Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het “katholieke continent”. Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent – en daarmee de Kerk – werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
Onvermoeibaar zetten de paters Kapucijnen zich in voor de inheemse bevolking in het Amazonegebied van Brazilië.
Probeert u zich eens voor te stellen hoe ondoordringbaar de jungle is.
De dagelijkse reizen gaan hier per boot. Krokodillen, giftige slangen, plotselinge, hevige stormen maken deze dagelijkse reizen gevaarlijk. Toch zegt pater Paolo, één van de Kapucijnen, blijmoedig: “De enorme uitdagingen hier zijn niet groter dan die van onze inheemse broers en zussen. We danken God eindeloos dat we hier zijn!”
Maar nu hebben de paters zélf dringend uw hulp en medeleven nodig, omdat hun huis en daarmee het kloppend hart van hun missie volledig vervallen is.
De onvermoeibare inspanningen van de Kapucijnen onder de Ticuna bevolking werpen vruchten af. Hun huis is het ‘hart’ van de missie, een centrum voor pastorale roepingen voor jonge inheemse mensen.
Het is nu echter volledig vervallen. Het hout is verrot en het tinnen dak is roestig en lekt. Het is al een paar keer provisorisch opgelapt, maar dat heeft niet veel geholpen. “Jarenlang hebben we prioriteit gegeven aan de missie. Maar nu moet er dringend iets gebeuren. We worden vaak ziek omdat de staat van het huis schadelijk is voor onze gezondheid.”
Uw geloof en gulheid van hart kunnen het verschil maken: het graven en vullen van de fundering kost € 20,00 per m3. Voor € 65 kan een betonnen zuil gestort worden. Het metselwerk kost € 110,00 per m2. Doet u mee met deze Amazone-missie?
De Haïtiaanse bisschop mgr. Pierre André Dumas raakte zondagmiddag gewond door een explosie in Port-au-Prince.
De Bisschoppen Conferentie van Haïti (CEH) heeft een dringende verklaring uitgegeven aan alle leden van de geestelijkheid, religieuze ordes en gelovigen en Kerk in Nood (ACN) om hen te informeren over de gezondheidstoestand van de bisschop van Anse-à-Veau en Miragoâne.
Mgr. Dumas bracht een bezoek aan Port-au-Prince toen een explosie het huis trof waarin hij verbleef. Aartsbisschop Max Leroy Mesidor van Port-au-Prince verklaarde tegenover Kerk in Nood dat zijn situatie stabiel is. “Bisschop Dumas is gisteren geopereerd. De ontploffing was sterk en veroorzaakte ernstige brandwonden aan zijn gezicht, armen en benen.”
De oorzaak van de explosie wordt volgens de aartsbisschop nog steeds onderzocht wordt: “Het is nog onzeker of de explosie veroorzaakt is door een gaslek of door een criminele daad. De politie is bezig met een onderzoek, maar het lijkt te gaan om een gasexplosie.”
De bisschoppenconferentie roept op om te bidden voor een spoedig herstel van bisschop Dumas.
Foto: Wiki Commons
De Kerk in het Argentijnse Patagonië heeft te maken met een uniek scenario. De grote afstanden, culturele diversiteit en gebrek aan middelen vormen bijzondere uitdagingen. Bisschop Roberto Álvarez, die geen eigen huis heeft en continue rondreist in het gebied, sprak met Kerk in Nood (ACN).
Sinds oktober 2023 draagt mgr. Álvarez een dubbele verantwoordelijkheid: hij is zowel bisschop van het nieuw opgerichte bisdom Rawson als apostolisch administrator van het bisdom Comodoro Rivadavia, beide gelegen in Argentijns Patagonië. Het bisdom van Rawson, dat nog in de kinderschoenen staat, kent enkele unieke uitdagingen.
“De Kerk in Patagonië is een speciale Kerk, heel anders dan de rest van Argentinië. We kennen enkele grote uitdagingen: we zijn bijvoorbeeld een land van evangelisatie, een land van missies. We hebben hier geen diepe christelijke wortels, we lijken in dat opzicht meer op Uruguay,” legt bisschop Álvarez uit, erop wijzend dat de provincie Chubut, waar Rawson ligt, historisch gezien gekenmerkt wordt door een sterke migratie.
“Deze regio, die oorspronkelijk bewoond werd door de Mapuche-Tehuelche, werd in de negentiende eeuw bevolkt door immigranten uit Wales. Vandaag de dag wonen er mensen uit Bolivia en Paraguay, waardoor er een culturele en religieuze diversiteit ontstaat die uniek is in het land. Er is hier ook een sterke aanwezigheid van protestantse kerken, wat in andere delen van Argentinië niet zo gebruikelijk is,” merkt hij op.
Een bisdom van honderdduizend vierkante kilometer
De grootste uitdaging is misschien wel de enorme afstand die de gemeenschappen scheidt. Het nieuwe bisdom beslaat ongeveer 100.000 vierkante kilometer, een gebied dat groter is dan Portugal of Oostenrijk. De bisschop beschrijft een realiteit die soms extreme offers vraagt: “Er zijn hier geen treinen en bijna geen vliegtuigen, dus we reizen met de auto. Om de Mis op te dragen in landelijke gebieden moeten we soms 200 kilometer heen en weer reizen.”
Om de pastorale bijeenkomst van Patagonië bij te wonen, moeten deelnemers uit bijvoorbeeld Ushuaia 2.000 kilometer reizen. “Maar ze doen het en met veel plezier, omdat ze weten hoe belangrijk deze bijeenkomsten zijn voor de toekomst van de evangelisatie. Het is hier in Patagonië gemakkelijker om op hun deelname te rekenen dan op andere plaatsen waar ik eerder heb gewerkt, waar de afstanden veel kleiner waren,” legt de bisschop uit. Tijdens zijn werk moet ook hij honderden kilometers afleggen. Eind januari reisde hij bijvoorbeeld 807 kilometer over de weg om de bijeenkomst voor vrede en broederschap tussen Chili en Argentinië bij te wonen, die gehouden werd in de zuidwestelijke grenspost van de provincie Chubut.
In deze bijzondere context benadrukt bisschop Álvarez het belang van de opleiding van geestelijken. Van de twaalf priesters die het bisdom Rawson dienen, zijn er zes buitenlanders en zes Argentijnen, waarvan er slechts drie uit Patagonië komen: “Ik heb maar een ‘handjevol’ priesters, dus hier voeren de leken echt hun doopopdracht uit, en daarom hebben zij een fundamentele rol. Het is dus belangrijk om voor de priesters te zorgen en hen te begeleiden. Dit jaar hadden we de eerste bijeenkomst van de jonge geestelijken en ze waren erg blij.”
Geen eigen kussen
Een andere uitdaging voor bisschop Álvarez is de armoede. Die is de afgelopen acht à tien jaar toegenomen. “Als je niets hebt, heb je geen eigen zorgen. Ik maak me alleen zorgen over hoe ik mijn pastorale werkers in het bisdom financieel kan ondersteunen,” zegt hij. “Kijk, ik ben net klaar met het strijken van de kleren. Ik heb geen eigen huis. Ik was, strijk en doe alles zelf. Ik leef van de liefdadigheid van mijn priesters, die mij kost en inwoning geven. Er is altijd wel een priester in een parochie die je een kussen leent. Ondanks de economische en geografische moeilijkheden ben ik erg gelukkig,” voegt hij er met aanstekelijke vreugde aan toe.
De combinatie van de twee uitdagingen – lange afstanden en gebrek aan middelen – maakt het moeilijk om het nieuwe bisdom in stand te houden. Voor de priesters kan een enkele reis een aanzienlijke kostenpost zijn, soms zelfs gelijk aan een heel maandinkomen van hun parochies. “Daarom zijn de steun die ik krijg voor hun vorming en de Misintenties zo belangrijk. Zonder de steun van de donateurs van Kerk in Nood zou het onmogelijk zijn om de brandstofkosten voor pastoraal werk te dekken,” legt bisschop Álvarez uit.
Kerk in Nood helpt ook de Zusters van Sint Jan de Doper te ondersteunen, een gemeenschap van Mexicaanse zusters die buitengewoon werk verrichten binnen een straal van 250 vierkante kilometer in afgelegen gebieden van het nieuwe bisdom. Op plaatsen waar asfalt geen optie meer is en waar het land veranderd is in steen en zand, voeren deze zusters pastoraal en sociaal werk uit, zorgen ze voor de meest behoeftige gezinnen en brengen ze Gods troost, voedsel en medicijnen. “Ze leven in grote soberheid en verdragen temperaturen onder min 10 graden. Ze mogen de mensen trouwen en dopen, want de dichtstbijzijnde priester is enkele uren verderop. Elke hulp die zij ontvangen is essentieel, anders zouden ze niet in staat zijn om hun kosten te dekken.
De zes religieuze zusters die vorige week in Haïti werden ontvoerd, zijn woensdag 24 januari vrijgelaten, zo heeft het aartsbisdom van Port-au-Prince bevestigd. De Zusters van Sint Anna en hun twee metgezellen werden vijf dagen lang gevangen gehouden nadat ze op vrijdag 19 januari tijdens een reis in Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti, door ongeïdentificeerde gewapende mannen waren ontvoerd.
Het aartsbisdom van Port-au-Prince zei in een verklaring aan de pontificale stichting Kerk in Nood (ACN): “Samen met de gemeenschap van de Zusters van Sint Anna en de Haïtiaanse Conferentie van Religieuzen dankt het aartsbisdom Port-au-Prince de Heer voor de vrijlating van de zes zusters en de andere mensen die op 19 januari samen met hen ontvoerd werden. Deze traumatische gebeurtenis heeft ons geloof opnieuw op de proef gesteld, maar het blijft onwankelbaar.
“God hoort altijd het geroep van de armen en bevrijdt de ongelukkige uit al zijn benauwdheid (vgl. Psalm 33:6-7). Wij riepen tot Hem, Hij maakte ons sterk in beproeving en Hij bevrijdde onze gevangenen. Hij zal verharde harten bekeren en Haïti van alle kwaad bevrijden, zodat al zijn kinderen de vreugde van de vrijheid zullen kennen, die onbetaalbaar is. De Kerk blijft zich inzetten om hen te helpen een tijdperk van gerechtigheid en vrede in Haïti te brengen.”
De verklaring besloot met de woorden: “Moge de Moeder van God, Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, voorbede doen voor de lijdende bevolking van Haïti, en moge ze ons onder haar moederlijke bescherming houden.”
Na het nieuws van de ontvoering veroordeelden het aartsbisdom van Port-au-Prince en de Haïtiaanse Conferentie van Religieuzen de “gruwelijke” daad in een gezamenlijke verklaring en riepen ze de daders “in de naam van God” op om de gevangenen vrij te laten. Ze deden ook een beroep op de politieke leiders van Haïti om “de nodige maatregelen te nemen om de plaag van ontvoeringen en geweld door gewapende groepen, die het land in een steeds verwarrender en chaotischer situatie storten, uit te roeien”.
De Haïtiaanse kerkleiders vroegen “priesters, religieuze mannen en vrouwen en de lekengelovigen” om 24 januari te bidden voor de vrijlating van de gevangenen. Na de bevestiging van de vrijlating zei aartsbisschop Max Leroy Mésidor van Port-au-Prince het volgende: “Laten we God danken. Dank u voor uw steun!”
Er zijn al eerder moorden op en ontvoeringen van kerkpersoneel geweest in het land. Een religieuze zuster werd in 2022 doodgeschoten en vijf priesters werden in 2022 en twee in 2023 ontvoerd. Zij werden later allemaal vrijgelaten.
Kerk in Nood (ACN) sluit zich aan bij de oproep van de paus om de religieuze zusters van de Congregatie van Sint Anna onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten en een einde te maken aan het geweld dat Haïti teistert.
Zes religieuze zusters werden afgelopen vrijdag 19 januari in Haïti ontvoerd door gewapende criminelen. De misdaad vond plaats op klaarlichte dag in de hoofdstad Port-au-Prince. De zes zusters, die niet bij naam genoemd zijn, waren op weg naar een universiteit toen hun bus werd tegengehouden door gewapende bandieten. Volgens internationale media werden de zes samen met twee andere inzittenden van het voertuig, een jonge vrouw en de chauffeur, vervolgens door de criminelen meegenomen naar een niet nader genoemde locatie.
De zusters behoren tot de Congregatie van Sint Anna, en hun ontvoering is bevestigd en betreurd door zowel het lokale aartsbisdom als de Haïtiaanse Conferentie van Religieuzen, die religieuze ordes in het land vertegenwoordigt.
Haïti heeft de afgelopen jaren een periode van chaos en criminaliteit doorgemaakt, waarbij gewapende bendes hele sectoren van Port-au-Prince hebben overgenomen. De Kerk is ook getroffen door de onveiligheid. In 2022 werd een Italiaanse missionaris, zuster Luísa Del’Orto, vermoord en werden vijf priesters ontvoerd, en in 2023 werden twee priesters ontvoerd. Alle zeven priesters werden uiteindelijk vrijgelaten.
Kerk in Nood sluit zich aan bij de vele stemmen, zowel in Haïti als daarbuiten, die hebben opgeroepen tot de vrijlating van de zes zusters en hun twee begeleiders. Paus Franciscus noemde het incident tijdens het Angelusgebed op zondag en zei: “Met verdriet heb ik kennis genomen van de ontvoering in Haïti van een groep mensen, waaronder zes religieuze zusters: in mijn hartelijke smeekbede voor hun vrijlating, bid ik voor sociale eensgezindheid in het land, en nodig ik iedereen uit om een einde te maken aan het geweld, dat veel leed veroorzaakt onder die dierbare bevolking.”
Haïti was één van de landen die door Kerk in Nood genoemd werden in het artikel “Tien landen die gebed voor vrede nodig hebben”, dat eind december gepubliceerd werd. In het gedeelte dat aan het land gewijd was, sprak de aartsbisschop van Port-au-Prince, Max Leroys Mesidor, zijn hoop uit dat de situatie in het nieuwe jaar zou verbeteren.
“In Haïti zullen we Kerstmis vieren in een context van groot lijden, vooral veroorzaakt door de helse overheersing van gewapende groepen en de onverschilligheid van politieke actoren. Maar onze hoop is sterk. Laten we bidden dat het feest van Emmanuel een gelegenheid mag zijn om de broederlijke eenheid te vergroten en om bevrijding te vinden van onze lange nachten van angst, wantrouwen en geweld. We hopen op de steun van de internationale gemeenschap voor ontwapening en het herstel van ons land.”
De ontvoering van zes religieuze zusters is een onheilspellend begin van 2024 in Haïti. Het is ook de grootste massale ontvoering van zusters in de afgelopen jaren. In 2023 werden er wereldwijd in totaal vier religieuze zusters ontvoerd, drie in Nigeria en één in Ethiopië, volgens informatie verzameld door Kerk in Nood. In 2022 werden wereldwijd negen zusters ontvoerd, die uiteindelijk allemaal werden vrijgelaten.
In Nicaragua heeft het regime van dictator Duterte negentien geestelijken vrijgelaten en het land uitgezet. Onder hen bisschop Rolando Alvarez, bekend om zijn kritiek op de schendingen van mensenrechten in het land. De beperkingen op godsdienstvrijheid en druk op de katholieke Kerk blijven echter groot, legt Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood (ACN), uit.
De vrijlating werd aangekondigd in een officiële verklaring van de Nicaraguaanse regering, vergezeld van een lijst met namen van de vrijgelaten en verbannen personen: twee bisschoppen, 15 priesters en twee seminaristen. De groep werd op zondag 14 januari vrijgelaten en arriveerde op dezelfde dag in Rome, met uitzondering van één priester, die in Venezuela bleef vanwege gezondheidsproblemen.
Onder de vrijgelatenen bevinden zich de bisschop van Matagalpa, Rolando Alvarez, die in augustus 2022 was gearresteerd en in 2023 weigerde naar de VS te worden verbannen. Hij werd tot 26 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Ook de bisschop van Siuna, Isidoro de Carmen Mora Ortega, is vrij. Hij werd in december tijdens een grootschalige actie gearresteerd omdat hij Alvarez in een preek had genoemd.
Regina Lynch, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood (ACN), heeft de vrijlating van de geestelijken voorzichtig verwelkomd. Wel merkt ze op dat er nog steeds zorgen zijn over de godsdienstvrijheid in Nicaragua: “Het is goed nieuws dat bisschop Rolando Alvarez niet langer in de gevangenis zit, hoewel we niet mogen vergeten dat hij daar 16 maanden heeft doorgebracht. We hopen dat hij de nodige steun zal krijgen om te herstellen van de lange periode van gevangenschap.”
Kerk in Nood is ook blij met de vrijlating van de overgebleven bisschop, 15 priesters en twee seminaristen die korter in de gevangenis zaten. “Maar we moeten benadrukken hoe enorm onrechtvaardig het is dat ze gedwongen werden om gescheiden van hun kudden en hun families te leven. De onzekerheid en de angst onder de gemeenschap is ook groot”, aldus Lynch.
De massale vrijlating en verbanning van geestelijken lijkt een patroon in het handelen van het regime tegenover de Kerk en haar leden. In oktober 2023 werden al 12 priesters vrijgelaten uit de gevangenis en naar het Vaticaan gestuurd. Een grotere groep werd in februari 2023 al verbannen en op het vliegtuig gezet naar de Verenigde Staten.
De internationale druk op het regime is de afgelopen weken toegenomen. Politieke druk was er van Washington tot de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. En ook in media werd veelvuldig bericht over de repressie – die weinig precedenten kent in Latijns-Amerika.
Het Vaticaan heeft daarentegen geen officiële verklaring afgegeven. Zijn officiële mediakanaal, Vatican News, kondigde de vrijlating aan. De toon in het artikel staat echter in schril contrast met het optimisme dat in het persbericht van de Nicaraguaanse regering wordt geuit over de relatie tussen de Heilige Stoel en de Latijns-Amerikaanse regering.
Een afname van geestelijken
De gedwongen ballingschap van deze laatste golf priesters voegt zich bij de groeiende lijst van geestelijken die het land moeten verlaten sinds de onderdrukking van de Kerk door het regime voor het eerst toenam, bij de uitzetting van apostolisch nuntius Waldemar Stanislaw Sommertag in maart 2022.
De verbanning van priesters heeft in sommige bisdommen al voor pastorale en administratieve problemen gezorgd. “Drie van Nicaragua’s bisdommen worden nu geleid door bisschoppen die in ballingschap zijn, namelijk Matagalpa en Esteli – die beide werden geleid door Alvarez – en Siuna. Eerder, in 2019, ging de hulpbisschop van Managua, Silvio Báez Ortega, in ballingschap vanwege toegenomen veiligheidszorgen. Nog een bisdom heeft een bisschop boven de pensioengerechtigde leeftijd, en de aartsbisschop van Managua, kardinaal Leopoldo Brenes, wordt in maart 75”, zegt Lynch.
Ook zijn er sinds 2022 al 50 priesters gearresteerd. Volgens sommige schattingen woont ongeveer 15% van de geestelijken van het land nu in het buitenland. Sommigen zijn gevlucht uit angst voor arrestatie, sommigen werden gedeporteerd door het regime en weer anderen werd de toegang tot het land ontzegd na een reis naar het buitenland. De regering heeft ook buitenlandse missionarissen het land uitgezet, zoals de Zusters van Naastenliefde, de orde opgericht door Moeder Theresa, die zich inzet voor de allerarmsten.
“Godsdienstvrijheid is een hoeksteen van vrijheid en autocratische regimes zijn altijd bang voor het getuigenis en de stem van diegenen wier leven gewijd is aan het leven en verspreiden van het Evangelie van liefde. De beperkingen op godsdienstvrijheid gaan door in een land waar vier van de negen bisdommen nu bisschoppen hebben die in het buitenland wonen. We bidden dat de Kerk en de mensen van Nicaragua op een dag vrij zullen zijn om hun mening te uiten en hun geloof te belijden zonder angst of repercussies”, besloot Regina Lynch.
Onvermoeibaar zetten de paters Kapucijnen zich in voor de inheemse bevolking in het Amazonegebied van Brazilië.
Probeert u zich eens voor te stellen hoe ondoordringbaar de jungle is.
De dagelijkse reizen gaan hier per boot. Krokodillen, giftige slangen, plotselinge, hevige stormen maken deze dagelijkse reizen gevaarlijk. Toch zegt pater Paolo, één van de Kapucijnen, blijmoedig: “De enorme uitdagingen hier zijn niet groter dan die van onze inheemse broers en zussen. We danken God eindeloos dat we hier zijn!”
Maar nu hebben de paters zélf dringend uw hulp en medeleven nodig, omdat hun huis en daarmee het kloppend hart van hun missie volledig vervallen is.
De onvermoeibare inspanningen van de Kapucijnen onder de Ticuna bevolking werpen vruchten af. Hun huis is het ‘hart’ van de missie, een centrum voor pastorale roepingen voor jonge inheemse mensen.
Het is nu echter volledig vervallen. Het hout is verrot en het tinnen dak is roestig en lekt. Het is al een paar keer provisorisch opgelapt, maar dat heeft niet veel geholpen. “Jarenlang hebben we prioriteit gegeven aan de missie. Maar nu moet er dringend iets gebeuren. We worden vaak ziek omdat de staat van het huis schadelijk is voor onze gezondheid.”
Uw geloof en gulheid van hart kunnen het verschil maken: het graven en vullen van de fundering kost € 20,00 per m3. Voor € 65 kan een betonnen zuil gestort worden. Het metselwerk kost € 110,00 per m2. Doet u mee met deze Amazone-missie?
Eva Luz, komt uit het prachtige Andesgebergte in Bolivia. Met haar bontgekleurde kleding, lange zwarte vlechten en door de zon getekende gezicht is ze een levendige vertegenwoordigster van de inheemse bevolking. Een sterke vrouw met een sprekend gezicht, maar haar gezichtsuitdrukking toont haar zorgen. Achter de uiterlijke schoonheid schuilt een realiteit die we niet kunnen negeren.
Het leven in de Andes is hard en voor velen betekent het een dagelijkse strijd tegen extreme armoede.
De gemeenschap waartoe Eva behoort, woont verspreid over afgelegen nederzettingen. Slechts enkele keren per jaar lukt het een priester deze onherbergzame plekken te bezoeken. Basisvoorzieningen zoals een winkel om eten te kopen, ziekenhuizen en scholen zijn simpelweg afwezig. Dit dwingt steeds meer mensen, zoals Eva, om hun families en het platteland achter te laten en werk te zoeken in de grote stad of zelfs in het buitenland.
Bisschop Ortiz, zelf behorend tot het inheemse Aymara-volk, begrijpt als geen ander de uitdagingen waarmee Eva en haar lotgenoten in de regio La Paz worden geconfronteerd. Hij ziet dat er geen toekomstperspectief is en dat de overheid de mensen niet de nodige hulp biedt. Zijn hart gaat in het bijzonder uit naar de jongeren. De jongeren vormen de toekomst van de Kerk, maar momenteel hebben ze geen enkele hoop. Voor hen lijkt de enige uitweg: hun geboorteland verlaten.
Gelukkig is het jeugdpastoraat, dat bisschop Ortiz vorig jaar het heeft opgezet, een groot succes.
Met uw hulp wil hij dit belangrijke werk voortzetten en uitbreiden. Hij heeft een specifiek doel voor ogen: 300 jongeren tussen de 15 en 29 jaar een algehele vorming bieden die hen leert over het geloof, christelijke waarden en leiderschap.
Dit wil hij bereiken met maandelijkse bijeenkomsten, één meerdaags congres en een driedaagse retraite. Hij wil een plek creëren waar jongeren hun talenten en capaciteiten kunnen ontwikkelen op het gebied van muziek en sport. Een plek waar ze trots kunnen zijn op hun etnische afkomst en waar ze de roepstem van God voor hun leven kunnen horen.
Om dit mogelijk te maken, vraagt bisschop Ortiz om uw steun.
Wilt en kunt u helpen? Met een donatie van slechts € 37,00 euro kan één jongere een heel jaar deelnemen aan het vormingsprogramma van bisschop Ortiz.
“Mijn verlangen is om deze jongeren verliefd te laten worden op een leven in vriendschap met Jezus Christus,” schrijft bisschop Otiz.
Bij voorbaat dank ik u voor uw gebed en gulle zegeningen. U biedt deze jongeren geloof, hoop, en toekomstperspectief en geeft u de gemeenschap van Eva Luz de kans om in voorspoed te leven in het gebied dat hen zo dierbaar is.
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur ‘s ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken – met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Aan het seminarie van Santiago de Cuba worden 17 jonge mannen gevormd tot toekomstige priesters. Met uw hulp kunnen zij een volk dienen dat in zijn ziel gewond is.
Toen paus Johannes Paulus II in januari 1998 Cuba bezocht, richtte hij zich tot de jongeren met de woorden: “Christus wandelt door jullie leven en zegt tegen jullie: ‘Volg mij’. Sluit je niet af voor zijn liefde. Loop niet gewoon aan de andere kant voorbij. Neem hem op zijn woord. Iedereen heeft een roepstem van Hem ontvangen, en Hij kent ieder van jullie bij zijn naam.”
De zeventien jongemannen die momenteel hun opleiding volgen aan het seminarie van het aartsbisdom Santiago de Cuba waren toen nog niet meer dan kleine kinderen. Toch was dat precies hun eigen ervaring: Jezus riep hen bij hun naam en zij volgden zijn roepstem. En dat ondanks het feit dat het katholieke geloof in Cuba na bijna een halve eeuw communistisch bewind nog steeds wordt onderdrukt. Want hoewel in theorie de meeste Cubanen gedoopt katholiek zijn, woont slechts zo’n 2% regelmatig de heilige Mis bij. Er is een wijdverbreide volksvroomheid onder het volk, en Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre, het Cubaanse nationale heiligdom, is geliefd bij bijna elke Cubaan, maar op het gebied van evangelisatie moet er nog veel worden gedaan.
“We hebben priesters nodig om een volk te dienen dat in zijn ziel gewond is”, zegt pater Martín Chevarría Vaca, de rector van het seminarie van Santiago. “Het doel van ons seminarie is de evangelisatie van het Cubaanse volk door de vorming van autochtone Cubaanse priesters. Het feit dat zich nog meer jonge mannen hebben gemeld dan in het voorgaande jaar is een bron van grote vreugde voor onze Kerk, die nooit ophoudt te bidden om roepingen.”
Wel kost het geld om toekomstige priesters op te leiden. Voedsel, water, elektriciteit, lesmateriaal, medische zorg, kleding en de salarissen van het academisch personeel – al deze zaken moeten worden betaald. En de prijzen worden steeds hoger in een land dat al jaren vastzit in een diepe economische crisis. Bovendien zijn er tijdens de pandemie extra kosten gekomen voor maatregelen en beschermende uitrusting.
De kerk in Cuba is arm, maar wil geen roeping verloren laten gaan, enkel door geldgebrek. Daarom vraagt zij om uw hulp. Steunt u de opleiding van deze 17 toekomstige priesters met een bijdrage? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 216-04-79. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
De aardbeving die Haïti op 14 augustus 2021 schokte, heeft het land in extreme armoede gestort. De moord op de president in juli jongstleden heeft de toch al precaire situatie alleen maar verergerd. In een interview vertelt Rafael D’Aqui, hoofd van de afdeling projecten in Latijns-Amerika van Kerk in Nood (ACN), over de huidige situatie en de uitdagingen in het land.
Hoe heeft de situatie in Haïti zich ontwikkeld sinds de aardbeving?
De situatie na de aardbeving blijft moeilijk: in veel regio’s slapen mensen buiten of in tenten. Ook priesters verblijven in huizen van parochieleden of slapen in auto’s. Er is een tekort aan water, elektriciteit, voedsel, kleding, medicijnen. En een groot deel van de bevolking is getraumatiseerd. Kerkgebouwen en diocesane instellingen hebben gedeeltelijke schade opgelopen of zijn zelfs volledig vernield. Ongeveer 70 parochies hebben tenten moeten kopen om hun werk te kunnen voortzetten. Daarbij komen nog de onzekerheid en het geweld die het nog moeilijker maken om enige effectieve hulp te bieden.
Hoe was de situatie vóór de aardbeving?
De situatie in het land is de laatste twee tot drie jaar onstabiel geweest. De steden en de straten worden gecontroleerd door bendes, er vinden gewapende overvallen en ontvoeringen plaats onder de bevolking, vrachtwagens worden overvallen, enz. De situatie, die al precair was, werd nog slechter toen de president begin juli in zijn eigen huis werd vermoord. Bovendien gaat het land gebukt onder ernstige droogte en watertekorten. Er heerst extreme armoede, vooral op het platteland.
Wat doet Kerk in Nood ter plaatse en wat is het effect van deze hulp?
Als eerste heeft Kerk in Nood de getroffen bisdommen gevraagd een inventaris op te maken van de situatie en de schade, om passende hulpmaatregelen te kunnen voorstellen. Vervolgens heeft het snel een noodhulpbudget goedgekeurd voor projecten in Haïti. In het bisdom Jérémie is al 134.400 dollar toegekend voor de verdeling van noodhulp (tenten, voedsel, drinkwater, medicijnen, enz.) onder priesters, religieuzen en pastoraal werkers en hun gezinnen in 16 parochies.
Wat voor werk heeft ACN nog te doen in Haïti?
Op dit moment zitten we nog steeds in de eerste fase, die bestaat uit noodhulp. Maar tegelijkertijd werken we aan onze strategie voor de tweede fase, de wederopbouw. We doen dit samen met andere kerkelijke organisaties, die de wens hebben geuit om betrokken te zijn bij de wederopbouw van het land. Dit is de derde keer dat ACN met deze organisaties samenwerkt, na de aardbeving in 2010 en de orkaan in 2016.
Deze tweede fase begint met de technische beoordeling van de schade. Daarna wordt bepaald welke gebouwen het dringendst herbouwd moeten worden. Dit zal enkele maanden in beslag nemen. We onderzoeken ook de mogelijke projecten die gericht zijn op het genezen van de wonden en trauma’s die door de moeilijke situatie zijn toegebracht, omdat we de mensen moeten helpen weer hoop te krijgen.
Wat zijn de grootste obstakels voor uw werk?
Enerzijds is het door de precaire situatie onmogelijk om naar het land te reizen, waardoor we de situatie niet uit de eerste hand kunnen ervaren. Onze communicatie is beperkt tot het internet of de telefoon. Anderzijds is het een uitdaging om de schade aan de gebouwen volledig op te nemen en deze snel en in korte tijd weer op te bouwen. Dit moet immers gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen voor aardbevings- en cycloonveiligheid. We moeten er ook voor zorgen dat alle materialen beschikbaar zijn. Momenteel worden deze, wegens plaatselijke tekorten, uit andere landen aangevoerd.
Hoe zal het werk van Kerk in Nood worden voortgezet?
ACN zal de Kerk in Haïti en de mensen daar blijven steunen met gebeden en solidariteit. Al jaren gaat ons medeleven uit naar deze mensen, zo die lijden onder armoede, instabiliteit en geweld. Zij zijn vaak in de steek gelaten, maar hebben onvergelijkbare en, in deze tijden, onmisbare steun gevonden in het geloof en in het werk van religieuze zusters, priesters en leken pastoraal werkers.
ACN is momenteel betrokken bij meer dan dertig projecten om het werk van de Kerk in Haïti te ondersteunen. Zo heeft de organisatie onlangs noodhulp goedgekeurd voor de distributie van tenten, voedsel, drinkwater en medicijnen, en voor de meest dringende reparaties aan tien parochiehuizen in het bisdom Jérémie om de coördinatie van het sociale en pastorale werk van de parochies te verzekeren na de aardbeving die het bisdom op 14 augustus 2021 trof. Uw steun is daarbij hard nodig. Helpt u mee? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Steun Haïti.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD