“Zonder christenen geen vrede of harmonie in Libanon”

woensdag, 10 mei 2023
Nieuws
Kerk in Nood (ACN) steunt de vorming van seminaristen over de hele wereld. In Libanon gaat het om meer dan alleen het opleiden van mannen tot goede priesters. Zij garanderen een vreedzame toekomst voor het land en een stabiele omgeving waarin christenen kunnen gedijen.
Support for the formation of 8 seminarians in our diocese - 2021/ 2022

Het Patriarchaal seminarie in Ghazir is het belangrijkste seminarie voor de Maronitische Kerk in Libanon en in de wereld. De economische en politieke crisis, die Libanon de afgelopen jaren zo zwaar heeft getroffen, heeft als gevolg een algemene verarming van de samenleving. Doordat Libanezen steeds moeilijker zelf het seminarie in stand kunnen houden, loopt de vorming van tientallen kandidaten voor het priesterschap gevaar.

“Op het seminarie ontdekken we onze sterke en zwakke punten, en leren we een persoonlijke relatie met God te ontwikkelen, wat cruciaal is voor het leven van een gewijd persoon. Maar de omstandigheden maken het moeilijk om ons te concentreren op onze vorming, dus bid alstublieft voor ons”, zegt de 25-jarige Joseph Loutfi.  Zijn vriend Chadi Chata (26) is het met hem eens. “We worden geconfronteerd met een zeer moeilijke situatie, en het kan nog erger worden. Maar toch heeft God ervoor gekozen om tientallen jonge mannen te sturen om in zijn veld te dienen!”

Getuigen van Christus
Libanon heeft 18 officieel erkende religieuze gemeenschappen, waaronder een verscheidenheid aan christelijke en islamitische denominaties. Na 30 jaar vrede vrezen sommigen dat de economische crisis de verdeeldheid in Libanon opnieuw zou kunnen aanwakkeren. “In deze context zijn christenen een broodnodige aanwezigheid in een land dat de voetsporen van Jezus draagt, wat dit een heilig land maakt”, legt Johnny Estephan, 24 jaar oud.  Volgens het evangelie bezocht Jezus de gebieden die nu Libanon vormen, waaronder de zuidelijke steden Tyr en Sidon. “In de gebieden waar christenen en moslims naast elkaar leven, zijn wij getuigen van Jezus Christus voor moslims, en een brug tussen het Oosten en het Westen.”

In een tijd waarin het christendom zich in het Midden-Oosten lijkt terug te trekken door vervolging en economische migratie, laten deze seminaristen juist het licht van het Evangelie schijnen voor iedereen in Libanon. “Wij spreken de taal van de Koran. Wij kunnen onze moslimbroeders de waarheid van God tonen en een verschil maken in hun leven. Bidt alstublieft dat wij echte, sterke priesters mogen worden.”

Veel bekeringen onder moslims
Raymond Elia (41) heeft zijn theologieboeken nog op tafel liggen. “Het is belangrijk om te studeren”, zegt hij, “Maar studeren is niet genoeg. We kunnen alle theologieboeken lezen en de Bijbel van kaft tot kaft, en toch niets weten over Jezus Christus. We moeten Hem hierbinnen leren kennen”, voegt hij eraan toe, wijzend op zijn hart. Raymond is lid van een charismatische beweging en in zijn eigen parochie was hij verantwoordelijk voor het ontvangen en voorbereiden van moslims die zich tot het Christendom wilden bekeren. Anders dan in veel andere landen in het Midden-Oosten is bekering in Libanon legaal, hoewel het maatschappelijk nog steeds wordt afgekeurd. Toch had hij zijn handen vol. “Veel moslims willen meer leren over Jezus Christus. Er zijn veel bekeringen”, bevestigt hij.

Een taal die ze allemaal moeten leren is het Syrisch, de liturgische taal van de Maronitische Kerk. Op verzoek van de rector van het seminarie staat de 25-jarige Roy Zeidan op en zet de toon voor een verbluffende collectieve vertolking van het Weesgegroet in wat de dichtstbijzijnde levende taal is van het Aramees dat door Jezus werd gesproken.

Ondanks de vrijheid van godsdienst en meningsuiting die in Libanon bestaat, klaagt Johnny Estephan over “gemaskeerde discriminatie.” Hij benadrukt het belang van de christelijke aanwezigheid bij het bewaken van de interreligieuze harmonie. “Er wonen christenen in dorpen met moslims of druzen, maar er zijn geen twee verschillende takken van de Islam die vreedzaam naast elkaar leven. Wij zijn een goed voorbeeld voor anderen.”

De economische crisis heeft veel Libanezen ertoe gebracht een beter leven te zoeken buiten hun thuisland. Naar verhouding vertrekken vooral veel christenen. Zij zijn over het algemeen hoger opgeleid, voelen thuis in de westerse cultuur en hebben steeds meer moeite met de groeiende militaire en politieke invloed van Hezbollah. In enkele decennia is hun aandeel van een meerderheid van de bevolking naar minder dan 30 procent van de bevolking teruggelopen. “Zonder christenen zal er nog steeds een Libanon zijn, maar geen vreedzaam en harmonieus Libanon”, waarschuwt John.

Hoewel de druk om te emigreren toeneemt, vormt de Kerk voor velen een houvast én motivatie om in Libanon te blijven. “Het religieuze leven en de religieuze praktijk zijn cruciaal voor Libanezen van alle religies. Het bestaan van een sterk parochieleven is een anker dat veel christenen ervan weerhoudt hun land te verlaten. Dit is alleen mogelijk met goede, goed opgeleide priesters, zoals de tientallen jonge mannen aan het Patriarchaal Seminarie die zich blijven ontwikkelen in hun studie en in het nastreven van hun roeping. We zijn daarom dankbaar voor het gebed en de gulle steun van zoveel weldoeners van Kerk in Nood uit de hele wereld.”