In een interview met ACN vertelt de regisseur van de film, Francisco Alday, over zijn ervaringen tijdens de opnames. Hij werd geïnterviewd door Cristina Moreno voor Kerk in Nood.
ACN: Waarom Nicaragua? Van alle landen waar de Kerk en christenen helaas worden vervolgd, gevangengezet, onderdrukt…? Wat was het dat u deed kiezen voor Nicaragua?
Francisco Alday: Nicaragua maakt een moeilijke periode door in zijn geschiedenis, een periode van politieke en sociale spanningen, ernstige conflicten en gewelddadige confrontaties. De Kerk heeft de rol van bemiddelaar voor de vrede op zich genomen en is tussenbeide gekomen in een poging om verzoening te bereiken, maar dit heeft de katholieken tot doelwit van aanvallen gemaakt. Vooral in 2018, toen het de jongeren waren die de straat opgingen om verandering te eisen. Velen van hen waren leden van de jeugdteams van parochies, die niet aarzelden om hun geloof te uiten en dat te blijven doen, zelfs wanneer dit hen blootstelde aan groot gevaar. Het productieteam van CRTN beschouwde dit als een moedige getuigenis, die wij in onze Kerk in Nood-documentaires moeten opnemen, aangezien het juist onze missie is om bekendheid te geven aan die plaatsen waar de Kerk geconfronteerd wordt met een situatie van vervolging of andere nood.
Wat zou u zeggen als u de boodschap van de video in een korte zin zou moeten samenvatten?
Ik zou de zin gebruiken die we al gebruikt hebben voor de titel van de documentaire, aangezien de hele video bedoeld is als een groot gebed voor de vrede in Nicaragua. Het idee was om de verschrikkelijke beelden van het geweld waaronder onze broeders en zusters te lijden hebben, te vermengen met andere scènes waarin de hele Kerk op straat loopt, de rozenkrans bidt, het Heilig Sacrament aanbidt, zingt en de H. Mis viert omwille van de vrede. Deze jongeren worden gestigmatiseerd omwille van hun geloof, de kleur van de kleren die ze dragen en de liederen die ze zingen. In deze documentaire doen we een oproep om hen toe te staan hun geloof vrij te belijden.
Wat was uw ervaring met het werken aan dit project?
Het was een van de krachtigste ervaringen die ik ooit heb gehad om in een documentaire te vertellen. Soms was het een voorrecht om zo veel geëngageerde jongeren rechtstreeks te ontmoeten en echte pastoors met de ‘geur van het schaap’, die hun kuddes begeleiden en de moed hebben om zichzelf aan te bieden als brug in situaties waar alles op de afgrond lijkt af te stevenen.
Was er een specifiek moment dat u bijzonder is bijgebleven of dat u bijzonder heeft ontroerd?
Er was één interview dat ik graag had opgenomen, maar uiteindelijk hebben we besloten dat niet te doen, omwille van de veiligheid van de jongere die we interviewden en zijn familie. Een jongeman die was gearresteerd omdat hij had deelgenomen aan de protestmarsen, vertelde ons over de martelingen en andere gewelddadigheden die hij had ondergaan en gezien tijdens zijn detentie in de gevangenis, en over hoe deze ervaringen hem psychologisch hadden beïnvloed. Dit heeft mij veel pijn gedaan. En hoewel zijn getuigenis niet in de uiteindelijke montage is opgenomen, heeft het me des te meer waardering doen krijgen voor de inspanningen van elke jongere die ervoor kiest trouw te blijven aan de boodschap van het Evangelie zonder bang te hoeven zijn voor de gevolgen.
De film bevat een aantal gewelddadige scènes. Was er een moment tijdens het filmen waarop de filmploeg vreesde voor hun eigen veiligheid?
Het was niet gemakkelijk om de gebeurtenissen vast te leggen. We hadden het gevoel constant in de gaten te worden gehouden. Er hing een zekere sfeer van geweld in de lucht en we waren getuige van situaties van beperking en dwang. Op een bepaald moment, toen we voor een kerk een interview met een jongere aan het opnemen waren, werden we benaderd door een groep paramilitairen. Al snel arresteerde deze politieke patrouille de hele filmploeg en de jongeren die bij ons waren en werden we naar een plaatselijk detentiecentrum meegenomen. Maar vertrouwend op God en dankzij de tussenkomst van de plaatselijke bisschop, werden we uiteindelijk na een paar uur vrijgelaten. Niettemin was het een onaangename situatie die ons echt, rechtstreeks en persoonlijk, de druk liet voelen waaronder de mensen daar leven.
Zou u, nu u de situatie in Nicaragua aan den lijve heeft ondervonden, zeggen dat er hoop is op een betere toekomst voor de christelijke gemeenschap daar?
De hoop komt van onze Heer, die groter is dan alle kwaad, en dit was ook de boodschap die ik kreeg van iedereen die ik interviewde. Ik zou niemand de uitdagingen toewensen waarvoor deze jongeren in Nicaragua staan, maar ik geloof dat we allemaal kunnen leren van het geloof en de moed waarmee zij leven, geloven, bidden en werken aan betere tijden. Tegelijkertijd put ik ook hoop uit het werk van Kerk in Nood, dat er bijvoorbeeld voor zorgt dat elke jongere die zich geroepen voelt om de Kerk te dienen, een seminarie, ontmoetingshuis of vormingscentrum kan vinden waar hij zijn droom kan verwezenlijken om de Heer te dienen.
Was u verbaasd over het aantal jongeren dat nog steeds de Mis bijwoont en openlijk getuigt van hun liefde voor God en de Kerk, ondanks het risico dat zij daardoor worden aangevallen of zelfs vermoord?
Ja, ik was echt onder de indruk, en ik denk dat dit het beeld is waarvan ik hoop dat het in de hoofden van de kijkers zal blijven hangen als ze de documentaire zien: de oprechte moed van de jongeren bij het verdedigen van hun geloof. Een van de jongeren merkte op dat zijn familie in gevaar zou komen als hij in de kerk gezien zou worden, dus moest hij in het geheim aan de groep deelnemen. Andere jongeren hebben besloten het land te verlaten en hun familie achter te laten, in plaats van toe te geven aan de druk die op hen wordt uitgeoefend vanwege hun geloof.