Ortega lanceerde in scherpe bewoordingen een brute aanval op katholieke bisschoppen; velen zeggen dat hij daarmee stilzwijgend zijn volgelingen toestemming geeft om kerken te ontheiligen en geestelijken te mishandelen. Sommige priesters hebben tijdelijk hun parochie verlaten.
De aartsbisschop van Nicaragua, kardinaal Leopoldo Brenes, werd eerder deze maand geduwd, gestompt en lastig gevallen. Een andere kerkleider werd met een mes in zijn arm gestoken – dat gebeurde in een provinciestad, waar gemaskerde Ortega-supporters, van wie sommigen gewapend waren, geestelijken in het nauw dreven.
Minstens zeven kerken hadden last van vandalisme; zo ook vrijdag 20 juli een kapel in Jinotega, het centrum van een gebied in het noorden waar koffie verbouwd wordt. Ernstiger: gemaskerde schutters beschoten een kerk in Managua, eerder deze maand in een lang beleg tegen ongewapende protesterende studenten die hun toevlucht hadden gezocht in de kerk.
Paus Franciscus en bisschoppen in Latijns Amerika bezien deze aanvallen met stijgende bezorgdheid.
Als antwoord op een verzoek van de Latijns Amerikaanse bisschoppenconferentie, zijn priesters in dit deel van de wereld op zondag 22 juli hun gelovigen voorgegaan in gebed, om hun solidariteit met de katholieken in Nicaragua te onderstrepen. De Bisschoppenconferentie vroeg hierom "in verband met de dramatische en pijnlijke sociale en politieke crisis, die hier momenteel heerst."
Bemiddeling mislukt
Aanvankelijk was Ortega erop gebrand om katholieke bisschoppen te laten bemiddelen om een burgerlijke opstand tegen zijn regering aan te pakken. Die opstand begon in april en is nu in zijn vierde maand. Er zijn minstens 280 doden gevallen, van wie de meesten door politiegeweld of door gewapende en gemaskerde schutters, die informeel door de regering gesteund worden.
Maar toen de bisschoppen zich luider gingen uitspreken en het geweld door de gewapende milities veroordeelden, probeerde Ortega de Katholieke Kerk te ondermijnen; hij zag de Kerk als een bedreiging voor zijn voortdurende bestuur.
"Voor de regering betekende het, dat de Kerk achter de protesten stond" zegt Óscar René Vargas, een politiek analist en destijds mede-oprichter van het Sandinistisch Front; nu staat hij kritisch tegenover de regering van Ortega.
De vroegere linkse guerillaleider Ortega haalde uit naar de kerkelijke hiërarchie in een toespraak bij gelegenheid van de Dag van de Revolutie (19 juli). Tienduizenden van zijn volgelingen hoorden hem zeggen dat de bisschoppen hielpen in een plan om hem te verdrijven.
"Ik dacht dat zij bemiddelaars waren, maar zij voelen zich integendeel verplicht aan degenen die een coup plannen. Zij zijn onderdeel van het plan van de coup-planners", aldus Ortega.
"Als Christenen zijn wij verplicht om …. de bisschoppen te vragen om, ter wille van Gods liefde, de satanische, moordzuchtige sekte die uit is op een coup op andere gedachten te brengen en juist niet nog meer te ondersteunen", zei Ortega.
Hij zei dat "vele kerken" gebruikt werden "als opslagplaats voor wapens en bommen", zonder daar overigens bewijs voor te geven. Hij deed een duidelijke poging om de druk op de Kerk op te voeren, die verklaard had dat Nicaraguanen recht hebben op vreedzaam protest.
Riskante strategie
Ortega gebruikt een riskante strategie door de Kerk aan te pakken, zegt Carlos Tünnermann. Hij is een voormalig diplomaat, die deel uitmaakt van het onderhandelingsteam van de oppositie in de nationale dialoog die nu tot stilstand is gekomen.
"De Bisschoppenconferentie is de meest gerespecteerde en geloofwaardige instelling in dit land. Het is de enige instelling die de rol van bemiddelaar op zich kan nemen", aldus Tünnermann.
Misschien wel het grootste symbool van Ortega’s aanval op de katholieken is de Kerk van de Goddelijke Genade in Managua. Gemaskerde schutters beschoten deze kerk in de nacht van 13 juli met aanhoudend geweervuur, tot in de vroege ochtend van 14 juli. Meer dan 100 protesterende studenten hurkten op de grond, velen lagen op de vloer. Twee mensen werden gedood.
"Je zou alle putjes in de muren moeten tellen om te zien hoeveel schoten ze afgevuurd hebben. Het is ongelooflijk" zei Erick Alvarado Core, een kapelaan van die kerk, toen hij een bezoeker de verbrijzelde ramen en de met kogels doorzeefde muren van de kerk liet zien.
De Bisschoppenconferentie van Nicaragua komt binnenkort bijeen; dan zal besloten worden of zij nog willen doorgaan met hun rol van bemiddelaar, gezien de scherpe aanval van Ortega op de kerk.
Een analist zegt dat Ortega op een breuk aanstuurt om de politieke gesprekken te laten ontsporen.
"Dit is een frontale aanval op de kerk, en als je dat op deze manier doet dan is dat omdat je niet door wil gaan met de dialoog," zegt José Luis Rocha, een socioloog die regelmatig bijdragen schrijft in Envío, een door de Jezuïeten uitgegeven tijdschrift.
Nog meer aanvallen en intimidatie
Tot de recente aanvallen hoort ook de plundering op 16 juli van de gebouwen van de katholieke organisatie Caritas, in de stad Sébaco, bijna 100 km ten noorden van Managua. Ooggetuigen zeiden dat de aanvallers maskers droegen en kwamen op motorfietsen. Voor zij wegreden staken zij het gebouw in brand.
Vrijdag 20 juli braken vandalen in bij de kerk van O.L. Vrouw van de Carmen in Jinotega. Zij deden hun behoeften op de vloer, stalen een ciborie en geluidsapparatuur en gooiden de hele inboedel overhoop. Aldus een tweet van de hulpbisschop van Managua, een verklaring van het betreffende bisdom en een nieuwsverslag in La Prensa.
Enkele oudere parochiepriesters voelen zich steeds onprettiger nu Ortega zijn aanvallen op de kerk opvoert en zo actie tegen geestelijken uitlokt.
"Fanatisme is erg gevaarlijk," zegt een oudere priester; hij vroeg om zijn naam niet te noemen omdat hij vergelding vreest. Nu blijft hij liever in Managua dan dat hij terugkeert naar zijn parochie in de provincie.
"Ik denk dat het meer met intimidatie te maken heeft dan met iets anders. Het kan een groep fanaten zijn, die stenen naar je gooit, die je bedreigt," zegt hij. "Willen ze mij doden? Ik denk het niet. Maar mij bang maken, mij in elkaar slaan, mijn auto saboteren zodat ik een ongeluk krijg – zoiets zou kunnen gebeuren."
Ortega en de Kerk
De relaties van Ortega met de Kerk in Nicaragua vormen een zigzagpad door de jaren heen. Toen hij leider was van de regering van het Sandinistisch Front (1979-1990) tolereerde hij de kerk en verwelkomde activistische priesters die de Bevrijdingstheologie aanhingen, een beweging die bekommernis om de armen benadrukt.
Toen Ortega in 2007 weer aan de macht kwam trachtte hij traditionele katholieken voor zich te winnen en iedere confrontatie met de leiding van de kerk af te weren. Het devies van zijn partij was: ‘Christendom, Socialisme, Solidariteit.’ Hij verbood abortus en deelde ruimhartig ondersteuning uit aan priesters.
Zijn vrouw, Rosario Murillo, die vorig jaar vice-president werd, gebruikt in haar bijna dagelijkse televisie-uitzendingen regelmatig religieuze formuleringen.
"Ze hebben de hele tijd ‘God’ op hun lippen," zegt Rocha, de socioloog.
bron: mcclatchydc.com
vertaling: Joost van Heijst