen voor een maand. Met 32 kilo per doos zijn ze zwaar. Reden dat veel van de gezinnen met kleine karretjes zijn gekomen of met een kennis of familielid die kan helpen met hun auto. Het is een van de redenen dat er vandaag nog meer verkeer is dan normaal, waardoor het moeilijk is om door de smalle steegjes van Karm Al Zeitoun te komen.

Een van de mensen die naar de kliniek is gekomen, is Mona. De Libanese vrouw van 52 jaar woont bij haar moeder Juliette, die 91 is en die minstens vijf oorlogen heeft meegemaakt – of is het zes oorlogen? Ze kan zich niet meer precies herinneren. “Sinds de explosie op 4 augustus is ze getraumatiseerd. Ze begint te huilen bij elk geluid”, legt Mona uit aan Kerk in Nood.

In een land waar geen pensioen of sociale zekerheid of andere pensioenen bestaan, zijn het de kinderen geweest die hun ouders of de meest kwetsbare leden van het gezin steunen. Door de opeenstapeling van de economische crisis, het coronavirus en ten slotte de vreselijke explosie, is dit gewoonweg onmogelijk geworden. Mona zit al vijf jaar zonder werk. Voor de crisis hielp een van haar broers haar met 300 Libanese ponden per maand (ongeveer 180 euro). Door de inflatie bedraagt dit slechts ongeveer 35 euro. “Mijn broer heeft genoeg problemen om zelf voor zijn gezin te zorgen”, aldus Mona, die zelf al veel tegenslag heeft moeten verwerken. “In 1990 trof een raket mijn huis, waarbij mijn zusje werd gedood. Ik raakte in een depressie, maar mijn geloof hielp me. Zonder geloof zouden we niet verder kunnen. Het is het enige dat ons helpt de huidige situatie te doorstaan. Het is het enige dat ons nog rest”, vertelt Mona. Ze voegt eraan toe: “Zuster Rita komt wanneer we haar nodig hebben, ook al is het misschien erg laat, want ze heeft het altijd erg druk. Maar ze slaagt er altijd in een plekje voor ons te vinden. Voor mij is zij een levende getuige van Christus op aarde”.

Zuster Rita, waar Mona en Juliette bijna om iedere zin naar verwijzen, behoort tot de congregatie van de H. Vincentius De Paul. Ze werkt voor de kliniek. Ondanks de hectiek van deze dag vindt ze nog steeds tijd om met Kerk in Nood te praten. “Het aantal gezinnen dat in de kliniek van de Dochters van de Naastenliefde wordt geholpen is meer dan verviervoudigd. Vroeger waren er 120 families, nu zijn het 500 families per maand. De situatie hier is tragisch, want ze hebben niets.” Naast de vrijwilligers die zich voorbereiden op de voedseldistributie van vandaag, werken er ook bouwlieden in de kliniek, want ook het gebouw zelf is door de explosie beschadigd. Alle ramen en delen van het dak zijn eraf geblazen. “Maar we moeten verder werken, want we hebben nu iemand gevonden die de reparaties kan uitvoeren, en ook al kunnen we hem nu niet betalen.”

Tussen de dozen, opgestapeld bij de ingang met het Kerk in Nood-logo erop, zit een kruisbeeld dat aan de muur is gespijkerd met een Franse uitleg: “U bent het teken van Gods barmhartigheid.” Het is de perfecte samenvatting van het werk van deze religieuzen, zoals zuster Rita omschrijft: “Ons charisma is het verlichten van het lijden van Christus, die nog steeds lijdt op deze aarde. We willen gewoon God dienen en getuigenis afleggen, vooral in deze zo moeilijke tijd die we doormaken.”

Samen met vertegenwoordigers van Kerk in Nood gaat zuster Rita op bezoek bij Nabil, een van degenen die profiteren van het noodhulpprogramma dat de organisatie sinds de explosie steunt. Nabil is 56 jaar, geboren als enig kind en met een lichamelijke handicap. Zijn moeder, die normaal gesproken voor hem zorgt, is opgenomen in het ziekenhuis. Het is haar buurman, Maral, die in haar afwezigheid voor hem zorgt. De zusters betalen ook voor een assistent die elke dag voor hem zorgt. Zuster Rita begroet Nabil en praat en bidt met hem. Ze legt uit dat tijdens de explosie alle ruiten op hem zijn gevallen. “Het is een wonder dat hij niet zwaargewond is geraakt.”

Het zien van de situatie van Nabil doet zuster Joséphine, een medezuster die in het centrum werkt, denken aan het grote aantal mensen dat spreekt over weggaan en emigreren: “Dit is het moment om hier te blijven. Dit is het moment om onze mensen te steunen en te begeleiden, want hier heeft ieder van hen zijn eigen problemen.” Zuster Rita herinnert zich, met een blik van vastberadenheid ondanks haar vermoeidheid: “Johannes Paulus II vertelde ons dat Libanon een boodschap is. Wij Christenen hebben hier een belangrijke rol te spelen in dit land. Op de dag dat we deze boodschap vergeten, zal Libanon geen Libanon meer zijn.”

Featured Image

“Een sprankje hoop in Beiroet”

Daar komen de mensen samen om een voedselpakket op te halen, met dank aan Kerk in Nood. “Nog voor de ernstige economische crisis in Libanon leefde mijn familie op de rand van armoede”, zegt Bassima, wiens man als taxichauffeur de kost verdient. “Er is nauwelijks geld om mijn kinderen te kunnen voeden”, vertelt de 41-jarige moeder van drie. Meer dan de helft van de Libanese bevolking leeft momenteel onder de armoedegrens en de koopkracht van de nationale munt is in minder dan een jaar tijd met 80% gedaald.

Bassima is met een van haar kinderen in de kliniek, de driejarige Charbel, vernoemd naar de Libanese heilige. “Als ik naar de supermarkt zou gaan en de goedkoopste producten zou aankopen, zou ik onvoldoende geld overhouden voor de rest van de maand”, legt Bassima uit. “Ik kan tegenwoordig bijna niets meer kopen.”

Elk familie voedselpakket – verdeeld over twee dozen – bevat basisproducten zoals linzen en bonen, ingeblikte producten en bakolie. Ze balanceert haar dozen in een kinderwagen om ze naar huis te brengen, met kleine Charbel aan haar zijde. “Ik ben zo dankbaar voor dit centrum. De maatschappelijk werker en de zusters zijn altijd hier om naar me te luisteren en me te helpen.”

In de kliniek in Nabaa hebben 786 gezinnen een voedselpakket gekregen. In totaal worden meer dan 5.800 noodlijdende gezinnen geholpen via het door Kerk in Nood – in samenwerking met CNEWA en Caritas – gefinancierde initiatief. Via verschillende distributiecentra worden gebieden in Beiroet bediend die door de rampzalige dubbele explosie van 4 augustus zijn getroffen.

“Er leven zoveel arme mensen in de wijk Nabaa die veel hulp nodig hebben”, aldus een bezorgde zuster Marie Justine el Osta, van de Zuster Maronieten van de heilige Familie, die directeur van de kliniek is. “Sinds de explosie nemen de noden toe. De mensen worstelen met het leven van dag tot dag. Elke dag wordt alles duurder”, legt ze uit over de treurige situatie die de middenklasse van het land in armoede stort.

“Ik dank God dat hij Kerk in Nood en de andere organisaties heeft gestuurd om ons te helpen. Het is een teken dat de Kerk dichtbij onze mensen staat in hun lijden. Ik ben blij met de samenwerking en hoop dat er in de toekomst meer projecten komen”, zegt zuster Marie Justine.

De 33-jarige Abeer is enhousiast dat Kerk in Nood en haar partner CNEWA beide pauselijke organisaties zijn: “Ik wil dat paus Francis weet dat ik zoveel van hem hou!  Het is een van mijn dromen om daarheen te gaan [naar het Vaticaan] om hem te ontmoeten.” Na bijna een jaar werkeloos te zijn geweest, mede door de lockdown als gevolg van het coronavirus, vindt de man van Abeer eindelijk werk in de Verenigde Arabische Emiraten. De grote afstand is moeilijk voor de familie van Abeer, want zij zorgt voor hun vierjarige zoon in Libanon.

“Godzijdank heeft hij nu werk,” zegt Abeer.  Voorheen werkte Abeer als schoonmaakster op een school. Het was Abeer’s manier om haar familie te helpen.  Met een graad in hospitality management, was ze niet in staat om een positie te vinden in haar vakgebied. “Soms moet je door moeilijke tijden heen om te waarderen wat je hebt,” zegt Abeer. “Jezus is heel genadig, hoe Hij ons helpt.  Onze enige hulp is van dit centrum.  Ik voel me hier erg prettig. Mijn zoon krijgt zijn controles en vaccinaties, alles. De zusters hier zijn als een sprankje hoop, want het is een zeer, zeer moeilijke tijd die we nu in Libanon doormaken.” Ondanks haar worstelingen gelooft Abeer dat God ons nooit zal verlaten. “Ik heb veel geloof.  Daarom kan ik opstaan.  En ik zal mijn geloof aan mijn zoon doorgeven,” zegt ze met overtuiging. Zuster Marie Justine is het met haar eens. “Libanon is verwoest.  We gaan door de moeilijkste tijd in onze geschiedenis. We vragen – omwille van de mensheid – om solidariteit met Libanon, om de hele wereld de handen ineen te slaan en te helpen.”

Kerk in Nood helpt de Libanese bevolking in deze moeilijke situatie. Wilt u helpen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van ‘Libanon.’

Featured Image

Patriarch Rai uit Libanon: “Ik richt me tot u voor hulp” 

In een verklaring gericht aan Kerk in Nood, omschrijft de kardinaal het drama dat zich maandag in de haven de hoofdstad van Libanon heeft voltrokken en roept hij op tot solidariteit.

“Beiroet is een verwoeste stad. Er is een ramp gebeurd door de mysterieuze explosie in de haven. Beiroet, de bruid van het Oosten en de vuurtoren van het Westen is gewond. Het is een oorlogsscène zonder oorlog. Vernietiging en verlatenheid in al haar straten, wijken en huizen.

Tientallen burgers hebben het leven verloren, duizenden zijn gewond geraakt. Ziekenhuizen, kerken, huizen, instellingen, hotels, winkels, hotels en diverse openbare en particuliere instellingen zijn verwoest. Honderden gezinnen zijn dakloos. Dit alles gebeurt terwijl Libanon zich juist in een staat van economisch en financieel bankroet bevindt, waardoor zij niet in staat is deze menselijke en stedelijke ramp het hoofd te bieden. Het Libanese volk is arm en noodlijdend.

De Kerk, die een hulpnetwerk heeft opgezet op het hele Libanese grondgebied, wordt vandaag de dag geconfronteerd met een nieuwe grote taak. Zij kan deze niet alleen aan om volledig solidair te zijn met de getroffen families, slachtoffers en gewonden en ontheemden en klaar te staan om hen te verwelkomen in haar instellingen.

In naam van de Kerk in Libanon bedank ik de staten die zich bereid hebben verklaard Beiroet, een verwoeste stad, te helpen. Ik richt me tot andere broederlijke en bevriende landen, tot de grote staten, evenals tot de Verenigde Naties, met de vraag om zich te mobiliseren en onmiddellijk hulp te bieden om, zonder enige politieke overweging, de stad Beiroet te redden. Want wat er is gebeurd, gaat verder dan politiek en conflicten. Ik doe ook een beroep op liefdadigheidsorganisaties in verschillende landen om Libanese gezinnen, in het bijzonder in Beiroet, te helpen, zodat hun wonden kunnen genezen en ze hun huizen kunnen herstellen.

De afgelopen jaren heeft Libanon te maken gehad met een reeks politieke, veiligheids-, economische en financiële rampen die interventies vereisen om het land te redden. Libanon, dat het alfabet aan de wereld heeft aangeboden, verdient de steun van broeders en vrienden om zijn hoofdstad te herstellen, door middel van de onmiddellijke oprichting van een ‘door de VN gecontroleerd fonds’ om de hulp te beheren.

Ik richt me tot u omdat ik weet dat u van Libanon houdt en dat u op deze oproep zult ingaan. Ik richt me tot u omdat ik weet hoezeer u wilt dat Libanon zijn historische rol in dienst van de mensheid, de democratie en de vrede in het Midden-Oosten en in de wereld terugkrijgt.”

Maandag 5 augustus 2020

Béchara Boutros kardinaal Rai
Patriarch van Antiochië en de Oriënt

Kerk in Nood steunt al vele jaren projecten in Libanon en heeft toegezegd te helpen waar mogelijk. Wilt u dit werk steunen? Maak dan uw gift over onder vermelding van ‘Ramp Libanon’ of doneer veilig en snel via deze website. 

Featured Image

Kathedraal in Aleppo rijst op uit de as

“De restauratie en heropening van de kathedraal heeft zowel een symbolische als een praktische betekenis”, verklaart de Maronitische aartsbisschop Joseph Tobij van Aleppo in een interview met Kerk in Nood (ACN). “In symbolische zin is het een boodschap aan de parochianen en Christenen van Aleppo en van de wereld dat we ondanks ons afnemende aantal nog steeds in dit land zijn. Het herstel van de kathedraal is daarvan het bewijs.”

Raketaanvallen
De kathedraal van Sint-Elia, in de buitenwijk Al Jdeydeh van Aleppo, heeft een lange geschiedenis. Het huidige gebouw is gebouwd in 1873 en gerenoveerd in 1914. Het verving de oorspronkelijke kleine vijftiende-eeuwse kerk die op dezelfde locatie is gebouwd. Tijdens de Syrische burgeroorlog, tussen 2012 en 2016, ondervond de kathedraal schade door drie intensieve raketaanvallen en talloze minder ernstige aanvallen. De ergste schade vond echter plaats in 2013 toen de jihadistische rebellen de wijk van de stad binnendrongen en alle tekenen van het christendom probeerden te vernietigen.

Na vier jaar in puin te hebben gelegen, kon de kathedraal met Kerstmis 2016, toen dit deel van de stad was bevrijd van de rebellen, eindelijk zijn deuren weer openen. “We besloten een boodschap van hoop te sturen dat de Zoon van God geïncarneerd was en dat Hij nog steeds bij ons is. En dat Hij ons vergezelt in onze zorgen en pijnen en ze met ons meedraagt, zodat ze veranderen in een leven van hoop, geloof, liefde en dus een leven van heiligheid”, legt aartsbisschop Tobji uit. “Het moment tijdens de Mis toen het kind Jezus in de kribbe werd geplaatst, gemaakt van de ruïnes van het ingestorte dak, was zeer ontroerend. Samen met de mensen die de dienst bijwoonden, huilde en lachte ik tegelijkertijd. Iedereen klapte en juichen van vreugde.”

Tweederde Christenen vertrokken
De Christenen in Syrië leden enorm onder de burgeroorlog. Van de 1,5 miljoen christenen die vóór de oorlog in het land woonden, blijft naar schatting nog maar een derde over. De cijfers voor Aleppo zelf zijn vergelijkbaar: volgens bronnen van Kerk in Nood waren er vóór de oorlog ongeveer 180.000 Christenen in de stad. Er wonen nu naar schatting niet meer dan 30.000. De kathedraal bedient de maronitische katholieke gemeenschap die, hoewel niet de talrijkste in de stad, toch belangrijke sociale en humanitaire hulp voor het hele volk bieden. “Ons verlangen om te blijven is een ‘missie’, niet alleen omdat we hier zijn geboren of omdat we verplicht zijn om, tegen onze wil, hier te blijven. Wij Maronieten hebben geen andere plaats dan deze kathedraal. De beslissing om deze te restaureren lag voor de hand, zoals een familie het huis dat ons samenbrengt wil renoveren”, legt de aartsbisschop uit.

Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van Kerk in Nood International, stuurde vanwege de coronaviruspandemie een videoboodschap naar de mensen in Aleppo. “Ik ben bedroefd dat ik u niet kan vergezellen op deze dag van vreugde. Kerk in Nood is in de meest zware tijden met u geweest en het zou geweldig zijn geweest als we vandaag samen hadden kunnen vieren. Helaas laten de omstandigheden dit niet toe. We zien echter de kathedraal van Sint Elia en het is een wonder. Het is prachtig om het te zien schitteren in zijn vroegere pracht. Ik hoop dat het opnieuw het centrum van de hele christelijke gemeenschap zal worden, zoals het was voor deze vreselijke oorlog.”

Tussen 2011 en 2019 ondersteunde ACN International 900 projecten binnen Syrië voor een totale waarde van 38 miljoen euro. De donateurs van de pauselijke stichting hebben het grootste deel van de financiering voor de restauratie van de kathedraal verstrekt. Momenteel financiert Kerk in Nood nog steeds meer dan 100 kleinere en grotere projecten in het land. 

Featured Image

Ricardo’s droom: een nieuwe kerk in Havana

Terwijl Ricardo Mínguez spreekt, vullen zijn ogen zich met tranen als hij zich de ontberingen en het leed herinnert dat hij in het verleden heeft gekend. “We wachten hier al meer dan 25 jaar op. Velen van ons die aan deze onderneming begonnen zijn, hebben het land verlaten of zijn niet langer bij ons”, vertelt de oudere Cubaanse heer. Zijn gezicht is getekend door de jaren, rimpels spreken van een leven vol lijden. Ricardo spreekt over de katholieke gemeenschap in de buitenwijk van Antonio Guiteras, een gemeenschap van een honderdtal personen die voor het eerst werd gevormd in 1993 in de achtertuin van een privéwoning in deze buitenwijk aan de rand van Havana. De snelst groeiende buitenwijken sinds de Cubaanse revolutie telt vandaag de dag zo’n 30.000 inwoners.

Eerste kerk in Havana sinds revolutie 
De Antonio Guiterasbuurt is een van de lokale wijken in het gemeentelijk gebied van Oost-Havana, op ongeveer 8 kilometer van het oude centrum van de hoofdstad. Het is hier dat Ricardo’s droom werkelijkheidsd wordt in de vorm van een kerk. Daar kan de katholieke gemeenschap samenkomen om elkaar te ontmoeten en te bidden. Het wordt de eerste katholieke kerk in Havana, en slechts de tweede in het hele land, die gebouwd is op land dat door de staat is toegekend sinds de revolutie van 1969. De kerk is gewijd aan paus Johannes Paulus II, wiens bezoek aan Cuba in 1998 een “voor en na” moment betekende in de situatie van de katholieke Kerk in deze Caribische natie en in de betrekkingen tussen het Vaticaan en de Cubaanse regering in Havana. “Moge Cuba openstaan voor de wereld en moge de wereld openstaan voor Cuba”, was de historische uitdrukking die de Poolse paus gebruikte.

Hindernissen
We hebben veel moeilijkheden gehad om te beginnen. Meer dan een kwart eeuw lang konden we nauwelijks openlijk spreken over het katholieke leven, maar we kwamen samen en groeiden. En we baden voortdurend voor de mogelijkheid om een stuk land te hebben waarop we een kerk konden bouwen. Er waren veel moeilijkheden, van allerlei aard, maar uiteindelijk heeft president Raul Castro zijn handtekening gezet en dit stuk land toegekend”, herinnert Ricardo Mínguez zich. De meest recente hindernis was de coronapandemie, die het werk opnieuw bijna tot stilstand bracht. Helaas betekent de lockdown in het land dat de gemeenschap niet in staat zal zijn om de honderdste verjaardag van de geboorte van de heilige Johannes Paulus II op 18 mei van dit jaar te vieren. Ook op Cuba zijn alle liturgische vieringen sinds eind maart geannuleerd. Maar als er één ding is waar het Cubaanse volk aan gewend is, dan is het wel dat het niet opgeeft bij tegenslag.

Geïmproviseerde kerk
Ricardo is ‘koster’ van de huidige tijdelijke kerk – bestaande uit een dak en muren van metalen platen ter bescherming tegen wind en weer – die door de gelovigen wordt gebruikt tot de nieuwe kerk is gebouwd. Terwijl hij een beeld ophangt van de Goddelijke Barmhartigheid, een devotie waaraan ook de gemeenschap en de nieuwe kerk gewijd zijn, merkt hij op: “Hier hebben we nu alle diensten die straks in de kerk zullen plaatsvinden; bruiloften, communies, dopen. En we komen hier elke zondag bij elkaar om samen te bidden. Ik kom hier van te voren om de dingen klaar te maken, ik maak het altaar klaar, de foto’s, de stoelen… We hebben hier geleden onder kou, hitte, ongemak. Het werk is vertraagd door verschillende cyclonen en een orkaan, om nog maar te zwijgen van de enorme moeite die het kost om aan bouwmaterialen te komen. Maar nu zien we onze droom al bijna in vervulling gaan. We zullen er heel gelukkig zijn.” Ricardo herinnert zich iedereen die heeft geholpen om de huidige provisorische kerk uit te rusten. “De kardinaal gaf ons 20 witte stoelen, een diaken gaf ons zes tweedehands banken, terwijl andere mensen voor de altaarkleedjes hebben gezorgd… Toen ik ben gaan rondneuzen gaven mensen me oude stoelen, die ik in elkaar schroef en repareerde zodat we tenminste genoeg stoelen hadden voor iedereen en iemand hoefde te staan. Op de grote feestdagen zijn er meer, maar tijdens onze gewone zondagmissen zijn we meestal met zo’n zeventig of tachtig mensen.”

Nieuwe kerk moeizaam
De nieuwe kerk is discreet, bijna een symbool van de Cubaanse kerk van de 21e eeuw. Eenvoudig van structuur en met amper 335 m² vloeroppervlak lijkt het op een kleine architectonische David die strijdt met de Goliath van twee torenhoge appartementengebouwen ernaast.. appartementen van waaruit men – sommigen hoopvol, anderen sceptisch – neerkijkt op de voortgang van de bouwwerkzaamheden. Wat Ricardo niet weet, is dat zowel de financiering als de bouw van de nieuwe kerk een even moeilijke reis zijn geweest als die van de geïmproviseerde jerj. In het gebouw is het materiaal opgenomen van het altaar dat door paus Benedictus XVI werd gebruikt tijdens zijn bezoek aan Havana in 2012. Ook hebben diverse katholieke organisaties, waaronder Kerk in Nood, het project sinds 2014 ondersteund. Het was de in 2019 overleden Cubaanse kardinaal Jaime Ortega die zelf op 18 maart 2015 de eerste steen legde. Tijdens de plechtigheid benadrukte hij de symbolische betekenis van de plaats “waar een Kerk van levende stenen, u zelf, volhardde in het geloof en vanaf het begin de Christus van Barmhartigheid heeft vereerd en grote devotie heeft gehad voor de heilige Paus aan wie deze parochie is opgedragen.”

Ricardo herinnert het zich nog goed. “Toen hij kwam, was er niets. Maar net zoals de paus gaat waar hij nodig is, zelfs naar eenvoudige plaatsen, zo kwam de kardinaal ook hier toen er niets anders was dan een eenvoudige achtertuin.” Ontroerd vertelt Ricardo, die in zijn leven veel heeft meegemaakt, hoe hij werd uitgenodigd om de Heilige Mis bij te wonen tijdens het historische bezoek van de heilige Johannes Paulus II. “Ja, ik heb veel dingen meegemaakt en ik leef er nog steeds mee! Want dit is een grote droom, die weldra werkelijkheid zal worden. Sommige mensen dachten dat we gek waren omdat het ons allemaal zoveel kostte. ‘Hoe zullen ze ooit een kerk kunnen bouwen?’, vroegen ze zich af. Maar het land moet vooruitgang boeken, nieuwe dingen doen, en zorg dragen voor wat we wel hebben. We hebben deze kerk nodig en we zullen het verkrijgen”, besluit Ricardo.

Helpt u mee om de laatste fase van de bouw te financieren, zodat Ricardo en zijn medeparochianen snel de Heilige Mis kunnen vieren in een gebouw waarin ze anderen kunnen uitnodigen? Doneer dan via deze website of maak uw gift over onder vermelding van ‘Kerk Cuba.’

Featured Image

Een nieuw missiegebied in Egypte

Abnee Baitak is een nieuwe wijk van de stad Madinat as-Sadis min Uktubar, letterlijk vertaald de Stad van 6 oktober, niet ver van de hoofdstad Caïro. De wijk werd in opdracht van de Egyptische regering gebouwd, vooral om jonge gezinnen woonruimte te bieden. De nieuwe voorstad mist echter nog steeds een katholieke kerk. De gezinnen moeten dit moment meer dan 20 km door het drukke verkeer om naar de dichtstbijzijnde katholieke kerk te gaan.

In 2015 verleende de Egyptische premier een vergunning voor de bouw van de katholieke kerk. Omdat het in Egypte verre van eenvoudig is om dergelijke vergunningen te verkrijgen, werd snel met de bouw begonnen. Dankzij uw gift konden we meteen helpen met 30.000 euro, waardoor de bouw van de nieuwe kerk en het bijbehorende gemeenschapscentrum voor pastorale en sociale activiteiten nu in een vergevorderd stadium is. Om het werk af te ronden, is een verdere bijdrage van 30.000 euro nodig.

Helpt u mee om deze plaats van evangelisatie en missie klaar te maken? Doneer dan online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van code 143-01-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.

Zusters in Irak gaan door waar martelaren ophielden

Baghdeda , ook bekend als Qaraqosh, ligt ongeveer 25 kilometer ten oosten van Mosul. Het is het centrum van het district Al-Hamdaniya en was de grootste christelijke stad op de Nineveh-vlakte vóór de invasie door Islamitische Staat (IS). In 2014 werd de stad bezet door IS en grotendeels verwoest. Duizenden Christenen ontvluchtten de stad en trokken naar door Koerden gecontroleerde deel van Irak, waar ze lange tijd als vluchtelingen een heenkomen vonden.

Bijna helft Christenen terug
Hoewel IS heeft geprobeerd het geloof in Irak te vernietigen, is het christelijke leven in Qaraqosh dankzij de door Kerk in Nood gesteunde wederopbouw niet verdwenen. Vandaag de dag is ongeveer 46% van de Christenen uit Baghdeda teruggekeerd. Per augustus 2019 zijn ongeveer 200 Syrisch-orthodoxe families, zo’n 900 personen, en 10.100 Syrisch-katholieke families, zo’n 24.800 mensen, teruggekeerd. Hoewel dit aantal hoger is dan aanvankelijk verwacht, zijn er zorgen over de toekomst. Vooral de vooruitzichten op een baan in Baghdeda zijn slecht, reden voor veel jongeren om in Koerdistan te blijven of naar het buitenland te vertrekken. De Kerk blijft echter een solide en hoopvolle aanwezigheid, die velen bemoedigt en het christelijk geloof in stand houdt.

Zusters brengen hoop
De Ephremiet-zusters, ook bekend als de Dochters van de Moeder van Barmhartigheid, zijn vernoemd naar de heilige Ephrem, die van bijzonder belang is in het oosterse christendom. Deze congregatie van actieve religieuzen werd in 1901 gesticht door de Syrisch-katholieke patriarch met als doel de behoeftigen te onderwijzen en te dienen. In 2010 stichtten ze hun eerste klooster in Irak. Vandaag aanvaarden ze novicen van alle riten, maar ze vallen onder de verantwoordelijkheid van de Syrisch-katholieke patriarch in Beiroet.

Klooster en kinderdagverblijf
Met uw bijdrage willen we het klooster van de Ephremiet-zusters helpen herstellen van de schade die het heeft geleden tijdens de bezetting door IS. Zo moet puin uit het gebouw verwijderd worden en moeten het elektriciteitssysteem, verlichting en sanitaire voorzieningen opnieuw geïnstalleerd worden. Ook het kinderdagverblijf van de zusters, dat grenst aan het klooster, moet weer bruikbaar gemaakt worden voor de opvang van 80 kinderen.

Helpt u mee zodat de zusters het pastorale werk onder de Christenen kunnen voortzetten waarvoor mensen als pr. Ragheed Ganni hun eigen leven hebben gegeven? Doneer dan online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van code 319-05-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.