Wereldwijd worden christenen in meer landen vervolgd en lastiggevallen dan mensen van welk ander geloof ook. Priesters worden vermoord, gelovigen worden ontvoerd, christelijke vrouwen worden verkracht en gedwongen hun geloof te verloochenen, kerken worden ontheiligd en gemeenschappen worden gedwongen te vluchten.
Leer over de situatie van christenen en over hoe u hulp en hoop kunt bieden. Ontvang nieuws en getuigenissen, blijf op de hoogte en doorbreek de stilte over christenvervolging!
Christenen worden wereldwijd in steeds meer landen vervolgd. Vooral waar zij een minderheid vormen, hebben zij te maken met discriminatie en geweld. In landen als Nigeria, Pakistan, Noord-Korea, China en in het Midden-Oosten is het voor christenen niet altijd mogelijk - of zelfs levensbedreigend - om hun geloof in het openbaar te belijden. Gewapende groepen, waaronder jihadisten, maar ook overheden maken het hen lastig om erediensten te houden of voor hun geloof uit te komen. In dit dossier brengen we u actuele berichten en verhalen over de discriminatie, onderdrukking en vervolging die zij ervaren.
In het rapport Vervolgd en vergeten? over christenen die worden onderdrukt vanwege hun geloof, presenteert Kerk in Nood de bevindingen van zijn voortdurende onderzoek naar patronen van haat en discriminatie.
Met de donaties van particulieren wereldwijd steunt Kerk in Nood (ACN) christenen die in pastorale nood zijn of vervolgd worden. Specifiek voor deze laatste groep zijn de projecten die zich richten op noodhulp, wederopbouw, traumazorg en preventie. Hieronder vindt u enkele voorbeelden. Geef ook en steun christenen die in tijden van vervolging uw steun het meest nodig hebben!
Toen kapster Sílvia Duarte hoorde over het lijden van christenen in Cabo Delgado, Mozambique, besloot ze niet stil te blijven. Op 13 mei werkte ze van vroeg tot laat en doneerde haar volledige dagopbrengst aan Kerk in Nood. Zo gaf ze concrete hulp én bewustwording aan hen die leven in angst.
Verhalen over het lijden van christenen en hoe de liefdadigheidsinstelling Kerk in Nood (ACN) hen helpt, leiden ertoe dat veel mensen donateur worden. De stichting heeft 350.000 donateurs in meer dan 23 landen over de hele wereld. Sommigen gebruiken hun verbeelding om nog een beetje meer te helpen.
Dit was het geval bij Sílvia Duarte, een kapster in de buurt van Lissabon. Zij gaf al het geld dat ze in haar kapsalon verdiende op 13 mei, de dag van Onze Lieve Vrouw van Fatima, aan hulp voor de Kerk in Cabo Delgado. In deze regio in Mozambique woedt sinds 2017 een islamistische opstand.
Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat werkte Sílvia hard en bediende ze vaste klanten en klanten die speciaal voor de gelegenheid kwamen. Ze haalde in totaal € 3.000 op, wat ze doneerde aan Kerk in Nood (ACN).
“Alles is mogelijk met Maria. Ik koos deze speciale dag, die Onze Lieve Vrouw koos om te verschijnen aan de herderskinderen in Fatima, als een manier om de Moeder van God te bedanken voor alles wat ze in mijn leven voor me heeft gedaan,” vertelde Sílvia aan ACN.
Dit was niet de eerste keer dat Sílvia Duarte een stapje extra deed om haar vervolgde en behoeftige broeders en zusters te helpen. Iets meer dan een jaar geleden liep ze meer dan 13 mijl in een race in Lissabon, allemaal om aandacht te vragen voor de benarde situatie van de mensen van Cabo Delgado, waarmee ze meer dan € 5.000 ophaalde..
Na haar recente keuze om een dag te werken voor de pontificale stichting, vertelde ze Kerk in Nood dat het opgehaalde bedrag haar verwachtingen had overtroffen. “Het was verbazingwekkend. Maar zelfs als we minder hadden opgehaald, zou het nog steeds de moeite waard zijn geweest. Alleen al om mensen bewust te maken van wat er gebeurt in Cabo Delgado. Daar worden gemeenschappen aangevallen en gedwongen te vluchten en leven zij voortdurend in angst. De wetenschap dat dit initiatief van mij gaat helpen om het lijden van zoveel gezinnen te verlichten, is de enige beloning waar ik op kon hopen.”
Haar toewijding aan de zaak leidde ertoe dat de bisschop van Pemba, wiens bisdom de provincie Cabo Delgado omvat, een ontmoeting met haar vroeg toen hij Portugal bezocht, om haar te bedanken en te feliciteren.
Op 27 juni, het Hoogfeest van het Heilig Hart, dragen priesters in 140 landen de H. Mis op speciaal voor de weldoeners van Kerk in Nood (ACN). Deze Dag van de Weldoeners is een teken en uiting van diepe dankbaarheid voor hun liefde en trouw.
Kerk in Nood (ACN) is diep geschokt door de dodelijke aanslag op de Grieks-orthodoxe Sint-Eliaskerk in de wijk Dweila, Damascus. Tijdens een Mis op zondagavond vond bij de ingang van de kerk een explosie plaats. Daarbij zijn volgens eerste berichten ten minste 20 doden en meer dan 50 gewonden gevallen onder de aanwezige kerkgangers en voorbijgangers.
Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van ACN International, reageerde: “Onze harten zijn gebroken. Deze zinloze daad van geweld heeft onschuldige gelovigen getroffen. Wij bidden voor de slachtoffers en hun families en steunen de oproep van Patriarch Johannes X om gebedshuizen te beschermen en een einde te maken aan het geweld.”
De Grieks-orthodoxe Kerk van Antiochië, al jarenlang een projectpartner van Kerk in Nood, veroordeelde de aanslag krachtig. In hun verklaring staat: “Op de dag dat wij onze heiligen herdenken, zijn onschuldige gelovigen als martelaren gestorven. Wij roepen de autoriteiten op tot bescherming van onze kerken en onze mensen.”
“Terwijl we doorgaan met het tellen van de martelaren en gewonden en het verzamelen van de stoffelijke resten van onze omgekomen dierbaren – waarvan we het exacte aantal nog niet kunnen vaststellen – veroordeelt het Grieks-orthodox patriarchaat van Antiochië en het hele Oosten deze gruwelijke daad ten zeerste en veroordeelt het deze afschuwelijke misdaad in de sterkste bewoordingen. Het patriarchaat roept de autoriteiten op om de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor wat er is gebeurd en nog steeds gebeurt op het gebied van schendingen van de heiligheid van kerken, en om de bescherming van alle burgers te waarborgen."
Deze tragische gebeurtenis onderstreept opnieuw de kwetsbare positie van christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Ondanks het geweld blijft Kerk in Nood actief in Syrië, waar het noodhulp en pastorale zorg biedt aan christenen van verschillende denominaties. Denk aan het herstellen van kerken, het ondersteunen van priesters en religieuzen, en het voorzien in eerste levensbehoeften.
“Wij bidden voor genezing, troost en vrede,” aldus Lynch. “Maar we vragen ook om concrete steun van de internationale gemeenschap.”
Uw gift zal de Kerk helpen om de gewonden te helpen, de families van de doden bij te staan, de getraumatiseerden te troosten en te behandelen en andere noden van de kerk en de gelovigen in deze wanhopige en trieste tijd. Met uw donatie helpt u:
Doneer nu voor christenen in Syrië en draag bij aan hoop, herstel en geloof.
Militanten hebben vrijdagnacht (13 juni) in de Nigeriaanse deelstaat Benue tot 200 christenen afgeslacht. Ze richtten zich op ontheemde gezinnen, staken hun gebouwen in brand terwijl ze binnen lagen te slapen en doodden iedereen die probeerde te vluchten.
De ontheemde gezinnen bevonden zich in gebouwen die waren omgebouwd tot tijdelijke onderkomens op het marktplein in Yelewata, vlakbij Makurdi. Daar stormden de militanten binnen en riepen “Allahu Akhbar” ('God is groot'), voordat ze naar willekeur mensen doodden.
In een verslag uit eerste hand aan de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) vertelden lokale geestelijken dat de politie eerder die avond een aanval had afgeslagen. Aanvallers probeerden namelijk eerst de St. Joseph kerk in Yelewata te bestormen, waar tot 700 ontheemden lagen te slapen. Toen dat mislukte, gingen de militanten naar het marktplein van de stad. Daar gebruikten ze brandstof om de deuren van de verblijven van de ontheemden in brand te steken. Vervolgens openden ze het vuur op het gebouw waar meer dan 500 mensen lagen te slapen.
De eerste berichten bevestigden dat zeker 100 mensen zijn omgekomen tijdens de drie uur durende slachtpartij. Latere gegevens, verzameld door het comité voor Gerechtigheid, Ontwikkeling en Vrede van het bisdom Makurdi (FJDP), schatten het totaal op 200. Het dodental maakt het tot de ergste gruweldaad in een regio waar het aantal aanvallen plotseling is toegenomen. Er zijn steeds meer tekenen dat er een gecoördineerde aanval aan de gang is om de gehele christelijke gemeenschap te dwingen de regio te verlaten.
Ondertussen proberen kerkleiders grote aantallen mensen te helpen. Velen onder de aanwezigen bij de slachtpartij hadden hun toevlucht gezocht in Yelewata vanwege eerder aanvallen van de Fulani op hun gemeenschap, elders in de deelstaat Benue. Zij zijn nu de stad ontvlucht naar naburige steden en dorpen.
In een gesprek met Kerk in Nood (ACN) vanuit Yelewata, minder dan 12 uur na de gruweldaad, beschrijft de pastoor van de stad, Ukuma Jonathan Angbianbee, hoe hij en andere ontheemden ternauwernood aan de dood ontsnapten. Ze vielen op de grond van de pastorie van de kerk bij het geluid van geweervuur: “Toen we de schoten hoorden en de militanten zagen, vertrouwden we ons leven toe aan God. Vanmorgen dank ik God dat ik nog leef. Wat ik vervolgens zag was echt gruwelijk. Mensen werden afgeslacht. Overal lagen lijken verspreid.”
In een eerste rapport van de FJDP, nadat de medewerkers net de plaats van het bloedbad hadden bezocht, stond: “Het was een doorn in het oog - geen lust voor het oog. Sommige [lichamen] waren onherkenbaar verbrand - baby's, kinderen, moeders en vaders gewoon weggevaagd.” Pater Jonathan zei dat sommigen zo erg verbrand waren dat het moeilijk was om ze te identificeren.
De priester zei dat Yelewata duizenden ontheemden uit naburige dorpen had opgenomen - omdat het als relatief veilig werd beschouwd. De stad, gelegen aan de hoofdweg naar Abuja – is nu grotendeels verlaten. Velen zoeken hun toevlucht in het nabijgelegen Daudu en Abagena.
Pater Jonathan zei dat hij en anderen de aanvallers identificeerden als Fulanis en dat de aanval zorgvuldig was gecoördineerd,. “De militanten bereikten de stad vanuit meerdere zijden en maakten gebruik van de dekking van hevige regenval om hun aanval in te zetten. Er is geen twijfel mogelijk over wie de aanval heeft uitgevoerd. Het waren zeker Fulanis. Ze schreeuwden 'Alahu Akhbar'.”
Pater Jonathan en andere geestelijken in het bisdom Makurdi bekritiseerden de veiligheidsreactie op de aanval. Volgens hen was de politie die de militanten tegenhield om de kerk binnen te gaan, slecht uitgerust en niet in staat om de aanval op het nabijgelegen marktplein te voorkomen.
“De ochtend na de aanval was er veel politie en andere beveiliging, maar waar waren ze de vorige avond toen we ze nodig hadden?” Hij vervolde: “Dit is verreweg de ergste gruweldaad die we hebben gezien. Niets komt ook maar in de buurt.”
In zijn toespraak tijdens het Angelus op zondag 15 juni zei Paus Leo XIV dat hij bad voor degenen die “op brute wijze gedood” werden in “een verschrikkelijk bloedbad”, waarvan de meesten ontheemden waren “die onderdak kregen bij de lokale katholieke missie”. De paus zei dat hij bad voor “veiligheid, gerechtigheid en vrede” in Nigeria. Hij voegde eraan toe dat hij in het bijzonder dacht aan de “christelijke gemeenschappen op het platteland van de staat Benue, die onophoudelijk het slachtoffer zijn geworden van geweld”.
De aanval van vrijdagavond vormt een nieuw dieptepunt in de aanvallen in de regio Makurdi, waar meer dan 95 procent katholiek is. Meer dan 100 mensen werden gedood tijdens aanvallen die drie weken geleden begonnen. Daarbij zijn meer dan 5.000 mensen ontheemd raakten. Kerkleiders hebben herhaaldelijk opgeroepen tot internationale hulp. Vanwege de omvang en aard van de aanvallen stellen zij dat er een plan van militante jihadi's aan de gang is om land in beslag te nemen en de regio etnisch te zuiveren van haar christelijke aanwezigheid.
Nigeria is één van de landen die geraakt worden door christenvervolging. Naast terroristische organisaties als Boko Haram, hebben ook etnische Fulani militanten en criminelen het gemunt op christenen. Meer weten? Klik hier voor meer informatie, films en ons rapport over de motieven, plaatsen en impact van christenvervolging wereldwijd.
Foto: © Diocese of Makurdi
Tijdens nieuwe onrusten in Syrië is het kruis van de Syrisch-orthodoxe Sint-Mariakathedraal in Homs onder vuur genomen. De aanval, die plaatsvond in de vroege ochtenduren, roept grote bezorgdheid op bij de christelijke gemeenschap ter plaatse. De kerk is niet alleen een bedevaartsoord voor Maria-verering, maar ook de zetel van de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop van Homs, Hama en Tartus.
Volgens aartsbisschop Timotheos Matta al-Khoury van het aartsbisdom Homs is het een directe aanval op het samenleven en de burgerlijke vrede in Syrië. De schoten kwamen onverwacht en zonder waarschuwing, zo meldt het bisdom in een officiële verklaring. Er raakte niemand gewond, maar het gevoel van onveiligheid onder christenen in Syrië groeit. De aartsbisschop roept de autoriteiten op de daders te identificeren en ter verantwoording te roepen, en de veiligheid van gebedshuizen van alle religies te waarborgen.
De aanval raakt niet alleen de muren van een kathedraal, maar ook het hart van een gemeenschap die al jaren onder druk leeft. “We laten ons niet verlammen door angst,” zegt de verklaring. “We blijven trouw aan de christelijke boodschap van vrede en willen, ondanks alles, blijven bouwen aan broederschap tussen alle Syriërs, ongeacht hun religie.”
Agenzia Fides en Vatican News melden dat ook de gelovigen zelf hun bisschoppen hebben opgeroepen niet te wijken voor intimidatie. Integendeel: de aanval sterkt velen in hun roeping om als christen getuige te zijn van hoop en verzoening, juist in een verscheurd land.
Hoewel de Syrische regering recent enkele verzoenende stappen heeft gezet richting religieuze minderheden, blijft de situatie gespannen. Tijdens een persconferentie van Kerk in Nood (ACN) wees de Syrisch-katholieke aartsbisschop Jacques Mourad op de kwetsbaarheid van christenen. “Er is geen actieve vervolging, maar wel onzekerheid,” aldus de aartsbisschop. “Islamistische milities oefenen lokaal nog altijd macht uit en zorgen voor angst, ook onder moslims.”
Volgens Mourad leidt de angst ertoe dat velen – uit alle geloofsgemeenschappen – zich terughoudend opstellen tegenover het nieuwe bewind. “Voor extremisten geldt: wie afwijkt, is een godslasteraar. En op godslastering staat de doodstraf.”
De stad Homs herbergt voor velen een pijnlijke herinnering. Hier werd op 7 april 2014 de Nederlandse jezuïet pater Frans van der Lugt vermoord, na tientallen jaren dienstbaarheid aan de bevolking van Syrië. De aanslag op het kruis van de kathedraal herinnert opnieuw aan de fragiele positie van christenen in het land.
Kerk in Nood (ACN) blijft zich inzetten voor christelijke gemeenschappen in Syrië en vraagt gebed en solidariteit voor hen die leven in angst, maar trouw blijven aan hun geloof.
Meer weten over godsdienstvrijheid? Lees ook het nieuws in ons dossier godsdienstvrijheid. Of vraag de samenvatting aan van ons rapport godsdienstvrijheid, met daarin een overzicht van de ontwikkelingen voor alle landen en alle grote godsdiensten, case studies en achtergronden.
Bronnen: Agenzia Fides en Vatican News, KRO-NCRV, Kerk in Nood (ACN)
Een nieuw rapport beschrijft de benarde situatie van jonge meisjes en vrouwen in Pakistan. De Franciscaan Lazar Aslam beschrijft hoe mannen hen regelmatig verkrachten, ontvoeren en dwingen te trouwen, omdat de wet christenen zelden gelijke rechten toekent. Kerk in Nood (ACN) ziet christenvervolging in Pakistan toenemen en roept op tot actie.
Samiya was pas 17 toen ze op 14 februari van dit jaar vertrok naar haar werk als schoonmaakster in een gebouw in Lahore, Pakistan. Toen ze aan het eind van de dag haar telefoon niet opnam, ging haar moeder op zoek. Ze vond haar dood op de vloer. De eigenaren van het appartement waar ze werd gevonden, beweerden dat ze zelfmoord had gepleegd. Maar uit een medisch rapport bleek dat Samiya was verkracht door een groep mannen en vervolgens vermoord.
Samiya's familie heeft aangifte gedaan. Drie maanden later is er echter nog geen vooruitgang geboekt in de zaak. Gerechtigheid kan lang duren in Pakistan, vooral wanneer de slachtoffers tot een religieuze minderheid behoren, zoals christenen.
Hetzelfde gebrek aan vooruitgang geldt voor de verontrustende zaak van Shifa. Zij werd in november 2023 ontvoerd. Shifa, slechts 14 jaar oud, werd gedwongen zich tot de Islam te bekeren en uitgehuwelijkt aan een andere man. Hij scheidde echter van haar en heeft haar terugbracht naar de oorspronkelijke ontvoerder, die haar vermoedelijk als prostituee heeft laten werken. Nadat hun pogingen om Shifa terug te krijgen waren mislukt, kwam de familie in contact met pater Aslam. Zijn team probeert haar op te sporen en te herenigen met haar ouders.
Een soortgelijk geval deed zich voor in januari 2025, toen een 12-jarig meisje genaamd Saba werd ontvoerd en gedwongen bekeerd door een oudere moslimman die al twee andere vrouwen had.
Af en toe slagen de toegewijde juridische teams erin om overwinningen te behalen in de rechtbank. Zo ook in het geval van de 13-jarige Yarusha. Zij werd misleid om te trouwen met een 35-jarige man en had huwelijksdocumenten ondertekend. Omdat trouwen met minderjarigen formeel illegaal is in Pakistan, weigerden haar ouders mee te werken met dit huwelijk. Dit tot ergernis van lokale politie, die partij kozen voor de man.
Het team van pater Aslam is erin geslaagd een rechterlijke uitspraak te verkrijgen in het voordeel van Yarusha's familie. De Franciscaan betreurt het echter dat de rechter de dader niet verantwoordelijk stelt voor het leed en het verdriet dat hij het meisje en haar familie heeft aangedaan.
In het rapport stelt pater Aslam ook gevallen van verkrachting aan de kaak. Zo werd een 20-jarig meisje genaamd Asma op 3 mei 2025 door een kennis in een auto gelokt, naar een privéwoning gereden en daar door vier mannen verkracht. De daders filmden het incident en dreigden Asma dat ze de beelden zouden verspreiden als ze niet aan hun seksuele eisen zou voldoen.
“Asma en haar familie worden nu voortdurend bedreigd en geïntimideerd. Ze leven in voortdurende angst vanwege de bestaan van de gewelddadige video's en het gevaar van verdere vergeldingsacties. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de lokale politie slechts minimale medewerking verleend. Er is geen zichtbare vooruitgang in het onderzoek”, schrijft pater Aslam in zijn verslag aan Kerk in Nood (ACN).
Tot slot is er het niet minder tragische verhaal van Shumaila. Zij was op 25 maart met haar man op reis toen gewapende mannen het echtpaar aanhielden en beroofden. Toen de drie criminelen zich realiseerden dat de slachtoffers christenen waren, werden ze nog agressiever. Ze sloegen ze de man en verkrachtten de jonge vrouw voor zijn ogen, waarna ze vluchtten.
“Wij eisen gerechtigheid voor de familie van het slachtoffer. En we roepen de staat op om de familie, die arm is en tot een minderheid behoort, veiligheid en zekerheid te bieden tegenover de daders, die machtig zijn en al dreigementen hebben geuit”, verklaart pater Aslam tegenover Kerk in Nood (ACN). In reactie op de bevindingen in het verslag heeft Regina Lynch, uitvoerend president van Kerk in Nood (ACN) International, opgeroepen tot meer bescherming voor religieuze minderheden in Pakistan, met name jonge meisjes.
“Christenen maken slechts 1,3% van de bevolking van Pakistan uit. Zij behoren vaak tot de armste en meest verwaarloosde burgers. Kerk in Nood steunt veel projecten in Pakistan en heeft herhaaldelijk aandacht gevraagd voor gevallen van discriminatie, met name tegen jonge meisjes. We blijven al onze vrienden en weldoeners oproepen om te bidden voor deze onschuldige slachtoffers. We vragen wij de politieke autoriteiten alles in het werk te stellen om hen te beschermen”, aldus Lynch.
Christenvervolging
Pakistan is één van de landen die geraakt worden door christenvervolging. Naast ontvoeringen hebben religieuze minderheden in het moslimland ook te maken met geweld, misbruik van de blasfemiewetten en van discriminatie op de arbeidsmarkt. Klik hier om meer te weten over de motieven, plaatsen en impact van christenvervolging wereldwijd.
Sommige verhalen hebben een goede afloop. Op 8 november 2019, tijdens een golf van straatprotesten, plunderden gemaskerde personen de 143 jaar oude kerk van de Hemelvaart. De plunderaars gingen er vandoor met kunstwerken en heiligenbeelden en gebruikten biechtstoelen en kerkbanken om barricades op te werpen in de straten. De kerk kreeg het al snel nog zwaarder te verduren…
Een jaar later, op 18 oktober 2020, werd de kerk, een van de oudste van Santiago de Chile, volledig verwoest door brandstichting. De klokkentoren met zijn kruis en klokken stortte in. Het dak zakte in en het altaar werd vernield. De brand verwoestte de herinneringen van duizenden katholieken in de buurt, maar kon hun geloof niet vernietigen.
Fidelia Oñac, de parochiesecretaresse, herinnert zich het incident goed. “Het was als het soort gruwel dat je in andere delen van de wereld ziet, maar waarvan je denkt dat het hier niet kan gebeuren. We begonnen te bidden en zeiden: 'We moeten doen wat we kunnen, want de kerk is van iedereen.’ En dat deden ze ook.”
In slechts vijf jaar tijd werd de kerk herbouwd en op zondag 25 mei werd ze heropend voor de eredienst, met een mis die werd opgedragen door kardinaal Fernando Chomali.
Als je naar de witte muren van de kerk van de Hemelvaart kijkt, met haar glanzende plafond en vloeren, vergeet je de haat en geweld uit het verleden. Sommige stukken van het oude gebouw zijn echter op een speciale plaats in de nieuwe kerk bewaard. De overblijfselen van een klok met het woord “hoop” erop, of een gebroken en beschadigd kruisbeeld dat uit de as is teruggevonden zijn symbolische herinneringen.
Het herstel van deze historische kerk was alleen mogelijk dankzij de steun van honderden weldoeners van Kerk in Nood (ACN). De pauselijke stichting hield toezicht op de werkzaamheden, zoals het versterken van de muren, het plaatsen van een nieuw dak, deuren en ramen, en het renoveren van de elektriciteit.
Tijdens de inwijdingsmis verzekerde kardinaal Fernando Chomali de gelovigen: “Na het horen van het prachtige getuigenis van geloof van deze gemeenschap en van Kerk in Nood, verklaar ik mijzelf katholiek, ik voel mij meer katholiek! Dit is niet het moment om te zeggen dat we katholiek zijn op onze eígen manier of wanneer het óns het beste uitkomt”, benadrukte hij. “De wederopbouw van de kerk doet denken aan de dood en verrijzenis van Jezus Christus. Elke keer dat er dood is, zal er ook verrijzenis zijn, omdat Jezus Christus uit de dood is opgestaan en omdat het goede sterker is dan het kwade”.
De kardinaal herinnerde er ook aan dat de belofte van Christus: ‘Ik zal met u zijn tot aan het einde der tijden’. “ Dit betekent dat zij onze tempels kunnen vernietigen, maar zij zullen de aanwezigheid van God onder ons niet vernietigen.”
Volgens de pastoor van de Assumptiekerk, Jaime Tocornal, is het noodzakelijk dat deze “spirituele long” weer ten dienste staat van de gemeenschap, gelovig of niet. “Het was hard nodig dat we de deuren van onze kerk, die in het recente verleden zo vaak vernield zijn, weer konden openen. Dit is een plaats om God te ontmoeten en om het meest fundamentele recht te vervullen, namelijk het recht om zijn religie te belijden.”
“Het is een geschenk voor de buurt en voor de hele wereld. Want wanneer we de Eucharistie vieren, overstijgt dat de muren van het kerkgebouw. We zijn erg blij en daarom zijn we erg dankbaar voor degenen die ons de hand hebben gereikt toen we dat nodig hadden, en dat waren de weldoeners van Kerk in Nood”, erkent hij.
De parochie is tijdens de bouwwerkzaamheden altijd open gebleven. De gemeenschap kwam in nabijgelegen locaties bijeen om de Mis te vieren. Volgens pastoor Tocornal is de nieuwe kerk in zekere zin ook een geschenk van de Maagd Maria. “Zij blijft in de voetsporen van haar zoon Jezus in de hemel, maar vergeet haar kinderen op aarde niet en heeft ons daarom deze kerk geschonken.”
Lees voor achtergronden ook het artikel Chili: een Kerk van hoop in moeilijke tijden.
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
"Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie", verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit - met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi's. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
"De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land", aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. "Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop", besluit aartsbisschop Bashar Warda.
De kleine kinderen van de crèche van de Heilige Familie in de christelijke stad Baghdeda, zo'n 25 km van Mosul in Noord-Irak, glimlachen breed als ze ons vertellen wat ze later willen worden. Abanoub en Andrian willen ingenieur worden, de kleine Mekel droomt ervan arts te worden en Rozalina zou graag religieuze zuster worden. Ze gaan allemaal naar de crèche van de Heilige Familie naast het klooster van de zusters Ephrem, genoemd naar een Mesopotamische heilige uit de derde en vierde eeuw die bijzonder belangrijk is voor het oosterse christendom.
Het kinderdagverblijf dat de kinderen bezoeken lijkt op andere in de wereld, maar heeft een enigszins andere geschiedenis. Het werd verwoest door terroristen van Islamitische Staat (IS) toen zij van 2014 tot 2016 de controle over de stad grepen. In één nacht werden alle mensen, ook de zusters, gedwongen te vluchten. Het gebouw onderging de standaardbehandeling door de militanten van Daesh: muren beklad, meubels gestolen, daken kapotgeslagen, plafonds afgebroken en elektrische bedrading eruit gestript. Later, tijdens de gevechten om de jihadistische rebellen te verdrijven, werd het dak door een mortier geraakt en werden de muren doorzeefd met mitrailleurvuur. Een raketgranaat trof ook de muur van het balkon dat uitkijkt op de straat.
Met dit in gedachten is het een wonder om deze kinderen te zien en de wedergeboorte van een gemeenschap die de hoop bijna had opgegeven. Mekel, Abanoub, Andria en andere kinderen uit Baghdeda kunnen nu weer zingen en spelen in een kinderkamer die is versierd met afbeeldingen van Mickey Mouse, Crazy Bird, de Smurfen en Frozen. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze vrolijke en ongevaarlijke cartoonafbeeldingen door de jihadisten met spuitbusverf zijn overgespoten, misschien deels vanwege hun westerse associaties, misschien omdat ze botsten met islamitische overtuigingen over het afbeelden van zaken.
In 2017, niet lang nadat de IS-strijders uit het door hen bezette Baghdeda waren verjaagd, begonnen de christelijke gezinnen terug te keren. Met de eerste vier kinderen die aankwamen begonnen, ondanks het feit dat alles verwoest was, twee van de zusters onmiddellijk weer te werken in de crèche. Sindsdien is bijna de helft van de gezinnen naar de stad teruggekeerd en het aantal kinderen dat zich bij de crèche inschrijft, neemt gestaag toe. Er zijn nu 47 kinderen, maar er is genoeg ruimte om tot 80 kinderen op te vangen. Het jongste kind is net zes maanden en het oudste is vijf. Dankzij de hulp van Kerk in Nood en andere organisaties zijn nu twee verdiepingen van de crèche volledig gerestaureerd, waarvan één met de crèche voor de jongste kinderen.
Sabrin Thamer is een van de moeders die haar zoontje naar de crèche brengt. “Ik ben heel blij dat ik terug ben in Baghdeda en dat onze kinderen nu weer naar de crèche kunnen”, zegt ze. “Wij danken God voor al degenen die zo hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de wederopbouw. Daarmee hebben zij geholpen om onze kinderen weer de mogelijkheid te geven om onderwijs te volgen.” Zoals de meeste gezinnen hier spreekt Sabrin een dialect van het Aramees.
Muna Mekhael brengt ook haar dochtertje naar de crèche, “zodat ze kan leren en een betere toekomst heeft. Deze crèche is een belangrijke plaats voor de kinderen om hun persoonlijkheid te ontwikkelen”, legt ze uit. En de waarheid is dat ondanks de tragedie en het trauma dat ze hebben doorgemaakt, de christelijke families hier echt hun leven opnieuw willen opbouwen - de kinderen zijn het duidelijkste teken van een toekomst waarin ze bij tijd en wijle niet durfden te geloven.
Zuster Mariam Yako leidt de crèche, samen met een andere zuster en ondersteund door een team van zes andere mensen. “We zijn de donateurs van Kerk in Nood dankbaar voor de steun en bijdrage aan de Holy Family Nursery hier in Baghdeda, en aan iedereen die geld heeft gegeven om dit centrum te steunen, dat van levensbelang is voor de kinderen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen door met elkaar om te gaan en met elkaar samen te werken.”
De overgrote meerderheid van de bevolking van Baghdeda is van Oost-Syrische afkomst en meer dan 90% van hen is katholiek. De zusters van Saint Efrem en de crèche leveren een belangrijke bijdrage aan het veiligstellen van het gevoel van veiligheid van deze gezinnen, die gedwongen zijn te emigreren als ze geen werk of de noodzakelijke infrastructuur voor hun gezinnen kunnen vinden. Als gevolg van de invasie, hun vlucht en de daaropvolgende terugkeer, zijn veel christelijke gezinnen nu anders van structuur. Ze zijn doorgaans kleiner dan voorheen en hebben niet langer altijd de steun van grootouders of ooms en tantes zoals vroeger. Het is daarom belangrijk dat een gebrek aan ruimte in de plaatselijke crèche hen er niet van weerhoudt kinderen te krijgen of in de stad te blijven.
Veel van de kinderen in de crèche zijn geboren als vluchtelingen, daklozen en ontheemden. Zuster Mariam is ervan overtuigd dat de crèche een sleutelfactor is om het trauma van deze gezinnen te boven te komen. “Zij zullen opgroeien en later een generatie vormen die zich bewust is van elkaar en bereid om elkaar te steunen. Dit is vooral belangrijk gezien de omstandigheden die elk van deze kinderen heeft moeten doormaken voordat we konden terugkeren en deze crèche konden openen.”
Kerk in Nood heeft de wederopbouw van Baghdeda (Qaraqosh) ondersteund met veel verschillende projecten gericht op het helpen van de christelijke families om terug te keren, na de invasie door Islamitische Staat. Met de hulp van donateurs is het onderwijs van de kinderen op de Vlakte van Nineveh gefaciliteerd, waaronder de wederopbouw van vijf kleuterscholen, een kinderdagverblijf en twee scholen, voor een totaalbedrag van meer dan 2,3 miljoen euro. Alleen dankzij uw steun kunnen de Christenen hun leven in deze bakermat van het Christendom weer opbouwen.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD