Kerk in Nood steunt heel bewust katholieke zomerkampen. Zo organiseert ook het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem katholieke zomerkampen voor kinderen. Sinds het begin van de oorlog in Gaza zijn deze kampen nog belangrijker geworden, maar dit jaar, met de extra stress van het open conflict met Iran in juni, was de verlichting voor de kinderen en jongvolwassenen meer dan welkom.
Raketten uit Iran
Fr. Louis Salman is kapelaan van de organisatie Youth of Jesus’ Homeland (YJH), die jonge christenen in de Westelijke Jordaanoever bijstaat. Hij was met een groep jonge kinderen op een zomerkamp voor kinderen toen Iran voor het eerst raketten op Israël afvuurde. De angst die iedereen op dat moment voelde was overweldigend.
De kinderen waren bang
“De raketten begonnen een dag na het begin van ons kamp te vliegen. Natuurlijk waren ze bang. Hun ouders belden ons om te zeggen dat ze naar huis wilden. Maar we hebben hen overtuigd om ze te laten blijven”, vertelt pater Louis Salman aan Kerk in Nood.
"Uiteindelijk bleek dat een goede beslissing te zijn, zegt hij. “We kregen 10-15 minuten voor elke aanval een bericht via het telefoonnetwerk. Daardoor konden we hen op tijd in de zaal verzamelen en een feestelijke sfeer creëren. Daar konden we met hen over Jezus praten. De raketten boven hun hoofd hoefden ze dan niet te zien. Het was beter voor hen om bij ons te zijn dan thuis. We waren daar als gemeenschap, we hadden plezier en hen hielpen om niet bang te zijn. Maar het was toch een heel vreemde ervaring”, legt de jonge priester uit.
Verschillende katholieke zomerkampen voor kinderen
De YJH organiseert in totaal vijf verschillende kampen voor 500 jongeren in verschillende leeftijdsgroepen Daaronder is een kamp voor werkende jongeren onder de 22. Geloofsvorming is een belangrijk onderdeel van de katholieke zomerkampen voor kinderen. "Bovenal", zegt pater Salman, "geven de kampen jonge christenen in de Westelijke Jordaanoever een voorproefje van een ander leven. Dat is zo belangrijk, omdat ze vrijheid ademen. Thuis kunnen ze hun vrienden niet bezoeken vanwege de wegversperringen en controleposten. Voor hen is het dus belangrijk om daar te zijn.”
Ondertussen vinden er ook andere kampen plaats in het Heilige Land voor jonge Hebreeuws-sprekende katholieken die met totaal andere realiteiten en uitdagingen worden geconfronteerd
Zomerkampen voor kinderen zonder papieren
Monika Faes is coördinator bij het vicariaat St. James. Ze vertelt Kerk in Nood (ACN) hoe belangrijk deze kansen zijn voor de kinderen van de gemeenschap. “De meeste kinderen die naar de kampen gaan, zijn migranten zonder papieren. Ze zijn al getraumatiseerd door de voortdurende angst om te worden uitgezet. Nu moesten ze twaalf dagen in schuilkelders doorbrengen. Door hen naar de kampen te brengen krijgen ze de kans om weer gewoon kind te zijn! Want we houden heel bewust rekening met hun trauma's.
Catechese op zomerkampen
“Gedurende het hele jaar organiseren wij catechese. Dat wordt in deze kampen voortgezet. We hebben geweldige reacties gekregen. Sommigen van hen vertelden hoe belangrijk het voor hen was om deze momenten van verbondenheid met God te hebben. Of ze vertellen dat ze blij zijn dat het pastorale team en de priesters er waren. Dit is erg belangrijk voor hen omdat ze zo'n minderheid vormen. Ze zijn een minderheid omdat ze geen papieren hebben. Soms hebben ze het gevoel dat ze hier niet thuishoren. Ze zijn ook een minderheid omdat ze christenen zijn. Het geeft hen dus echt kracht om met Jezus te blijven wandelen."
Kerk in Nood steunt katholieke zomerkampen voor kinderen
Monika Faes en pater Louis Salman dienen heel verschillende gemeenschappen. Ze worden met verschillende uitdagingen geconfronteerd. Maar ze zijn het erover eens dat het zonder de financiële steun van Kerk in Nood niet mogelijk zou zijn om deze katholieke zomerkampen voor de kinderen in het Heilige Land te organiseren. “Deze hulp is van levensbelang. Die ouders werken hard, maar ze kunnen niet het hele bedrag betalen om hun kinderen naar de kampen te sturen. De extra kosten worden altijd gedekt door het vicariaat. We zijn echt een klein vicariaat, dus we zijn Kerk in Nood heel dankbaar”, zegt Monika Faes.