Bovendien vragen ze de internationale gemeenschap om “te stoppen met het verstikken van Afrika” en om “eens en voor altijd te begrijpen dat de Democratische Republiek Congo niet te koop is en niet wetteloos uitgebuit kan worden”.
Desolaat beeld
De zes bisschoppen van de bisdommen Bukavu, Butembo-Beni, Goma, Kasongo, Kindu en Uvira in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) hebben een “beoordeling van de pastorale en sociale situatie” van het land geschreven, naar aanleiding van een bijeenkomst die van 8 tot 14 april plaatsvond in Butembo. Het verslag schetst een desolaat beeld van het land en levert kritiek op de manier waarop “de waardigheid van het Congolese volk” wordt ondermijnd.
De oostelijke provincies Noord-Kivu en Ituri staan sinds 2021 onder staat van beleg vanwege regelmatige aanvallen van gewapende milities. Die hebben er zelfs toe geleid dat de stad Goma sinds eind februari omsingeld is. Zo’n 120 gewapende milities vechten om grondgebied proberen en de natuurlijke rijkdommen te exploiteren. Tot deze gewapende groepen behoren de 23 Maart Beweging (M23) en de Allied Democratic Forces (ADF), die gelieerd is aan Islamitische Staat.
Bijna dertig jaar geweld
Volgens de Verenigde Naties heeft het conflict in het oosten van de DRC sinds 1996 aan ongeveer zes miljoen mensen het leven gekost. Het Congolese leger is in die bijna dertig jaar niet in staat gebleken om de situatie aan te pakken, en de zes miljoen binnenlandse ontheemden door de gevechten is het grootste contingent van dit soort in heel Afrika.
Sinds mei 2021 geldt in de provincies Noord-Kivu en Ituri de staat van beleg vanwege de veelvuldige aanvallen van milities, waardoor het leger extra bevoegdheden heeft om de gebieden te besturen. Vooral de stad Goma, die sinds eind februari wordt aangevallen door M23-rebellen, wordt bedreigd.
Parochies gesloten
In hun boodschap hekelen de bisschoppen “de endemisch geworden onveiligheid, met een spoor van moorden op klaarlichte dag, bloedbaden en ontvoeringen”, evenals de “voortdurende belegering van de stad Goma door M23, gesteund door Rwanda” en “de verlamming van de economie door een strategie van isolatie en verstikking van de grote en kleine stedelijke gemeenschappen”.
De bisschoppen betreuren het dat ze sommige parochies geheel of gedeeltelijk hebben moeten sluiten vanwege de onveiligheid. Zij zien het in de steek laten van de regio’s als vertrouwensbreuk tussen de burgerbevolking en de militairen en staatsautoriteiten.
Aan lot overgelaten
Over de wortels van het kwaad dat het op één na grootste land van Afrika teistert, schrijven de bisschoppen het volgende: “Wanneer we onze mensen horen spreken over de bron van ons eindeloze lijden, concluderen we dat dit allemaal gebeurt omdat de Congolese staat dood is. Wij, de geregeerden, zijn aan ons trieste lot overgelaten en er is geen enkele aanwijzing dat de huidige leiders zich ook maar iets aantrekken van het welzijn van degenen over zij regeren.”
Ondanks de moeilijkheden die in hun boodschap worden opgesomd, brengen de bisschoppen een sprankje hoop naar voren. Als ze de vernietigende krachten in hun land vergelijken met hun geloof in “de God van de levenden” brengen ze de woorden van Psalm 118,17 in herinnering: “Ik zal niet sterven, maar leven en verkondigen wat de Heer heeft gedaan”. Ze vragen de gelovigen om te bidden voor hun eigen bekering en voor die van hun vervolgers in binnen- en buitenland.
Heldhaftige missie
De Congolese kerkleiders benadrukken de heldhaftigheid van de priesters en religieuzen die hun missie uitvoeren in gebieden die door M23 en ADF worden gecontroleerd. Ze bevestigen hun vertrouwen in het feit dat de meerderheid van de bevolking de katholieke Kerk ziet “als een instelling die onvermoeibaar de belangen van het volk verdedigt.” Zo helpt de Kerk alleen al in de bisdommen Butembo-Beni en Goma meer dan twee miljoen vluchtelingen.
Volgens vicaris-generaal van Goma en Kerk in Nood projectpartner, preister Henri Chiza Balumisa, mag de onveiligheid de Kerk er niet van weerhouden haar werk te doen. “Integendeel, het zou haar juist aan haar missie moeten herinneren. Als niets anders goed gaat, valt het belang van de Kerk op. We zijn dankbaar voor onze broeders-priesters die in moeilijke situaties leven, hun leven riskeren en geteisterd worden door angst. Zij blijven hier.”
Delen in het lijden
Volgens priester Balumisa deelt de Kerk in het lijden van de mensen: “Ze bellen mij en de bisschop om de situaties die zij en de mensen doormaken met ons te delen, maar ze tonen nooit de kleinste intentie om het volk van God in de steek te laten. Ze zijn hier om te delen in het lijden van de mensen. Het is in deze momenten van lijden dat de Kerk het zout der aarde wil zijn.”
Pater Balumisa benadrukt dat de christenen in zijn diocees zich in de steek gelaten voelen door de rest van de wereld, maar niet door de weldoeners van Kerk in Nood. “Ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om hen te bedanken. Kerk in Nood onderscheidt zich door haar steun, door haar aanwezigheid en inzet bij het ondersteunen van ons pastorale werk door middel van mispenningen om de levenskwaliteit van de priesters te verbeteren, en begeleidt de priesters van ons bisdom bij hun apostolaat. Onze gelovigen zijn zich bewust van deze steun die ze ontvangen van christenen in andere delen van de wereld, en ze zijn erg dankbaar.”
De Democratische Republiek Congo ontving in 2023 ongeveer 3,5 miljoen euro van de donateurs van Kerk in Nood (ACN). In 42 van de 48 bisdommen in het land werden in totaal 251 projecten gefinancierd. De stichting heeft zich speciaal ingespannen om de aanwezigheid van de Kerk te versterken in de regio’s die door de regering in de steek gelaten en vergeten zijn.