Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het “katholieke continent”. Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent – en daarmee de Kerk – werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
Over twee dagen gaan Mexicanen, in een context van ongecontroleerd geweld, naar de stembus. Maar liefst 45 politici werden aangevallen, dertig kandidaten vermoord. De Katholieke Kerk wordt ondertussen belaagd door zowel overheidsagenten als criminele bendes. Kerk in Nood sprak met priester Filiberto Velázquez over zijn missie als voorvechter van mensenrechten en de doodsbedreigingen die hij ontvangt.
José Filiberto Velázquez Florencio is directeur van het Minerva Bello Centrum voor de Rechten van Slachtoffers van Geweld in het bisdom Chilpancingo-Chilapa. De priester begon lokale mensenrechtenschendingen te documenteren in 2022, in een gemeenschap genaamd El Nuevo Caracol. De plaatselijke pastoor had hem wanhopig opgebeld omdat 500 ontheemde gelovigen toevlucht zochten in zijn kerk. Hij had hulp nodig. Na het telefoontje volgde de eerste van vele bezoeken aan de regio van het Guerrero-gebergte, alsook het vervoer van humanitaire hulp en het documenteren van gevallen van geweld, waarbij hij de namen van de daders noemde.
Mexico heeft momenteel te maken met het hoogste geweldsniveau in zes jaar. In regio’s die bijzonder hard getroffen worden door de conflicten tussen gewapende bendes, zoals Guerrero en Michoacán, doet de intensiteit van het geweld denken aan oorlog.
Net als andere instellingen in Mexico is ook de Kerk niet vrijgesteld van bedreigingen, fraude, afpersing om ‘bescherming’ rond de opening van nieuwe kerken of aanvallen op kerkelijke eigendommen. Pr. Filiberto: “Veel mensen kiezen ervoor om zich aan de georganiseerde misdaad te wijden, kerkgebouwen te vernielen en om terreur en paniek te zaaien.”
Verborgen vervolging en vijandigheid aan alle kanten
Pater Fili – zoals hij liefkozend door vrienden wordt genoemd – vertelt aan Kerk in Nood (ACN) over een geval in november 2022. Criminele bendes gebruikten toen drones beladen met explosieven om gemeenschappen van de Guerrero-berg te bestormen. “Dit is geen Afghanistan of de Gazastrook waar ik het over heb. Dit is Mexico! Het leidde ertoe dat de gemeenschappen vluchtten en zich verstopten voor het geweld. Kapellen, scholen en openbare pleinen werden beschadigd. Mensen gaven hun economische activiteiten op om hun leven te redden. Er is veel armoede, maar er is nog meer angst”, zegt hij.
Mexico heeft een lange geschiedenis van geweld en misdaad, maar een van de meest gecompliceerde momenten die de priester zich kan herinneren, vond plaats in januari en februari van 2024 tijdens aanhoudende gevechten tussen criminele organisaties in de regio Guerrero.
Kerk al bemiddelaar voor vrede
De Kerk speelde een belangrijke rol als tussenpersoon om te proberen een wapenstilstand tussen de groepen te smeden. Pr. Filiberto Velázquez: “Het standpunt van de Kerk was niet om de zonden van de criminelen goed te praten. We traden op als bemiddelaar in een situatie waarin er geen dialoog was, om te proberen een oplossing te vinden die er in ieder geval toe zou leiden dat de verschillende partijen de wapens neer zouden leggen, in het belang van de mensenrechten.”
“Dit waren erg moeilijke maanden”, herinnert pater Fili zich. “We zaten wekenlang zonder openbaar vervoer, de school werd opgeschort, zieken konden niet naar het ziekenhuis. De Kerk sprak dus met degenen die de terreur veroorzaakten en zo konden we de crisis oplossen.” Ondanks de positieve rol van de Kerk werd ze echter het doelwit van heimelijke vervolging door politieke agenten. “We hadden te lijden onder vijandigheid van de autoriteiten, die ons stigmatiseerden en in verband brachten met de georganiseerde misdaad, met uitdrukkingen als ‘misdaadbisschoppen’ of ‘narcopriesters’ (drugspriesters).”
Deze incidenten van laster en vervolging vormen een extra obstakel in de voortdurende inspanningen om vrede te bereiken en het evangelie naar deze conflictgebieden te brengen. Daarbij voelt hij zich regelmatig als “een oorlogskapelaan”.
Maar de situatie brengen de woorden in herinnering van de heilige Óscar Arnulfo Romero van San Salvador, die in 1980 werd gemarteld voor zijn profetische werk: “Velen zijn verontwaardigd en zeggen dat we overdrijven, dat de Kerk niet vervolgd wordt. Maar dit is het historische kenmerk van de Kerk; zij zal altijd vervolgd worden. Een leer die immoraliteit aan de kaak stelt, die tegen misbruik predikt, die het goede predikt en het kwade aanvalt, is een leer die door Jezus Christus is ingevoerd om harten te heiligen en samenlevingen te vernieuwen. En natuurlijk, als je in die samenleving, of in dat hart, zonde, egoïsme, verdorvenheid, afgunst en hebzucht aantreft, springt de zonde als een slang als je er op probeert te stampen, en vervolgt het diegene die het kwade en de zonde probeert te verjagen. Wanneer de Kerk vervolgd wordt, is dit daarom een teken dat zij haar missie vervult.”
Bijna geëxecuteerd
Tijdens zijn strijd voor vrede heeft pater Fili gewapende aanvallen overleefd en is hij momenteel nog steeds het doelwit van doodsbedreigingen. Ondanks dit alles beweert hij dat hij niet “verliefd is op het martelaarschap”, maar eerder “verliefd is op het Evangelie”.
In 2021 werd hij door 50 gewapende mannen ontvoerd toen hij op weg was om de Mis op te dragen in een gemeenschap in Guerrero en hij was bijna geëxecuteerd. Hij zat urenlang op zijn knieën in de hoop dat iemand hem zou komen redden. De lokale bevolking begon met de gewapende mannen te onderhandelen om hem niet te doden, en de tussenkomst van de priester van de gemeenschap was cruciaal om zijn leven te redden.
Gemaand te stoppen
Een andere keer, op 19 oktober 2023, reed pater Fili over een bergweg toen mannen op een motor hem inhaalden en op zijn auto schoten. Een van de kogels raakte een band en de andere de passagiersstoel. Gelukkig was de priester alleen onderweg. “Deze aanval was een duidelijke waarschuwing voor mij om te zwijgen, om te stoppen met veroordelen, met prediken, met helpen en met het beoefenen van liefdadigheid.”
Na de aanval bood de bisschop van Chilpancingo-Chilapa, mgr. José de Jesús González, aan om hem een nieuwe post toe te wijzen. Hij wilde zo zijn veiligheid garanderen, aangezien het niet langer verstandig leek om in de deelstaat Guerrero te blijven. De bisschop vertelde hoe pijnlijk het voor hem en voor de gemeenschap was om een priester te verliezen, en hoe moeilijk het was geweest toen hij bisschop van het Prelatuur van Nayar was en drie van zijn priesters werden vermoord. “Ik wil niet nog een priester verliezen”, smeekte bisschop González.
Een paar dagen later, terwijl pater Fili de mogelijkheid van een verhuizing overwoog, trof de verschrikkelijke orkaan Otis die regio van Mexico en liet een spoor van vernieling achter in zijn gemeenschappen. De priester ging aan de slag met de reddingsoperaties en distribueerde de humanitaire hulp die Caritas naar de gebieden bracht die het zwaarst getroffen waren door de natuurramp.
Die situatie overtuigde hem om te blijven en vandaag werkt pater Fili nog steeds in het bisdom Chilpancingo-Chilapa: “Ik leef niet in angst, maar er zijn momenten dat ik overmand word door angst, als het gevaar toeneemt. Ik heb vaak gehuild, maar ik word getroost door de wetenschap dat ik niet alleen ben en dat God me troost in moeilijke tijden.”
Mexico wordt beschouwd als het gevaarlijkste land in Latijns-Amerika om priester te zijn. In de afgelopen 18 jaar werden er 40 priesters vermoord, waaronder twee Jezuïeten die in juni 2022 in een kerk in Chihuahua werden neergeschoten.
Praten zoals met elke andere zondaar
Op de vraag wat hem overtuigde om te gaan zitten en te onderhandelen met gewapende bendes, vertelt de priester aan Kerk in Nood: “De Kerk is geen club van heiligen. Ons contact met leden van de wereld van de georganiseerde misdaad laat zien waar het in de Kerk om draait: barmhartigheid. We sluiten de deuren van de Hemel voor niemand, en we kunnen met deze mensen zitten praten zoals we dat met elke andere zondaar doen.”
Voor pater Fili is het onmogelijk om geen contact te hebben met de criminelen, aangezien ze in dezelfde gemeenschappen wonen waar hij parochies heeft en religieuze festiviteiten bijwoont. “Als ze deze deur naar dialoog openen, geeft me dat de kans om tot hun geweten en tot hun hart te spreken.”
Een Ierse missionaris vertelt Kerk in Nood (ACN) over de liefde van de Peruaanse bevolking voor Onze Lieve Vrouw. Hij legt uit hoe protestantse sekten misbruik maken van het tekort aan priesters in het land om katholieken op agressieve wijze te overtuigen de Kerk te verlaten.
“Oh Vader, bedankt voor uw bezoek. Ik moet u spreken.” Dat waren de woorden waarmee pater David O’Connor, een missionaris-priester uit Ierland, werd begroet toen hij de 85-jarige Genaro bezocht in de Altiplano van Puno. Dit afgelegen gebied in Peru ligt 4.000 meter boven de zeespiegel. Tot zijn verbazing zei Genaro tegen hem: “Ik heb besloten om de katholieke Kerk te verlaten.”
Pater David was geschokt. Hij wist dat Genaro al vele jaren een toegewijde katholiek was met een groot geloof. Genaro kwam elke zaterdag naar de kerk voor Eucharistische Aanbidding. Hij leed verschrikkelijk onder zijn slechte gezondheid. Door artritis kon hij niet langer knielen, maar hij maakte in plaats daarvan “een enorm oprechte buiging vanaf zijn middel”. Pater David herinnert zich dat hij op een zaterdag hoorde hoe intiem Genaro met Jezus sprak tijdens de Eucharistische Aanbidding: “Hij bedankte Hem voor zijn dochter die voor hem zorgde, voor de pastoor die hem onder meer een dagelijkse maaltijd gaf. Toen begon hij te huilen en vroeg om genezing, want zijn gezichtsvermogen ging achteruit. Hij had genoeg van zijn chronische artritis en van veel ander lijden. Toen hij niets meer kon bedenken om te zeggen, begon hij het Onze Vader en het Weesgegroet te bidden. Na ongeveer een uur stond hij op, boog voor het Heilig Sacrament en zei: ‘Heer, volgende week zaterdag kom ik weer bij u’.”
“Ik ben moe van het lijden”
Vanwege Genaro’s diepe geloof en vertrouwen in God, was de Ierse priester verbaasd toen hij hoorde dat hij erover dacht om de Kerk te verlaten. Toen legde Genaro aan pater David uit dat hij een protestantse dominee op de radio had horen beloven dat iedereen die naar zijn kerk kwam, van zijn ziekte genezen zou worden. “Pater, ik ga al jaren naar de katholieke Kerk om te vragen of ik genezen kan worden en ik ben nog steeds erg ziek. Ik ben moe van het lijden.”
Pater David, een projectpartner van Kerk in Nood, wist hoe protestantse sekten de afgelopen decennia in Peru en in heel Latijns-Amerika zijn gegroeid… door op agressieve wijze te proberen katholieken ervan te overtuigen hun geloof te verlaten. Maar hij wist ook dat zij vaak de verering van Onze Heilige Moeder aanvallen.
Hij wist niet hoe hij Genero moest uitleggen dat zelfs de beste kliniek in het land zijn pijn niet kon genezen. Wel was hij zich bewust van diens grote liefde voor de Moeder van God. “Maar, Genaro, ze houden niet van Onze Lieve Vrouw”. Zonder met zijn ogen te knipperen antwoordde de oude man vol overtuiging: “Ah, oké, dan ga ik niet.” Gelukkig was pater David er om Genaro bij te staan toen hij een moeilijke tijd in zijn leven doormaakte. Maar dit is niet altijd het geval.
Liefde voor Onze Lieve Vrouw
Genaro’s verhaal is slechts één voorbeeld van de grote liefde die de mensen in Peru hebben voor Onze Lieve Vrouw, vooral de inheemse Quechua, waar pater David meestal voor werkt. “Ik denk dat zij vaak een nauwere band hebben met Onze Lieve Vrouw en de heiligen dan wij misschien hebben. Ik heb het gevoel dat ze het simpele idee hebben dat ze met een echt persoon kunnen praten, in een zeer nauwe en persoonlijke interactie”, vertelt de missionaris, die na het behalen van een graad in computerwetenschappen Ierland verliet om priester te worden en terechtkwam de Prelatuur van Huancané in Peru.
“Niet aanwezig”
Als gevolg van het gebrek aan priesters in delen van het Zuid-Amerikaanse land hebben veel katholieken zich aangesloten bij protestantse sekten. Pater David herinnert zich dat hij aan een katholieke vrouw vroeg waarom ze naar de diensten van die sekten ging. “Omdat ik het Woord van God wil horen en jullie komen niet”, antwoordde ze. Toen pater David vervolgens vroeg wat ze zou doen als er een katholieke aanwezigheid in haar stad zou zijn, antwoordde ze: “Natuurlijk zou ik terugkomen. Ik wil mijn katholieke geloof, maar het is niet beschikbaar waar ik woon.”
Pater David heeft een verzoek aan de weldoeners van ACN. “Bidt alstublieft voor roepingen, vooral tot het priesterschap, voor onze moeilijke maar prachtige missie in het Prelatuur van Huancané, Peru, zodat we de waarheid en het licht van het Evangelie aan zoveel lijdende zielen kunnen brengen.”
Het leven is niet gemakkelijk voor christenen in Honduras. Ze hebben te maken met criminele bendes, armoede en een tekort aan roepingen. Veronica Katz, projectcoördinator voor Midden-Amerika bij de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), bezocht het land onlangs. Ze vertelt hoe de toewijding van de katholieke gemeenschap in het land en de vruchten van het pastorale werk een bron van hoop zijn.
Wat was de situatie die u tijdens uw reis in Honduras aantrof?
Honduras is het op één na armste land van Latijns-Amerika, met 75 procent van de bevolking die in armoede leeft, en grote ongelijkheid. Het land kampt met een ernstige energiecrisis, met voortdurende black-outs waardoor elektriciteit op rantsoen is. Bovendien hebben extreme klimaatomstandigheden geleid tot seizoenen van droogte, of, in andere gevallen, stortregens en enorme overstromingen. Beiden zijn verschrikkelijk voor de landbouw. Er is echter een nog grotere bedreiging, namelijk het geweld van de “maras”.
Wie zijn de “maras”?
Dat zijn Centraal-Amerikaanse bendes die actief zijn op de drugsmarkt, zijn erg gewelddadig. Honduras is een doorvoerroute voor drugssmokkel naar de Europese Unie en andere landen. De maras hebben bijna alles in handen. Gezinnen hebben moeite om hun bedrijf draaiende te houden vanwege de “oorlogsbelasting”, een heffing die de maras aan burgers opleggen en die vaak onmogelijk te betalen is.
En hoe vergaat het de Hondurese Kerk in dit klimaat van geweld?
Tijdens ons bezoek aan de hoofdstad legden onze gastheren uit dat het in sommige zones erg moeilijk is om pastoraal werk te verrichten, vooral door alle conflicten tussen de maras, aangezien de verschillende bendes vechten om grondgebied. We bezochten een parochie in een deel van de stad dat gecontroleerd wordt door deze bendes, wat het werk van de Kerk erg ingewikkeld maakt. De bisschoppenconferentie heeft een oproep tot vrede gedaan en de regering gevraagd om maatregelen te nemen om de onveiligheid in het land de kop in te drukken. Dit alles maakt het pastorale werk van de katholieke Kerk nog belangrijker dan ooit.
Voor welke andere uitdagingen staat de kerk in haar pastorale werk?
Het gebrek aan priesters is een echt probleem. In Honduras dienen priesters vier keer meer mensen dan bijvoorbeeld in Frankrijk. Bovendien is het opleidingsniveau laag, is vervoer buiten de steden moeilijk en is er nauwelijks vorming in de parochies. De gelovigen zijn erg arm en er is een groot gebrek aan catechesemateriaal. Ze willen wel vormingsmateriaal, maar ze hebben niet de middelen om het aan te schaffen.
Aan de andere kant maakt de overheid het buitenlandse religieuzen erg moeilijk om een visum te krijgen. Ze moeten aan allerlei eisen voldoen en veel documenten voorleggen, wat het moeilijk maakt om het land binnen te komen en er te blijven.
Wat waren de hoogtepunten van uw reis?
Er was iets dat ik erg ontroerend vond. Een priester vertelde me dat toen hij in zijn parochie aankwam, er een venijnig conflict was tussen twee gemeenschappen. Hij zei dat God dankzij voortdurend gebed tussenbeide kwam en dat deze twee groepen zich nu met elkaar verzoend hebben. Dit is moeilijk te bevatten: gemeenschappen die elkaar vroeger vermoordden, bidden nu samen.
De Hondurezen staan erg open voor het goddelijke, en dat is goed, want ze zoeken oprecht naar God. Maar het maakt ze ook open voor iedereen die bereid is om spiritualiteit door te geven, waardoor ze een gemakkelijke prooi zijn voor sekten, die zich over het hele land verspreid hebben. Er is ook een hoge mate van bijgeloof in Honduras.
Waarom groeien deze sekten in Honduras?
Hondurezen zijn een volk met een groot geloof. Ze hebben God nodig. Maar, zoals ik al zei, er zijn niet genoeg katholieke priesters om aan ieders geestelijke behoeften te voldoen. De weinige priesters die er zijn, hebben al een zeer zware werklast.
Honduras heeft het hoogste percentage protestanten van alle landen in Latijns-Amerika. Er is een opmerkelijke toename van het aantal evangelische kerken en er zijn momenteel meer protestanten dan katholieken. Bovendien worden veel van deze protestantse sekten door groepen in de Verenigde Staten gefinancierd. Het resultaat is dat het aantal predikanten toeneemt, en zij gaan naar de gebieden die ‘onderbediend’ worden door katholieke priesters. Degenen die katholiek zijn uit gewoonte in plaats van uit overtuiging, voelen zich uiteindelijk tot deze sekten aangetrokken. De katholieke Kerk troost zich veel moeite om haar gelovigen op te leiden zodat ze deze invasie van andere christelijke denominaties en sekten beter kunnen weerstaan.
Wat is de mate van toewijding van de gelovigen, ondanks al deze uitdagingen?
De meeste katholieken zijn zeer toegewijd aan hun parochie en nemen actief deel aan sociale activiteiten. Ik was verbaasd over hoe mensen die vanaf zonsopgang onvermoeibaar in hun koffie- of maïsvelden werken, of voor hun vee zorgen, vervolgens de hele middag in hun parochie doorbrengen. Hun agenda’s staan vol met religieuze activiteiten, die hun vrije tijd helemaal opvullen. We troffen gemeenschappen aan die vol leven waren en zeer goed georganiseerd. In plaats van een individueel geloof, leven ze hun geloof samen, als een gemeenschap, wat erg mooi is. Er zijn gemotiveerde priesters, toegewijde leken en gestructureerde pastorale zorg. Wanneer je deze combinatie hebt, begin je echt positieve resultaten en pastorale vruchten te zien.
U hebt veel projecten van Kerk in Nood in Honduras bezocht. Wat voor soort projecten ondersteunt Kerk in Nood daar?
In de afgelopen vijf jaar heeft Kerk in Nood 65 projecten in Honduras gefinancierd, ter waarde van bijna een miljoen euro. Bijna een derde daarvan heeft betrekking op de bouw en renovatie van parochies, plattelandskapellen en parochiezalen. We hebben ook de vorming van pastoraal werkers en seminaristen gesteund, naast hulp voor het levensonderhoud van religieuzen, catechetisch materiaal en de media, en de aankoop van voertuigen voor missies.
Op zaterdag 20 april opende de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) een nieuw kantoor in Lima, de hoofdstad van Peru, waar het fondsen zal werven om meer dan 50 hulpprojecten van de Kerk in het land te ondersteunen.
Pater Anton Lässer, kerkelijk assistent van Kerk in Nood, vertelde EWTN dat ze als pauselijke stichting deelnemen “aan de unieke missie van de Kerk om de liefde van Christus naar iedereen te brengen en discipelen te maken”.
“Onze aanwezigheid hier in Peru is het resultaat van de jarenlange steun van onze lokale donoren. We hebben 23 kantoren in verschillende landen waar we financierings- en projectactiviteiten uitvoeren. In Peru financieren we zowel projecten als voeren we lokale activiteiten uit,” legde hij op 20 april uit tijdens de presentatie in de Nuestra Señora del Pilar parochie in het district San Isidro. “De reden voor het nieuwe hoofdkantoor is “om onze activiteiten om christenen in nood te helpen verder te ontwikkelen en om meer mensen bereid te vinden om onze zaak te steunen.”
María Inés Espinoza, directeur van ACN Colombia, die aanwezig was tijdens de presentatie, legde uit dat de instelling met een fysieke aanwezigheid in Peru een stap voorwaarts wil zetten zodat mensen vertrouwen blijven hebben in ons werk, ons hun hulp blijven geven en meer mensen zich bij ons aansluiten. “Het is belangrijk om te begrijpen dat we de Kerk alleen kunnen helpen door onze krachten te bundelen. Wij zijn de voorzienigheid voor elkaar. God legt vrijgevigheid in ons hart om anderen te helpen en wij fungeren als instrumenten om die hulp uit te voeren.”
Kerk in Nood (ACN) financierde vorig jaar 5.700 projecten ter ondersteuning van het pastorale en evangelisatiewerk van de katholieke kerk in 132 landen en heeft met Peru erbij kantoren in 24 landen. Peru is een van de Latijns-Amerikaanse landen die jaarlijks de meeste hulp ontvangt van deze stichting, met meer dan 70 goedgekeurde projecten tussen 2022 en 2023.
Na een reis, waarbij hij 11 bisdommen in het midden en westen van Venezuela bezocht, vertelt Luis Vildoso, hoofd projecten van de internationale stichting Kerk in Nood (ACN), over de huidige situatie in het land en in de Kerk. “Venezuela is een land van tegenstellingen geworden. Ondanks de economische en sociale crisis zijn er recentelijk casino’s en luxe autodealers geopend.”
Hoe beschrijft u de situatie in Venezuela?
Je kunt zien dat het een land is dat op een gegeven moment in een goede economische situatie verkeerde. Venezuela is zeer rijk aan energiebronnen zoals olie en gas. Je ziet bijvoorbeeld nog steeds prima infrastructuur en goede wegen. Het land is goed verbonden, met een netwerk van snelwegen die in goede staat verkeren. Tegelijkertijd is er echter sprake van zeer grote armoede. De macro-economische cijfers spreken voor zich. Een werknemer in de gezondheidszorg of het onderwijs verdient bijvoorbeeld ongeveer 9 euro per maand, maar de gemiddelde kosten van levensonderhoud voor een gezin van vijf personen bedragen ongeveer 160 euro per maand. Bovendien is de industrie in het algemeen tot stilstand gekomen of sterk uitgeput, zoals de olie-industrie, die onder het minimale productieniveau werkt.
Heeft deze situatie gevolgen voor de bevolking?
Venezuela is een land van tegenstellingen geworden. Ondanks de economische en sociale crisis hebben we onlangs de opening gezien van casino’s en luxe autodealers, zoals Ferrari, evenals kartbanen, een modern nieuw honkbalstadion en zelfs nieuwe privéklinieken. Al deze zaken zijn echter voorbehouden aan degenen die op de een of andere manier verbonden zijn met het huidige regime.
Hoe zou u de huidige situatie van de Kerk omschrijven?
Ik vond een Kerk die zeer levendig, zeer verenigd en vreugdevol is, ondanks het feit dat zij een zware strijd moet leveren. Je kunt zien dat God aanwezig is en de gemeenschap ondersteunt; Hij is hun kracht. Op sociaal gebied ontplooit de kerk veel initiatieven, bijvoorbeeld in het onderwijs en de gezondheidszorg. Naast materiële hulp, ontvangen katholieken ook geestelijke bijstand. Ik was zeer ontroerd om te zien hoe de leken zich inzetten voor de Kerk. Te midden van de armoede tonen de mensen zich solidair met hun priesters, door hun voertuigen, kennis en ervaring ter beschikking te stellen van hun pastoors om pastorale initiatieven te organiseren. Iedereen, arm of rijk, draagt naar vermogen bij.
Op sommige plaatsen is er een tekort aan priesters. Veel buitenlandse priesters en religieuzen hebben het land moeten verlaten omdat hun verblijfsvergunning niet werd verlengd. Bovendien lijden sommige priesters en bisschoppen aan vermoeidheid, omdat ze het licht aan het eind van de tunnel niet kunnen zien. Wij moeten de geestelijkheid helpen en bijdragen tot haar geestelijke vernieuwing, maar er ook voor zorgen dat tijdig kan worden gereageerd wanneer zich problemen voordoen.
Wordt de Kerk op enigerlei wijze vervolgd?
De controle van de regering over de bevolking in het algemeen is zeer duidelijk, vooral door de “alcabalas”, dat zijn controleposten waar altijd een politieagent de wacht houdt, bijvoorbeeld bij benzinestations. Ook de media worden gecontroleerd. Door de bevolking te controleren, controleert de regering tot op zekere hoogte ook de Kerk. De regering heeft zich af en toe tegen de Kerk gekeerd. Onlangs ontving een priester, een paar dagen na het opdragen van de Mis, een brief van de regering over zijn preek! Tot op zekere hoogte wordt de Kerk belaagd.
Welke mogelijkheden ziet u om de situatie in het land te verbeteren?
De bisschoppen denken en geloven dat verandering zal plaatsvinden met de toekomstige generaties. Daarom hebben zij de nadruk gelegd op de noodzaak om jongeren te ondersteunen door middel van creatieve pastorale initiatieven, om te proberen aansluiting bij hen te vinden. Veel jongeren leveren een cruciale bijdrage aan het sociale werk van de Kerk. Venezuela heeft een diaspora van ongeveer zeven miljoen mensen, voornamelijk jonge professionals. Er wordt dus speciale aandacht besteed aan jongeren om te proberen emigratie te voorkomen.
Hoe reageren de jongeren op deze toenaderingen?
De bisschop van het bisdom San Carlos Cojedes nodigde ons uit voor een jongerenbijeenkomst, maar we hadden geen idee hoe groot die zou zijn. Toen we aankwamen, werden we opgewacht door 500 jongeren die in dialoog waren met de bisschop en hem zeer interessante vragen stelden. Toen ik wegging, voelde ik me vernieuwd in mijn zending. Het was prachtig om een getuigenis van het huwelijksleven te kunnen geven aan zo’n grote groep jongeren die hun roeping proberen te bepalen – sommigen van hen zijn misschien geroepen tot het gewijde of religieuze leven, en anderen tot het huwelijk – en om hen te laten zien dat het mogelijk is een christelijk leven te leiden in verschillende roepingen.
Een soortgelijke ervaring had ik in het bisdom Acarigua Araure. We gingen naar een andere bijeenkomst van jongeren met hun bisschop, voor beroepskeuzevoorlichting. We troffen een kerk vol jonge mensen aan. We konden alleen maar wensen dat de kerken in Europa ook zo waren! De Kerk in Venezuela is zeer Latijns-Amerikaans, zeer levendig, zeer vreugdevol.
Wat heeft u nog meer geraakt tijdens deze reis?
Ondanks de emigratie blijft de Venezolaanse bevolking groeien. Ik werd getroffen door de overbevolking in gebieden als Petare, aan de rand van Caracas. Als je door de straten loopt, zijn er kleine steegjes die naar andere huizen leiden, allemaal vol met mensen. Ik zag een soort gebouw van ongeveer 10 of 12 verdiepingen hoog; huizen die op elkaar gebouwd waren en overeind gehouden worden door pilaren die alleen door een wonder overeind lijken te blijven. Er is geen officiële telling, maar men zegt dat er ongeveer twee miljoen mensen in dit gebied opeengepakt zitten.
Hoe denkt u dat Kerk in Nood (ACN) kan blijven helpen?
De Kerk heeft onze steun dringend nodig, want de huidige economische crisis heeft directe gevolgen voor het levensonderhoud van de Kerk. De zorg voor de geestelijken blijft voor ons een prioriteit, en hetzelfde geldt voor vrouwelijke religieuzen, die zulk lovenswaardig werk doen, en voor alle pastoraal werkers. Tegelijkertijd zijn wij echter ook zeer geïnteresseerd in het stimuleren van de vorming van leken en het bevorderen van persoonlijke ervaringen met God. Zo kan de bevolking bijdragen aan de transformatie van het land.
Onvermoeibaar zetten de paters Kapucijnen zich in voor de inheemse bevolking in het Amazonegebied van Brazilië.
Probeert u zich eens voor te stellen hoe ondoordringbaar de jungle is.
De dagelijkse reizen gaan hier per boot. Krokodillen, giftige slangen, plotselinge, hevige stormen maken deze dagelijkse reizen gevaarlijk. Toch zegt pater Paolo, één van de Kapucijnen, blijmoedig: “De enorme uitdagingen hier zijn niet groter dan die van onze inheemse broers en zussen. We danken God eindeloos dat we hier zijn!”
Maar nu hebben de paters zélf dringend uw hulp en medeleven nodig, omdat hun huis en daarmee het kloppend hart van hun missie volledig vervallen is.
De onvermoeibare inspanningen van de Kapucijnen onder de Ticuna bevolking werpen vruchten af. Hun huis is het ‘hart’ van de missie, een centrum voor pastorale roepingen voor jonge inheemse mensen.
Het is nu echter volledig vervallen. Het hout is verrot en het tinnen dak is roestig en lekt. Het is al een paar keer provisorisch opgelapt, maar dat heeft niet veel geholpen. “Jarenlang hebben we prioriteit gegeven aan de missie. Maar nu moet er dringend iets gebeuren. We worden vaak ziek omdat de staat van het huis schadelijk is voor onze gezondheid.”
Uw geloof en gulheid van hart kunnen het verschil maken: het graven en vullen van de fundering kost € 20,00 per m3. Voor € 65 kan een betonnen zuil gestort worden. Het metselwerk kost € 110,00 per m2. Doet u mee met deze Amazone-missie?
Eva Luz, komt uit het prachtige Andesgebergte in Bolivia. Met haar bontgekleurde kleding, lange zwarte vlechten en door de zon getekende gezicht is ze een levendige vertegenwoordigster van de inheemse bevolking. Een sterke vrouw met een sprekend gezicht, maar haar gezichtsuitdrukking toont haar zorgen. Achter de uiterlijke schoonheid schuilt een realiteit die we niet kunnen negeren.
Het leven in de Andes is hard en voor velen betekent het een dagelijkse strijd tegen extreme armoede.
De gemeenschap waartoe Eva behoort, woont verspreid over afgelegen nederzettingen. Slechts enkele keren per jaar lukt het een priester deze onherbergzame plekken te bezoeken. Basisvoorzieningen zoals een winkel om eten te kopen, ziekenhuizen en scholen zijn simpelweg afwezig. Dit dwingt steeds meer mensen, zoals Eva, om hun families en het platteland achter te laten en werk te zoeken in de grote stad of zelfs in het buitenland.
Bisschop Ortiz, zelf behorend tot het inheemse Aymara-volk, begrijpt als geen ander de uitdagingen waarmee Eva en haar lotgenoten in de regio La Paz worden geconfronteerd. Hij ziet dat er geen toekomstperspectief is en dat de overheid de mensen niet de nodige hulp biedt. Zijn hart gaat in het bijzonder uit naar de jongeren. De jongeren vormen de toekomst van de Kerk, maar momenteel hebben ze geen enkele hoop. Voor hen lijkt de enige uitweg: hun geboorteland verlaten.
Gelukkig is het jeugdpastoraat, dat bisschop Ortiz vorig jaar het heeft opgezet, een groot succes.
Met uw hulp wil hij dit belangrijke werk voortzetten en uitbreiden. Hij heeft een specifiek doel voor ogen: 300 jongeren tussen de 15 en 29 jaar een algehele vorming bieden die hen leert over het geloof, christelijke waarden en leiderschap.
Dit wil hij bereiken met maandelijkse bijeenkomsten, één meerdaags congres en een driedaagse retraite. Hij wil een plek creëren waar jongeren hun talenten en capaciteiten kunnen ontwikkelen op het gebied van muziek en sport. Een plek waar ze trots kunnen zijn op hun etnische afkomst en waar ze de roepstem van God voor hun leven kunnen horen.
Om dit mogelijk te maken, vraagt bisschop Ortiz om uw steun.
Wilt en kunt u helpen? Met een donatie van slechts € 37,00 euro kan één jongere een heel jaar deelnemen aan het vormingsprogramma van bisschop Ortiz.
“Mijn verlangen is om deze jongeren verliefd te laten worden op een leven in vriendschap met Jezus Christus,” schrijft bisschop Otiz.
Bij voorbaat dank ik u voor uw gebed en gulle zegeningen. U biedt deze jongeren geloof, hoop, en toekomstperspectief en geeft u de gemeenschap van Eva Luz de kans om in voorspoed te leven in het gebied dat hen zo dierbaar is.
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur ‘s ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken – met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Aan het seminarie van Santiago de Cuba worden 17 jonge mannen gevormd tot toekomstige priesters. Met uw hulp kunnen zij een volk dienen dat in zijn ziel gewond is.
Toen paus Johannes Paulus II in januari 1998 Cuba bezocht, richtte hij zich tot de jongeren met de woorden: “Christus wandelt door jullie leven en zegt tegen jullie: ‘Volg mij’. Sluit je niet af voor zijn liefde. Loop niet gewoon aan de andere kant voorbij. Neem hem op zijn woord. Iedereen heeft een roepstem van Hem ontvangen, en Hij kent ieder van jullie bij zijn naam.”
De zeventien jongemannen die momenteel hun opleiding volgen aan het seminarie van het aartsbisdom Santiago de Cuba waren toen nog niet meer dan kleine kinderen. Toch was dat precies hun eigen ervaring: Jezus riep hen bij hun naam en zij volgden zijn roepstem. En dat ondanks het feit dat het katholieke geloof in Cuba na bijna een halve eeuw communistisch bewind nog steeds wordt onderdrukt. Want hoewel in theorie de meeste Cubanen gedoopt katholiek zijn, woont slechts zo’n 2% regelmatig de heilige Mis bij. Er is een wijdverbreide volksvroomheid onder het volk, en Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre, het Cubaanse nationale heiligdom, is geliefd bij bijna elke Cubaan, maar op het gebied van evangelisatie moet er nog veel worden gedaan.
“We hebben priesters nodig om een volk te dienen dat in zijn ziel gewond is”, zegt pater Martín Chevarría Vaca, de rector van het seminarie van Santiago. “Het doel van ons seminarie is de evangelisatie van het Cubaanse volk door de vorming van autochtone Cubaanse priesters. Het feit dat zich nog meer jonge mannen hebben gemeld dan in het voorgaande jaar is een bron van grote vreugde voor onze Kerk, die nooit ophoudt te bidden om roepingen.”
Wel kost het geld om toekomstige priesters op te leiden. Voedsel, water, elektriciteit, lesmateriaal, medische zorg, kleding en de salarissen van het academisch personeel – al deze zaken moeten worden betaald. En de prijzen worden steeds hoger in een land dat al jaren vastzit in een diepe economische crisis. Bovendien zijn er tijdens de pandemie extra kosten gekomen voor maatregelen en beschermende uitrusting.
De kerk in Cuba is arm, maar wil geen roeping verloren laten gaan, enkel door geldgebrek. Daarom vraagt zij om uw hulp. Steunt u de opleiding van deze 17 toekomstige priesters met een bijdrage? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 216-04-79. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD