De levenloze lichamen van de schipbreukelingen liggen op een rij op de kade in Güiria , naast elkaar, opgezwollen door het water, sommigen met misvormde gezichten, opgegeten door de vissen, sommigen halfnaakt. Het macabere beeld staat symbool voor de tragedie die Venezuela doormaakt. Tweeëntwintig lichamen zijn teruggehaald naar de kust, meer dan een week lang door het water voortgeduwd. Ze waren aan boord van twee boten die het vissersdorp in het noordwesten van Venezuela op 6 december hadden verlaten om de honderd kilometer te overbruggen die Güiria scheiden van Puerto España, de hoofdstad van Trinidad en Tobago.
“Eerst vonden ze er 16, toen 21. En vandaag hebben we vernomen dat er al 27 lichamen zijn. Het is onmenselijk. Het is niet zeker hoeveel mensen er op deze boten zaten. Er zijn lichamen van kinderen, zwangere vrouwen, jongeren. De mensen zijn wanhopig en ze beginnen aan een avontuur dat eindigt in een tragedie”, vertelt bisschop Jaime Villarroel van Carúpano met een gebroken en vermoeide stem aan Kerk in Nood (ACN). De wanhoop waarover de bisschop spreekt, heeft ertoe geleid dat meer dan 4,5 miljoen Venezolanen het land hebben verlaten, op de vlucht voor de ellende en de honger. Het niveau van armoede en ongelijkheid in Venezuela is hoger dan in landen als Tsjaad en de Democratische Republiek Congo.
Boten verlaten Güiria bijna elke week. De maffia’s rekenen 500 dollar aan, gevaarlijke routes die de smokkelaars eerder gebruikten voor benzine en drugs en nu voor mensenhandel. Het bisdom doet er alles aan om de problemen aan te pakken, maar tevergeefs. “We hebben er een team, een huis voor migranten op doorreis en we steunen er veel activiteiten, zodat jongeren en mensen niet met gevaar voor eigen leven weg hoeven te gaan en deze tragedies zich voordoen. Helaas kunnen we het niet tegenhouden. De families hier, in dit bisdom, en ook in Venezuela in het algemeen, blijven rouwen”, vertelt ook de bisschop van Margarite.
In zijn verklaringen aan Kerk in Nood beschuldigt de prelaat de maffia’s in de twee landen ervan te profiteren van de noden van het volk. Hij waarschuwt dat autoriteiten hun verantwoordelijkheid niet op zich nemen. “Het is een zeer complexe en moeilijke situatie. Ons volk heeft zich gewend tot de bevoegde autoriteiten, om te bidden, te vragen, te eisen dat ze reageren op alles wat er is gebeurd met deze families die vol pijn zitten. Bid ook voor hen”, vraagt bisschop Jaime Villarroel. De plaats van de tragedie, drie uur van Carúpano, is de tweede belangrijkste stad van het bisdom. “We gingen onmiddellijk naar Güiria op maandag de 14e om de families met onze aanwezigheid te begeleiden, hen te ondersteunen met voedsel, medische en psychologische zorg en vervolgens hadden we een viering om hen aan te moedigen, te troosten en een beetje hoop en vertrouwen in de Heer te zaaien.”
Volgens berichten van familieleden van de slachtoffers werden de boten die in Trinidad en Tobago aankwamen door de autoriteiten gedwongen om terug te keren, zonder dat ze de kans kregen om te tanken. Het eerste slachtoffer dat uit het water de kade van Güiria werd opgetild, bleek de zus van een Caritas-vrijwilliger te zijn. “Ze was in een hoge staat van ontbinding, alleen herkenbaar aan haar tatoeages,” zei Villarroel. “Wij vragen God om genade voor onze gelovigen, voor ons volk en om waardige omstandigheden, zodat er hoop kan worden gezaaid te midden van deze harde en moeilijke realiteit. Met dank aan u en alle andere internationale organisaties voor de steun die u aan onze mensen geeft. Vergeet ons niet in onze pijn.”