Burgeroorlog, economische crisis, politieke instabiliteit en de pandemie hebben de bevolking van het Midden-Oosten geteisterd. Velen zien geen toekomstperspectief meer en honderdduizenden zijn naar het buitenland gevlucht of leiden een miserabel leven als binnenlandse ontheemden. De regio blijft een prioriteit voor Kerk in Nood. Het primaire doel van onze hulp is om de Christenen er hoop te geven en hen te steunen om in hun thuisland te blijven, de bakermat van het christendom.
Veel Christenen in het Midden-Oosten lijden nog steeds onder de gevolgen van oorlog en IS-terreur. Ook de economische en politieke situatie boezemt de mensen angst in, zodat velen een betere toekomst in het buitenland blijven overwegen. Regelmatig ontvangen we berichten over aanslagen, intimidatie door milities en verhalen over de misère die het gevolg is van een mengeling van sancties, verwoesting en corruptie.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was... of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Een lichtpuntje voor de christenen in het Midden-Oosten was de reis van de paus naar Irak in maart 2021. Het bezoek bemoedigde de gelovigen en bood hen nieuw zelfvertrouwen - niet alleen in Irak zelf, maar in het hele Midden-Oosten. Christenen nieuwe hoop geven is ook ons doel in de regio. Zo konden we in 2021 voor meer dan 10,8 miljoen euro projecthulp verlenen in de prioritaire landen Syrië en Libanon. Dit omvatte noodhulp voor voedsel en medicijnen, steun voor senioren en studenten, materiële hulp voor zusters, Misintenties voor priesters en fondsen voor de wederopbouw van pastorale structuren, alsmede noodhulp voor kerkelijke scholen en ziekenhuizen.
Het Bailasan Counselling Centre is de eerste katholieke instelling voor psychosociale en geestelijke gezondheidszorg die zich uitsluitend richt op het helpen van de christelijke gemeenschap. Psycholoog Albert Khader Hani vertelt over de noodzaak van het centrum in Bethlehem.
Uit een enquête onder bijna 300 Palestijnse christenen, die tussen oktober en december 2023 werd gehouden, net toen de Gaza-oorlog uitbrak, bleek dat 60 procent van de respondenten behoefte had aan geestelijke gezondheidszorg en counselingsessies.
Groeiend wantrouwen
De medewerkers van het Bailasan Counselling Centre, die werken op de Westelijke Jordaanoever, geloven dat als de enquête vandaag herhaald zou worden, het aantal aanzienlijk hoger zou zijn. De oorlog tussen Israël en Hamas vindt plaats in Gaza, maar de gevolgen ervan zijn voelbaar in het hele Heilige Land en het hele Midden-Oosten.
De samenleving, die al lange tijd gebukt gaat onder bittere en langdurige tegenstellingen en wederzijds wantrouwen, raakt daardoor nog verder verdeeld. Voor christenen op de Westelijke Jordaanoever wordt de situatie nog verergerd door het feit dat zij een krimpende minderheid vormen ten opzichte van een overwegend islamitische bevolking die de laatste jaren tekenen van toenemende radicalisering vertoont.
Eigen christelijke identiteit
Tijdens een bezoek van een delegatie van Kerk in Nood (ACN), waarvan de weldoeners de restauratie en een werkgelegenheidsprogramma in het centrum financieren, beschreef psycholoog Albert Khader Hani de huidige situatie: “We hebben te maken met verschillende problemen, waaronder bezetting en geweld. De oorlog beïnvloedt alle aspecten van het leven van de mensen hier, vooral de Palestijnse christenen.”
“Het is onze verantwoordelijkheid als leidende Palestijnse christenen om met hen samen te werken, want er zijn hier veel centra voor geestelijke gezondheidszorg, maar die richten zich niet exclusief op de christelijke gemeenschap. We hebben onze eigen identiteit, en die willen we redden, en onze visie met hen voortzetten, om veilig te kunnen leven.”
Stigma bestrijden
Geconfronteerd met deze situatie en de zeer beperkte oplossingen die het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid voorstelde, besloot het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem om in juni 2024 het Bailasan Counselling Centre te openen. Het team van het centrum - waaronder personeel dat is aangenomen via het door weldoeners gefinancierde werkgelegenheidsprogramma - heeft zijn handen al vol, ondanks de culturele taboes met betrekking tot geestelijke gezondheid.
“We proberen het stigma te bestrijden; sommige mensen zijn bang om hierheen te komen. Mensen denken dat ze veroordeeld zullen worden, ze zijn bang om hun probleem te delen,” zegt zuster Lorena Cecilia, een Mexicaanse Comboni missionaris met een diploma in psychologie.
“Je kunt niet buiten je cultuur leven. Als familie zijn we bang om in verband gebracht te worden met geestelijke gezondheidsproblemen. We kennen elkaar allemaal, dus we zijn terughoudend om hulp te zoeken. Ons werk hier is dus niet gemakkelijk! Desondanks gaat het veel beter dan voorheen. En het succes van ons werk heeft al een verandering in de cultuur teweeggebracht,” voegt Albert Khaled Hani toe.
“Fysiek zijn ze hier, mentaal elders”
Een oplossing die het centrum heeft gevonden is om niet te wachten tot de mensen naar het centrum komen, maar om de gemeenschap te ontmoeten waar ze is. Daartoe gaan de medewerkers naar jeugdgroepen, scoutinggroepen, steungroepen voor moeders van kinderen met speciale behoeften, parochies en scholen.
Het werk met jonge mensen is vooral belangrijk, zegt zuster Lorena, omdat velen van hen er zo op gebrand zijn om hun thuisland te verlaten, dat ze het heden verwaarlozen. “Een groot probleem is de scheiding van gezinnen, ouders in het buitenland of kinderen die van plan zijn om naar het buitenland te gaan. Jonge meisjes stellen zich bijvoorbeeld niet voor dat ze hier wonen. Dat leidt tot problemen in de manier waarop ze hun leven leiden, hun dagelijkse beslissingen zijn gericht op een uiteindelijk vertrek. Fysiek zijn ze hier, mentaal denken ze alleen maar aan emigreren.”
Christelijke waarden
Het Bailasan Centrum, dat gevestigd is in een voormalig klooster, is momenteel het enige door christenen gerunde gezondheidscentrum dat zich uitsluitend richt op christenen. “Dit soort werk, met christelijke waarden, is nog nooit eerder gedaan. Wij zijn niet zoals andere centra; wij zijn gebaseerd op de Bijbel. Als een niet-christen bij ons komt, verwijzen we hem door naar een ander centrum,” zegt Hala Batarseh, een maatschappelijk werkster die oorspronkelijk uit Bethlehem komt.
Het gebouw heeft een mooie en rustige heilzame tuin aan de achterzijde, onderhouden via het werkgelegenheidsprogramma. Ook dit groen is “bailasan”, Arabisch voor “balsem.” De naam van het centrum is geïnspireerd op Jeremia 8:22 “Is er geen balsem in Gilead, is daar geen geneesheer? Waarom wordt dan de gezondheid van de dochter van mijn volk niet hersteld?” Het personeel van het Bailasan centrum wil een verzachtende balsem zijn voor de psychologische problemen van een getraumatiseerd volk in een door oorlog verscheurde regio.
De hoofden van de christelijke kerken in het Heilig Land hebben officieel geprotesteerd tegen een hernieuwde poging van de staat Israël om hen te dwingen bepaalde belastingen te betalen. Het meest dringende geval op dit moment heeft betrekking op de Armeense Kerk, maar er zijn veel gevallen waarbij katholieke instellingen betrokken zijn.
De patriarchen en hoofden van lokale Kerken in Jeruzalem hebben een officiële verklaring uitgegeven waarin ze de meest recente poging van de gemeente Jeruzalem veroordelen om kerken te dwingen de gemeentelijke belasting te betalen die bekend staat als “Arnona”. Volgens de verklaring, uitgegeven op 19 februari, zijn de acties van de gemeente “juridisch dubieus en moreel onaanvaardbaar.”
Dwangbevel met grote consequenties
De lokale overheid heeft een gerechtelijk bevel uitgevaardigd tegen het Patriarchaat van de Armeens-Apostolische Kerk. Als dit dwangbevel succesvol is, zal de gemeente de eigendommen van de Kerk overnemen vanwege vermeende onbetaalde belastingen. De Armeens-Apostolische Kerk is een van de kleinste Kerken met een historische aanwezigheid in het Heilige Land. Ook de katholieke Kerk en de Grieks-orthodoxe Kerk worden echter door deze kwestie getroffen. Over de vraag of kerken vrijgesteld moeten worden van bepaalde belastingen, waaronder Arnona, wordt al tientallen jaren gedebatteerd.
De relaties tussen de christelijke kerken en de staat in Israël worden geregeld door een overeenkomst die bekend staat als de “status quo.”, Deze dateert nog uit de tijd van het Ottomaanse Rijk. Maar “de status quo-overeenkomst is een politieke verklaring”, aldus Sami el-Yousef, CEO van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem, in gesprek met Kerk in Nood (ACN). “Als je naar de eigenlijke wet kijkt, is er niets dat zegt dat onze instellingen zijn vrijgesteld. Als we naar de rechter stappen, zullen we waarschijnlijk verliezen. De kwestie vereist dus een politieke oplossing. Maar alle kerken zullen failliet gaan als we volgens de wet moeten betalen.”
Lange onderhandelingen
“Kerken worden onder druk gezet als het gaat om het betalen van belastingen. De gesprekken tussen het Vaticaan en de staat Israël begonnen in 1994 en hadden in 1996 afgerond moeten zijn, maar ze zijn nog steeds aan het onderhandelen,” legt Sami el-Yousef uit.
In het specifieke geval van het Armeens Patriarchaat beweren de kerken echter dat de gemeente de juiste procedure niet heeft gerespecteerd. “Bijzonder verontrustend is de poging van de gemeente om een schuldbekentenis af te dwingen zonder gerechtelijk onderzoek. Dit in weerwil van de regeringscommissie die is opgericht om in goed vertrouwen over dergelijke zaken te onderhandelen.” Een gezamenlijke verklaring van de patriarchen en hoofden van lokale kerken in Jeruzalem stelt dat deze “roekeloze zet” het orthodoxe Armeense patriarchaat in gevaar brengt en een precedent schept dat christelijke instellingen in het hele Heilige Land in gevaar zou kunnen brengen.
Gemeente eiser, rechter en uitvoerder
In een afzonderlijke verklaring klaagt het Armeense Patriarchaat dat het bedrag dat door de incassomedewerker van de gemeente wordt geëist, verwijst naar vermeende schulden die dateren uit 1994, maar de verjaringstermijn negeert en eigendommen omvat die in feite worden verhuurd aan de gemeente zelf, die miljoenen shekels aan achterstallige huur verschuldigd is. De incassomedewerker wordt ervan beschuldigd “als eiser, rechter en uitvoerder op te treden, alles in één en de belangen van zijn werkgever - de gemeente - te dienen”.
George Akroush, directeur van het ontwikkelingskantoor van het Latijns Patriarchaat in Jeruzalem, legt Kerk in Nood uit hoe de gemeente werkt. “We hebben grote organisaties met kerken, conferentiezalen, vormingscentra en misschien een klein pension en een kleine souvenirwinkel. Ze zeggen dat omdat er een pension of souvenirwinkel is, deze belasting moet betalen. Maar ze rekenen het hele gebied mee.”
Tekorten bij sociale diensten kerken
In hun onderhandelingen hebben de kerken de onschatbare sociale rol benadrukt die ze hebben. “Als we gedwongen worden om te sluiten, betekent dit een enorme last voor de staat zelf. Er zijn niet genoeg scholen, bejaardentehuizen, centra voor mensen met een handicap, weeshuizen, culturele centra, ziekenhuizen of andere sociale diensten om de bevolking te dienen”, aldus Akroush.
“De Kerken, die hier al eeuwen waren voordat de staat Israël werd opgericht, bestrijken deze gebieden, en daarom moeten ze worden vrijgesteld. Als Israël deze belastingen oplegt, zullen verschillende diensten worden stopgezet, omdat het voor de Kerk onmogelijk zal zijn om de operaties te betalen. We werken al met een tekort en hebben internationale steun nodig. Dit zou een einde maken aan verschillende vitale diensten die worden verleend aan de allerarmsten. Zij zullen degenen zijn die eronder lijden.”
Bankrekeningen bevroren
In Jeruzalem zijn er vier zaken waarbij katholieke instellingen betrokken zijn en er zijn er meer in andere delen van Israël. “Ze hebben de bankrekeningen van de scholen van het Latijns Patriarchaat in Haifa bevroren. Niemand komt voor ons op, dus moesten we onderhandelen. We zijn erin geslaagd om het bedrag te verlagen van twee miljoen shekels [meer dan €500.000] naar 500.000 NIS (€134.000), door een overeenkomst te tekenen die ons niet verplicht om belastingen te betalen, maar spreekt over gemeentelijke bijdragen. Wat gaat er volgend jaar gebeuren? We hebben niet langer de bescherming die we dachten te hebben,” aldus Sami el-Yousef tegenover Kerk in Nood.
“Dit is een duidelijke poging van de gemeente om het Armeens Patriarchaat te ondermijnen door het economisch onder druk te zetten, met als doel de aanwezigheid van het Patriarchaat in het Heilige Land te verminderen. Een gerechtelijke uitspraak over de vermeende schuld van Arnona zou een gevaarlijk precedent scheppen en zou ook van toepassing zijn op andere christelijke gemeenschappen. Dit zou een zeer negatieve impact hebben op de algemene christelijke aanwezigheid in het Heilige Land,” aldus de verklaring van het Armeense Patriarchaat.
Oproep tot politieke oplossing
In hun eigen verklaring van 19 februari roepen de patriarchen en hoofden van kerken op tot een politieke oplossing. “Het aanvallen van één Kerk is een aanval op alle Kerken. We kunnen niet zwijgen terwijl de fundamenten van ons christelijk getuigenis in het land van Christus' bediening worden aangetast. We roepen premier Benjamin Netanyahu, minister van Binnenlandse Zaken Moshe Arbel en minister Tzachi Hanegbi op om onmiddellijk in te grijpen, alle gerechtelijke procedures te bevriezen en ervoor te zorgen dat de onderhandelingen binnen de bovengenoemde regeringscommissie worden hervat om in de geest van rechtvaardigheid tot een minnelijke oplossing te komen met betrekking tot deze kwestie.”
Kerk in Nood (ACN) spreekt haar diepe bezorgdheid uit over het escalerende geweld in Syrië. Met name in de kustregio zijn honderden burgers het slachtoffer geworden van aanvallen. De situatie heeft een sfeer van angst en onzekerheid gecreëerd, ook voor christelijke gemeenschappen, die het afgelopen decennium al zwaar hebben geleden.
Bronnen in Latakia die dicht bij Kerk in Nood (ACN) staan en om veiligheidsredenen anoniem willen blijven, beschrijven afgelopen vrijdag als “een zeer zwarte en pijnlijke dag” in de steden Tartus, Banias, Jabla en Latakia en omliggende dorpen. “Er zijn bloedbaden tegen Alawieten, vaak lukraak, als reactie op een hinderlaag van enkele Alawitische militanten waarbij ongeveer 20 leden van de nieuwe veiligheidstroepen werden gedood.”
Ook christenen slachtoffer
“Het aantal slachtoffers is erg triest; de meerderheid waren burgers, meer dan 600, die het leven lieten. Onder hen jongeren, vrouwen, universiteitsartsen en apothekers. Sommige families werden met hun kinderen in koelen bloede gedood.” Onder de doden waren ook leden van christelijke gemeenschappen, zoals “een vader en zoon van een evangelische kerk in Latakia, die in hun auto werden aangehouden en gedood, evenals de vader van een priester in Banias.”
Verder blijkt uit de berichten dat veel huizen en voertuigen zijn geplunderd. Ook christenen werden daarbij getroffen. Sommige families zijn gedwongen hun toevlucht te zoeken in de huizen van soennitische vrienden. “In het christelijke dorp Belma, waar geen wapens zijn en de meeste inwoners bejaard zijn, doorstond de bevolking twee dagen van terreur. Daarbij werd de integriteit van huizen geschonden en werden ook eigendommen gestolen.”
Grote bezorgdheid
Ondertussen heeft het Apostolisch Vicariaat van de Latijnse Gemeenschap in Syrië een verklaring uitgegeven waarin het zijn grote bezorgdheid uit over deze aanvallen op onschuldige burgers. In de brief, ondertekend door Bisschop Hanna en gedateerd 9 maart 2025, staat het volgende:
“Wij sluiten ons aan bij de stem van elke eerlijke en patriottische persoon in dit land, en benadrukken onze afwijzing van alle vormen van geweld, wraak en vergelding op basis van sektarische en religieuze gronden. We doen een beroep op de autoriteiten van het land om snel een einde te maken aan deze aanvallen, die in strijd zijn met alle menselijke, morele en religieuze waarden.”
De verklaring vermeldt ook de belofte van president Ahmed Al-Sharaa om degenen die burgers aanvallen ter verantwoording te roepen en om “de noodzakelijke overgangen om het land naar veiligheid te leiden” door te voeren. Verder herhaalt hij de toewijding aan de territoriale eenheid van Syrië en verwerpt hij elke poging om het land te verdelen.
Dringende oproep aan president
In zijn homilie over de zondag van de orthodoxie, uitgesproken op 9 maart 2025 in de Mariamitische kathedraal in Damascus, ging patriarch Johannes X ook in op het geweld in de kustregio en deed hij een dringende oproep aan president Al-Sharaa:
“De tragische gebeurtenissen die zich afspelen in de kustregio van Syrië hebben het leven geëist van vele burgers en veiligheidspersoneel en zijn talloze anderen gewond geraakt. De meerderheid van de slachtoffers was echter niet aangesloten bij militante groeperingen. Het waren onschuldige, ongewapende burgers, waaronder vrouwen en kinderen. De heiligheid en waardigheid van de mensen zijn geschonden, en de slogans en gezangen die worden gebruikt, zaaien verdeeldheid, wakkeren sektarisme aan en ondermijnen de vrede onder de burgers.”
Maria icoon vernield
Hij verwees naar de plunderingen en het geweld in Banias, in de wijk Al-Qusour, waar “bewoners gedwongen werden hun huizen te verlaten om vervolgens geëxecuteerd te worden, waarna hun bezittingen gestolen werden.” Ook hekelde hij de ontheiliging van religieuze symbolen. “Het icoon van de Maagd Maria is vernield, vertrapt en ontheiligd. Zij is de Maagd Maria, die alle moslims samen met ons eren, en aan wie de Heilige Koran een heel hoofdstuk heeft gewijd - Surah Maryam - waarin wordt bevestigd dat God haar heeft uitgekozen en haar de meest geëerde van alle vrouwen ter wereld heeft gemaakt.”
In een toespraak tot president Al-Sharaa drong de patriarch aan op het herstel van veiligheid en stabiliteit voor alle Syriërs zonder onderscheid, bevestigde hij zijn afwijzing van sektarisme en riep hij op tot nationale eenheid en vreedzame coëxistentie.
Oproep tot gebed
Met de recente crisis wordt de christelijke gemeenschap, evenals andere minderheden in Syrië, opnieuw geconfronteerd met groeiende onzekerheid over de machtsovername door Hay'at Tahrir al-Sham (HTS). Het geweld toont hun kwetsbaarheid in verschillende regio's van het land. In het licht van deze tragedie heeft Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood, een oproep tot gebed gedaan:
“In deze momenten van pijn en lijden wenden we ons tot de enige echte bron van vrede: het gebed. We vragen alle gelovigen om hun stem te verheffen tot de Heer, vertrouwend op zijn liefde en kracht om troost te brengen aan hen die dat het meest nodig hebben. Moge Onze-Lieve-Vrouw van Syrië de mensen in dit land beschermen, dat de afgelopen tien jaar te veel wonden heeft opgelopen. Nu moeten we meer dan ooit bidden voor de genezing en de toekomst van het land. Moge het geloof ons verenigd houden en moge de hoop in Christus deze lijdende natie verlichten.”
In Gaza heerst momenteel een broze vrede, maar een bezoekende delegatie van Kerk in Nood (ACN) ontdekte dat de situatie op de Westbank er niet beter op is geworden voor christenen, die moeite hebben om redenen te vinden om in de toekomst te hopen.
Het duurt ongeveer 20 minuten om van Ain 'Arik naar Ben Gurion Airport te rijden. Althans het zou kunnen, ware het niet dat er wegversperringen zijn en dat Palestijnen sinds het begin van de oorlog in Gaza geen gebruik meer mogen maken van Ben Gurion.
Nieuw normaal
De gevolgen van deze obstakels zijn zeer reëel voor de 85 jonge Palestijnse christenen die van plan zijn om naar Rome te reizen voor het Jubeljaar van de Jeugd in juli en augustus. In plaats van een ritje van 20 minuten naar het vliegveld, moeten ze nu een busrit van een nacht naar Jordanië maken en de kosten flink verhogen.
Dit is het nieuwe normaal in de Palestijnse gebieden in het Heilige Land, vertelde pater Louis Salman, die verantwoordelijk is voor het pastorale jongerenpastoraat in de hele Westelijke Jordaanoever, Gaza en Jeruzalem, aan een delegatie van Kerk in Nood (ACN) die het Heilige Land bezocht. Door de reisbeperkingen voelen de mensen zich geïsoleerd en opgesloten, door het gebrek aan werkgelegenheid zijn hun vooruitzichten beperkt en door de voortdurende blootstelling aan geweld zijn ze getraumatiseerd.
Beveiliging verder verscherpt
Met het staakt-het-vuren dat onlangs in Gaza van kracht werd, ziet de toekomst er misschien wat rooskleuriger uit voor christenen in het Heilige Land? “Eerlijk? Voor ons, op de Westelijke Jordaanoever, heeft het staakt-het-vuren de situatie alleen maar erger gemaakt,” vertelt priester Louis.
“Sinds het staakt-het-vuren hebben ze nog meer wegen afgesloten en reizen nog moeilijker gemaakt. De weg van Jifna naar Zababdeh duurde vroeger ongeveer twee uur, nu vier uur,” legt de in Jordanië geboren priester uit. In het kader van het staakt-het-vuren verplichtte Israël zich om Palestijnse gevangenen vrij te laten, van wie er velen terugkeerden naar de Westelijke Jordaanoever. “Vanwege de gevangenenruil hebben ze de beveiliging verscherpt.”
Meer annexaties van land
Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, de Latijnse patriarch van Jeruzalem, is het hiermee eens. “Absoluut, de situatie op de Westelijke Jordaanoever is slechter. Toen het staakt-het-vuren in Gaza inging, begonnen ze operaties op de Westelijke Jordaanoever, met honderden controleposten en operaties in Jenin (een belangrijke Palestijnse stad).”
Sami El-Yousef van het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, onderbouwt de standpunten met feiten. “We hebben meer annexaties van land gezien op de Westelijke Jordaanoever, evenals de uitzetting van ongeveer 16.000 mensen uit vluchtelingenkampen in Jenin, waarbij de fysieke infrastructuur met de grond gelijk is gemaakt, zodat ze nergens naar terug kunnen keren. De Westelijke Jordaanoever is nu volledig gefragmenteerd met 185 poorten en meer dan 900 controleposten, maar door wat er in Gaza gebeurt, krijgt dit alles niet veel internationale aandacht.”
Bijdrage aan samenleving
“Ik weet niet hoe we nog overeind staan. Het tij is erg tegen ons,” zei Sami El-Yousef. Toch probeerde hij een lichtpuntje in de hele situatie te vinden. “Als Kerk hebben we het gevoel dat we sterker zijn dan anderhalf jaar geleden, vooral door onze bijdragen aan de maatschappij in het algemeen. We waren in staat om onze diensten in stand te houden, op sommige punten uit te breiden en de gemeenschappen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever te dienen die het zwaarst getroffen waren door de oorlog, en we bereiden ons voor om na de oorlog nog meer van dienst te kunnen zijn.”
Hij legt uit dat het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, nadat patriarch Pizzaballa de bezorgdheid had geuit dat de mensen in Gaza te lijden hadden onder een gebrek aan verse producten, erin geslaagd was om de levering van fruit en groenten aan Gaza gedurende enkele maanden veilig te stellen, en niet alleen aan de kleine gemeenschap van christenen die nog steeds in de katholieke en orthodoxe compounds wonen.
“Tot op de dag van vandaag praten mensen over hoe de Kerk voor hen opkwam. In overeenstemming met de wensen van de patriarch hebben we onze vrijgevigheid uitgebreid naar onze buren. We zijn erg trots op wat we in deze periode hebben gedaan,” legt Sami El-Yousef uit.
Hulp van weldoeners Kerk in Nood
Veel van dit werk is alleen mogelijk geweest dankzij de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), een feit dat de CEO van het Latijnse Patriarchaat met grote dankbaarheid vermeldt. “De afgelopen anderhalf jaar hebben bevestigd wat wij christenen al wisten, namelijk dat we vrienden over de hele wereld hebben, die ons niet alleen met geld helpen, maar ook met morele steun,” legde hij uit.
Ondertussen maakt de omgeving in het Heilige Land pater Louis Salman vastberadener om jonge christenen kennis te laten maken met internationale ervaringen, zoals de komende Jubileumvieringen in Rome. “Na een jaar oorlog zijn de meeste van onze jongeren wanhopig, en het idee is om hun geest te stimuleren. Het doel is om een diepe geestelijke ervaring te hebben, niet alleen om plezier te maken. Psychologisch is het belangrijk om deel te nemen aan internationale activiteiten om te begrijpen dat ze wereldwijd geen minderheid zijn.”
Nauwelijks hoop
Het thema van het jubileum van dit jaar is hoop, maar voor veel Palestijnse christenen is hoop er niet of nauwelijks. Zittend in het hoofdkwartier van het jongerenpastoraat van Jezus' vaderland, dat met hulp van Kerk in Nood werd opgeknapt, leg pr. Louis Salman uit dat het een deel van zijn missie als hoofd van het jongerenpastoraat is om hen uit te leggen waar echte hoop ligt. “Helaas is er vandaag de dag geen hoop. Maar we willen hen altijd hoop brengen, een hoop die niet van de politiek komt, maar van Jezus. En daarom hebben wij, als christenen uit het thuisland van Jezus, de plicht om hier te blijven, waar Hij leefde, waar Hij stierf en waar Hij weer opstond.”
Foto: © Latin Patriarchate of Jerusalem
Ondanks zorgen over diverse incidenten, streven christelijke leiders in Syrië ernaar te blijven en het land opnieuw op te bouwen. Hoewel incidenten richting christenen voorkomen, verschilt hun situatie van stad tot stad. Volgens lokale bronnen hebben veel christenen de garanties van de overgangsregering om de godsdienstvrijheid te respecteren over het algemeen met voorzichtig optimisme begroet.
Volgens lokale bronnen waarmee Kerk in Nood (ACN) contact opnam, zijn christenen vastbesloten om een volwaardige rol te spelen in de toekomst van Syrië. Ze weigeren na de omverwerping van het regime van Bashar al-Assad louter te worden bestempeld als een religieuze minderheid die een speciale behandeling nodig heeft. Of, erger nog, te worden behandeld als tweederangsburgers.
Gelijke rechten
“De leiders van de gemeenschappen willen zichzelf niet als minderheid definiëren, omdat ze anders hun vertegenwoordiging in de nieuwe grondwet en staatsinstellingen zouden kunnen verliezen. Ze willen de nadruk leggen op gelijke rechten,” aldus een bron van Kerk in Nood (ACN), die om veiligheidsredenen liever anoniem blijft.
Er zijn al verschillende ontmoetingen op hoog niveau geweest tussen christelijke leiders en het nieuwe politieke establishment, waarbij functionarissen de christenen verzekerden dat hun rechten volledig zullen worden gerespecteerd.
De val van het regime van Bashar Assad in een paar weken tijd, verbaasde de wereld na bijna 14 jaar burgeroorlog die een patstelling leek te hebben bereikt. In eerste instantie waren christenen gealarmeerd, omdat een deel van de nieuwe heersers van Syrië lid is van een groep die openlijk jihadistisch was en aanvankelijk gelieerd aan Al-Qaeda.
Incidenten
De overgangsregering heeft beloofd de vrijheid van godsdienst te respecteren, maar enkele incidenten in verschillende delen van het land hebben de christelijke gemeenschap ertoe gebracht deze garanties met de nodige voorzichtigheid te aanvaarden. Lokale bronnen vertelden Kerk in Nood echter dat de situatie niet gegeneraliseerd kan worden, noch ten goede noch ten kwade, en afhankelijk is van in welk deel van het land men zich bevindt.
“Damascus staat in de schijnwerpers, wat de voormalige rebellen onder druk zet om vreedzamer te zijn en hun positieve imago te behouden. Er zijn echter nog steeds individuele incidenten, zoals vrouwen die gevraagd worden om een sluier te dragen, of mannen en vrouwen die te horen krijgen dat ze niet samen mogen lopen als ze geen familie van elkaar zijn. Hetzelfde gebeurt in Aleppo.”
Radicalere maatregelen
Door het ontbreken van een sterke centrale autoriteit hebben sommige kleine groepen of individuen radicalere maatregelen kunnen opleggen, zoals gescheiden zitplaatsen in het openbaar vervoer of het dwingen van vrouwen om een sluier te dragen. Soms leidt de angst om problemen te veroorzaken of ongewenste aandacht te trekken ertoe dat mensen uit voorzichtigheid deze praktijken toepassen.
Jihadisten op straat
In andere steden is het echter erger. “In Homs en Hama is de situatie moeilijker. Het is een gemengd gebied, met gelovigen van tien religies die op dezelfde plek wonen. De buurten zijn er gemengd, wat het moeilijk maakt. Het was ook een moeilijke situatie tijdens de oorlog. Mensen vermijden om na 17:00 uur op straat te zijn. Er zijn jihadisten op straat die met megafoons mensen oproepen zich tot de slam te bekeren en vrouwen vertellen dat ze zich moeten sluieren. De angst is echt heel uitgesproken, christenen kunnen niet werken, velen blijven thuis,” legde een bron van Kerk in Nood (ACN) uit.
Wegversperringen
De Vallei der Christenen, zo genoemd omdat het een exclusief christelijke regio is, is vreedzaam. De wegen erheen kunnen echter gevaarlijk zijn omdat gewapende groepen vrij zijn om wegversperringen op te zetten die vervolgens worden gebruikt om burgers lastig te vallen. “We hebben gevallen gehad van christenen die werden gevraagd zich te bekeren tot de islam. Als ze weigeren, worden ze bij de wegversperring weggestuurd, maar raken ze wel al hun bezittingen kwijt.”
Over het algemeen kan het gevoel onder christenen worden omschreven als voorzichtig optimistisch. “We zijn blij dat het regime van Assad gevallen is en we hopen op een beter Syrië. Maar we kunnen er niet van uitgaan dat alles nu goed is, vooral voor de christenen, of dat de verandering in Syrië het beste is, hoewel we hopen en bidden dat het zo is,” aldus een van de bronnen van Kerk in Nood (ACN) in Syrië.
Uitbreiding noodhulp
Ondanks de onzekerheid over de toekomst van het land, blijft de katholieke hulporganisatie met dank aan haar weldoeners veel projecten in Syrië steunen. Er is zelfs sprake van mogelijke uitbreiding van de hulp. Reden is dat de nood onder de christelijke gemeenschap groot is doordat velen hun baan zijn kwijtgeraakt en nog steeds krap bij kas zitten.
Foto credit: Jacob/ACN
“Met de benoeming van een nieuwe president is er weer hoop in Libanon”, aldus Marielle Boutros van Kerk in Nood (ACN) in Libanon. “De oorlog was een hel voor ons. Elke christen hier heeft eraan gedacht het land te verlaten. Veel mensen kampen nog steeds met grote problemen en de situatie is allesbehalve eenvoudig - vaak is er aan het eind van de maand niet meer genoeg geld voor eten. Maar er is tenminste hoop dat het beter gaat.”
Totdat de situatie in Libanon verbetert, is er echter geduld nodig. Voor velen heeft de oorlog de basis van hun levensonderhoud gestolen vertelt de projectcoördinator van de internationale katholieke hulporganisatie: “Veel mensen zijn hun baan kwijtgeraakt en in het zuiden zijn de akkers - ook die van veel christenen - blijvend verwoest door fosforbommen. De noodhulpprojecten van Kerk in Nood zullen daarom nog maanden na het staakt-het-vuren van cruciaal belang blijven. En de steun voor katholieke scholen is essentieel, bijvoorbeeld omdat veel gezinnen het schoolgeld voor hun kinderen niet langer kunnen betalen en er geld ontbreekt voor de salarissen van leraren.”
Ook zijn er veel huizen verwoest - onder andere in de Bekaa Vallei. Talloze huizen werden gebombardeerd, waardoor het voor veel ontheemden onmogelijk is om naar huis terug te keren. Daarnaast zijn velen nog steeds bang voor de sporadische luchtaanvallen in Zuid-Libanon en de voortdurende onzekerheid over de situatie. Contactpersonen van het Maronitisch-katholieke bisdom Sidon benadrukken dat het in de grensdorpen in het zuiden nog steeds onrustig is.
Belangrijke dag
Ondertussen zijn de ogen gericht op 26 januari, de deadline die president Joseph Aoun heeft gegeven aan Israël om zijn leger terug te trekken uit het zuiden van Libanon. “Veel hangt af van deze datum”, legt Boutros uit. “Tot die tijd zal niemand beginnen met het herbouwen of repareren van zijn huis. Niemand zal iets bouwen dat weer vernietigd kan worden. Laten we blijven hopen en bidden dat de vrede terugkeert in ons land.”
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft.
U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster.
Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden door een tekort aan medicijnen. Dat heeft alles te maken met de crisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd om het bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen - dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Voor veel ouders in Libanon is de toekomst van hun kinderen een grote zorg. Is er nog wel genoeg geld om het schoolgeld te betalen? U kunt hen helpen!
Want helaas is de economische situatie in Libanon zo slecht dat leraren door de overheid niet of te weinig betaald krijgen. Zij doen hun werk met veel liefde en brengen grote offers, maar hebben thuis ook kinderen die moeten eten.
Scholen hangt sluiting boven het hoofd omdat ze de leraren niet kunnen betalen of omdat ouders het schoolgeld niet kunnen opbrengen. U kunt ervoor zorgen dat kinderen op katholieke scholen onderwijs blijven krijgen! Geeft de kinderen vrede, vreugde en waardigheid.
Met uw bijdrage van € 41 kan een kind een maand naar school. En met uw bijdrage van € 145 kan een leraar ook thuis de eindjes aan elkaar knopen.
Helpt u mee, zodat christelijke gezinnen in dit land van de Bijbel blijven wonen?
U kunt hier doneren of hier:
Honderdduizenden jonge katholieken uit de hele wereld (ook uit Nederland) bereiden zich voor op de Wereldjongerendagen in Lissabon. Jongeren uit Syrië en Libanon kunnen er niet bij zijn. De situatie in deze landen is te kritiek.
Maar de bisschoppen zitten niet bij de pakken neer.
De bisschoppen willen in beide landen eigen Wereldjongerendagen oragniseren voor in totaal 2100 jongeren.
Helaas hebben de jongeren en de Kerk niet het geld om de organisatie te betalen.
Alleen met uw hulp kunnen deze evenementen doorgaan. Deze jonge mensen zijn de hoop van het christendom in het Midden-Oosten!
De jonge katholieken in Syrië en Libanon verdienen uw hulp. Klik op de donatiebutton en help mee.
Libanon telt 327 katholieke scholen. Door de verschrikkelijke economische crisis die Libanon doormaakt, kunnen veel ouders het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. Ook semi-openbare scholen hebben het zwaar. Hoewel ze recht hebben op overheidssubsidies, heeft de Libanese staat de afgelopen vier jaar de kosten niet gedekt.
Veel scholen zijn bijna failliet, kunnen de leraren niet betalen en worstelen om de middelen te vinden om overeind te blijven. Het grote risico is dat katholieke scholen gedwongen worden te sluiten. Het zou op langere termijn een ramp zou zijn voor de coëxistentie tussen religies. Katholieke scholen spelen een vitale rol in de betrekkingen tussen christenen en moslims in Libanon. Ze zijn een voorbeeld van coëxistentie voor het hele Midden-Oosten.
Een ander groot probleem voor veel scholen is de elektriciteitsvoorziening. Die functioneert al decennialang notoir slecht. Scholen zijn bij uitval afhankelijk van particuliere generatoren. Vóór de financiële crisis was dat al een enorme kostenpost. Het is een nachtmerrie voor de toekomst van de scholen.
Vindt u ook dat Libanese kinderen naar school moeten kunnen gaan? Wilt u hun een zorgeloze toekomst geven? Maakt u hun dromen waar, zodat de kunnen helpen het land op te bouwen? Voor € 41,00 kan een Libanese scholier een maand naar school. Of geef de helft (€ 20,50) dan is er vast wel een andere weldoener die de andere helft geeft. Met € 145,00 helpt u een docent met een extra toelage de dure decembermaand te overbruggen. Laat uw hart spreken en geef hoop aan de scholieren van Libanon.
Er zijn altijd arme mensen geweest in Libanon, maar nu is plots drie kwart van de bevolking arm. De Libanezen hebben echt honger. Maar de mensen hongeren ook en ten diepste naar geestelijk voedsel: naar hoop, vertrouwen en geloof.
Zuster Marie Makhlouf en haar 180 medezusters helpen onbeperkt de armen en hulpbehoevenden op twintig plekken in Libanon
De huizen van de zusters zijn oases van liefde en bijzondere aandacht. Maar sinds de crisis is er elke dag nood. “We hebben snel voedsel nodig; we hebben grote behoefte aan medicijnen. We hebben dringend uw zegenrijke hulp nodig,” laat zuster Marie weten.
Vooral aan medicijnen is een groot gebrek. De zusters zijn een inzamelingsactie begonnen. In totaal zijn er komend half jaar 4.109 dozen medicijnen nodig. Schenkt u met uw gift van € 19,45 hun één doos medicijnen?
Zuster Marie: “Deze parels van God worden buitengesloten door de maatschappij. Dankzij uw naastenliefde kunnen we ervoor zorgen dat zij in deze crisis niet het kind van de rekening worden. U bent onze reddende engel. Dank u wel. Schenk ons uw gebed en stuur ons uw hoop. We hebben het hier zo hard nodig.”
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD