Burgeroorlog, economische crisis, politieke instabiliteit en de pandemie hebben de bevolking van het Midden-Oosten geteisterd. Velen zien geen toekomstperspectief meer en honderdduizenden zijn naar het buitenland gevlucht of leiden een miserabel leven als binnenlandse ontheemden. De regio blijft een prioriteit voor Kerk in Nood. Het primaire doel van onze hulp is om de Christenen er hoop te geven en hen te steunen om in hun thuisland te blijven, de bakermat van het christendom.
Veel Christenen in het Midden-Oosten lijden nog steeds onder de gevolgen van oorlog en IS-terreur. Ook de economische en politieke situatie boezemt de mensen angst in, zodat velen een betere toekomst in het buitenland blijven overwegen. Regelmatig ontvangen we berichten over aanslagen, intimidatie door milities en verhalen over de misère die het gevolg is van een mengeling van sancties, verwoesting en corruptie.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was… of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Een lichtpuntje voor de christenen in het Midden-Oosten was de reis van de paus naar Irak in maart 2021. Het bezoek bemoedigde de gelovigen en bood hen nieuw zelfvertrouwen – niet alleen in Irak zelf, maar in het hele Midden-Oosten. Christenen nieuwe hoop geven is ook ons doel in de regio. Zo konden we in 2021 voor meer dan 10,8 miljoen euro projecthulp verlenen in de prioritaire landen Syrië en Libanon. Dit omvatte noodhulp voor voedsel en medicijnen, steun voor senioren en studenten, materiële hulp voor zusters, Misintenties voor priesters en fondsen voor de wederopbouw van pastorale structuren, alsmede noodhulp voor kerkelijke scholen en ziekenhuizen.
Naast menselijke slachtoffers en materiële schade, veroorzaakt de oorlog tussen Israël en Hezbollah, vormen de massale volksverhuizingen in Libanon een zeer gevoelig onderwerp. De verschuivingen in demografie kunnen in de toekomst voor problemen zorgen. Marielle Boutros van Kerk in Nood (ACN) legt uit waarom.
Terwijl de militaire campagne van Israël in Libanon voortduurt, vertonen de mensen die door de bombardementen ontheemd zijn geraakt en degenen die hen opvangen tekenen van fysieke en psychologische uitputting.
Huizen snel verlaten
Marielle Boutros, projectcoördinator van de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) in Libanon: “Op dit moment hebben we 1,5 miljoen ontheemden, dat is één op de vier inwoners van het land. Zij zijn vooral geconcentreerd in de regio Mount Lebanon. Ze worden opgevangen in scholen, kerken, retraitecentra of privéhuizen. Omdat ze hun huizen heel snel hebben verlaten en niets hebben meegenomen, hebben ze van alles nodig: voedsel, medicijnen, water, kleding en sanitaire producten.”
Toen veel vluchtelingen naar christelijke gebieden vluchtten, hebben lokale bisdommen in de frontlinie meteen hulp geboden. Omdat er echter nog steeds geen planning op staatsniveau in zicht is, dreigt deze vrijgevigheid de financiële en materiële voorraden uit te putten. Deze staan al onder druk door jarenlange financiële crises, verergerd door de politieke impasse en de explosie in de haven van Beiroet in 2020.
Kerk reageerde snel
Boutros: “De Kerk heeft heel snel gereageerd en verwelkomt de mensen nog steeds met een grote glimlach en veel liefdadigheid, maar hoewel ze geweldig werk doen, kun je voelen dat ze moe zijn, want dit begon niet op 22 september, het begon al veel eerder.”
“Ze hadden het al moeilijk met hun missies, maar we mogen niet vergeten dat ze hun spaargeld zijn kwijtgeraakt in de financiële crisis van 2019. Desondanks zijn ze doorgegaan met de meeste van hun pastorale diensten, waarvoor ze salarissen te betalen hebben. Het is echt overweldigend, vooral als je kijkt naar de hoeveelheid werk en het feit dat ze geen vast inkomen hebben.”
“De mensen die de ontheemden opvangen, zijn moe door het werk en het gebrek aan middelen. Maar ook de ontheemden zijn erg moe, ver van huis, met grotere noden, boos en bang. De vermoeidheid is nu dus al erg merkbaar, maar zal nog verder toenemen.”
Interreligieuze spanningen
Een ernstig punt van bezorgdheid is dat de oplopende spanningen tussen mensen, en vooral tussen verschillende religieuze groepen, de basis kunnen vormen voor toekomstige conflicten in Libanon. “Hoewel Israël beweert dat het zich alleen heeft gericht op Hezbollah-operaties, is het risico op bijkomende schade altijd aanwezig, legt Marielle Boutros uit.
“We kunnen ons vrij bewegen, maar het kan gevaarlijk zijn op de weg, want soms richten de Israëli’s zich op Hezbollah-agenten in auto’s, dus je kunt aan het rijden zijn en de auto naast je kan geraakt worden. Vorige week nog werd een auto geraakt op een weg die ik dagelijks neem. Het is frustrerend, want je weet niet of de auto naast je, of je buurman in je straat, misschien van Hezbollah is. Sommige Libanezen zijn nu al huiverig om vluchtelingen uit het zuiden van het land op te nemen, uit angst dat ze aanvallen in hun eigen wijken zouden kunnen uitlokken”, voegt ze eraan toe.
Terugkeer onduidelijk
“Terwijl ontheemden, vooral in de regio van de berg Libanon en het noorden van Libanon, zich schrap zetten voor een moeilijke winter, valt niet te zeggen wanneer de oorlog zal eindigen en wanneer mensen naar hun huizen in het zuiden kunnen terugkeren”, zegt Boutros.
Christenen zullen waarschijnlijk sneller terugkeren, omdat hun dorpen en huizen minder schade hebben geleden, maar veel sjiitische gebieden zijn volledig met de grond gelijk gemaakt. Boutros schat dat als er internationale hulp komt, het een jaar kan duren om de huizen van de mensen weer op te bouwen. “Maar zonder hulp zal de crisis ernstig zijn, omdat de meeste mensen hun spaargeld tijdens de financiële crisis van 2019 zijn kwijtgeraakt en hun huizen, die nu verwoest zijn, hun enige echte bezit waren.”
De wijdverspreide vernietiging van de infrastructuur en de massale verplaatsing van gemeenschappen dreigen ook de demografie van Libanon te destabiliseren, wat in een land dat zo verdeeld is in verschillende religieuze groepen altijd een zeer gevoelig onderwerp is.
Kerk in Nood (ACN) steunt momenteel 15 projecten in de zwaarst getroffen bisdommen en met religieuze ordes die voor ontheemden zorgen. Katholieke scholen, die allemaal open zijn gebleven – hetzij fysiek of online – blijven een belangrijke prioriteit voor Kerk in Nood, omdat veel gezinnen geen schoolgeld kunnen betalen, maar leraren nog steeds hun salaris nodig hebben.
De mensen die de hulp van de vele weldoeners wereldwijd hebben gekregen, zijn erg dankbaar vertelt Boutros: “Ze zijn heel erg moe. We moeten bidden voor deze helden, ze moeten sterk in het geloof zijn om dit vol te kunnen houden, want hoewel het niet hun strijd is, leven ze hun geloof tot het einde toe.”
De Melkitische Grieks-katholieke Kerk heeft haar dank betuigd aan de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) voor haar “gulle steun” ter gelegenheid van 300 jaar gemeenschap met Rome.
Tijdens de viering, die plaatsvond in Wiesbaden, Duitsland, op zondag 20 oktober en die werd bijgewoond door patriarch Youssef Absi, werd Kerk in Nood (ACN) hartelijk bedankt voor alle hulp die haar weldoeners aan Syrië hebben gegeven. Uitvoerend president Regina Lynch van Kerk in Nood (ACN) International was speciaal daarvoor uitgenodigd.
“Namens onze patriarch wil ik mijn oprechte dank uitspreken voor uw aanwezigheid en uw gulle steun. Deze steun heeft ons warmte, vreugde en hernieuwde moed gegeven om onze missie, onze dienst en ons getuigenis van Jezus Christus voort te zetten”, verklaarde pater Mayas Abboud, hoofd van de Grieks-katholieke Melkitische Kerk in Duitsland, na afloop van het evenement.
De Melkitische Grieks-katholieke Kerk viert momenteel een jubileumjaar ter ere van 300 jaar gemeenschap met Rome, die in 1724 werd vastgeleged. Leden van de Melkitische gemeenschappen in het Midden-Oosten, maar ook de velen die in diaspora leven, nemen actief deel aan deze vieringen.
In het oosten van Libanon vangen christenen steeds meer vluchtelingen op. In kerken, kloosters, scholen en huizen in de Bekaa-vallei zijn naar schatting 8800 mensen ondergebracht. In een interview met de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) vertelt aartsbisschop Hanna Rahmé over de solidariteit van de Kerk met de ontheemden en de rampzalige situatie die velen ertoe brengt hun toevlucht te zoeken in Syrië.
Het aartsbisdom Baalbek-Deir El-Ahmar in de Beqaa-vallei, in het oosten van Libanon, lijdt onder een grote humanitaire en veiligheidscrisis als gevolg van de dagelijkse Israëlische bombardementen. “Elk van de christelijke families in de dorpen rond Deir El-Ahmar heeft drie of vier ontheemde gezinnen opgenomen, dat wil zeggen tussen de 30 en 60 mensen!” legt Mgr. Hanna Rahmé, de maronitische aartsbisschop uit.
Omgeven door Hezbollah
De Israëlische bombardementen zijn gericht op strategische gebieden in het zuiden van zijn aartsbisdom, met name het gebied rond Baalbek, waarvan wordt aangenomen dat het Hezbollah-bases bevat. Tegelijkertijd treffen de aanvallen dorpen waar christenen en moslims naast elkaar leven.
Mgr. Rahmé, wiens aartsbisdom ongeveer 27% van de oppervlakte van het land beslaat en in een gebied ligt waar ongeveer 450.000 sjiitische moslims wonen, legt uit dat zelfs in het gebied rond de stad Deir El-Ahmar de bombardementen dagelijks plaatsvinden en gericht zijn op de economische en militaire centra van Hezbollah die zich tussen de vijf en twintig kilometer van de stad bevinden.
Moslims geraakt door solidariteit
“We zijn verstikt door het aantal ontheemden, maar we kunnen hen niet aan hun lot overlaten; we zijn niet alleen christenen voor onszelf, maar voor iedereen,” verklaart Mgr. Rahmé. “Ik heb op de lokale televisie tegen de mensen in de gebombardeerde zones – zowel christenen als moslims – gezegd dat onze huizen voor hen openstaan. Want Christus zei: ‘Ik had honger en jullie gaven me te eten; ik had dorst en jullie gaven me te drinken; ik was vreemdeling en jullie namen me op.’ De moslims zijn enorm geraakt door deze christelijke solidariteit.”
Volgens Mgr. Rahmé zijn ongeveer 13.000 mensen gevlucht naar de gebieden van het aartsbisdom waar de bevolking overwegend katholiek is. In Deir El-Ahmar, waar de bisschopszetel is gevestigd, en in de omliggende dorpen zijn ongeveer 2.300 mensen opgevangen door onderwijsinstellingen, terwijl 5.000 anderen zijn ondergebracht in particuliere huizen en 1.500 in kerkelijke instellingen zoals kerken en kloosters.
Velen op straat
Volgens het verslag van de aartsbisschop moeten veel ontheemden echter op straat slapen in Deir El-Ahmar. Een veel groter aantal is zelfs vertrokken naar Noord-Libanon of Syrië. Volgens cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bereikten tussen 21 september en 3 oktober zo’n 235.000 mensen Syrië over land, waaronder 82.000 Libanezen en 152.000 Syriërs.
Gastgezinnen helpen
De grootste zorg van Mgr. Rahmé op dit moment is om hulp te bieden aan de intern ontheemden en de gastgezinnen. Deze laatsten, die al verarmd zijn door de economische crisis, zijn ten einde raad. “De NGO’s ter plaatse helpen de ontheemden in de scholen, maar niet de mensen die door de gezinnen worden opgevangen of de gezinnen zelf,” betreurt de aartsbisschop.
“Daarom ontfermt het aartsbisdom zich over hen. De situatie is echter zeer kritiek. We hebben dringend voedselhulp, matrassen en dekens nodig en we zijn heel dankbaar dat Kerk in Nood onmiddellijk vitale hulp heeft aangeboden. Blijf alstublieft aan onze zijde. Als we dit samen dragen, kunnen we grootse dingen doen. Moge de Heer u zegenen.”
Foto: © ACN/Saglietti
Als bisschop van de katholieken van de Latijnse ritus in Syrië is de franciscaan Hanna Jallouf zeer vertrouwd met de situatie in het gouvernement Idlib, het laatste bolwerk van de rebellen, waar hij 22 jaar als pastoor heeft gediend tot zijn benoeming tot bisschop in september 2023. In een gesprek met Kerk in Nood (ACN) doet hij verslag van de uitdagingen voor christenen die daar zijn gebleven.
“Van de ongeveer 10.000 christenen die voor de oorlog in het gouvernement Idlib woonden, zijn er nu nog maar ongeveer 650, voornamelijk oudere mensen op het platteland,” vertelt bisschop Hanna Jallouf aan een bezoekende delegatie van Kerk in Nood (ACN) in Damascus. “Nadat de jihadisten in de eerste jaren van de oorlog de controle over het gebied overnamen, zijn de meeste christenen gevlucht vanwege de moeilijke leefomstandigheden.”
Ontvoerd en gevangen gehouden
Eeuwenlang werd het gouvernement Idlib, aan de grens met Turkije, voornamelijk bevolkt door christenen. Maar tijdens de oorlog werd de regio het bolwerk van de rebellen tegen de regering – en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Tijdens de oorlog, die in 2011 begon, bleef pater Jallouf bij zijn mensen. Op 5 oktober 2014 werd de Franciscaan, die op dat moment pastoor was in de Syrische stad Knayeh, samen met ongeveer 20 leden van de parochie ontvoerd door strijders van het al-Nusra Front en vijf dagen gevangen gehouden.
Bruggenbouwer
Tien jaar later is hij Apostolisch Vicaris van Aleppo voor de katholieken van de Latijnse ritus in heel Syrië. “Paus Franciscus heeft me waarschijnlijk tot bisschop benoemd omdat ik de situatie hier heel goed ken,” zegt bisschop Jallouf. Hij is de eerste Syriër die in deze functie is benoemd. “Als priester in een parochie stond ik in contact met de rebellengroepen en had ik altijd met hen te maken, dwars door de oorlog heen. En dat doe ik nog steeds.”
Het respect van rebellen, in een land waar het noordwesten nog steeds wordt gecontroleerd door islamistische milities, is erg noodzakelijk. Het christelijke leven is er zeer beperkt. Volgens de bisschop is het christenen verboden om religieuze praktijken uit te voeren buiten de kerk of om religieuze symbolen zoals beelden en kruizen te tonen.
Christelijke leraren ontslagen
Met de escalatie van de oorlog werden alle christelijke leraren ontslagen, wat ertoe leidde dat veel christelijke gezinnen hun kinderen van school haalden. “Nu onderwijzen ze hun kinderen thuis, om de schijn van een christelijke schoolbijeenkomst te vermijden,” vertelt de bisschop aan Kerk in Nood. De bisschop legde verder uit dat de kinderen voor hun eindexamen naar andere gouvernementen zoals Aleppo en Hama moeten reizen, tegen extravagante kosten van ongeveer 3.000 dollar per persoon voor transport en accommodatie.
Land verlaten
Ook in andere delen van Syrië wordt de christelijke aanwezigheid ernstig bedreigd. Veel christelijke families hebben het land verlaten om een beter leven te zoeken in Europa, Canada en Australië. Dertien jaar oorlog, extreem hoge inflatie en bittere armoede hebben het land uitgeput achtergelaten. Volgens schattingen leeft 90% van de Syrische bevolking onder de armoedegrens. In Aleppo en Hassakeh is de emigratie zo hoog dat er volgens een lokale bron in 2050 geen functionele christelijke gemeenschap meer zal zijn.
Bisschop Jallouf zegt dat hij als priester een “eenvoudige pastoor” was en legt uit dat hij als bisschop dicht bij de mensen wil blijven. Een van zijn prioriteiten sinds zijn benoeming is om alle parochies, congregaties en katholieke instellingen van de Latijnse ritus in het land te bezoeken om de lokale behoeften direct te leren kennen.
Dankbaar voor steun
De bisschop zegt blij te zijn met de samenwerking met Kerk in Nood. Deze zomer maakte de internationale hulporganisatie het mogelijk dat meer dan 1500 kinderen en jongeren van de Latijnse ritus zomerkampen konden bijwonen. En na de verwoestende aardbeving van 2023 in het noorden van Syrië hielpen de donateurs van Kerk in Nood bij de wederopbouw van een kerk en 50 huizen voor christelijke families van de Latijnse ritus in Idlib. Het steunde ook noodhulpprojecten zoals “Maaltijd op Wielen” voor ouderen die niemand hadden om voor hen te zorgen.
Land van liefde en respect
“Tien jaar zijn verstreken sinds mijn ontvoering en we hopen dat de afgelopen tien jaar zich niet zullen herhalen. We vergeven, maar we vergeten niet, dat is wat Christus ons heeft geleerd,” zei de bisschop. “Deze dagen bid ik tot God voor mededogen, vergeving en bevrijding van oorlog en voor het herstel van vrede, harmonie, stabiliteit en rijkdom in dit gewonde land. We hopen dat het, op voorspraak van de Heilige Maagd Maria, onze trouwe martelaren en alle heiligen, weer een land van liefde, respect, vergeving en co-existentie tussen de verschillende gemeenschappen en religies zal worden.”
Ik zou willen dat u zuster Marie Makhlouf kon ontmoeten. U zou haar begrijpen, hoewel zij een ander leven in een ander land heeft.
U zou haar zorgen begrijpen. De zorgen die zij heeft omdat ze een kind niet de hulp kan geven die het verdient. Zonder medicijnen krijgen sommige kinderen in haar ziekenhuis ernstige gedragsproblemen.
Zo begint een jongen zich ineens in zijn eigen arm te bijten, tot bloedens toe, wanhopig. Gelukkig liep het dit keer goed af voor het kind en onze zuster.
Het treurige is dat dit had kunnen worden voorkomen. Heel eenvoudig eigenlijk: door het kind medicijnen te geven met uw donatie. En daarom kom ik bij u.
Iedere dag hopen de zusters van het El-Saleeb ziekenhuis in Beiroet dat u die persoon voor ‘hun’ kinderen wilt zijn. Kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap die hen beperkt en verdrietig of onhandelbaar maakt. Deze kinderen hebben vaak niemand meer. Behalve de zusters in het ziekenhuis. Zusters die de kinderen alle liefde en aandacht geven die ze in zich hebben.
Als u in het ziekenhuis kon zijn, zou u met eigen ogen zien hoe de kinderen opbloeien en hoe dankbaar ze zijn. Maar al die liefde kan helaas niet voorkomen dat de kinderen in El-Saleeb lijden door een tekort aan medicijnen. Dat heeft alles te maken met de crisis in Libanon.
De mensen in Libanon voelen de economische crisis elke dag. Er was die vreselijke explosie in de haven van Beiroet die u zich misschien nog herinnert. De werkloosheid is enorm. Banktegoeden zijn bevroren. Salarissen zijn niet eens voldoende om naar het werk te reizen of om de huur te betalen. Ontelbaar veel mensen lijden honger. In het bijzonder de gehandicapte kinderen.
Voor deze kinderen voeren de zusters in El-Saleeb een dagelijkse strijd om het bestaan. Een strijd om de kinderen die zij onder hun hoede hebben eten en drinken te geven. Én om hen van hun dagelijkse medicijnen te voorzien. Kinderen met epilepsie die elk moment een aanval kunnen krijgen. Hyperactieve tieners, afhankelijk van hun tabletten omdat ze anders niet eens in slaap vallen. De zusters zien deze arme kinderen lijden, dag in dag uit. Ze voelen zich machteloos. Want geld voor medicijnen – dat hebben ze niet.
Daarom vragen de zusters om steun. En daarom richt ik mij vandaag tot u, in de verwachting dat ik bij u aan het goede adres ben.
Wilt u deze kinderen met hun beperkingen helpen door vandaag een doos met levensreddende medicijnen te kopen? Een doos kost € 19,45. Daarmee verzacht u hun pijn, geeft u ze rust, laat u ze weer lachen, doet u ze hun ellende vergeten. Daarnaast verlicht u met uw gift de zorgen van de zusters. U helpt ze de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Meer mag natuurlijk ook!
Weet in elk geval dat de zusters en de gehandicapte kinderen in El-Saleeb u onbeschrijfelijk dankbaar zijn voor uw steun en dat u om hen geeft. U bent echt hun reddende engel.
Voor veel ouders in Libanon is de toekomst van hun kinderen een grote zorg. Is er nog wel genoeg geld om het schoolgeld te betalen? U kunt hen helpen!
Want helaas is de economische situatie in Libanon zo slecht dat leraren door de overheid niet of te weinig betaald krijgen. Zij doen hun werk met veel liefde en brengen grote offers, maar hebben thuis ook kinderen die moeten eten.
Scholen hangt sluiting boven het hoofd omdat ze de leraren niet kunnen betalen of omdat ouders het schoolgeld niet kunnen opbrengen. U kunt ervoor zorgen dat kinderen op katholieke scholen onderwijs blijven krijgen! Geeft de kinderen vrede, vreugde en waardigheid.
Met uw bijdrage van € 41 kan een kind een maand naar school. En met uw bijdrage van € 145 kan een leraar ook thuis de eindjes aan elkaar knopen.
Helpt u mee, zodat christelijke gezinnen in dit land van de Bijbel blijven wonen?
U kunt hier doneren of hier:
Honderdduizenden jonge katholieken uit de hele wereld (ook uit Nederland) bereiden zich voor op de Wereldjongerendagen in Lissabon. Jongeren uit Syrië en Libanon kunnen er niet bij zijn. De situatie in deze landen is te kritiek.
Maar de bisschoppen zitten niet bij de pakken neer.
De bisschoppen willen in beide landen eigen Wereldjongerendagen oragniseren voor in totaal 2100 jongeren.
Helaas hebben de jongeren en de Kerk niet het geld om de organisatie te betalen.
Alleen met uw hulp kunnen deze evenementen doorgaan. Deze jonge mensen zijn de hoop van het christendom in het Midden-Oosten!
De jonge katholieken in Syrië en Libanon verdienen uw hulp. Klik op de donatiebutton en help mee.
Libanon telt 327 katholieke scholen. Door de verschrikkelijke economische crisis die Libanon doormaakt, kunnen veel ouders het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. Ook semi-openbare scholen hebben het zwaar. Hoewel ze recht hebben op overheidssubsidies, heeft de Libanese staat de afgelopen vier jaar de kosten niet gedekt.
Veel scholen zijn bijna failliet, kunnen de leraren niet betalen en worstelen om de middelen te vinden om overeind te blijven. Het grote risico is dat katholieke scholen gedwongen worden te sluiten. Het zou op langere termijn een ramp zou zijn voor de coëxistentie tussen religies. Katholieke scholen spelen een vitale rol in de betrekkingen tussen christenen en moslims in Libanon. Ze zijn een voorbeeld van coëxistentie voor het hele Midden-Oosten.
Een ander groot probleem voor veel scholen is de elektriciteitsvoorziening. Die functioneert al decennialang notoir slecht. Scholen zijn bij uitval afhankelijk van particuliere generatoren. Vóór de financiële crisis was dat al een enorme kostenpost. Het is een nachtmerrie voor de toekomst van de scholen.
Vindt u ook dat Libanese kinderen naar school moeten kunnen gaan? Wilt u hun een zorgeloze toekomst geven? Maakt u hun dromen waar, zodat de kunnen helpen het land op te bouwen? Voor € 41,00 kan een Libanese scholier een maand naar school. Of geef de helft (€ 20,50) dan is er vast wel een andere weldoener die de andere helft geeft. Met € 145,00 helpt u een docent met een extra toelage de dure decembermaand te overbruggen. Laat uw hart spreken en geef hoop aan de scholieren van Libanon.
Er zijn altijd arme mensen geweest in Libanon, maar nu is plots drie kwart van de bevolking arm. De Libanezen hebben echt honger. Maar de mensen hongeren ook en ten diepste naar geestelijk voedsel: naar hoop, vertrouwen en geloof.
Zuster Marie Makhlouf en haar 180 medezusters helpen onbeperkt de armen en hulpbehoevenden op twintig plekken in Libanon
De huizen van de zusters zijn oases van liefde en bijzondere aandacht. Maar sinds de crisis is er elke dag nood. “We hebben snel voedsel nodig; we hebben grote behoefte aan medicijnen. We hebben dringend uw zegenrijke hulp nodig,” laat zuster Marie weten.
Vooral aan medicijnen is een groot gebrek. De zusters zijn een inzamelingsactie begonnen. In totaal zijn er komend half jaar 4.109 dozen medicijnen nodig. Schenkt u met uw gift van € 19,45 hun één doos medicijnen?
Zuster Marie: “Deze parels van God worden buitengesloten door de maatschappij. Dankzij uw naastenliefde kunnen we ervoor zorgen dat zij in deze crisis niet het kind van de rekening worden. U bent onze reddende engel. Dank u wel. Schenk ons uw gebed en stuur ons uw hoop. We hebben het hier zo hard nodig.”
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD