Verhalen over ontvoeringen van christelijke en yezidi-meisjes in het Midden-Oosten, doodstraffen vanwege blasfemie in Pakistan en aanslagen op kerken in Nigeria halen regelmatig het nieuws. Maar kent u het 'grote plaatje' van de ontwikkelingen rondom godsdienstvrijheid wereldwijd? Alles wat u moeten weten over dit 'vergeten' mensenrecht.
Gewelddaden, gepleegd in de naam van een godsdienst, blijven het internationale nieuws beheersen. We ontkomen niet aan de indruk dat religieus geïnspireerd terrorisme niet alleen wijdverbreid is, maar ook toeneemt. Het rapport van 2021 is een trieste bevestiging van deze constatering. Hieronder vindt u regelmatig nieuwsupdates van schendingen van de godsdienstvrijheid.
In vogelvlucht: In 62 landen van de 196 landen wereldwijd worden mensen - vaak minderheden - geconfronteerd met zeer ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid. In deze landen wonen bijna 5,2 miljard mensen, want tot de ergste overtreders behoren enkele van de dichtstbevolkte landen ter wereld (China, India, Pakistan, Bangladesh en Nigeria).
Wilt u meer weten over speifieke landen of thema's in het rapport? Kijk dan op Religious Freedom Report in the World 2023.
Een groep bisschoppen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek vertelde recent op het hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN) over hoe dankzij onder meer de interreligieuze dialoog de hoop in hun land “beetje bij beetje herboren wordt.”
Volgens de leiders van de katholieke Kerk, die het voortouw hebben genomen in deze poging om de dialoog te bevorderen, heeft de unieke geest van dialoog en samenwerking tussen christelijke en islamitische leiders de basis gelegd voor vrede in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) na een wrede burgeroorlog.
Profetische rol
Het land staat in dit opzicht in schril contrast met nabijgelegen Afrikaanse landen zoals Tsjaad, Nigeria en het Sahelgebied. Daar wordt religie juist vaak misbruikt om conflicten en vervolging te verergeren. De aartsbisschop van Bangui, kardinaal Dieudonné Nzapalainga, bisschop Nestor-Désiré Nongo-Aziagbia van Bossangoa en bisschop Bertrand Guy Richard Appora-Ngalanibé van Bambari, spraken dan ook over de “profetische” rol van religieuze leiders bij het bevorderen van vrede en harmonie.
“De burgeroorlog, waarin de Seleka militie tegen de Anti-Balaka beweging vocht, had kunnen uitgroeien tot een grootschalige oorlog tussen moslims en christenen”, aldus bisschop Nestor-Désiré. “Maar leiders van alle religieuze denominaties kwamen samen om te werken aan vrede in de Centraal-Afrikaanse Republiek. De leiders van de katholieken, de protestanten en de moslims gingen de wereld rond om hun stem te laten horen. Helaas werd hun stem niet echt begrepen en gerespecteerd met betrekking tot de geopolitieke situatie, omdat wat daaronder zat groter was dan religie.”
Religie verbindt
Kardinaal Nzapalainga is het met hem eens: “Religie verdeelt ons niet; religie verbindt ons met elkaar. Moslims, protestanten, katholieken, we moeten van elkaar houden, want we zijn broeders. Het is de duivel die ons tot scheiding heeft gedreven, maar wij geloven dat we, door dit leiderschap op ons te nemen, onze profetische rol vervullen. Door nee te zeggen tegen geweld, ja tegen liefde, ja tegen vrede, ja tegen verzoening.”
De kardinaal sprak over vrede als de basis voor ontwikkeling, zodat mensen zich een toekomst zonder oorlog kunnen voorstellen. “Daarom is het onze rol om vredesstichters te zijn, om tot harten te spreken, om zo te spreken dat mensen elkaar in de ogen kunnen kijken, kunnen discussiëren, samen oplossingen kunnen vinden. De oplossing ligt in de dialoog.”
Kinderen weer naar school
“De hoop wordt vandaag beetje bij beetje herboren. En deze hoop zorgt ervoor dat kinderen naar school kunnen gaan, ouders naar het veld kunnen gaan, handelaren hun werk kunnen voortzetten en zieken medicijnen kunnen krijgen,” aldus de kardinaal.
Russische invloed
De aanwezigheid van een VN-missie en de interventie van buitenlandse mogendheden hebben geholpen om het geweld te beteugelen, maar in sommige delen van de Centraal-Afrikaanse Republiek blijft het onveilig en nemen strijdersgroepen hun toevlucht tot criminaliteit. “Het land heeft nog steeds veel hulp nodig, maar bredere geopolitieke kwesties blijken een onwelkome hindernis te zijn, legt bisschop Nestor-Désiré uit.
“De opening van onze regering naar de Russische regering heeft de Centraal-Afrikaanse Republiek op internationaal niveau buitenspel gezet. Humanitaire hulp komt nu niet echt vrij. Maar de bevolking mag niet gestraft worden voor de beslissingen van de regering. Mijn oproep aan de internationale gemeenschap is om de Centraal-Afrikaanse bevolking te blijven steunen in haar streven naar vrede en ontwikkeling,” pleitte hij.
Opkomen voor de waarheid
De katholieke Kerk zal haar profetische rol blijven vervullen, zo verzekerde hij. “We komen op voor de waarheid, spreken voor het volk, ongeacht de situatie of het standpunt van de regering, en werken samen met het volk en andere instellingen, waaronder de regering, om vrede en integrale menselijke ontwikkeling te bevorderen door middel van scholen, gezondheidscentra en menselijke promotie. Dat is het werk waar de katholieke Kerk de afgelopen decennia bij betrokken is geweest.”
Dit werk profiteert enorm van de steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), aldus bisschop Guy Richard. “Degenen die ons helpen, stellen de priesters, bisschoppen, religieuze broeders en zusters in het hele land in staat om hun werk voort te zetten. De steun van de weldoeners gaat verder dan geld en richt zich op het pastorale werk ter plaatse. Namens Gods volk in de Centraal Afrikaanse Republiek willen we hen graag bedanken voor hun zorg en steun.”
Ondanks zorgen over diverse incidenten, streven christelijke leiders in Syrië ernaar te blijven en het land opnieuw op te bouwen. Hoewel incidenten richting christenen voorkomen, verschilt hun situatie van stad tot stad. Volgens lokale bronnen hebben veel christenen de garanties van de overgangsregering om de godsdienstvrijheid te respecteren over het algemeen met voorzichtig optimisme begroet.
Volgens lokale bronnen waarmee Kerk in Nood (ACN) contact opnam, zijn christenen vastbesloten om een volwaardige rol te spelen in de toekomst van Syrië. Ze weigeren na de omverwerping van het regime van Bashar al-Assad louter te worden bestempeld als een religieuze minderheid die een speciale behandeling nodig heeft. Of, erger nog, te worden behandeld als tweederangsburgers.
Gelijke rechten
“De leiders van de gemeenschappen willen zichzelf niet als minderheid definiëren, omdat ze anders hun vertegenwoordiging in de nieuwe grondwet en staatsinstellingen zouden kunnen verliezen. Ze willen de nadruk leggen op gelijke rechten,” aldus een bron van Kerk in Nood (ACN), die om veiligheidsredenen liever anoniem blijft.
Er zijn al verschillende ontmoetingen op hoog niveau geweest tussen christelijke leiders en het nieuwe politieke establishment, waarbij functionarissen de christenen verzekerden dat hun rechten volledig zullen worden gerespecteerd.
De val van het regime van Bashar Assad in een paar weken tijd, verbaasde de wereld na bijna 14 jaar burgeroorlog die een patstelling leek te hebben bereikt. In eerste instantie waren christenen gealarmeerd, omdat een deel van de nieuwe heersers van Syrië lid is van een groep die openlijk jihadistisch was en aanvankelijk gelieerd aan Al-Qaeda.
Incidenten
De overgangsregering heeft beloofd de vrijheid van godsdienst te respecteren, maar enkele incidenten in verschillende delen van het land hebben de christelijke gemeenschap ertoe gebracht deze garanties met de nodige voorzichtigheid te aanvaarden. Lokale bronnen vertelden Kerk in Nood echter dat de situatie niet gegeneraliseerd kan worden, noch ten goede noch ten kwade, en afhankelijk is van in welk deel van het land men zich bevindt.
“Damascus staat in de schijnwerpers, wat de voormalige rebellen onder druk zet om vreedzamer te zijn en hun positieve imago te behouden. Er zijn echter nog steeds individuele incidenten, zoals vrouwen die gevraagd worden om een sluier te dragen, of mannen en vrouwen die te horen krijgen dat ze niet samen mogen lopen als ze geen familie van elkaar zijn. Hetzelfde gebeurt in Aleppo.”
Radicalere maatregelen
Door het ontbreken van een sterke centrale autoriteit hebben sommige kleine groepen of individuen radicalere maatregelen kunnen opleggen, zoals gescheiden zitplaatsen in het openbaar vervoer of het dwingen van vrouwen om een sluier te dragen. Soms leidt de angst om problemen te veroorzaken of ongewenste aandacht te trekken ertoe dat mensen uit voorzichtigheid deze praktijken toepassen.
Jihadisten op straat
In andere steden is het echter erger. “In Homs en Hama is de situatie moeilijker. Het is een gemengd gebied, met gelovigen van tien religies die op dezelfde plek wonen. De buurten zijn er gemengd, wat het moeilijk maakt. Het was ook een moeilijke situatie tijdens de oorlog. Mensen vermijden om na 17:00 uur op straat te zijn. Er zijn jihadisten op straat die met megafoons mensen oproepen zich tot de slam te bekeren en vrouwen vertellen dat ze zich moeten sluieren. De angst is echt heel uitgesproken, christenen kunnen niet werken, velen blijven thuis,” legde een bron van Kerk in Nood (ACN) uit.
Wegversperringen
De Vallei der Christenen, zo genoemd omdat het een exclusief christelijke regio is, is vreedzaam. De wegen erheen kunnen echter gevaarlijk zijn omdat gewapende groepen vrij zijn om wegversperringen op te zetten die vervolgens worden gebruikt om burgers lastig te vallen. “We hebben gevallen gehad van christenen die werden gevraagd zich te bekeren tot de islam. Als ze weigeren, worden ze bij de wegversperring weggestuurd, maar raken ze wel al hun bezittingen kwijt.”
Over het algemeen kan het gevoel onder christenen worden omschreven als voorzichtig optimistisch. “We zijn blij dat het regime van Assad gevallen is en we hopen op een beter Syrië. Maar we kunnen er niet van uitgaan dat alles nu goed is, vooral voor de christenen, of dat de verandering in Syrië het beste is, hoewel we hopen en bidden dat het zo is,” aldus een van de bronnen van Kerk in Nood (ACN) in Syrië.
Uitbreiding noodhulp
Ondanks de onzekerheid over de toekomst van het land, blijft de katholieke hulporganisatie met dank aan haar weldoeners veel projecten in Syrië steunen. Er is zelfs sprake van mogelijke uitbreiding van de hulp. Reden is dat de nood onder de christelijke gemeenschap groot is doordat velen hun baan zijn kwijtgeraakt en nog steeds krap bij kas zitten.
Foto credit: Jacob/ACN
Ondanks dat priesters en catechisten de belangrijkste doelwitten zijn van terroristen in Burkina Faso, heeft het land de afgelopen jaren een groei gezien in priesterroepingen. Het ondersteunen van deze toekomstige priesters in hun vorming is een van de prioriteiten van Kerk in Nood (ACN).
Vanwege de ernstige veiligheidscrisis als gevolg van terrorisme moesten sommigen afzien van een gezinsbezoek. “Niet iedereen weet waar hij heen moet tijdens de kerstvakantie,” vertelt pater Guy Moukassa Sanon aan de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN). De rector van het Sint-Petrus en Paulus seminarie van Kossoghin in Ouagadougou, legt uit dat voor deze jonge mannen naar huis gaan levensgevaarlijk zou zijn. Velen verbleven daarom in diocesane centra, gastgezinnen of werden uitgenodigd door andere seminaristen om de vakantie door te brengen bij hun familie in veiligere gebieden.
40% seminaristen uit “rode zone”
Bijna 40% van de seminaristen komt uit bisdommen in de “rode zone” die zwaar getroffen zijn door terrorisme. Ondanks alle moeilijkheden blijft het aantal seminaristen in het land groeien. Alleen al bij het Sint-Petrus en Sint-Paulusseminarie is hun aantal gestegen van 254 in het academisch jaar 2019-2020 naar 281 voor 2024-2025.
In het verleden namen sommigen het risico om zich bij hun familie te voegen. Voor Marius, een derdejaars student filosofie aan het Sint-Petrus en Sint-Paulus seminarie, eindigde het in een tragedie. In 2022 werd hij ontvoerd toen hij op weg was naar zijn vader in een afgelegen dorp dat onder controle stond van terroristen. Zijn lichaam is nooit gevonden, maar de familie is ervan overtuigd dat hij is vermoord.
Terroristen goed op de hoogte
“Sommige seminaristen zijn ternauwernood ontsnapt,” vertelt de rector. “Een van hen ging bijvoorbeeld naar huis om de vakantie met zijn familie door te brengen. Terwijl hij buiten het huis was, kwamen de terroristen aan. Hun eerste doelwit was zijn vader, een catechist, die op dat moment gelukkig niet thuis was. De terroristen, die goed op de hoogte waren, eisten echter de zoon van de seminarist op. Toen hij hun dreigementen hoorde, klom hij over een muur en vluchtte 's nachts de velden in. Hoewel de terroristen achter hem aan gingen, slaagden ze er niet in hem te vinden. Hij verstopte zich een hele dag en wachtte tot het gevaar geweken was voordat hij naar huis terugkeerde.”
Dat zoveel jonge Burkinabés ondanks de veiligheidscrisis priester willen worden, is volgens pater Sanon te danken aan goed roepingenwerk. Ook ontmoeten deze mannen in hun dagelijks leven gemakkelijk mensen “die op een duidelijke manier getuigen van de liefde van Christus”. Omdat de secularisatie in Burkina Faso nog niet zo aanwezig is als in Europa, legt pater Sanon uit dat het ontwaken van een roeping gemakkelijker is “dan in een materialistische context waar je niets van God verwacht”.
Te weinig ruimte
De rector vertelt dat het aantal seminaristen in zijn seminarie zo groot is dat er niet eens genoeg ruimte is voor hen allemaal. “We hebben gemeenschapsruimtes omgebouwd tot kleine eenheden die van elkaar gescheiden zijn door scheidingswanden om hen onderdak te bieden. De omstandigheden zijn echter verre van ideaal voor hun studie, en zelfs dat was niet genoeg om iedereen te kunnen ontvangen, dus hebben we 22 seminaristen buiten moeten opvangen en nog eens 11 naar een seminarie in Mali moeten sturen.”
Pater Sanon benadrukt het belang van een goede vorming van toekomstige priesters voor de geloofwaardigheid van de kerk. “Het is cruciaal dat toekomstige priesters authentiek kunnen getuigen van hun geloof, dat ze Christus echt persoonlijk hebben kunnen ontmoeten, dat het Evangelie hun voedsel en hun passie is.”
Samenleven met andere religies
Een andere grote uitdaging in de vorming van toekomstige priesters ligt in de maatschappelijke bezorgdheid over het naast elkaar bestaan van verschillende religies, die verergerd is door de veiligheidssituatie in Burkina Faso: “Er zijn verschillende terroristische groeperingen in Burkina Faso. Sommigen doden mensen zonder onderscheid, of ze nu moslim of christen zijn. Anderen daarentegen, die de sharia willen opleggen, richten zich rechtstreeks op christenen.
Vóór het terrorisme was het samenleven van moslims en christenen geen probleem, zelfs niet in onze families, die vaak uit verschillende religies bestonden. Veel seminaristen hebben moslimouders en hoewel dat in het begin misschien tot teleurstelling leidde, was het uiteindelijk geen probleem. Maar als je vandaag de dag niet oppast, kan de sociale cohesie in gevaar komen. Daarom is het van cruciaal belang om toekomstige priesters te vormen die de gemeenschap bevorderen, omdat de Kerk, ten dienste van de samenleving, moet werken aan eenheid.”
Omdat de bisdommen van Burkinabé vaak niet in staat zijn om de nodige financiële middelen te mobiliseren voor een kwalitatief goede seminarieopleiding, steunt Kerk in Nood hen in deze belangrijke taak. “Ik wil mijn diepe dankbaarheid uitspreken aan Kerk in Nood en al haar gulle weldoeners die opofferingsgezind geven zodat we de toekomstige priesters van Burkina Faso kunnen vormen,” zegt pater Sanon. “Sommige van onze seminaristen bevinden zich in een precaire situatie; ze krijgen geen hulp van hun familie, omdat deze in een erbarmelijke situatie verkeert: ontheemd of verhinderd door de terroristen om de oogst binnen te halen. Dankzij de steun van de weldoeners kunnen we hun opleiding en die van hun leraren financieren.”
In 2024 steunden de weldoeners van Kerk in Nood zes bisdommen in Burkina Faso bij de vorming van seminaristen.
In het West-Afrikaanse land Guinee-Bissau bidden en vasten katholieken met grote regelmaat voor vrede en eenheid. Verdeeldheid en conflicten blijven het land, bijna 50 jaar na de onafhankelijkheid van Portugal parten spelen, grotendeels gevoed door welig tierende corruptie en geld van de drugshandel.
Kerkleiders roepen de politieke autoriteiten op om te luisteren naar de zorgen van het volk. “De waarheid kan Guinee-Bissau bevrijden, vooral op zo'n delicaat moment als dit. De mensen van Guinee-Bissau hebben genoeg van verdeeldheid, strijd, geweld, bedreigingen en wreedheid,” zei de vicaris-generaal van het bisdom Bissau, pater Davide Sciocco, tijdens een Mis in oktober in de kathedraal van Bissau.
Politieke crisis
De oproep kwam op een moment dat het land een diepe politieke crisis doormaakt. De president ontbond het parlement namelijk al in december 2023, onder het mom van een staatsgreep. Hij had verkiezingen uitgeschreven voor afgelopen november, maar stelde deze uit precies op een dag van gebed en vasten waartoe de katholieke Kerk had opgeroepen.
De diocesane administrator van Bafatá, pr. Lucio Brentagani, schetst dan ook een hard beeld van de huidige realiteit in Guinee-Bissau. “Er is veel honger: veel patiënten kunnen geen gezondheidswerkers vinden omdat ze staken. En er zijn veel interne problemen: studenten willen naar school, maar kunnen dat niet omdat het onderwijssysteem een puinhoop is,” zei hij tijdens een viering in de kathedraal van Bafatá.
“We roepen onze gouverneurs, politici, militairen, magistraten en politie op om hun ogen en oren niet te sluiten voor de noodkreet van de arme mensen, van zoveel gezinnen die niet genoeg te eten hebben.”
Bezorgdheid over terroristen
Christenen vormen een minderheid van iets minder dan 20% in Guinee-Bissau, dat overwegend islamitisch is, met een grote populatie aanhangers van traditionele geloven. De katholieke kerk speelt echter een belangrijke rol op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs.
Volgens het rapport over godsdienstvrijheid 2023 van Kerk in Nood (ACN) kent Guinee-Bissau over het algemeen een sterke interreligieuze harmonie. Er is echter bezorgdheid dat terroristische groeperingen, die het land zijn binnengekomen, de economische en sociale ontberingen kunnen gebruiken om jongeren de wapens te laten opnemen.
In 2022 werd een kerk aangevallen en vernield, maar tot nu toe is dit een geïsoleerd incident gebleven. Deze bezorgdheid wordt gevoed door incidentele agressieve vormen van evangelisatie door sommige groepen ‘Pentecostals’. In de afgelopen vijf jaar heeft Kerk in Nood (ACN) dankzij haar weldoeners ongeveer 40 projecten kunnen steunen in Guinee-Bissau.
Een islamistische groepering in Mali is onlangs begonnen belasting op te leggen aan alle christenen boven de 18 jaar in Douna-Pen. Volgens informatie ontvangen door de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), is het grootste christelijke dorp in het oosten van Koro, Mopti, daarmee het tweede dorp waar de jizya-belasting door extremisten is ingevoerd.
Volgens bronnen van ACN, die om veiligheidsredenen anoniem wilden blijven, vormt de betaling van omgerekend € 35 een voorwaarde voor de vrije beoefening van godsdienst. Volgens de bronnen hebben de extremisten onlangs ongestraft geld ingezameld van de gemeenschap. Wie niet kon of wilde betalen, werd gewaarschuwd dat het alternatief de gedwongen sluiting van hun gebedsplaatsen zou zijn.
Jizya
De zorgwekkende situatie begon in het dorp Dougouténé, waar de inwoners voor het eerst werden opgeroepen om de zogenaamde jizya, een religieuze belasting, te betalen. Nu wordt Douna-Pen met hetzelfde probleem geconfronteerd. Lokale bewoners vrezen dat de praktijk zich naar andere dorpen verspreidt, waardoor de godsdienstvrijheid en de lokale veiligheid verder in gevaar komen.
Islamitische extremisten eisten eerder al de sluiting van de protestantse en katholieke kerk in Douna-Pen. Tijdens een broze vrede was het de bewoners een tijdje toegestaan om hun geloof te belijden, maar zonder muziekinstrumenten tijdens de eredienst, wat al een duidelijke beperking van hun godsdienstvrijheid betekende.
Escalatie
Een van de vertrouwelijke bronnen toonde zich zeer bezorgd over deze escalatie van wat al een moeilijke situatie is, en zei “We worden verondersteld in een seculiere staat te leven, waar zulke praktijken niet zouden mogen plaatsvinden, maar helaas wordt dit onze nieuwe realiteit. Als de autoriteiten niet ingrijpen, zal de bevolking belastingen rechtstreeks in de kas van de terroristen storten, die onder de vlag van het jihadisme in de Republiek Mali opereren.” De bron voegde eraan toe: “We weten dat het land groot is en dat hetzelfde op andere plaatsen gebeurt, maar als we hier niet snel iets doen, zullen de gevolgen rampzalig zijn. Hier worden mensen afgeslacht als ratten!”
Douna-Pen ligt in de gemeente Dioungani en heeft een aanzienlijke christelijke bevolking. Het meest recente geval van financiële afpersing is het laatste hoofdstuk in een geschiedenis van geweld en vervolging in de regio. De situatie wordt nog verergerd door het gebrek aan basisinfrastructuur, zoals wegen en watervoorziening. De geïsoleerde ligging heeft onder meer geleid tot de sluiting van scholen door gebrek aan veiligheid.
Hulproep naar leiders Mali
Er wordt gevreesd dat de gedwongen betalingen aan extremistische islamitische groeperingen tot diepe verdeeldheid onder de bevolking zullen leiden, waardoor het vertrouwen in de regering zal afnemen en de fragiele stabiliteit van de regio verder zal worden aangetast. Veel inwoners zijn bang om in de steek gelaten te worden door de Malinese staat.
De bron sloot af met een welgemeend verzoek: “Dit is de schreeuw van een burger die nog steeds gelooft in de Republiek Mali en in haar leiders. We hebben onmiddellijke actie nodig om te voorkomen dat een religieus conflict dit land in zijn greep krijgt. Moge God ons helpen.”
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
"Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie", verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit - met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi's. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
"De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land", aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. "Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop", besluit aartsbisschop Bashar Warda.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD