In Pakistan zijn overheidsscholen een moeilijke omgeving voor Christenen

donderdag, 16 mei 2019
Nieuws
Noman is een jonge katholiek uit Karachi, (Pakistan). In een interview met Kerk in Nood vertelt hij over de discriminatie en mishandeling die hij op school heeft doorgemaakt vanwege zijn Christelijk geloof. Dit is het verhaal van Noman:
ACN-20181217-81392

"Ik ben een eerstejaars student economie. Mijn hobby’s zijn cricket en voetbal. Ik ben een Christen. Niemand in mijn familie is ooit ontvoerd of slachtoffer geworden van geweld, maar ik wordt vanwege mijn religie geconfronteerd met discriminatie door klasgenoten en leraren.”

"Toen ik een Islamitische klasgenoot aangaf voor vals spelen, zei de leraar: ‘Hij speelt niet vals. Jij deed het’. De klasgenoot noemde me ‘bhangie’, wat ‘straatveger’ of ‘gootreiniger’ betekent; hij dreef de spot met me en gebruikte woorden die respectloos waren voor mijn geloof. Maar ik kon niet op een zelfde wijze terug reageren. Als ik dat had gedaan, zou ik beschuldigd kunnen worden van godslastering en zou mijn familie hebben geleden. Dus ik hield me stil.”

"Zowel mijn leraar als mijn directeur waren zich goed bewust van de situatie. Mijn moeder werd gevraagd om met mijn leraar te praten, maar de school was niet bereid om naar mijn versie van wat er gebeurde te luisteren. De directeur weigerde zelfs om me een formulier te geven dat de school nodig had voor examens, dus een jaar van mijn studie was verspild.”

"Maar ik ben dankbaar, dat God mijn familie niet heeft verlaten. Hij was daar toen een vriendin van mijn moeder aanbood te betalen voor mijn opleiding, die mijn ouders toen niet konden betalen. Het gelukkigste moment van mijn leven was toen ik de middelbare school voltooide; Ik was de eerste in mijn familie.”

"Ik studeer nu economie aan een overheidscollege. Ik volg de lessen een half jaar; Ik breng de andere helft door als verkoper in het winkelcentrum, omdat het moeilijk is voor mijn vader om het gezin te onderhouden. In ontberingen heeft God me nooit in de steek gelaten. Hij heeft me altijd geholpen en van me gehouden. God en mijn familie, vooral mijn moeder, zijn de redenen voor mijn geluk.”

"Ondanks wat ik heb ervaren, geloof ik dat ik succesvol zal zijn. En als ik me zorgen maak, bid ik Psalm 23; Ik draag ook altijd een rozenkrans bij me.”

"Westerse landen moeten arme Pakistaanse Christelijke studenten ondersteunen met huisvesting en onderwijs, zodat ze op zijn minst een beter en stabieler leven kunnen leiden. Anders heb ik geen hoop dat de Pakistaanse minderheden in het land blijven. Als ik alle leiders van de wereld in één kamer zou kunnen verzamelen, zou ik zeggen dat ik met name gratis onderwijs voor onze kinderen wil.”

Door: Tabassum Yousaf