Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het “katholieke continent”. Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent – en daarmee de Kerk – werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
Op een recente bijeenkomst van de nationale conferentie van Braziliaanse bisschoppen (CNBB) in Aparecida, ontving de delegatie van Kerk in Nood (ACN) veel bemoediging over de steun die haar weldoeners geven aan projecten in Brazilië.
Het hoofd projecten voor Latijns-Amerika van de katholieke hulporganisatie, Rafael D’Aqui, sprak er met diverse bisschoppen: “Ik hoorde verhalen over een Kerk die voor grote uitdagingen staat: ten eerste wat betreft de afstand, met parochies die soms 500 kilometer van het centrum van het bisdom verwijderd zijn. Maar ook met uiteenlopende culturele realiteiten en een verscheidenheid aan etniciteiten die in hetzelfde bisdom wonen”, legt hij uit.
“Er zijn ook gebieden met sociale conflicten, zoals bisdommen die worden geteisterd door illegale mijnbouw en waar de Kerk de getroffen bevolking begeleidt. Of plaatsen waar bisschoppen kampen met de realiteit van drugs en het daarmee gepaard gaande geweld, dat als een open wond het pastorale werk beïnvloedt.”
D’Aqui zegt getroffen te zijn door de dankbaarheid van de bisschoppen jegens de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), voor de steun aan de Kerk in Brazilië. “Ik heb bisschoppen in tranen gezien, die me vertelden dat ze hun pastoraat kunnen uitoefenen dankzij de steun van de gulle mensen die via Kerk in Nood bijdragen.”
Stormachtig water
De CNBB is een van de grootste bijeenkomsten van katholieke bisschoppen ter wereld, met meer dan 300 hiërarchen die de 279 jurisdicties van het land vertegenwoordigen, en 100 gepensioneerde bisschoppen. Tijdens de bijeenkomst van dit jaar stemden de bisschoppen over nieuwe voorzitters van verschillende afdelingen en over de leiding van de CNBB zelf. Ook maakten zij de balans op van de vierjarige termijn van scheidend voorzitter, aartsbisschop Walmor Oliveira de Azevedo, van Belo Horizonte. Die beschreef de afgelopen vier jaar als een stormachtige periode, een van de moeilijkste in de geschiedenis van Brazilië, door de toegenomen polarisatie en de gevolgen van de Covid-19 pandemie. “Te midden van de storm was de CNBB als een boot midden op deze moeilijke overtocht, maar de Heer riep ons op om hoop te zoeken.”
Kerk in Nood steunde in 2021 maar liefst 255 van de 360 voorgestelde projecten in Brazilië. Vooral de opleiding van toekomstige priesters, religieuzen en lekenwerkers om het geloof te verkondigen en de pastorale zorg te waarborgen.
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur ‘s ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken – met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Na een reis, waarbij hij 11 bisdommen in het midden en westen van Venezuela bezocht, vertelt Luis Vildoso, hoofd projecten van de internationale stichting Kerk in Nood (ACN), over de huidige situatie in het land en in de Kerk. “Venezuela is een land van tegenstellingen geworden. Ondanks de economische en sociale crisis zijn er recentelijk casino’s en luxe autodealers geopend.”
Hoe beschrijft u de situatie in Venezuela?
Je kunt zien dat het een land is dat op een gegeven moment in een goede economische situatie verkeerde. Venezuela is zeer rijk aan energiebronnen zoals olie en gas. Je ziet bijvoorbeeld nog steeds prima infrastructuur en goede wegen. Het land is goed verbonden, met een netwerk van snelwegen die in goede staat verkeren. Tegelijkertijd is er echter sprake van zeer grote armoede. De macro-economische cijfers spreken voor zich. Een werknemer in de gezondheidszorg of het onderwijs verdient bijvoorbeeld ongeveer 9 euro per maand, maar de gemiddelde kosten van levensonderhoud voor een gezin van vijf personen bedragen ongeveer 160 euro per maand. Bovendien is de industrie in het algemeen tot stilstand gekomen of sterk uitgeput, zoals de olie-industrie, die onder het minimale productieniveau werkt.
Heeft deze situatie gevolgen voor de bevolking?
Venezuela is een land van tegenstellingen geworden. Ondanks de economische en sociale crisis hebben we onlangs de opening gezien van casino’s en luxe autodealers, zoals Ferrari, evenals kartbanen, een modern nieuw honkbalstadion en zelfs nieuwe privéklinieken. Al deze zaken zijn echter voorbehouden aan degenen die op de een of andere manier verbonden zijn met het huidige regime.
Hoe zou u de huidige situatie van de Kerk omschrijven?
Ik vond een Kerk die zeer levendig, zeer verenigd en vreugdevol is, ondanks het feit dat zij een zware strijd moet leveren. Je kunt zien dat God aanwezig is en de gemeenschap ondersteunt; Hij is hun kracht. Op sociaal gebied ontplooit de kerk veel initiatieven, bijvoorbeeld in het onderwijs en de gezondheidszorg. Naast materiële hulp, ontvangen katholieken ook geestelijke bijstand. Ik was zeer ontroerd om te zien hoe de leken zich inzetten voor de Kerk. Te midden van de armoede tonen de mensen zich solidair met hun priesters, door hun voertuigen, kennis en ervaring ter beschikking te stellen van hun pastoors om pastorale initiatieven te organiseren. Iedereen, arm of rijk, draagt naar vermogen bij.
Op sommige plaatsen is er een tekort aan priesters. Veel buitenlandse priesters en religieuzen hebben het land moeten verlaten omdat hun verblijfsvergunning niet werd verlengd. Bovendien lijden sommige priesters en bisschoppen aan vermoeidheid, omdat ze het licht aan het eind van de tunnel niet kunnen zien. Wij moeten de geestelijkheid helpen en bijdragen tot haar geestelijke vernieuwing, maar er ook voor zorgen dat tijdig kan worden gereageerd wanneer zich problemen voordoen.
Wordt de Kerk op enigerlei wijze vervolgd?
De controle van de regering over de bevolking in het algemeen is zeer duidelijk, vooral door de “alcabalas”, dat zijn controleposten waar altijd een politieagent de wacht houdt, bijvoorbeeld bij benzinestations. Ook de media worden gecontroleerd. Door de bevolking te controleren, controleert de regering tot op zekere hoogte ook de Kerk. De regering heeft zich af en toe tegen de Kerk gekeerd. Onlangs ontving een priester, een paar dagen na het opdragen van de Mis, een brief van de regering over zijn preek! Tot op zekere hoogte wordt de Kerk belaagd.
Welke mogelijkheden ziet u om de situatie in het land te verbeteren?
De bisschoppen denken en geloven dat verandering zal plaatsvinden met de toekomstige generaties. Daarom hebben zij de nadruk gelegd op de noodzaak om jongeren te ondersteunen door middel van creatieve pastorale initiatieven, om te proberen aansluiting bij hen te vinden. Veel jongeren leveren een cruciale bijdrage aan het sociale werk van de Kerk. Venezuela heeft een diaspora van ongeveer zeven miljoen mensen, voornamelijk jonge professionals. Er wordt dus speciale aandacht besteed aan jongeren om te proberen emigratie te voorkomen.
Hoe reageren de jongeren op deze toenaderingen?
De bisschop van het bisdom San Carlos Cojedes nodigde ons uit voor een jongerenbijeenkomst, maar we hadden geen idee hoe groot die zou zijn. Toen we aankwamen, werden we opgewacht door 500 jongeren die in dialoog waren met de bisschop en hem zeer interessante vragen stelden. Toen ik wegging, voelde ik me vernieuwd in mijn zending. Het was prachtig om een getuigenis van het huwelijksleven te kunnen geven aan zo’n grote groep jongeren die hun roeping proberen te bepalen – sommigen van hen zijn misschien geroepen tot het gewijde of religieuze leven, en anderen tot het huwelijk – en om hen te laten zien dat het mogelijk is een christelijk leven te leiden in verschillende roepingen.
Een soortgelijke ervaring had ik in het bisdom Acarigua Araure. We gingen naar een andere bijeenkomst van jongeren met hun bisschop, voor beroepskeuzevoorlichting. We troffen een kerk vol jonge mensen aan. We konden alleen maar wensen dat de kerken in Europa ook zo waren! De Kerk in Venezuela is zeer Latijns-Amerikaans, zeer levendig, zeer vreugdevol.
Wat heeft u nog meer geraakt tijdens deze reis?
Ondanks de emigratie blijft de Venezolaanse bevolking groeien. Ik werd getroffen door de overbevolking in gebieden als Petare, aan de rand van Caracas. Als je door de straten loopt, zijn er kleine steegjes die naar andere huizen leiden, allemaal vol met mensen. Ik zag een soort gebouw van ongeveer 10 of 12 verdiepingen hoog; huizen die op elkaar gebouwd waren en overeind gehouden worden door pilaren die alleen door een wonder overeind lijken te blijven. Er is geen officiële telling, maar men zegt dat er ongeveer twee miljoen mensen in dit gebied opeengepakt zitten.
Hoe denkt u dat Kerk in Nood (ACN) kan blijven helpen?
De Kerk heeft onze steun dringend nodig, want de huidige economische crisis heeft directe gevolgen voor het levensonderhoud van de Kerk. De zorg voor de geestelijken blijft voor ons een prioriteit, en hetzelfde geldt voor vrouwelijke religieuzen, die zulk lovenswaardig werk doen, en voor alle pastoraal werkers. Tegelijkertijd zijn wij echter ook zeer geïnteresseerd in het stimuleren van de vorming van leken en het bevorderen van persoonlijke ervaringen met God. Zo kan de bevolking bijdragen aan de transformatie van het land.
In een ontmoeting met de voorzitter van het Chinese agentschap voor internationale ontwikkelingssamenwerking heeft de Nicaraguaanse dictator Daniel Ortega opnieuw uitgehaald naar de katholieke Kerk. Volgens mgr. Silvio Báez, die in ballingschap leeft in de Verenigde Staten, zijn de nieuwe verbale aanvallen tekenen van zwakte en wanhoop. Deze maand worden in verschillende delen van de Verenigde Staten marsen en evenementen gehouden ter nagedachtenis aan de protesten van 2018 en om op te roepen tot de vrijlating van bisschop Álvarez.
“Wij Nicaraguanen moeten de taal van de dictator leren interpreteren. Hij spreekt voor de mensen die met hem zijn, hij spreekt voor zijn achterban. Hij spreekt niet als staatsman voor het land, want hij regeert niet in Nicaragua,” zei Báez, hulpbisschop van Managua, tijdens een persconferentie op 16 april in Miami. “Als hij deze dingen zegt, moet je interpreteren dat het voor zijn mensen is, zodat zij hem als sterk zien. Diep van binnen weten we dat het een teken van zwakte is, een teken van wanhoop. Hij weet dat hij alleen staat, binnen en buiten het land.”
Kritiek op rol bisschoppen als bemiddelaars
Tijdens de bijeenkomst viel Ortega de bisschoppen van Nicaragua aan. Ook zei hij dat bisschop Rolando Álvarez van Matalgalpa, die ten onrechte tot 26 jaar en vier maanden gevangenisstraf is veroordeeld, “een verrader van het vaderland is die zich toelegde op het boycotten en saboteren van economische en productieactiviteiten in Matagalpa”. Recent bekritiseerde Ortega ook de rol van de bisschoppen als bemiddelaar in de nasleep van de burgerprotesten van april 2018, die door de dictatuur sterk werden onderdrukt. Hij beweerde toen dat de bisschoppen een “ultimatum” hadden gesteld aan de staat om “alle takken van de regering” te ontmantelen.
Onvoorwaardelijke vrijheid voor Álvarez
In zijn verklaring tegenover de pers herhaalde Báez dat bisschop Rolando Álvarez van Matagalpa ten onrechte in de gevangenis is gezet. “Ik heb het elke dag gezegd, elke zondag, en ik blijf de Heer vragen om zijn vrijheid, door te eisen dat er recht wordt gedaan, want hij is onschuldig,” benadrukte de prelaat. “Hij heeft het recht om bij zijn volk te zijn en zijn volk heeft het recht om hun bisschop te hebben.”
Báez benadrukte ook het belang van de protesten van 2018, waarbij veel mensen omkwamen door toedoen van de troepen van de dictatuur en honderden werden gearresteerd door het regime. “De ervaring van april 2018 mag nooit worden vergeten. Niet alleen omdat het een mijlpaal markeerde die voor altijd een scheidingspunt was in de geschiedenis van Nicaragua, maar ook omdat in april 2018 een soort coëxistentie werd gecreëerd die een model voor de toekomst moet worden,” legde Báez uit. “Daar verdwenen politieke banden, daar waren geen uitsluitende ideologieën, daar vocht niemand met iemand, daar dachten we allemaal aan Nicaragua. Daarom geloof ik dat de geest van april moet blijven bestaan voor de toekomst,” vervolgde hij.
Herdenkings- en protestmarsen marsen
In verschillende delen van de Verenigde Staten worden deze maand marsen en evenementen gehouden ter nagedachtenis aan de protesten van 2018 en ook om op te roepen tot de vrijlating van Álvarez. Bisschop Báez besluit dan ook met hoop: “Als gelovige, als pastor, verlies ik niet de hoop om ons land vrij en als een samenleving te zien waar rechtvaardigheid, vrede, vrijheid en respect voor de mensenrechten heersen.”
Bron: KNA
Een week na zijn vrijlating vertelde pater Jean-Yves Médidor, een missionaris van de Clerici van Saint Viator die op 10 maart in Croix des Bouquets op Haïti werd ontvoerd, aan persbureau Fides over de beproeving van zijn ontvoering.
“Het was een zeer pijnlijk moment. Zeven gewapende mannen haalden me uit het voertuig waarin ik zat. Ze blinddoekten me en bonden mijn handen vast met schoenveters om me naar de plaats te brengen waar ik werd vastgehouden. We waren met dertig mensen verdeeld over twee kleine kamers. Er waren twee bedden voor tien personen. De overige gijzelaars moesten het doen met stukken karton die op de vloer waren gelegd. Een uur na de ontvoering vroeg de leider van de gewapende bende mij naar huis te bellen om mijn ontvoering aan te kondigen. De omstandigheden waren zeer precair, we kregen één keer per dag te eten, we hadden geen drinkwater, geen toiletten… we gebruikten een gat voor onze behoeften”.
We vroegen pater Médidor hoe hij zich voelde na zijn vrijlating en of hij de kans had iemand te ontmoeten. “Ik voel me moreel en fysiek goed. Ik heb de gelegenheid gehad een groot aantal mensen te ontmoeten, mijn familie, vrienden en vooral de gelovigen van mijn parochie Christ-Roi le Meilleur in Port-au-Prince. Voor mij was het een nieuwe ervaring op mijn spirituele reis. Mijn relatie met God is versterkt. Ik heb de banden kunnen aanhalen met een evangelische dominee die samen met mij was ontvoerd. Helaas is hij nog niet vrijgelaten. We hebben samen gebeden, ook met andere gevangenen. Er waren zelfs bendeleden die opgesloten zaten in cellen”.
Pater Médidor dacht na over hoe hij die dagen emotioneel beleefde: “Ik was niet bang om te sterven, ik was er zeker van dat God me niet in de steek zou laten. Ik wachtte gewoon op de dag en het tijdstip van mijn vrijlating. Ik was meer bezorgd om mijn familieleden en mijn religieuze familie die niet wisten hoe het met mij ging en die al lange tijd onder druk stonden van de bandieten.”
“Ik voelde de kracht van het gebed in deze moeilijke tijden”, besloot de missionaris. “Ik heb me nooit alleen gevoeld. Er zijn nog zoveel mensen in handen van de ontvoerders. Sommigen zitten er al meer dan een maand. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik slechts twaalf dagen gevangen heb gezeten. In onze dagelijkse gebeden denken we aan allen die tegen hun wil worden vastgehouden. Sommigen van hen zijn ziek en kwetsbaar. Moge God over hen waken!”
Om veiligheidsredenen keer de missionaris niet onmiddellijk terug naar de parochie. Hij onderging medische controles en op 28 maart kon hij ook de begrafenis bijwonen van pater Jacques Beaudry, de laatste Canadese geestelijke van Sint-Viator die op Haïti aanwezig was.
Bron: Fides
Twee priesters zijn de afgelopen weken ontvoerd in Haïti, een land dat zich midden in een diepe crisis bevindt. Een van hen wist na enkele dagen uit handen van zijn ontvoerders te ontsnappen, de ander werd donderdag 23 maart vrijgelaten. In een mail die ook naar Kerk in Nood (ACN) is gestuurd, beschrijft de provinciaal van een van de gekidnapte priesters de ontvoering.
Provinciaal Dudley Pierre van de gemeenschap van de geestelijken van Saint-Viator legt uit dat de aanval op zaterdagochtend 11 maart plaatsvond in de buurt van de residentie van de gemeenschap, aan de rand van Croix-des-Bouquets. Pater Jean-Yves Médidor verliet het huis toen het gebeurde. “Toen hij de poort sloot, zag een van onze bewakers gemaskerde mannen pater Jean-Yves achtervolgen. Later beseften we dat er andere voertuigen bij het kruispunt stonden te wachten.”
Geconfronteerd met deze “pijnlijke en schandelijke” gebeurtenis, gebruikt de provinciaal van de geestelijken van Sint-Viator termen als “geweld” en “anarchie” om het “donkere uur” te beschrijven dat het land doormaakt.
Priester ontsnapt
De ontvoering van pater Jean-Yves vond plaats enkele weken nadat een andere priester, de Kameroense pater Antoine Christian Noah, ongedeerd wist te ontsnappen aan de criminelen die hem tien dagen gevangen hadden gehouden. De 33-jarige Claretiaanse priester keerde op 7 februari van een retraite in de Dominicaanse Republiek terug naar Haïti toen hij gevangen werd genomen. Hij zegt echter dat hij op Hollywood-achtige wijze wist te ontsnappen door een gat te maken in het dak van het huis waar hij werd vastgehouden. De ontsnappingspoging was succesvol en nadat hij in veiligheid was gebracht, werd de priester overgebracht naar een ander land.
Over de dagen van zijn gevangenschap zegt pater Fausto Cruz Rosa, overste van de Claretianen, dat “hij nooit bang was, omdat hij bad tot zijn patroon”, de heilige Antonius van Padua, en tot het Onbevlekt Hart van Maria. “Hij is een man van gebed, zeer spiritueel, zeer sereen. De ontvoerders waren verbaasd over hoe een priester het aankon, want gedurende de tien dagen gaven ze hem slechts vier keer te eten en een beetje water”, voegt het hoofd van de Claretianen in Haïti eraan toe.
Klimaat van onveiligheid
De gebeurtenissen illustreren het klimaat van grote instabiliteit en onveiligheid waarin Haïti verkeert. De Verenigde Naties schatten dat er vorig jaar alleen meer dan 1300 ontvoeringen en meer dan 2000 moorden hebben plaatsgevonden. De situatie is bijzonder nijpend geworden sinds juli 2021, toen president Jovenal Moïse werd vermoord. Het geweld, dat het land nog verder de armoede in sleurt, werd aan de kaak gesteld tijdens de “Avond van de Martelaren” op 17 januari georganiseerd door Kerk in Nood Frankrijk. Zuster Marjorie Boursiquot vertelde er dat op Haïti “elke dag moorden, verkrachtingen en berovingen zijn, maar dat 2021 opvalt in deze omgeving van onveiligheid”, in die mate zelfs dat zij het jaar omschrijft als een “donkere bladzijde”.
“We waren getuige van een ongekend niveau van geweld tussen bendes, de moord op president Jovenal Moïse, een nieuwe aardbeving – de tweede in tien jaar – die 2500 mensen het leven kostte, een gezondheidssysteem dat op instorten staat en dramatische niveaus van voedselonzekerheid”.
Moord op zuster Dell’Orto blijvende schok
Nu het land is overspoeld door gewapende bendes, voelt niemand zich nog veilig. Ook de Kerk is niet ontsnapt aan deze golf van geweld. “Iedereen is op de een of andere manier slachtoffer van deze situatie. Er zijn gevallen geweest van ontvoeringen in de Kerk”, aldus zuster Marjorie Boursiquot, verwijzend naar de situatie van de Italiaanse zuster Luisa Dell’Orto. Zij behoorde tot de Kleine Zusters van het Evangelie en werd in juni vorig jaar vermoord tijdens een overval in Port-au-Prince. “Hier was een zuster die gedurende 20 jaar werkelijk alles gaf aan de arme kinderen in een van de sloppenwijken van de hoofdstad. Haar dood was een schok voor ons allen.”
Zuster Marjorie voegt eraan toe dat “veel parochies in meer wetteloze gebieden hun deuren hebben moeten sluiten vanwege de bedreigingen van de criminelen” en zegt dat soms “criminelen zelfs sommige religieuze instellingen binnendringen en naar believen moorden en ontvoeren. De zaken zijn erg ingewikkeld, maar we geven niet op.”
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur ‘s ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken – met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Aan het seminarie van Santiago de Cuba worden 17 jonge mannen gevormd tot toekomstige priesters. Met uw hulp kunnen zij een volk dienen dat in zijn ziel gewond is.
Toen paus Johannes Paulus II in januari 1998 Cuba bezocht, richtte hij zich tot de jongeren met de woorden: “Christus wandelt door jullie leven en zegt tegen jullie: ‘Volg mij’. Sluit je niet af voor zijn liefde. Loop niet gewoon aan de andere kant voorbij. Neem hem op zijn woord. Iedereen heeft een roepstem van Hem ontvangen, en Hij kent ieder van jullie bij zijn naam.”
De zeventien jongemannen die momenteel hun opleiding volgen aan het seminarie van het aartsbisdom Santiago de Cuba waren toen nog niet meer dan kleine kinderen. Toch was dat precies hun eigen ervaring: Jezus riep hen bij hun naam en zij volgden zijn roepstem. En dat ondanks het feit dat het katholieke geloof in Cuba na bijna een halve eeuw communistisch bewind nog steeds wordt onderdrukt. Want hoewel in theorie de meeste Cubanen gedoopt katholiek zijn, woont slechts zo’n 2% regelmatig de heilige Mis bij. Er is een wijdverbreide volksvroomheid onder het volk, en Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre, het Cubaanse nationale heiligdom, is geliefd bij bijna elke Cubaan, maar op het gebied van evangelisatie moet er nog veel worden gedaan.
“We hebben priesters nodig om een volk te dienen dat in zijn ziel gewond is”, zegt pater Martín Chevarría Vaca, de rector van het seminarie van Santiago. “Het doel van ons seminarie is de evangelisatie van het Cubaanse volk door de vorming van autochtone Cubaanse priesters. Het feit dat zich nog meer jonge mannen hebben gemeld dan in het voorgaande jaar is een bron van grote vreugde voor onze Kerk, die nooit ophoudt te bidden om roepingen.”
Wel kost het geld om toekomstige priesters op te leiden. Voedsel, water, elektriciteit, lesmateriaal, medische zorg, kleding en de salarissen van het academisch personeel – al deze zaken moeten worden betaald. En de prijzen worden steeds hoger in een land dat al jaren vastzit in een diepe economische crisis. Bovendien zijn er tijdens de pandemie extra kosten gekomen voor maatregelen en beschermende uitrusting.
De kerk in Cuba is arm, maar wil geen roeping verloren laten gaan, enkel door geldgebrek. Daarom vraagt zij om uw hulp. Steunt u de opleiding van deze 17 toekomstige priesters met een bijdrage? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 216-04-79. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
De aardbeving die Haïti op 14 augustus 2021 schokte, heeft het land in extreme armoede gestort. De moord op de president in juli jongstleden heeft de toch al precaire situatie alleen maar verergerd. In een interview vertelt Rafael D’Aqui, hoofd van de afdeling projecten in Latijns-Amerika van Kerk in Nood (ACN), over de huidige situatie en de uitdagingen in het land.
Hoe heeft de situatie in Haïti zich ontwikkeld sinds de aardbeving?
De situatie na de aardbeving blijft moeilijk: in veel regio’s slapen mensen buiten of in tenten. Ook priesters verblijven in huizen van parochieleden of slapen in auto’s. Er is een tekort aan water, elektriciteit, voedsel, kleding, medicijnen. En een groot deel van de bevolking is getraumatiseerd. Kerkgebouwen en diocesane instellingen hebben gedeeltelijke schade opgelopen of zijn zelfs volledig vernield. Ongeveer 70 parochies hebben tenten moeten kopen om hun werk te kunnen voortzetten. Daarbij komen nog de onzekerheid en het geweld die het nog moeilijker maken om enige effectieve hulp te bieden.
Hoe was de situatie vóór de aardbeving?
De situatie in het land is de laatste twee tot drie jaar onstabiel geweest. De steden en de straten worden gecontroleerd door bendes, er vinden gewapende overvallen en ontvoeringen plaats onder de bevolking, vrachtwagens worden overvallen, enz. De situatie, die al precair was, werd nog slechter toen de president begin juli in zijn eigen huis werd vermoord. Bovendien gaat het land gebukt onder ernstige droogte en watertekorten. Er heerst extreme armoede, vooral op het platteland.
Wat doet Kerk in Nood ter plaatse en wat is het effect van deze hulp?
Als eerste heeft Kerk in Nood de getroffen bisdommen gevraagd een inventaris op te maken van de situatie en de schade, om passende hulpmaatregelen te kunnen voorstellen. Vervolgens heeft het snel een noodhulpbudget goedgekeurd voor projecten in Haïti. In het bisdom Jérémie is al 134.400 dollar toegekend voor de verdeling van noodhulp (tenten, voedsel, drinkwater, medicijnen, enz.) onder priesters, religieuzen en pastoraal werkers en hun gezinnen in 16 parochies.
Wat voor werk heeft ACN nog te doen in Haïti?
Op dit moment zitten we nog steeds in de eerste fase, die bestaat uit noodhulp. Maar tegelijkertijd werken we aan onze strategie voor de tweede fase, de wederopbouw. We doen dit samen met andere kerkelijke organisaties, die de wens hebben geuit om betrokken te zijn bij de wederopbouw van het land. Dit is de derde keer dat ACN met deze organisaties samenwerkt, na de aardbeving in 2010 en de orkaan in 2016.
Deze tweede fase begint met de technische beoordeling van de schade. Daarna wordt bepaald welke gebouwen het dringendst herbouwd moeten worden. Dit zal enkele maanden in beslag nemen. We onderzoeken ook de mogelijke projecten die gericht zijn op het genezen van de wonden en trauma’s die door de moeilijke situatie zijn toegebracht, omdat we de mensen moeten helpen weer hoop te krijgen.
Wat zijn de grootste obstakels voor uw werk?
Enerzijds is het door de precaire situatie onmogelijk om naar het land te reizen, waardoor we de situatie niet uit de eerste hand kunnen ervaren. Onze communicatie is beperkt tot het internet of de telefoon. Anderzijds is het een uitdaging om de schade aan de gebouwen volledig op te nemen en deze snel en in korte tijd weer op te bouwen. Dit moet immers gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen voor aardbevings- en cycloonveiligheid. We moeten er ook voor zorgen dat alle materialen beschikbaar zijn. Momenteel worden deze, wegens plaatselijke tekorten, uit andere landen aangevoerd.
Hoe zal het werk van Kerk in Nood worden voortgezet?
ACN zal de Kerk in Haïti en de mensen daar blijven steunen met gebeden en solidariteit. Al jaren gaat ons medeleven uit naar deze mensen, zo die lijden onder armoede, instabiliteit en geweld. Zij zijn vaak in de steek gelaten, maar hebben onvergelijkbare en, in deze tijden, onmisbare steun gevonden in het geloof en in het werk van religieuze zusters, priesters en leken pastoraal werkers.
ACN is momenteel betrokken bij meer dan dertig projecten om het werk van de Kerk in Haïti te ondersteunen. Zo heeft de organisatie onlangs noodhulp goedgekeurd voor de distributie van tenten, voedsel, drinkwater en medicijnen, en voor de meest dringende reparaties aan tien parochiehuizen in het bisdom Jérémie om de coördinatie van het sociale en pastorale werk van de parochies te verzekeren na de aardbeving die het bisdom op 14 augustus 2021 trof. Uw steun is daarbij hard nodig. Helpt u mee? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Steun Haïti.
Uit het bisdom Humaità klinkt een noodkreet van priesters en religieuzen. Door de coronapandemie dreigen zij hun pastorale werk niet meer te kunnen doen. Uw steun is nodig, zodat de ‘oeverbewoners’ in de vele nederzettingen in de jungle kunnen blijven bedienen.
Het diocees Humaità ligt in het noordwesten van Brazilië, in de staat Amazonas. Het beslaat een uitgestrekt gebied van meer dan 53.000 vierkante mijl (bijna 136.000 km²) – groter dan Griekenland, maar dunbevolkt met slechts 135.000 inwoners. Ongeveer 55.000 van deze mensen leven in de stad Humaità zelf. De rest woont voor het grootste deel in kleine nederzettingen die grenzen aan de rivieren en meren van het Amazonegebied.
Er zijn veel mensen die naar de steden en dorpen trekken, waar de voorsteden worden overspoeld door een toevloed van mensen van het platteland en uit andere landen van Latijns-Amerika, zoals Haïti en Venezuela. Het stelt de pastorale zending van de Kerk voor enorme uitdagingen en brengt veel sociale problemen met zich mee. Toch zijn er ook veel katholieken achtergebleven in de kleine nederzettingen in de jungle aan de oevers van rivieren en meren. Zij staan algemeen bekend als “Ribeirinhos”, of “oeverbewoners”.
Deze Ribeirinhos leven nog steeds hun traditionele levensstijl, die echter steeds moeilijker wordt. Want door het contact met de moderne wereld verliezen zij het gevoel voor hun culturele identiteit, terwijl zij tegelijkertijd worden geconfronteerd met problemen, zoals de kap van het regenwoud en landroof door grootgrondbezitters. Daar komt nog bij dat de pandemie er niet alleen toe heeft geleid dat veel mensen in het Amazonegebied ziek zijn geworden en zelfs zijn gestorven, maar ook dat de armoede verder is toegenomen. Nu het toerisme is opgedroogd, kunnen zij hun producten – zoals traditionele handgemaakte kunstvoorwerpen – niet langer verkopen. Zo hebben zij een belangrijke bron van inkomsten verloren.
Juist nu er meer mensen hulp nodig hebben vanwege hun materiële en geestelijke noden, wordt ook de Kerk geraakt getroffen door de toenemende armoede. Een belangrijke bron van inkomsten, in de vorm van de zondagscollectes, is opgedroogd. De priesters, religieuzen en diakens die in het bisdom werken, hebben onze hulp dringend nodig. Hun bisschop doet een dringend beroep op u. “Dit verzoek is een dringende noodkreet”, schrijft hij, “want onze huidige inkomsten zijn niet voldoende om de priesters, religieuzen en diakens die in het bisdom werken, te ondersteunen.”
Helpt u mee, zodat de 17 religieuze zusters, twee permanente diakens en vier priesters, waaronder de bisschop zelf, in het bisdom hun werk kunnen blijven doen. Uw hulp komt niet alleen ten goede aan de directe begunstigden, maar juist ook aan de mensen die zij in deze kritieke tijd proberen te helpen.
Wilt u hen steunen? Doneer dan nu online of maak uw gift over onder vermelding van code: 212-08-00. Uw gift komt ten goede aan dit project of soortgelijke projecten in de regio.
In het Amazone regenwoud in Peru werken lekenmissionarissen samen met priesters om de geestelijke en materiële, vooral medische, nood te lenigen. In deze tijd van corona hebben zij uw steun hard nodig.
Het vicariaat van San José del Amazonas ligt in het uiterste noorden van Peru, dicht bij de grens met Colombia en Brazilië. Het is een afgelegen gebied zonder wegen, waar de belangrijkste reisroutes langs de grote rivieren lopen, zoals de Amazone en de Napo en hun zijrivieren. De meeste dorpen en nederzettingen liggen verspreid over het regenwoud, ver van de enige stad in de regio, de hoofdstad Iquitos. Het behoeft geen betoog dat het niet gemakkelijk is om basisproducten en -diensten te verkrijgen. De staat is hier zo goed als afwezig, het niveau van onderwijs en gezondheidszorg behoort tot de laagste van het hele land en er heerst een groot gevoel van onveiligheid als gevolg van drugshandel en zelfs mensenhandel.
In dit vergeten en door problemen geteisterde grensgebied in de bossen helpen en ondersteunen 59 katholieke lekenmissionarissen de 14 priesters van het vicariaat bij hun pastorale zorg voor de inheemse bevolking. En dat in een gebied dat zo groot is als Ierland en Portugal samen. De missionarissen komen uit veel verschillende landen – Mexico, Polen, Canada, Colombia, Spanje, Brazilië en India. Er zijn ook Peruaanse missionarissen die helpen met het pastorale werk in het gebied. Kerk in Nood (ACN) helpt hun werk hier al meer dan 25 jaar. Maar zoals de bisschop, mgr. José Javier Travieso Martín, uitlegt maakt het vicariaat San José momenteel een uiterst kritieke economische crisis door, die nog verergerd wordt door de COVID-19 pandemie.
“Niet alleen kunnen de mensen zelf niets bijdragen aan de ondersteuning van hun Kerk, vaak hebben ze zelf steun nodig, zoals we opnieuw hebben kunnen zien tijdens deze pandemie, die ons in dit land blijft teisteren”, legt de bisschop uit. “De realiteit is dat het gezondheidszorgsysteem in de steek is gelaten en dat de mensen daardoor aan hun lot zijn overgelaten.” Dankzij de steun van donateurs van Kerk in Nood was het mogelijk om in 2020 te voorzien in de basisvoedselbehoeften van twintig van deze missionarissen. Vandaag zijn er nog 14 religieuze zusters en 7 lekenmissionarissen die onze steun nodig hebben, vooral voor voedsel en gezondheidszorg.
Het vicariaat heeft 16 missiebuitenposten op zijn grondgebied. Daarnaast zijn er een lepracentrum, een ziekenhuis, 16 gezondheidscentra aan de Rio Napo, vier scholen en twee internaten, en twee revalidatiecentra voor gehandicapten. De missionarissen zijn verantwoordelijk voor het beheer van de parochies en missieposten en bezoeken ook tientallen afgelegen gemeenschappen. Wegens het tekort aan priesters in de regio gaan zij ook voor in de dienst van het woord in hun gemeenschappen, helpen zij bij de opleiding van plaatselijke catechisten en geven zij zelf catechese. Daarnaast zijn zij werkzaam in het gezinsapostolaat en het pastoraal werk voor de inheemse bevolking, verzorgen ze melaatsen en andere zieken en helpen ze bij het onderwijs van de plaatselijke kinderen.
Gabriel Grégoire is een van de lekenmissionarissen die door de donateurs van Kerk in Nood wordt gesteund. Deze Canadese missionaris is werkzaam in het pastoraat en de sociale dienst, hoewel hij vanwege de pandemie geen van de gebruikelijke werkzaamheden kan verrichten. Hij helpt bij het schoonmaken en desinfecteren van de kerken en leidt gebedsdiensten wanneer de priester niet aanwezig kan zijn omdat hij andere gemeenschappen bezoekt. Hij zit ook in de financiële commissie van het vicariaat en helpt bij het Legioen van Maria, waar hij zieken thuis en in verschillende andere centra bezoekt om met de mensen te bidden.
Een andere Canadese missionaris die met Gabriel samenwerkt is Alain Lacroix. Hij heeft de leiding over een mechanische werkplaats die door het vicariaat in Iquitos is opgezet en helpt ook bij het onderhoud van de voertuigen voor de missie in Tamshiyac. Tegelijkertijd helpt hij iedereen die hulp nodig heeft met hun voertuigen en kan hij werk bieden aan mensen die om werk komen vragen.
Er zijn ook gezinnen, zoals het gezin van Antonio Romero, die samen met zijn vrouw Mónica Adriana en hun drie kinderen vanuit Mexico hierheen is gekomen om te helpen in de missie. Hij legt aan Kerk in Nood uit hoe zijn werk nu overschaduwd wordt door de pandemie. “Soms worden we geroepen om steun en advies bij het overlijden van een familielid, of bij ziekte, wetende dat er geen medicijnen zijn, zelfs geen paracetamol of medische alcohol. Er is een tekort aan voedsel en we moeten zuurstof, ooit zuiver en gratis in het regenwoud, nu kopen voor meer dan 3500 soles per 10 m³. Er mensen zijn met een familielid dat op sterven ligt die niemand kunnen vinden om hen een zuurstoffles te lenen, te huren of te verkopen… en om deze gevuld te krijgen is weer een eindeloze saga.”
Een andere lekenmissionaris die door Kerk in Nood wordt geholpen is de Poolse Dominik Szkatula, coördinator van het pastoraal werk voor de inheemse bevolking. Ze woont al sinds 1982 in Peru en heeft tijdens haar apostolaat in een aantal steden en dorpen melaatsen verzorgd en de mensenrechten van de inheemse bevolking verdedigd. Na 30 jaar ervaring als missionaris en catechist, verzekert zij ons: “Ik weet uit eigen ervaring dat wij allen een actieve rol kunnen spelen in de verlossende zending van Christus. Ik beschouw mezelf als zeer gelukkig, omdat je in het Amazonegebied dichter bij God kunt leven, en door samen te werken met de eenvoudige en nederige mensen die hier wonen, kun je Hem daadwerkelijk aanraken.”
Helpt u deze bijzondere lekenmissionarissen hun werk te verrichten in deze tijd van corona? Doneer dan online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van “Peru.” Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2023 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD