Verhalen over ontvoeringen van christelijke en yezidi-meisjes in het Midden-Oosten, doodstraffen vanwege blasfemie in Pakistan en aanslagen op kerken in Nigeria halen regelmatig het nieuws. Maar kent u het 'grote plaatje' van de ontwikkelingen rondom godsdienstvrijheid wereldwijd? Alles wat u moeten weten over dit 'vergeten' mensenrecht.

Schendingen van de vrijheid van godsdienst blijven het internationale nieuws beheersen. Het rapport van 2025 is een trieste bevestiging van deze constatering. Hieronder vindt u regelmatig nieuwsupdates van schendingen van de godsdienstvrijheid.






In vogelvlucht: In 62 landen van de 196 landen wereldwijd worden mensen - vaak minderheden - geconfronteerd met zeer ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid. In deze landen wonen bijna 5,2 miljard mensen, want tot de ergste overtreders behoren enkele van de dichtstbevolkte landen ter wereld (China, India, Pakistan, Bangladesh en Nigeria).
Wilt u meer weten over specifieke landen of thema's in het rapport? Kijk dan op Religious Freedom Report in the World 2023.

De Syrisch-katholieke aartsbisschop Jacques Mourad was onlangs spreker bij de presentatie van het rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2005 van Kerk in Nood (ACN). Mourad, die in 2015 door Islamitische Staat werd ontvoerd, sprak over zijn zorgen en zijn hoop voor Syrië.
De aartsbisschop van Homs, Hama en al-Nabek waarschuwde dat de Kerk in Syrië aan het sterven is als gevolg van de ondraaglijke politieke en juridische situatie. Daardoor verlaten christenen het land op zoek naar betere levensomstandigheden. “Het einde van het christendom in Syrië zou een groot verlies zijn, omdat de Kerk iedereen herinnert aan de ethiek van rechtvaardigheid en menselijke waardigheid als hoogste waarde”.
Mourad is lid van een kloostergemeenschap die zich inzet voor het bevorderen van broederschap tussen christenen en moslims. Hij vermeed het om te spreken over de beproevingen die hij jarenlang heeft doorstaan onder het bewind van Islamitische Staat. Hij geeft er de voorkeur aan om de moslims te noemen die hem hebben geholpen te ontsnappen aan de militanten die hem hadden ontvoerd. Met zachte stem, maar met duidelijke woorden, sprak hij de hoop uit dat “het verheffen van onze stem op dit moment gunstig kan zijn voor ons land”.
Volgens schattingen woonden er in 2011 ongeveer 2,1 miljoen christenen in Syrië, terwijl dat aantal in 2024 dichter bij 540.000 lag. Christenen maken 2,3% van de bevolking uit tegenover 95% moslims. “Geen van de inspanningen van de universele Kerk of de lokale Kerk heeft de uittocht kunnen stoppen. Want de oorzaken hebben niet te maken met de Kerk, maar met de rampzalige politieke en economische situatie in het land. Je kunt een migratiegolf niet stoppen zonder eerst een duidelijk omschreven politiek regeringsmodel in Syrië en een solide veiligheidssysteem in te voeren”, legt de aartsbisschop uit.
“Het Syrische volk blijft lijden onder geweld, represailles en tragische en betreurenswaardige gebeurtenissen die alle internationale oproepen en eisen van de bevolking om een einde te maken aan dit bloedbad ondermijnen”, aldus aartsbisschop Mourad. “We lijken steeds meer op Afghanistan. We hebben nog niet dat niveau van geweld, maar we zijn er ook niet ver meer van verwijderd. Mensen staan onder allerlei druk. Denk niet dat we op weg zijn naar meer vrijheid, religieus of anderszins”, verzekerde hij het publiek.
In zijn toespraak in Rome deed hij een oproep aan alle mensen van goede wil in de wereld om de nodige maatregelen te nemen om een einde te maken aan het geweld. “Het gebrek aan gerechtigheid is een gevolg van de afgelopen 60 jaar. Daarin is een grote kloof geslagen tussen de staat en het volk. De mensen vertrouwen de lokale overheid of de internationale gemeenschap niet. Wij vertrouwen alleen op God”, aldus Mourad.
Hij uitte ook zijn bezorgdheid over een mogelijk vredesverdrag met Israël waarbij de Golanhoogte zou worden afgestaan. “Het zou de inwoners van Damascus van hun waterbronnen zou beroven en hen tot slaven zou maken. Wie zou een dergelijk verdrag accepteren? Waar zijn de mensenrechten en waarden die ervoor moeten zorgen dat beslissingen voor beide partijen eerlijk zijn?”
Zijn voorstel is enerzijds “dat de internationale gemeenschap een duidelijk standpunt inneemt over wat er in Syrië gebeurt” en anderzijds dat “alle lokale en internationale instellingen en organisaties die in Syrië actief zijn, samen met culturele instellingen, scholen, universiteiten en instituten werken om de angst die de samenleving in haar greep houdt te overwinnen. We moeten vorming organiseren over de rol van wetgeving bij het tot stand brengen van gerechtigheid en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht van de staat.”
Lokaal organiseert de Kerk in Aleppo fora om mensen op te leiden om een politieke rol te vervullen wanneer de gelegenheid zich voordoet. “Zo dragen ze bij aan en zorgen ze voor een overgang van een autoritair en unipolair regime naar een democratie”. De aartsbisschop benadrukte dat de Kerk zich het recht voorbehoudt om dit te doen “in een land dat zo rijk is aan geschiedenis, beschaving en menselijke waarden.” Wel erkent hij dat katholieken zich momenteel als vreemdelingen in eigen land voelen, wat onaanvaardbaar is.
“Wij zijn u dankbaar, beste vrienden en weldoeners van Kerk in Nood, omdat u het mogelijk maakt om het lijden van behoeftige en vervolgde christenen in Syrië en over de hele wereld te verlichten. Moge de Heer uw werk zegenen, zodat u uw missie kunt blijven vervullen. Wij danken God voor het bestaan van de Kerk, die iedereen herinnert aan de ethiek van gerechtigheid en menselijke waardigheid als hoogste waarde”, besluit aartsbisschop Mourad.
Deze tragische gebeurtenis onderstreept opnieuw de kwetsbare positie van christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Ondanks het geweld blijft Kerk in Nood actief in Syrië, waar het noodhulp en pastorale zorg biedt aan christenen van verschillende denominaties. Denk aan het herstellen van kerken, het ondersteunen van priesters en religieuzen, en het voorzien in eerste levensbehoeften.
“Wij bidden voor genezing, troost en vrede,” aldus Lynch. “Maar we vragen ook om concrete steun van de internationale gemeenschap.”
Uw gift zal de Kerk helpen om de gewonden te helpen, de families van de doden bij te staan, de getraumatiseerden te troosten en te behandelen en andere noden van de kerk en de gelovigen in deze wanhopige en trieste tijd. Met uw donatie helpt u:
Doneer nu voor christenen in Syrië en draag bij aan hoop, herstel en geloof.
Praktiserend christen Mariam Ibrahim werd gearresteerd wegens afvalligheid en overspel omdat de shariawetgeving in Soedan bepaalde dat zij, net als haar vader, moslim was. Ze deelde haar indrukwekkend getuigenis tijdens de publicatie van het Rapport Vrijheid van Godsdienst 2025 van Kerk in Nood (ACN).
Meer dan twintig sprekers uit verschillende delen van de wereld deelden getuigenissen en inzichten over de huidige stand van zaken op het gebied van godsdienstvrijheid tijdens de internationale publicatie van het rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2025 van Kerk in Nood (ACN) op 21 oktober in Rome.
Een van de meest ontroerende bijdragen kwam van Mariam Ibrahim - ook bekend als Mariam Ishag. De Soedanese vrouw werd in 2014 ter dood veroordeeld wegens vermeende afvalligheid en nog eens 100 zweepslagen wegens vermeende overspel, nadat zij had geweigerd haar christelijke geloof af te zweren.
Hoewel Mariam vanwege een last-minute visumprobleem niet naar Rome kon reizen, stuurde zij een videoboodschap vanuit de Verenigde Staten, waar zij nu met haar gezin woont. “Het geeft mij zoveel hoop om getuige te zijn van al dit werk en de belangenbehartiging voor degenen die lijden vanwege hun geloof. Ik ben mijn vrienden bij Kerk in Nood zeer dankbaar dat zij de vervolgden niet vergeten”, zei zij.
Mariam herinnerde zich dat haar beproeving begon in Soedan, waar zij als dochter van een moslimvader en een christelijke moeder volgens de wet van het land automatisch als moslim werd beschouwd. “Ik werd beschuldigd omdat ik als christen was opgegroeid, omdat ik mijn geloof beleed en omdat ik met een christelijke man was getrouwd. Dat werd als een misdaad beschouwd”, legde zij uit.
Tijdens haar zwangerschap en gevangenschap kreeg zij te maken met onvoorstelbare ontberingen. “Ik bracht Kerstmis 2013 door in de gevangenis. Vlak voordat ik werd opgesloten, ontdekte ik dat ik zwanger was. Die eerste nacht in de cel was ik doodsbang en kon ik alleen maar bidden. Mijn moeder was overleden, de familie van mijn vader had mij verstoten en de media noemden mij ‘onrein’, ‘ongelovig’ en ‘de dood waardig’.”
Een van de meest opvallende momenten in haar getuigenis was toen ze beschreef hoe ze haar Bijbel in de gevangenis wist te bewaren: “Ik moest de bladzijden eruit knippen en ze in mijn haar verstoppen, zodat ik ze in de badkamer kon lezen. Dat was de enige plek waar ik hem kon openen zonder ontdekt te worden. Ik draag die gevangenisbijbel nog steeds overal met me mee naartoe.”
Mariam benadrukt de kracht van gebed en het belang van toegang tot Gods Woord voor mensen die worden vervolgd. “Als mensen mij vragen hoe ze voor de vervolgden kunnen bidden, zeg ik: bid dat ze toegang krijgen tot Gods Woord. In veel landen wordt het bezit van een Bijbel gezien als een daad van terrorisme. Maar de Bijbel is geen bedreiging – het is het verhaal van verlossing voor alle mensen.”
De Italiaanse regering en de steun van de internationale gemeenschap maakten haar uiteindelijke vrijlating mogelijk. Voordat ze Soedan verlieten, verbleven Mariam en haar familie een maand lang in de Amerikaanse ambassade in Khartoem.
“Ik ben dankbaar dat mijn kinderen veilig zijn, dat mijn familie veilig is en dat ik nu een missie heb: mijn stem gebruiken voor degenen die nog steeds lijden vanwege hun geloof”, zei ze tijdens de presentatie van het rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2025. “Vervolging brengt onvoorstelbare pijn met zich mee, maar God geeft altijd kracht. Ik bid dat het werk van ACN blijft groeien, dat de wereld naar onze verhalen luistert en dat de Kerk nooit ophoudt te bidden voor degenen die in de gevangenis zitten”, besluit ze.
Uit het rapport rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2025 van ACN blijkt dat meer dan 5,4 miljard mensen – bijna tweederde van de wereldbevolking – in landen leven waar ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid plaatsvinden.
De internationale pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) heeft vandaag, 21 oktober 2025, haar rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2025 gepubliceerd. De bevindingen uit de studie naar de ontwikkelingen in alle 196 landen vormen een waarschuwing voor een zorgwekkende achteruitgang: tweederde van de mensheid – meer dan 5,4 miljard mensen – leeft in landen zonder volledige godsdienstvrijheid.
De studie, die de periode van januari 2023 tot december 2024 bestrijkt, documenteert ernstige schendingen van dit mensenrecht in 62 landen. Daarvan worden 24 landen geclassificeerd als landen waar “vervolging” plaatsvindt en 38 als landen waar “discriminatie” plaatsvindt. Slechts twee landen, Kazachstan en Sri Lanka, laten verbeteringen zien ten opzichte van de vorige editie.
“Het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst – beschermd door artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – staat niet alleen onder druk, maar verdwijnt zelfs in veel landen”, waarschuwt Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood (ACN) International. Lynch benadrukt ook dat dit jaar het 25-jarig jubileum is van het eerste rapport van ACN.
Het rapport identificeert autoritarisme als de belangrijkste drijfveer achter religieuze onderdrukking. In 19 van de 24 landen in de categorie vervolging en in 33 van de 38 landen met discriminatie, passen regeringen systematisch strategieën toe om het religieuze leven te controleren of het zwijgen op te leggen. In China, Iran, Eritrea en Nicaragua maken de autoriteiten gebruik van surveillancetechnologieën, digitale censuur, restrictieve wetgeving en willekeurige detenties om onafhankelijke religieuze gemeenschappen te onderdrukken.
“De controle van het geloof is een instrument van politieke macht geworden”, stelt de samenvatting, waarin een steeds geavanceerdere “bureaucratisering van religieuze onderdrukking” aan de kaak wordt gesteld.
Het rapport waarschuwt dat islamitisch extremisme zich blijft uitbreiden, met name in Afrika en Azië. In 15 landen is het de belangrijkste oorzaak van vervolging en in nog eens 10 landen draagt het bij aan discriminatie. De Sahel is het epicentrum van jihadistisch geweld geworden, met groeperingen als Islamitische Staat – Sahel Provincie (ISSP) en JNIM. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de dood van honderdduizenden mensen, de ontheemding van miljoenen mensen en de verwoesting van honderden christelijke kerken en scholen.
Etnisch-religieus nationalisme leidt ondertussen tot onderdrukking van minderheden in delen van Azië. In India en Myanmar hebben christelijke gemeenschappen en islamitische gemeenschappen te lijden onder agressie en wettelijke uitsluiting. Het rapport omschrijft de situatie in India als vorm van “hybride vervolging” – een combinatie van discriminerende wetten en geweld door volksmenigten, aangemoedigd door politieke retoriek.
De achteruitgang van de godsdienstvrijheid is ook verergerd door gewapende conflicten in landen als Myanmar, Oekraïne, Rusland, Israël en Palestina.
Oorlogen en op religie gebaseerd geweld hebben een stille vluchtelingencrisis veroorzaakt. In Nigeria hebben aanvallen door gewapende groeperingen die banden hebben met geradicaliseerde Fulani-herders duizenden doden veroorzaakt en hele gemeenschappen ontworteld. In de Sahel – met name in Burkina Faso, Niger en Mali – zijn hele dorpen verwoest door islamitische milities. In Soedan heeft de burgeroorlog eeuwenoude christelijke gemeenschappen van de kaart geveegd.
Georganiseerde misdaad is ook een nieuwe vorm van vervolging geworden. Gewapende groeperingen in Mexico en Haïti vermoorden of ontvoeren religieuze leiders en persen parochies af om hun territoriale controle te versterken.
De uitholling van de godsdienstvrijheid strekt zich ook uit tot Europa en Noord-Amerika. In 2023 werden in Frankrijk bijna 1.000 aanvallen op kerken geregistreerd. In Griekenland waren er meer dan 600 gevallen van vandalisme. Soortgelijke pieken werden waargenomen in Spanje, Italië en de Verenigde Staten, en omvatten de ontheiliging van gebedshuizen, fysiek geweld tegen geestelijken en verstoring van religieuze diensten. Volgens Kerk in Nood (ACN) weerspiegelen deze daden een groeiend klimaat van ideologische vijandigheid tegenover religie.
Het rapport documenteert ook een dramatische toename van antisemitische en anti-islamitische daden na de aanslagen van 7 oktober 2023 en de oorlog in Gaza. In Frankrijk steeg het aantal antisemitische incidenten met 1000 procent, terwijl het aantal haatmisdrijven tegen moslims met 29 procent toenam. In Duitsland werden in 2023 4369 incidenten in verband met het conflict geregistreerd, tegenover slechts 61 in het voorafgaande jaar.
In Nederland heeft dr. Gerard de Korte, bisschop van ’s-Hertogenbosch en referent voor Kerk en Samenleving van de Nederlandse bisschoppenconferentie het rapport in ontvangst genomen. Hij onderstreepte het belang van het rapport: "Christus vormt voor een katholiek de “waarheid in persoon” maar de waardigheid van iedere mens vraagt om gewetensvrijheid. Een mens kan alleen in vrijheid en zonder geweld antwoord geven op Gods roepstem om Christus na te volgen."
Volgens de bisschop heet deze visie implicaties: "Levend christelijk geloof vraagt altijd om innerlijke overtuiging. Deze visie impliceert dat een katholiek ook de vrijheid van een ongelovige zal willen verdedigen. De huidige Nederlandse samenleving is multicultureel en levensbeschouwelijk pluriform. Binnen onze bevolking leven verschillende waarheidsclaims. Omwille van de maatschappelijke vrede zijn wij geroepen tot het zoeken van een modus vivendi. Deze plicht tot een vreedzaam samenleven doet geen afbreuk aan de katholieke overtuiging dat God in Jezus Christus onovertrefbaar heeft gesproken en gehandeld. Dialoog en geweldloze missie gaan in een “cultuur van ontmoeting” hand in hand."
Voor het eerst in zijn geschiedenis lanceert Kerk in Nood (ACN) tijdens het evenement een wereldwijde petitie waarmee regeringen en internationale organisaties worden opgeroepen om te zorgen voor een effectieve bescherming van artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, dat iedereen het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst garandeert.
“Waarom deze petitie? Omdat het recht om te geloven – of om volgens je overtuigingen te leven – in 62 landen achteruitgaat. Dat heeft gevolgen voor miljarden mensen. In de afgelopen 25 jaar heeft de organisatie gedocumenteerd – en in de praktijk ervaren - hoe religieuze vervolging gemeenschappen vernietigt, conflicten aanwakkert en miljoenen mensen dwingt te vluchten. Nu meer dan ooit moet de vrijheid van godsdienst wereldwijd worden verdedigd en beschermd”, aldus Lynch, die iedereen opriep de petitie te steunen en daarbij de slogan van dit initiatief noemde: “Vrijheid van godsdienst is een mensenrecht, geen privilege.”
Ondanks deze sombere vooruitzichten benadrukt het rapport van Kerk in Nood (ACN) ook de veerkracht van religieuze gemeenschappen. Zij blijven, zelfs onder vervolging, humanitaire hulp, onderwijs en hoop bieden. In Mozambique en Burkina Faso hebben interreligieuze projecten aangetoond dat geloof een drijvende kracht kan zijn voor verzoening en sociale cohesie.
“Religieuze vrijheid is de thermometer voor alle andere mensenrechten. De achteruitgang ervan duidt op een bredere ineenstorting van fundamentele vrijheden”, concludeert Lynch.
Meer weten over de vrijheid van godsdienst wereldwijd? Kijk op kerkinnood.nl/godsdienstvrijheid voor actualiteiten, artikelen met analyses en achtergronden of vraag de samenvatting met bevindingen uit het rapport aan.
Paus Leo XIV ontving vanochtend een delegatie van Kerk in Nood (ACN) voor een privé-audiëntie in het Vaticaan. Dit ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het rapport over de vrijheid van godsdienst. Voor de gelegenheid werd een voorbeeldexemplaar van het rapport 2025 – dat op 21 oktober – uitkomt, aan de Heilige Vader overhandigd.
Tijdens de audiëntie sprak de paus de leden van de stichting toe met grote dankbaarheid voor hun missie en hun standvastige inzet voor vervolgde christenen. “Uw bezoek komt op het juiste moment. Want onze wereld blijft getuige van toenemende vijandigheid en geweld tegen mensen met andere overtuigingen, waaronder veel christenen.”
“Uw missie verkondigt daarentegen dat wij, als één familie in Christus, onze vervolgde broeders en zusters niet in de steek laten. Integendeel, wij gedenken hen, wij staan aan hun zijde en wij zetten ons in om hun door God gegeven vrijheden te waarborgen”, aldus de paus, die als bisschop in Peru reeds samenwerkte met de Kerk in Nood (ACN) en de stichting goed kent.
De Heilige Vader benadrukte dat “het recht op godsdienstvrijheid niet optioneel maar essentieel is.” “Het is een hoeksteen van elke rechtvaardige samenleving, omdat het de morele ruimte waarborgt waarin het geweten kan worden gevormd en uitgeoefend. Godsdienstvrijheid is dus niet alleen een wettelijk recht of een voorrecht dat ons door regeringen wordt toegekend. Het is een fundamentele voorwaarde die authentieke verzoening mogelijk maakt.”
Paus Leo XIV herinnerde ook aan de oorsprong van Kerk in Nood: “Uit deze overtuiging is uw organisatie ontstaan. Zij werd in 1947 opgericht als reactie op het immense leed dat de oorlog had achtergelaten. Haar missie is vanaf het begin geweest om vergeving en verzoening te bevorderen, en om de Kerk te begeleiden en een stem te geven waar zij in nood is, waar zij wordt bedreigd, waar zij lijdt.”
De Heilige Vader benadrukte ook de tastbare uitdrukking van de missie van ACN over de hele wereld – een missie die geloof omzet in daden door middel van talloze projecten – en sprak zijn dankbaarheid uit voor de steun die hij zelf heeft ontvangen in het bisdom Chiclayo, in Peru:
“Uw inzet strekt zich ook uit tot het ondersteunen van de missie van de Kerk over de hele wereld door gemeenschappen te bereiken die te vaak geïsoleerd, gemarginaliseerd of onder druk staan. Overal waar Kerk in Nood een kapel herbouwt, een religieuze zuster ondersteunt of een radiostation of voertuig ter beschikking stelt, versterkt u het leven van de Kerk en het geestelijke en morele weefsel van de samenleving.”
Tijdens de audiëntie overhandigde de delegatie van Kerk in Nood de Heilige Vader een voorbeeldexemplaar van het binnenkort te verschijnen rapport over godsdienstvrijheid in de wereld 2025. Het rapport wordt op 21 oktober in Rome officieel uitgebracht. Het rapport, dat alle 196 landen bestrijkt en meer dan 1.000 pagina's telt, documenteert de huidige stand van zaken op het gebied van godsdienstvrijheid en vervolging wereldwijd.
De delegatie werd geleid door kardinaal Mauro Piacenza, internationaal voorzitter, en door Regina Lynch, uitvoerend president van de stichting. Ook aanwezig waren leden van Kerk in Nood (ACN) Internationaal, waaronder de Nederlander Guido Vergouwen, enkele vertegenwoordigers van nationale kantoren en de leiding van de redactiecommissie van het rapport Vrijheid van Godsdienst in de wereld 2025.
Hij prees het rapport van Kerk in Nood over religieuze vrijheid in de wereld als “een krachtig instrument om het bewustzijn te vergroten... [dat] getuigt, een stem geeft aan degenen die geen stem hebben en het verborgen lijden van velen aan het licht brengt”.
De paus sloot af met een bemoedigende boodschap: “Word niet moe het goede te doen (cf. Gal 6:9), want uw dienstbaarheid draagt vrucht in talloze levens en geeft eer aan onze Vader in de hemel... Moge de Heilige Maagd Maria, Moeder van de Hoop, u en allen die lijden nabij blijven.”
Als symbool van “hoop en geloof dat standhoudt ondanks het lijden”, overhandigde Regina Lynch de Heilige Vader een icoon. Deze is gemaakt van het hout van het verwoeste plafond van de Maronitische kathedraal van Sint-Elias in Aleppo. De kathedraal raakte tijdens het conflict in Syrië zwaar beschadigd. Met de steun van donateurs van Kerk in Nood (ACN) werd deze gerestaureerd.
De icoon staat voor de veerkracht van christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten en de hernieuwing van het geloof te midden van verwoesting. Het is een getuigenis van de missie die centraal staat bij Kerk in Nood (ACN): het begeleiden van de vervolgden en het herbouwen van de Kerk waar zij lijdt.
Meer informatie over de vrijheid van godsdienst in de wereld vindt u hier.
Op 1 oktober begint in Burkina Faso het nieuwe schooljaar. Voor duizenden kinderen is dit echter geen vanzelfsprekendheid. In regio’s als Fada N’Gourma en Pama houden terreuraanslagen gezinnen uit elkaar. Mijnen en geweld maken de wegen onbegaanbaar. Jongeren vragen zich af of ze nog een toekomst hebben in hun eigen land.
Vorig jaar konden 222 kinderen uit Pama dankzij Kerk in Nood (ACN) hun schoolgeld betalen. Dit jaar hoopt broeder Alain Toughma van de Missionaire Broeders van het Platteland opnieuw op steun voor ‘zijn’ 235 leerlingen – allemaal afkomstig uit gezinnen die moesten vluchten.
Naast onderwijs ontving de bevolking ook voedselhulp: maïs, rijst, zout en olie hielden honderden gezinnen letterlijk in leven. “Dat heeft veel levens gered,” zegt broeder Alain dankbaar.
Sinds 2015 zucht Burkina Faso onder terreur. Vooral jongeren vragen zich af hoe ze een toekomst kunnen opbouwen. Paus Franciscus riep hen vorig jaar op om “op hun eigen plek vrede te stichten”. Dat geeft hoop, benadrukt broeder Alain: “Investeren in jongeren is nooit tevergeefs. Daarom danken wij de weldoeners van Kerk in Nood, die onderwijs en voedselhulp mogelijk maken.”
De broeders vragen nu ook hulp voor geestelijke en psychologische zorg. De bevolking lijdt onder zware trauma’s. Daarom willen zij een centrum oprichten nabij de hoofdstad Ouagadougou, om mensen te helpen verwerken wat zij hebben meegemaakt – ook wanneer vrede terugkeert.
Hoewel sommige regio’s rustiger lijken, blijft het oosten van Burkina Faso extreem gevaarlijk. Dorpen zijn onbewoonbaar, landbouwgrond is met mijnen bezaaid en priesters kunnen gebieden alleen bereiken per vliegtuig of in een konvooi onder begeleiding van het leger. Terroristen maken gebruik van drones en afstandsbommen, wat het werk van leger en vrijwilligers bemoeilijkt.
Ondanks alles groeit de Kerk. In oktober legden zes novicen hun eerste geloften af en werden vier jonge mannen postulant. Ook jongeren uit Togo en Benin sluiten zich aan. “Er is zeker een rustige periode,” zegt broeder Alain voorzichtig. “Maar de vijand is onvoorspelbaar. Toch hervestigen steeds meer mensen zich in dorpen en blijven wij hen nabij – met geloof, onderwijs en voedsel.”
Een bezoek van een priester brengt vaak hun hoop, geloof en vertrouwen in God terug.

Paus Leo XIV heeft dinsdag in het Vaticaan zijn pauselijke vertegenwoordigers van over de hele wereld ontvangen. Hij riep hen op om het gezicht te zijn van de liefde van de Kerk voor de wereld, en om zich in te zetten voor mensen in nood en voor de godsdienstvrijheid.
Paus Leo XIV overhandigde elke vertegenwoordiger een ring met de inscriptie "sub umbra Petri" – onder de schaduw van Petrus. De paus benadrukte daarbij: “Voel je altijd verbonden met Petrus, beschermd door Petrus, gezonden door Petrus. Alleen in gehoorzaamheid en werkelijke gemeenschap met de paus kan jullie zending vruchtbaar zijn.”
De paus noemde de vertegenwoordigers een weerspiegeling van de universaliteit van de katholieke Kerk. Hij onderstreepte daarbij de unieke eenheid van het Vaticaanse diplomatieke corps. “De diplomatie van de Heilige Stoel is op zichzelf al een model van de boodschap die zij uitdraagt: menselijke broederschap en vrede.”
Hij prees hun pastorale stijl en deskundigheid in het inschatten van situaties in verschillende landen. Paus Leo verwees naar zijn voorganger Paulus VI, die zelf diplomaat was: “Door zijn vertegenwoordigers wordt de paus deelnemer aan het leven van zijn kinderen.”
Hij benadrukte in zijn toespraak aan pauselijke vertegenwoordigers dat hun werk essentieel is voor het uitdragen van de missie van vrede, menselijke waardigheid en universele broederschap. Hij onderstreepte daarbij het belang van godsdienstvrijheid als heilig recht: het geloof in God moet beschermd worden, zelfs – en vooral – in tijden van oorlog en onrecht.
Aan de hand van het Bijbelverhaal over de genezing van de lamme man door Petrus, riep de paus op tot relationeel werk. “Wees altijd de blik van Petrus! Bouw relaties op waar het het moeilijkst is.” Liefde geven in naam van Christus betekent volgens hem: “Getuigen van een liefde die tot alles bereid is.”
Meer weten? Lees ook het nieuws over godsdienstvrijheid in ons dossier godsdienstvrijheid. Of vraag de samenvatting aan van ons rapport godsdienstvrijheid. Daarin vindt u een overzicht van de ontwikkelingen voor alle landen en alle grote godsdiensten, case studies en achtergronden.

Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
"Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie", verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit - met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi's. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
"De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land", aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. "Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop", besluit aartsbisschop Bashar Warda.
"Ik vraag dat God het werk van Kerk in Nood wil zegenen."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
Telefoonnummer call centre (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland

COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD