Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het “katholieke continent”. Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent – en daarmee de Kerk – werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
Het sandinistische bewind van Daniel Ortega heeft aangekondigd zijn diplomatieke relaties met de Heilige Stoel op te schorten en de Nicaraguaanse ambassade bij het Vaticaan te sluiten.
De Heilige Stoel bevestigt dat het van Nicaragua een verzoek heeft gekregen om ook haar diplomatieke missie in Managua te sluiten. De aankondiging komt kort nadat paus Franciscus het hardhandige optreden tegen de katholieke Kerk in Nicaragua in niet mis te verstane bewoordingen had aangeklaagd en de sandinistische dictatuur had vergeleken met het totalitaire bewind van de communisten en de nazi’s.
De paus en de Vaticaanse diplomaten hebben geruime tijd getracht om de dialoog met Managua – volgens vele critici veel te lang – gaande te houden, terwijl de kerkleiding in Nicaragua zelf onderdak bood aan betogers en haar kritiek op de regering van Ortega niet spaarde. Ortega beschuldigde de kerkleiding op zijn beurt ervan dat zij het bewind omver probeerde te werpen. Er zijn berichten over gemaskerde mannen die kerken binnendringen en er vernielingen aanbrengen, over fysiek geweld en willekeurige detentie van kerkleiders en bij de kerk betrokken tegenstanders van de Sandinisten, de sluiting van katholieke instellingen en ngo’s zoals Caritas of recent nog twee katholieke universiteiten en het verbod op religieuze processies.
De gevangenisstraf van 26 jaar voor de bisschop Rolando Álvarez Lagos van Matagalpa, die niets anders had gedaan dan de schendingen van de mensenrechten aan te klagen, was ook voor paus Franciscus uiteindelijk een brug te ver. Op 10 maart reageerde de paus in een interview met het Argentijnse Infobae: “Dit stemt niet overeen met de werkelijkheid. Het lijkt alsof de communistische dictatuur van 1917 of de dictatuur van Hitler vanaf 1935 is teruggekeerd. De regering van Ortega omschreef hij als een onbeschofte dictatuur onder leiding van een onevenwichtige president.”
Bronnen: Infobae/The Guardian/Kerknet
De regering van Nicaragua heeft kruiswegen en processies in de Goede Week verboden in een nieuwe stap om de Kerk in Nicaragua het zwijgen op te leggen. Het nieuws volgt enkele weken na de veroordeling tot 26 gevangenisstraf van de bisschop Rolando Álvarez die kritiek uitte op de regering van dictator Ortéga.
“Deze periode van vervolging is een tijd van boetedoening; in Nicaragua leven we in terreur, angst en bezorgdheid. Psychologen hier zeggen dat de hele bevolking aan hetzelfde lijdt”, zegt Maria, een Nicaraguaanse gelovige, wiens naam is veranderd uit angst voor represailles, in een gesprek met de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
In de gaten gehouden
“Demonstraties en devoties zoals de kruisweg of processies zijn verboden. Parochies kunnen niet meer de straat op, zoals voorheen altijd het geval was. Priesters worden vervolgd en mensen komen naar de Mis om hun preken op te nemen. Niemand kan in het openbaar vragen om de vrijlating van bisschop Rolando Álvarez”, aldus Maria. “Ik ben lid van een wekelijkse gebedsgroep en onlangs hebben we gemerkt dat we in de gaten worden gehouden door een lid van een paramilitaire groep die duidelijk gewapend is met een pistool onder zijn shirt”.
Nicaragua heeft een zeer sterke cultuur van volksdevoties. Openbare processies door stadswijken en op het platteland zijn een manier voor de gelovigen om hun geloof te versterken en uit te dragen sinds het Christendom deze Centraal-Amerikaanse staat bereikte. Maar voor het eerst in de geschiedenis van het land heeft de regering deze geloofsuitingen beperkt op een manier die zelfs niet voorkwam tijdens de ergste tijden van de dictatuur in de jaren tachtig.
Klop op de deur
Volgens lokale bronnen waarmee Kerk in Nood (ACN) contact heeft – en die om veiligheidsredenen ook anoniem blijven, hebben politieagenten op de deuren van parochies geklopt om mensen persoonlijk te informeren over het verbod. De reactie van de Nicaraguaanse gelovigen tijdens deze “kruisweg” die het land momenteel doormaakt, is het vinden van persoonlijke vormen om zich met het kruis van Christus te verenigen. “Toch blijven we zoeken naar manieren van offers brengen: via het sacrament van de biecht, het bidden van de kruisweg thuis, in de parochies, door naar de Mis te gaan op zondag… We komen ook samen voor gebed via Zoom en WhatsApp of kijken naar preken op YouTube of Facebook. Als volk blijven we vertrouwen hebben in onze God”, zegt Maria.
Angst te worden uitgezet
Uit angst voor beschuldigingen van burgerlijke ongehoorzaamheid hebben veel priesters de reikwijdte van hun activiteiten en hun preken beperkt. De bisschoppen zijn er door de president publiekelijk van beschuldigd de dood in Nicaragua te bevorderen en zijn uitgemaakt voor zonen van de duivel. Onlangs heeft Ortéga op de nationale radio bisschop Rolando Álvarez, die tot 26 jaar gevangenisstraf is veroordeeld omdat hij weigerde het land te verlaten, “arrogant” en een “idioot” genoemd.
De situatie in de bisdommen Matagalpa en Estelí, die beide onder de hoede stonden van bisschop Álvarez en die nauwlettend in de gaten worden gehouden, is zeer moeilijk; maar in het hele land leven katholieken in angst dat hun priesters en bisschoppen worden gearresteerd en uitgezet, volgens berichten die door Kerk in Nood (ACN) zijn verzameld.
Ook congregaties verlaten land
Naast de diocesane geestelijkheid lijden ook leden van religieuze ordes onder de gevolgen van het regeringsbeleid om de Kerk het zwijgen op te leggen. Nadat de Missionarissen van Liefde, gesticht door Moeder Teresa van Calcutta, uit het land zijn gezet, hebben andere vrouwelijke religieuze ordes zoals de Trappisten en een groep religieuze zusters uit Puerto Rico besloten Nicaragua te verlaten onder druk van de staat. Volgens bronnen van Kerk in Nood (ACN) heeft de regering in veel gevallen religieuze ordes belet donaties te aanvaarden om hun liefdadigheidswerk uit te voeren en voor de meest behoeftigen te zorgen. Ook heeft zij missionarissen met verblijfsvergunning geweigerd of het Nicaraguaanse staatsburgerschap ingetrokken.
“Niet verlamd raken door angst”
Nicaraguaanse katholieken ervaren de situatie met verdriet, pijn en een gevoel van onmacht. Maar ondanks alle moeilijkheden blijven de kerken, en vooral de kapellen van de eeuwigdurende aanbidding, bezocht worden door de gelovigen. “Ondanks alle pesterijen in onze parochies blijft onze devotie heel sterk. Nicaraguanen hebben drie grote liefdes: Jezus in de Eucharistie, Onze Lieve Vrouw van de Onbevlekte Ontvangenis en onze herders (de Heilige Vader, de bisschoppen en de priesters). Onze gebeden zijn met hen”, zegt Maria tegen Kerk in Nood (ACN). “We zijn niet verlamd door terreur. We vertrouwen erop dat de kreten van het volk door God gehoord zullen worden. Zolang we op onze knieën kunnen gaan zitten en onze handen kunnen opheffen in gebed tot God, voor wie alles mogelijk is, zullen we niet verlamd raken door angst”, aldus de jonge Nicaraguaanse katholiek.
Kardinaal Beniamino Stella, de gezant van paus Franciscus bij de viering van de 25e verjaardag van het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Cuba, heeft het regime gevraagd om activisten vrij te laten die in juli 2021 tijdens anti-regeringsprotesten werden vastgehouden.
Op vrijdag 10 februari voltooide kardinaal Beniamino Stella zijn rondreis langs de bisdommen van Cuba. De kardinaal kent dit land goed, aangezien hij in januari 1998, tijdens het baanbrekende bezoek van de paus, apostolisch nuntius in Cuba was. Juist omdat hij getuige was van die reis, vroeg paus Franciscus hem te vertegenwoordigen bij de herdenking, waarbij gelovigen uit alle bisdommen van het land aanwezig waren. De reis gaf kardinaal Stella de gelegenheid om te zien hoe belangrijk het werk van de Kerk met de meest behoeftigen in de samenleving is.
“Geduld en enthousiasme”
Tijdens de preek in een Mis in het bejaardentehuis van Santovenia sprak de kardinaal over het “welsprekende getuigenis” dat de religieuzen en leden van verschillende religieuze congregaties dagelijks afleggen “in hun dienst aan de meest behoeftigen, de zieken, de ouderen en de armen”. Hij noemde het cruciaal werk, dat wordt verricht “te midden van vele en complexe uitdagingen, waaronder “gebrek aan voedsel, goederen en medicijnen, een situatie die is verergerd door de pandemie en andere factoren.” Ten midden van deze dagelijkse uitdaging roemt de kardinaal het “geduld en enthousiasme” van allen die het religieuze leven hebben omarmd en hun dienst aan de meest kwetsbaren in de samenleving wijden.
Verzoening en broederschap
Het belang van de missie van de Kerk in de samenleving en van het werken aan verzoening waren twee van de belangrijkste boodschappen van de kardinaal tijdens zijn 18-daagse bezoek aan Cuba. Beide aspecten waren prominent aanwezig in zijn toespraak in de Universiteit van Havana, op woensdag 8 februari, in aanwezigheid van de Cubaanse president Miguel Díaz-Canel. Bij die gelegenheid sprak kardinaal Stella over de noodzaak om authentieke verzoening en broederschap op het eiland te bevorderen, waardoor “de jeugd hun dromen en projecten in Cuba kan verwezenlijken zonder haat of broederstrijd.”
Vrijlating demonstranten
De gezant van paus Franciscus vertelde het publiek aan de universiteit ook over het belang van het aanmoedigen van een “cultuur van ontmoeting” die het mogelijk maakt “bruggen te bouwen waarover wij kunnen reizen in onze zoektocht naar het gemeenschappelijk goed, waarvoor wij allen verantwoordelijk zijn.” Deze woorden klonken door in de woorden die hij kort daarna bij het verlaten van de universiteit tot journalisten sprak en waarin hij vroeg om de vrijlating van demonstranten tegen de regering – vooral jongeren – die in juli 2021 waren gearresteerd. Volgens media beweerde kardinaal Stella dat paus Franciscus “een positieve reactie verwacht” en dat het “belangrijk is” dat de jonge demonstranten “naar hun huizen mogen terugkeren”.
De pauselijke gezant verklaarde ook dat hij voor zijn reis naar Cuba, op 7 januari, een ontmoeting had met paus Franciscus en dat zij over dit onderwerp hadden gesproken. “Deze kwestie ligt op tafel”, zei hij tegen journalisten, en voegde eraan toe dat de vrijlating van de jongeren de vorm zou kunnen aannemen van “amnestie of clementie”, hoewel de exacte terminologie ondergeschikt is.
Dankbaarheid
Toen de reis ten einde liep, publiceerden de katholieke bisschoppen van Cuba een boodschap, die ook naar Kerk in Nood (ACN) werd gestuurd, waarin zij kardinaal Stella bedankten voor zijn “gebaren van achting voor ons volk en voor de Kerk, en voor zijn bemoedigende woorden aan het adres van de armen en uitgeslotenen.” De bisschoppen bedankten de gezant ook voor de schenking van een zeer bijzondere relikwie, een druppel bloed van paus Johannes Paulus II, die “met diepe devotie” door de christelijke gemeenschap is ontvangen.
Tijdens het Angelusgebed heeft paus Franciscus gisteren zijn bezorgdheid geuit over de situatie van bisschop Rolando Alverez. De Nicaraguaanse bisschop is vrijdag door het regime van dictator Ortega tot 26 jaar gevangenisstraf veroordeeld nadat hij had geweigerd in ballingschap te gaan.
“Het nieuws uit Nicaragua heeft mij zeer bedroefd, en ik kan niet anders dan met bezorgdheid denken aan bisschop Rolando Álvarez van Matagalpa, om wie ik veel geef, die tot 26 jaar gevangenisstraf is veroordeeld, en ook aan hen die naar de Verenigde Staten zijn gedeporteerd. Ik bid voor hen en voor allen die lijden in dat dierbare land, en ik vraag om uw gebed.”
De bisschop van Matagalpa, die een uitgesproken criticus is van het Nicaraguaanse regime, heeft geweigerd de ballingschap te aanvaarden die dictator Daniel Ortega heeft aangeboden. Bisschop Alvarez, het gezicht van de oppositie tegen het regime van Daniel Ortega in Nicaragua, zal een gevangenisstraf van 26 jaar moeten uitzitten nadat hij vrijdag schuldig werd bevonden aan “samenzwering en verspreiding van valse berichten.” Dit vonnis volgde nadat de bisschop de door dictator Daniel Ortega aan 222 politieke gevangenen aangeboden ballingschap had geweigerd, die donderdagavond in Miami werden verwelkomd.
Een bisschop “zeer geliefd” door paus Franciscus
Volgens het verslag van dictator Ortega op de nationale radio en televisie wachtte de 56-jarige bisschop van Matagalpa op de luchthaven tussen de politieke gevangenen toen hij naar verluidt stelde dat hij “niet aan boord van het vliegtuig zou gaan voordat hij met de bisschoppen had gesproken.” De geestelijke werd daarop naar de Modelo penitentiaire inrichting gebracht.
Onder de 222 verbannen gevangenen bevinden zich verscheidene door het regime veroordeelde leden van de Kerk. Op maandag 7 februari werden drie priesters, twee seminaristen, een diaken en een leek veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens “samenzwering” en “het verspreiden van valse berichten.”
Kerk toevluchtsoord demonstranten
In een brief heeft de Commissie van Bisschoppenconferenties van de Europese Unie haar solidariteit betuigd met de Kerk in Nicaragua, die “zwaar te lijden heeft onder vervolging door de staat”. De in Miami gevestigde hulpbisschop van Managua, Silvio José Báez, sprak zijn vreugde uit over de vrijlating van de politieke gevangenen, maar noemde hun verbanning een “misdaad.”
De betrekkingen tussen de katholieke Kerk en de regering van Daniel Ortega zijn verslechterd sinds 2018, toen demonstranten die opriepen tot het aftreden van de Nicaraguaanse president na geweld hun toevlucht zochten in kerken. Sindsdien heeft president Ortega de katholieke kerk ervan beschuldigd medeplichtig te zijn aan een door Washington beraamde couppoging.
Gebed paus
“Laten we ook de Heer vragen, op voorspraak van de Onbevlekte Maagd Maria, om de harten van de politieke leiders en alle burgers te openen voor het oprechte zoeken naar vrede, die voortkomt uit waarheid, rechtvaardigheid, vrijheid en liefde, en die wordt bereikt door het geduldig nastreven van de dialoog,”, aldus paus Franciscus zondag.
Bron: Vatican News
Op 21 januari is het 25 jaar geleden dat Johannes Paulus II een historisch bezoek bracht aan Cuba. Paus Franciscus stuurt kardinaal Stella als speciale vertegenwoordiger voor de vieringen op het eiland ter gelegenheid van dit jubileum.
Het bezoek van Johannes Paulus II aan Cuba, van 21 tot 25 januari 1998, was het eerste bezoek van een paus aan Cuba, het enige land op het westelijk halfrond met een sociaal, economisch en politiek systeem dat gebaseerd is op het marxisme.
Paus begreep Marxistische systeem
De Christenen in Cuba waren een kleine groep die het geloof hadden behouden in een ongunstige omgeving, die regelmatig openlijk vijandig was. Bijna 40 jaar na de triomf van de Cubaanse revolutie, op 1 januari 1959, waren veel mensen nog steeds bang om naar de kerk te gaan of openlijk voor hun geloof uit te komen, uit angst gemarginaliseerd te worden. Als Oost-Europeaan begreep de Poolse paus beter dan de meesten wat het betekende om op te groeien in een marxistisch systeem en welke moeilijkheden dit met zich meebracht voor de gelovigen van de katholieke kerk. Het apostolische bezoek aan Cuba had tot doel de Cubaanse Christenen in hun geloof te bevestigen.
Missionaire rol Kerk versterken
Een kwart eeuw later herinnert pater Ariel Suarez, secretaris van de Cubaanse bisschoppenconferentie, zich de vruchten van die historische gebeurtenis. “Het bezoek van Johannes Paulus II maakte het voor velen mogelijk om terug te keren naar hun christelijke wortels, om de realiteit van de Kerk te herontdekken, die Cuba niet had verlaten en deel uitmaakte van het volk, dat zijn roeping om te dienen leefde. De paus kwam de missionaire rol van de Kerk in Cuba versterken, die zich door onze Heer Jezus Christus geroepen voelde om te evangeliseren en iedereen te dienen, met een eigen identiteit en missie”, zegt de jonge priester in een gesprek met Kerk in Nood (ACN).
Frisse wind
Een van de meest symbolische vruchten van het bezoek was de herinvoering van een feestdag op 25 december en de kroning van Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre tot koningin en beschermvrouwe van Cuba. Dit blijven onuitwisbare herinneringen in het hart van de Cubaanse katholieke kKerk. De ontmoeting van paus Johannes Paulus II met het Cubaanse volk ging echter veel verder en bracht een frisse wind in een Kerk die gedoemd was haar geloof te beleven achter de gesloten deuren van haar tempels, waarvan vele in een staat van verval verkeerden.
Pater Ariel zegt dat de toespraken en gebaren van Johannes Paulus II en “het getuigenis van een door pijn en ziekte beproefde man” een “voor” en een “na” markeerden voor de Cubaanse katholieken. “Die gedenkwaardige dagen gaven een nieuwe impuls aan de catechese voor volwassenen, aan het sociale werk van Caritas. Diocesane bibliotheken en publicaties werden geconsolideerd, dorpen en steden begonnen weer regelmatige processies te houden, vooral rond feestdagen. Het gezins- en gevangenispastoraat wonnen terrein, en de oecumenische betrekkingen verdiepten zich”, vertelt de priester aan ACN.
Situatie zorgwekkend
De wereld is sindsdien veranderd, maar de situatie in het Caribische land blijft zorgwekkend. Cuba maakt een diepe economische, sociale en humanitaire crisis door. Net als in andere landen hebben de pandemie en de inflatie de armoede doen toenemen en het land verliest jongeren. Volgens berichten in de media bereikte de emigratie naar de VS – legaal of illegaal – in 2022 een recordaantal. Te midden van al deze onrust is de christelijke gemeenschap niet vreemd aan de sfeer van onzekerheid en kwetsbaarheid die het land overspoelt, en de Kerk heeft ook niet de economische en menselijke middelen om haar pastorale werk uit te voeren.
Franciscus: bezoek moment van genade
Paus Franciscus heeft ter gelegenheid van de verjaardag van het bezoek van Johannes Paulus II een boodschap naar de Cubaanse gelovigen gestuurd en zal kardinaal Beniamino Stella, die destijds apostolisch nuntius in Cuba was, als zijn vertegenwoordiger sturen. Volgens de beschikbare informatie zal kardinaal Stella van 24 januari tot 9 februari alle bisdommen van Cuba bezoeken.
In zijn boodschap beschrijft paus Franciscus het apostolische bezoek aan Cuba in 1998 als “een moment van genade en zegen voor iedereen” en herinnert hij aan de woorden van de heilige Johannes Paulus II aan de Cubaanse gelovigen die 25 jaar later nog steeds actueel zijn. “Ga met standvastigheid en matigheid, met rechtvaardigheid en voorzichtigheid de grote uitdagingen van het huidige moment aan; keer terug naar uw Cubaanse en christelijke wortels en doe alles wat u kunt om een toekomst van steeds grotere waardigheid en vrijheid op te bouwen! Vergeet niet dat vrijheid verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Een mens wordt vooral gedefinieerd door zijn verantwoordelijk gedrag tegenover anderen en tegenover de geschiedenis”. (Boodschap aan de jongeren van Cuba, 23 januari 1998).
Dankbaar terugdenken
Pater Ariel is van mening dat de 25e verjaardag een gelegenheid biedt om “dankbaar terug te denken aan dat moment van genade” en vraagt om gebeden dat de vieringen, rekening houdend met de concrete huidige situatie, een “voorzienige gelegenheid mogen zijn om het vertrouwen te vernieuwen dat de Heer met zijn volk is en op ons rekent om de hoop aan te vullen, de Blijde Boodschap van het heil te verkondigen en te bouwen aan een toekomst van harmonie, rust, vreugde en vrede, zodat alle Cubanen, zonder uitzondering, zich geroepen voelen om te bouwen aan een betere toekomst.”
Leden van de Sateré-Mawé-gemeenschap in het Amazonegebied kunnen nu de Bijbel lezen in hun eigen taal. Met hulp van lokale catechisten heeft Kerk in Nood (ACN) een nieuwe editie van de “Kinderbijbel – God spreekt tot zijn kinderen” in de Sateré-taal voltooid en verspreid onder verschillende gemeenschappen.
Pater Henrique Uggé, een Italiaanse missionaris van het Pauselijk Instituut voor Buitenlandse Missies (PIME), werkt al tientallen jaren met de inheemse bevolking in de Andirá- en Marau-regio’s van het Amazonegebied. Hij is dolenthousiast over de Bijbel, waarvan meer dan 1000 exemplaren aan vertegenwoordigers van bijna 30 gemeenschappen werden uitgedeeld. “We willen allemaal graag het Woord van God horen, lezen en overdenken in onze eigen taal, in onze eigen culturele en historische context. De Sateré-Mawé kunnen de lezingen tijdens de Mis nu ook in hun inheemse taal horen. Dit zal voor hen zeer nuttig zijn”.
Inspanning lokale catechisten
Pater Henrique herinnert zich dat toen hij in 1972 in de regio aankwam, de inheemse gemeenschap gereduceerd was tot ongeveer 1.200 mensen. Zij werden met uitsterven bedreigd door ziekte en verwaarlozing door de civiele autoriteiten. Nu zijn het er meer dan 12.000 en profiteren de kinderen van een netwerk van tweetalige scholen.
De nieuwe editie van de kinderbijbel, met belangrijke verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament, werd gefinancierd en verspreid door ACN, en is gebaseerd op de inspanningen van zeven lokale catechisten die de bijbel hebben vertaald. Onder hen Dercival Santos Batista, zelf lid van de Sateré-Mawé. “Door dit boek zullen onze kinderen en onze jongeren de juiste weg kunnen bewandelen. Het is ook heel belangrijk voor ons eigen begrip van het Woord van God”.
Behoud plaatselijke cultuur
Een andere vertaler, Honorato Lopes Trindade, legt uit dat publicaties als deze als bijkomend voordeel hebben dat ze bijdragen tot het behoud van de plaatselijke cultuur. “We verliezen onze taal, en we moeten vechten voor het behoud ervan. Veel van de woorden in deze Bijbel zijn in onbruik geraakt en zullen door de lezers moeten worden opgezocht.” Ook pater Uggé benadrukt het belang van de Bijbel aan het behoud van de inheemse cultuur. Hij legt uit dat er bovendien edities van andere geestelijke en liturgische boeken, waaronder luisterboeken, in voorbereiding zijn.
De kinderbijbel werd voor het eerst gepubliceerd door Kerk in Nood in 1979. Sindsdien is het in 190 talen vertaald. Er zijn meer dan 50 miljoen exemplaren van het boek gedrukt, waarvan meer dan 10 miljoen alleen al in Brazilië. Naast de Sateré-mawé en de standaard Portugese versies, is de Kinderbijbel vertaald in andere inheemse Braziliaanse talen zoals Guarani, Tukano, Ticuna en Macuxi. In sommige gevallen was de Kinderbijbel zelfs het eerste boek dat ooit in die specifieke taal werd gepubliceerd.
Foto: Joao Carlos Morales/ACN
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Aan het seminarie van Santiago de Cuba worden 17 jonge mannen gevormd tot toekomstige priesters. Met uw hulp kunnen zij een volk dienen dat in zijn ziel gewond is.
Toen paus Johannes Paulus II in januari 1998 Cuba bezocht, richtte hij zich tot de jongeren met de woorden: “Christus wandelt door jullie leven en zegt tegen jullie: ‘Volg mij’. Sluit je niet af voor zijn liefde. Loop niet gewoon aan de andere kant voorbij. Neem hem op zijn woord. Iedereen heeft een roepstem van Hem ontvangen, en Hij kent ieder van jullie bij zijn naam.”
De zeventien jongemannen die momenteel hun opleiding volgen aan het seminarie van het aartsbisdom Santiago de Cuba waren toen nog niet meer dan kleine kinderen. Toch was dat precies hun eigen ervaring: Jezus riep hen bij hun naam en zij volgden zijn roepstem. En dat ondanks het feit dat het katholieke geloof in Cuba na bijna een halve eeuw communistisch bewind nog steeds wordt onderdrukt. Want hoewel in theorie de meeste Cubanen gedoopt katholiek zijn, woont slechts zo’n 2% regelmatig de heilige Mis bij. Er is een wijdverbreide volksvroomheid onder het volk, en Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre, het Cubaanse nationale heiligdom, is geliefd bij bijna elke Cubaan, maar op het gebied van evangelisatie moet er nog veel worden gedaan.
“We hebben priesters nodig om een volk te dienen dat in zijn ziel gewond is”, zegt pater Martín Chevarría Vaca, de rector van het seminarie van Santiago. “Het doel van ons seminarie is de evangelisatie van het Cubaanse volk door de vorming van autochtone Cubaanse priesters. Het feit dat zich nog meer jonge mannen hebben gemeld dan in het voorgaande jaar is een bron van grote vreugde voor onze Kerk, die nooit ophoudt te bidden om roepingen.”
Wel kost het geld om toekomstige priesters op te leiden. Voedsel, water, elektriciteit, lesmateriaal, medische zorg, kleding en de salarissen van het academisch personeel – al deze zaken moeten worden betaald. En de prijzen worden steeds hoger in een land dat al jaren vastzit in een diepe economische crisis. Bovendien zijn er tijdens de pandemie extra kosten gekomen voor maatregelen en beschermende uitrusting.
De kerk in Cuba is arm, maar wil geen roeping verloren laten gaan, enkel door geldgebrek. Daarom vraagt zij om uw hulp. Steunt u de opleiding van deze 17 toekomstige priesters met een bijdrage? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 216-04-79. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
De aardbeving die Haïti op 14 augustus 2021 schokte, heeft het land in extreme armoede gestort. De moord op de president in juli jongstleden heeft de toch al precaire situatie alleen maar verergerd. In een interview vertelt Rafael D’Aqui, hoofd van de afdeling projecten in Latijns-Amerika van Kerk in Nood (ACN), over de huidige situatie en de uitdagingen in het land.
Hoe heeft de situatie in Haïti zich ontwikkeld sinds de aardbeving?
De situatie na de aardbeving blijft moeilijk: in veel regio’s slapen mensen buiten of in tenten. Ook priesters verblijven in huizen van parochieleden of slapen in auto’s. Er is een tekort aan water, elektriciteit, voedsel, kleding, medicijnen. En een groot deel van de bevolking is getraumatiseerd. Kerkgebouwen en diocesane instellingen hebben gedeeltelijke schade opgelopen of zijn zelfs volledig vernield. Ongeveer 70 parochies hebben tenten moeten kopen om hun werk te kunnen voortzetten. Daarbij komen nog de onzekerheid en het geweld die het nog moeilijker maken om enige effectieve hulp te bieden.
Hoe was de situatie vóór de aardbeving?
De situatie in het land is de laatste twee tot drie jaar onstabiel geweest. De steden en de straten worden gecontroleerd door bendes, er vinden gewapende overvallen en ontvoeringen plaats onder de bevolking, vrachtwagens worden overvallen, enz. De situatie, die al precair was, werd nog slechter toen de president begin juli in zijn eigen huis werd vermoord. Bovendien gaat het land gebukt onder ernstige droogte en watertekorten. Er heerst extreme armoede, vooral op het platteland.
Wat doet Kerk in Nood ter plaatse en wat is het effect van deze hulp?
Als eerste heeft Kerk in Nood de getroffen bisdommen gevraagd een inventaris op te maken van de situatie en de schade, om passende hulpmaatregelen te kunnen voorstellen. Vervolgens heeft het snel een noodhulpbudget goedgekeurd voor projecten in Haïti. In het bisdom Jérémie is al 134.400 dollar toegekend voor de verdeling van noodhulp (tenten, voedsel, drinkwater, medicijnen, enz.) onder priesters, religieuzen en pastoraal werkers en hun gezinnen in 16 parochies.
Wat voor werk heeft ACN nog te doen in Haïti?
Op dit moment zitten we nog steeds in de eerste fase, die bestaat uit noodhulp. Maar tegelijkertijd werken we aan onze strategie voor de tweede fase, de wederopbouw. We doen dit samen met andere kerkelijke organisaties, die de wens hebben geuit om betrokken te zijn bij de wederopbouw van het land. Dit is de derde keer dat ACN met deze organisaties samenwerkt, na de aardbeving in 2010 en de orkaan in 2016.
Deze tweede fase begint met de technische beoordeling van de schade. Daarna wordt bepaald welke gebouwen het dringendst herbouwd moeten worden. Dit zal enkele maanden in beslag nemen. We onderzoeken ook de mogelijke projecten die gericht zijn op het genezen van de wonden en trauma’s die door de moeilijke situatie zijn toegebracht, omdat we de mensen moeten helpen weer hoop te krijgen.
Wat zijn de grootste obstakels voor uw werk?
Enerzijds is het door de precaire situatie onmogelijk om naar het land te reizen, waardoor we de situatie niet uit de eerste hand kunnen ervaren. Onze communicatie is beperkt tot het internet of de telefoon. Anderzijds is het een uitdaging om de schade aan de gebouwen volledig op te nemen en deze snel en in korte tijd weer op te bouwen. Dit moet immers gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen voor aardbevings- en cycloonveiligheid. We moeten er ook voor zorgen dat alle materialen beschikbaar zijn. Momenteel worden deze, wegens plaatselijke tekorten, uit andere landen aangevoerd.
Hoe zal het werk van Kerk in Nood worden voortgezet?
ACN zal de Kerk in Haïti en de mensen daar blijven steunen met gebeden en solidariteit. Al jaren gaat ons medeleven uit naar deze mensen, zo die lijden onder armoede, instabiliteit en geweld. Zij zijn vaak in de steek gelaten, maar hebben onvergelijkbare en, in deze tijden, onmisbare steun gevonden in het geloof en in het werk van religieuze zusters, priesters en leken pastoraal werkers.
ACN is momenteel betrokken bij meer dan dertig projecten om het werk van de Kerk in Haïti te ondersteunen. Zo heeft de organisatie onlangs noodhulp goedgekeurd voor de distributie van tenten, voedsel, drinkwater en medicijnen, en voor de meest dringende reparaties aan tien parochiehuizen in het bisdom Jérémie om de coördinatie van het sociale en pastorale werk van de parochies te verzekeren na de aardbeving die het bisdom op 14 augustus 2021 trof. Uw steun is daarbij hard nodig. Helpt u mee? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Steun Haïti.
Uit het bisdom Humaità klinkt een noodkreet van priesters en religieuzen. Door de coronapandemie dreigen zij hun pastorale werk niet meer te kunnen doen. Uw steun is nodig, zodat de ‘oeverbewoners’ in de vele nederzettingen in de jungle kunnen blijven bedienen.
Het diocees Humaità ligt in het noordwesten van Brazilië, in de staat Amazonas. Het beslaat een uitgestrekt gebied van meer dan 53.000 vierkante mijl (bijna 136.000 km²) – groter dan Griekenland, maar dunbevolkt met slechts 135.000 inwoners. Ongeveer 55.000 van deze mensen leven in de stad Humaità zelf. De rest woont voor het grootste deel in kleine nederzettingen die grenzen aan de rivieren en meren van het Amazonegebied.
Er zijn veel mensen die naar de steden en dorpen trekken, waar de voorsteden worden overspoeld door een toevloed van mensen van het platteland en uit andere landen van Latijns-Amerika, zoals Haïti en Venezuela. Het stelt de pastorale zending van de Kerk voor enorme uitdagingen en brengt veel sociale problemen met zich mee. Toch zijn er ook veel katholieken achtergebleven in de kleine nederzettingen in de jungle aan de oevers van rivieren en meren. Zij staan algemeen bekend als “Ribeirinhos”, of “oeverbewoners”.
Deze Ribeirinhos leven nog steeds hun traditionele levensstijl, die echter steeds moeilijker wordt. Want door het contact met de moderne wereld verliezen zij het gevoel voor hun culturele identiteit, terwijl zij tegelijkertijd worden geconfronteerd met problemen, zoals de kap van het regenwoud en landroof door grootgrondbezitters. Daar komt nog bij dat de pandemie er niet alleen toe heeft geleid dat veel mensen in het Amazonegebied ziek zijn geworden en zelfs zijn gestorven, maar ook dat de armoede verder is toegenomen. Nu het toerisme is opgedroogd, kunnen zij hun producten – zoals traditionele handgemaakte kunstvoorwerpen – niet langer verkopen. Zo hebben zij een belangrijke bron van inkomsten verloren.
Juist nu er meer mensen hulp nodig hebben vanwege hun materiële en geestelijke noden, wordt ook de Kerk geraakt getroffen door de toenemende armoede. Een belangrijke bron van inkomsten, in de vorm van de zondagscollectes, is opgedroogd. De priesters, religieuzen en diakens die in het bisdom werken, hebben onze hulp dringend nodig. Hun bisschop doet een dringend beroep op u. “Dit verzoek is een dringende noodkreet”, schrijft hij, “want onze huidige inkomsten zijn niet voldoende om de priesters, religieuzen en diakens die in het bisdom werken, te ondersteunen.”
Helpt u mee, zodat de 17 religieuze zusters, twee permanente diakens en vier priesters, waaronder de bisschop zelf, in het bisdom hun werk kunnen blijven doen. Uw hulp komt niet alleen ten goede aan de directe begunstigden, maar juist ook aan de mensen die zij in deze kritieke tijd proberen te helpen.
Wilt u hen steunen? Doneer dan nu online of maak uw gift over onder vermelding van code: 212-08-00. Uw gift komt ten goede aan dit project of soortgelijke projecten in de regio.
In het Amazone regenwoud in Peru werken lekenmissionarissen samen met priesters om de geestelijke en materiële, vooral medische, nood te lenigen. In deze tijd van corona hebben zij uw steun hard nodig.
Het vicariaat van San José del Amazonas ligt in het uiterste noorden van Peru, dicht bij de grens met Colombia en Brazilië. Het is een afgelegen gebied zonder wegen, waar de belangrijkste reisroutes langs de grote rivieren lopen, zoals de Amazone en de Napo en hun zijrivieren. De meeste dorpen en nederzettingen liggen verspreid over het regenwoud, ver van de enige stad in de regio, de hoofdstad Iquitos. Het behoeft geen betoog dat het niet gemakkelijk is om basisproducten en -diensten te verkrijgen. De staat is hier zo goed als afwezig, het niveau van onderwijs en gezondheidszorg behoort tot de laagste van het hele land en er heerst een groot gevoel van onveiligheid als gevolg van drugshandel en zelfs mensenhandel.
In dit vergeten en door problemen geteisterde grensgebied in de bossen helpen en ondersteunen 59 katholieke lekenmissionarissen de 14 priesters van het vicariaat bij hun pastorale zorg voor de inheemse bevolking. En dat in een gebied dat zo groot is als Ierland en Portugal samen. De missionarissen komen uit veel verschillende landen – Mexico, Polen, Canada, Colombia, Spanje, Brazilië en India. Er zijn ook Peruaanse missionarissen die helpen met het pastorale werk in het gebied. Kerk in Nood (ACN) helpt hun werk hier al meer dan 25 jaar. Maar zoals de bisschop, mgr. José Javier Travieso Martín, uitlegt maakt het vicariaat San José momenteel een uiterst kritieke economische crisis door, die nog verergerd wordt door de COVID-19 pandemie.
“Niet alleen kunnen de mensen zelf niets bijdragen aan de ondersteuning van hun Kerk, vaak hebben ze zelf steun nodig, zoals we opnieuw hebben kunnen zien tijdens deze pandemie, die ons in dit land blijft teisteren”, legt de bisschop uit. “De realiteit is dat het gezondheidszorgsysteem in de steek is gelaten en dat de mensen daardoor aan hun lot zijn overgelaten.” Dankzij de steun van donateurs van Kerk in Nood was het mogelijk om in 2020 te voorzien in de basisvoedselbehoeften van twintig van deze missionarissen. Vandaag zijn er nog 14 religieuze zusters en 7 lekenmissionarissen die onze steun nodig hebben, vooral voor voedsel en gezondheidszorg.
Het vicariaat heeft 16 missiebuitenposten op zijn grondgebied. Daarnaast zijn er een lepracentrum, een ziekenhuis, 16 gezondheidscentra aan de Rio Napo, vier scholen en twee internaten, en twee revalidatiecentra voor gehandicapten. De missionarissen zijn verantwoordelijk voor het beheer van de parochies en missieposten en bezoeken ook tientallen afgelegen gemeenschappen. Wegens het tekort aan priesters in de regio gaan zij ook voor in de dienst van het woord in hun gemeenschappen, helpen zij bij de opleiding van plaatselijke catechisten en geven zij zelf catechese. Daarnaast zijn zij werkzaam in het gezinsapostolaat en het pastoraal werk voor de inheemse bevolking, verzorgen ze melaatsen en andere zieken en helpen ze bij het onderwijs van de plaatselijke kinderen.
Gabriel Grégoire is een van de lekenmissionarissen die door de donateurs van Kerk in Nood wordt gesteund. Deze Canadese missionaris is werkzaam in het pastoraat en de sociale dienst, hoewel hij vanwege de pandemie geen van de gebruikelijke werkzaamheden kan verrichten. Hij helpt bij het schoonmaken en desinfecteren van de kerken en leidt gebedsdiensten wanneer de priester niet aanwezig kan zijn omdat hij andere gemeenschappen bezoekt. Hij zit ook in de financiële commissie van het vicariaat en helpt bij het Legioen van Maria, waar hij zieken thuis en in verschillende andere centra bezoekt om met de mensen te bidden.
Een andere Canadese missionaris die met Gabriel samenwerkt is Alain Lacroix. Hij heeft de leiding over een mechanische werkplaats die door het vicariaat in Iquitos is opgezet en helpt ook bij het onderhoud van de voertuigen voor de missie in Tamshiyac. Tegelijkertijd helpt hij iedereen die hulp nodig heeft met hun voertuigen en kan hij werk bieden aan mensen die om werk komen vragen.
Er zijn ook gezinnen, zoals het gezin van Antonio Romero, die samen met zijn vrouw Mónica Adriana en hun drie kinderen vanuit Mexico hierheen is gekomen om te helpen in de missie. Hij legt aan Kerk in Nood uit hoe zijn werk nu overschaduwd wordt door de pandemie. “Soms worden we geroepen om steun en advies bij het overlijden van een familielid, of bij ziekte, wetende dat er geen medicijnen zijn, zelfs geen paracetamol of medische alcohol. Er is een tekort aan voedsel en we moeten zuurstof, ooit zuiver en gratis in het regenwoud, nu kopen voor meer dan 3500 soles per 10 m³. Er mensen zijn met een familielid dat op sterven ligt die niemand kunnen vinden om hen een zuurstoffles te lenen, te huren of te verkopen… en om deze gevuld te krijgen is weer een eindeloze saga.”
Een andere lekenmissionaris die door Kerk in Nood wordt geholpen is de Poolse Dominik Szkatula, coördinator van het pastoraal werk voor de inheemse bevolking. Ze woont al sinds 1982 in Peru en heeft tijdens haar apostolaat in een aantal steden en dorpen melaatsen verzorgd en de mensenrechten van de inheemse bevolking verdedigd. Na 30 jaar ervaring als missionaris en catechist, verzekert zij ons: “Ik weet uit eigen ervaring dat wij allen een actieve rol kunnen spelen in de verlossende zending van Christus. Ik beschouw mezelf als zeer gelukkig, omdat je in het Amazonegebied dichter bij God kunt leven, en door samen te werken met de eenvoudige en nederige mensen die hier wonen, kun je Hem daadwerkelijk aanraken.”
Helpt u deze bijzondere lekenmissionarissen hun werk te verrichten in deze tijd van corona? Doneer dan online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van “Peru.” Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Manaus in Brazilië is de hoofdstad van de deelstaat Amazonas en een van de belangrijkste financiële, industriële en economische centra van de noordelijke regio van Brazilië. Deze metropool met meer dan 2 miljoen inwoners blijft onophoudelijk en op chaotische wijze groeien. Sinds januari van dit jaar is zij getuige van de ineenstorting van haar gezondheidszorg als gevolg van de Covid-19 pandemie. De staat wordt overspoeld door de crisis in de gezondheidszorg, een situatie die onhoudbaar is geworden.
In het gebied zijn onder meer de Minderbroeders van Amazonas en Roraima werkzaam. Pater Paolo Maria Braghini, een Italiaanse broeder, legt de situatie uit aan Kerk in Nood (ACN): “In het historische centrum van Manaus en de voorsteden organiseren we samen met de parochies een reeks activiteiten, waaronder de zorg voor daklozen, het verlenen van geestelijke zorg, het horen van biecht en ook het samenwerken met lekenhelpers in andere delen van de stad”, zegt hij. Kerk in Nood steunt Braghini en andere missionarissen die in de hele regio werken met Misintenties van de weldoeners. De vorm van hulp is belangrijk, want sinds het begin van de pandemie zijn de zondagse collectes waarop zij mochten rekenen drastisch gedaald. De kerken zijn al langere tijd gesloten en er heerst in het hele land een economische crisis.
Wanhoop
De pandemie zaait wanhoop onder de bevolking. “Op dit historische moment, vooral met de tweede golf van de pandemie, is de honger echt hartverscheurend. Mensen huilen en schreeuwen naar de hemel. We hebben gezinnen in de buitenwijken die niets hebben om van te leven. Velen van hen zijn uit het binnenland gekomen en hier aangekomen in de hoop in de stad voedsel te vinden. Maar hier vinden ze alleen honger en werkloosheid. En als klap op de vuurpijl hebben ze nu niet eens meer een moestuintje om voedsel te verbouwen, of een rivier om in te vissen.”
De Minderbroeders van het Amazonegebied en Roraima hebben daarom een project opgezet om de gezinnen basisvoedingsmiddelen te verstrekken, zodat zij de crisis kunnen doorstaan. “Met hulp van de leiders van de plaatselijke gemeenschap hebben we de meest behoeftige gezinnen geïdentificeerd – grote gezinnen en zeer arme gezinnen, weduwen, mensen die aan tuberculose lijden en werklozen die weinig hoop hebben dat dit leven hun een nieuwe kans zal bieden”, legt pater Paolo uit.
Instrument van Voorzienigheid
Kerk in Nood heeft noodhulp goedgekeurd, zodat de broeders kunnen helpen hen van voedsel te voorzien. Frei Paolo is de weldoeners zeer dankbaar. “Geliefde weldoeners van Kerk in Nood”, schrijft hij. “Namens alle Broeders Kapucijnen van Amazonas en Roraima, en vooral namens de honderden gezinnen die hiervan zullen profiteren, wil ik u vanuit mijn hart bedanken. Op dit uiterst moeilijke moment van de pandemie, die de gezinnen in de armste buitenwijken van Manaus zwaar treft en hun leven tot een drama van leven en dood maakt, zijn deze basisvoedingsmiddelen veel meer dan een eenvoudige hulp om de honger – die toch al zo’n pijn doet – te stillen. Ze zijn een teken dat God deze arme mensen niet in de steek heeft gelaten. U, de weldoeners, hebt uzelf daarmee omgevormd tot instrumenten van de goddelijke voorzienigheid en tot een vitale bron van hoop”.
Onder de begunstigden van de voedselpakketten zijn mensen als María Madalena, uit de wijk Cidade de Deus. “Het is een zegen geweest om dit pakket met basisvoedingsmiddelen te ontvangen, want mijn zoon en ik hebben geen werk”, legt ze uit. Fátima da Conceição, in de wijk Colônia Terra Nova, is het daarmee eens: “Uw donatie kwam juist toen we de moeilijkste tijd doormaakten. Jullie helpen ons zodat we kunnen eten. Ik ben jullie allemaal zo dankbaar! Moge God een ieder zegenen die hieraan heeft bijgedragen!”
Meer dan eten
Het werk van de broeders beperkt zich niet tot het verstrekken van de levensmiddelen, maar is ook gericht op het brengen van een gevoel van waardigheid en het zoeken naar oplossingen op langere termijn. Zo verstrekken de broeders naast de voedselmanden ook zaden en moedigen ze gezinnen aan hun eigen groenten te kweken, al was het maar in eenvoudige bloempotten. “En waar mogelijk moedigen we hen aan om dieren te fokken, zoals kippen. Zo willen we hen helpen de ingebakken mentaliteit van passief ontvangen te overwinnen. Ze moeten zelf iets doen om uit hun situatie te geraken, waar mogelijk”, legt Frei Paolo uit. De broeders volgen de vooruitgang van de gezinnen dan ook nauwgezet. Ze willen elk gezin dat ze bezoeken helpen oplossingen te vinden voor hun eigen leven en een manier om zichzelf te onderhouden.
Al meer dan 30 jaar steunen de weldoeners van Kerk in Nood tientallen projecten in de regio, zoals pater Paolo zich herinnert. “U hebt ons al bij veel projecten geholpen. U hebt ons geholpen om een boot te kopen, zodat we de gemeenschappen langs de rivier konden dienen, een auto, zodat we de snelwegen naar Roraima en Humaitá konden nemen, en tot op de dag van vandaag plukken we de vruchten van deze giften. Onze aanwezigheid hier brengt hoop en het Woord van Christus aan de mensen. Zowel wijzelf als onze mensen zijn u daar oneindig dankbaar voor.”
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2023 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD