Volgens een analyse werden tussen januari 2021 en juni 2022 meer dan 7.600 Christenen gedood en 5.200 Christenen ontvoerd. In 2021 werden ook meer dan 400 kerken en christelijke instellingen aangevallen. Kerkleiders stellen daarom dat er een militante islamistische agenda is om “het Christendom weg te vagen.” De katholieke Kerk in Nigeria staat de slachtoffers van geweld en vervolging bij met traumazorg en noodhulp. Met uw hulp kunnen priesters, religieuzen en leken vanuit hun parochies hulp blijven bieden.
De nieuwe moslim president, Bola Tinubu, beloofde dat de overheid hard zou treden tegen terreur. Toch zuchten Christenen in gebieden waar zij een minderheid vormen onder meer aanvallen op kerken en ontvoeringen dan ooit. Waar eerder Boko Haram de grootste bedreiging vormde, zijn het nu aanvallen door Fulani’s die zorgen voor duizenden doden en gewonden per jaar en voor miljoenen vluchtelingen. De vraag rijst: is hier sprake van genocide?
In Nigeria leven miljoenen Christenen en Moslims die op dit moment sterven, gewond raken of een veilig heenkomen zoeken in troosteloze vluchtelingenkampen vanwege aanslagen door Boko Haram en spanningen tussen christelijke landbouwers en merendeels islamitische herders. De weg naar vrede is niet eenvoudig, zoals deze documentaire toont. In Nederland alleen op deze website te zien!
De katholieke Kerk in Nigeria staat de slachtoffers van geweld en vervolging bij met traumazorg en noodhulp. Met uw hulp kunnen priesters, religieuzen en leken vanuit hun parochies hulp blijven bieden. Het leven met trauma’s en de voortdurende dreiging van extremistische terreur is zenuwslopend. De Kerk heeft een sleutelrol in het genezen van de wonden van de vele slachtoffers. Helpt u mee, zodat priesters, religieuzen en leken opgeleid kunnen worden in het helpen van deze mensen?
Verdachte Fulani-militanten hebben drie dagen lang een bloedbad aangericht in het bisdom Pankshin in Nigeria. Daarbij werden 29 christenen gedood en raakten nog eens twee gewond. Meerdere kerken en huizen werden in brand gestoken.
De aanvallen, die op vrijdag 12 april begonnen, vonden plaats in de dorpen Kopnanle, Mandung, Bokkos Town en het Mbar district van Bokkos. Onder de doden was een voorganger van de Church of Christ in Nation.
In gesprek met Kerk in Nood (ACN), de katholieke hulporganisatie voor vervolgde christenen, gaf priester Andrew Dewan, directeur communicatie in het bisdom Pankshin, details over de aanval. “De aanvallen op zondag vonden ‘s ochtends en ‘s middags plaats. Dit is een afwijking van de gebruikelijke methoden van de aanvallers om alleen ‘s nachts toe te slaan. Het gebeurt nu op klaarlichte dag, wanneer mensen het minder verwachten.”
Christenen weggejaagd
Volgens priester Dewan zijn de aanvallen bedoeld om de eigenaren van het land weg te jagen, zodat de moslimextremisten het kunnen overnemen. Het gebied wordt overwegend bevolkt door christenen. De militante aanvallers hebben volgens hem ruimte nodig om hun religieuze overtuigingen uit te dragen.
“Deze aanvallen volgen hetzelfde patroon als eerdere aanvallen. Er zijn religieuze en etnische componenten, allemaal door elkaar. Als je naar de patronen van deze aanvallen kijkt, ontstaat er na verloop van tijd een duidelijk beeld. Hoe kan dit verklaard worden, behalve in termen van een religieus conflict? Deze aanvallen bouwen voort op de Kerst- en Paasaanvallen.”
Op paasmaandag lanceerden vermoedelijke Fulani-extremisten een golf van aanvallen in de Middle Belt, waarbij 10 christenen werden gedood. Onder hen een zwangere vrouw en haar ongeboren baby. En tijdens een vierdaagse slachtpartij die op 23 december begon, vielen vermoedelijke Fulani-militanten 26 dorpen in Bokkos aan. Daarbij kwamen meer dan 300 christenen om het leven.
Beloften regering “gebakken lucht”
Priester Dewan hekelt de reactie van de Nigeriaanse regering op de aanvallen. Na de aanval met Kerstmis gaf de Nigeriaanse president Bola Tinubu een verklaring uit waarin hij aankondigde dat veiligheidsdiensten naar het gebied waren gestuurd om de daders aan te houden. Ook zouden er noodhulpmiddelen zijn gemobiliseerd voor de overlevenden.
“Die beloften van de regering zijn niets meer dan gebakken lucht”, aldus de priester. “Er zijn geen aanwijzingen dat er aanvallers van afgelopen weekend, Pasen of Kerstmis zijn aangehouden. Als er arrestaties worden verricht, worden de aanvallers vroeg of laat weer vrijgelaten. Het leger en de politie zijn ofwel overweldigd en niet in staat om burgers te beschermen.”
Pater Andrew benadrukte de ernst van de situatie voor zijn bisdom. “Een mensenleven is hier weinig waard. Maar het is het kostbaarste geschenk van alles. We hebben nog steeds te maken met een overweldigend aantal ontheemden in onze gemeenschap. Het bisdom wordt overspoeld met slachtoffers. We hebben te maken met weduwen, betalingen voor schoolgeld van kinderen, huisvesting. Het bisdom kan dit niet alleen aan. Dit is een noodsituatie, deze problemen ontvouwen zich nog steeds en er lijkt niets te veranderen.”
De Nigeriaanse aartsbisschop Matthew Man’Oso Ndagoso bezocht afgelopen week het dorp Adama Dutse, dat in februari werd aangevallen. Daarbij richtten onbekende schutters grote verwoestingen aan en vielen 11 doden.
De aartsbisschop van Kaduna uitte zijn teleurstelling over de federale regering die de veiligheid van de bevolking niet garandeert. In de vroege uren van zondag 18 februari werden bij de aanval op het dorp vier mannen, twee vrouwen en vijf kinderen vermoord. Nog eens zeven mensen raakte gewond. Bij de aanval werden ook 28 huizen en de plaatselijke katholieke kerk verwoest. Voordat ze vertrokken, staken de schutters voedselvoorraden in brand.
Onmiddellijk na het incident stuurde aartsbisschop Matthew Man’Oso Ndagoso, die weg was voor de plenaire vergadering van de Nigeriaanse Bisschoppenconferentie, vertegenwoordigers naar het dorp om de schade op te nemen en de overlevenden te troosten. Vlak voor Pasen bracht hij ook persoonlijk een bezoek.
Dank aan veiligheidsdiensten, kritiek op regering
Hij bedankte de lokale veiligheidsdiensten en zei dat als zij niet zo snel hadden gereageerd, de situatie zeker veel erger zou zijn geweest. Scherpe kritiek had hij op de regering, die volgens hem de lokale veiligheidstroepen niet van voldoende wapens en technologie voorzien om het welig tierende terrorisme in het land te bestrijden.
Als de regering haar beloften niet kan nakomen, moet deze daar volgens de aartsbisschop consequenties aan verbinden. “Niemand heeft een excuus om dit land slechter achter te laten dan hoe hij het gevonden heeft. U hebt Nigerianen beloofd dat u het land beter gaat maken, dus doe wat nodig is om het beter te maken. Het is keer op keer gezegd dat als je daar bent en je kunt het niet doen, je weet wat eervol is om te doen. Maar als je daar blijft, moet je alles doen wat nodig is om onze levens veilig te stellen en het land beter te maken.”
“Dit is een agrarische gemeenschap en het meeste voedsel dat we [in het land] eten komt van de plattelandsgemeenschappen. Daarom wijzen we de regering alleen maar op haar verantwoordelijkheden”, zei hij. “Hoewel de bevolking in dit geval besloten had om in het dorp te blijven, hebben veel andere gemeenschappen hun boerderijen verlaten worden, wat tot voedseltekorten kan leiden.”
Een deel van het aartsbisdom Kaduna ligt in de Middle Belt van Nigeria, dat de afgelopen jaren zwaar getroffen is door geweld. Overwegend christelijke boeren zijn aangevallen door overwegend islamitische herders, nomadische mensen, in geschillen over land. Deze geschillen leiden soms tot religieuze vervolging van christenen. Opeenvolgende regeringen hebben beloofd het probleem aan te pakken, maar tot nu toe zonder zichtbaar resultaat.
Kerk in Nood (ACN) steunt de lokale Kerk in Kaduna, in andere bisdommen in de Middle Belt en in het noorden van Nigeria.
Priester Idahosa Amadasu uit het bisdom Benin is een van de honderden katholieke priesters die de afgelopen decennia in Nigeria door gewapende bandieten zijn ontvoerd en vastgehouden voor losgeld. Een aantal dagen lang leed hij onder angst, vernedering, honger en kou. Maar hij vond kracht in zijn geloof in Jezus om een moeilijke situatie te doorstaan, waarvan hij niet wist of hij er levend uit zou komen. Voor deze Goede Week deelt hij zijn geloofsverhaal met Kerk in Nood (ACN).
“In juli 2020 reed ik over een weg die berucht was om ontvoeringen, toen ik gemaskerde mannen zag schieten en in mijn richting zag wijzen. Ik wist meteen dat het ontvoerders waren. Ik zette de motor af, zodat ze zouden stoppen met schieten, en stapte uit de auto met mijn handen in de lucht. Een van de ontvoerders rende in mijn richting en schreeuwde naar me dat ik moest gaan liggen. Ik droeg op dat moment mijn soutane, omdat ik op de terugweg was van mijn pastoraat en de Mis had opgedragen.
Later besefte ik dat ik geluk had gehad. De bestuurder van de auto direct na de mijne was doodgeschoten. Als de priester die mij had willen vergezellen in de auto had gezeten, was hij vrijwel zeker ook gedood.
De ontvoerders dwongen me hen te volgen de rimboe in. Toen we bij een heuvel kwamen, realiseerden ze zich dat ik moeilijk kon klimmen vanwege mijn soutane. Eén van de ontvoerders opende een tas die hij uit mijn auto had meegenomen en zag een groene kazuifel, dus vroeg hij me die aan te trekken. Ik dacht eraan om te zeggen dat we het kazuifel alleen tijdens de Mis dragen, maar ik bevond me in een positie waarin ik hun bevelen moest opvolgen, op voorwaarde dat ze niet intrinsiek slecht waren. Uiteindelijk droeg ik het groene kazuifel alle vier nachten en vijf dagen lang dat ik in gevangenschap was.
Ik probeerde er een spirituele betekenis in te vinden en zag het als een manier om geestelijk deel te nemen aan de Mis, aangezien ik dat niet sacramenteel kon doen. In ieder geval kwam het ‘s nachts goed van pas om me te beschermen tegen insectenbeten en om me warm te houden, want het was koud en regenachtig.
De ontvoerders waren altijd gemaskerd in mijn buurt. Eén van hen vertelde me dat het feit dat ik priester ben geen excuus was om te zeggen dat ik geen geld heb. Ze bedreigden me vaak en zeiden dat ik gedood zou worden als ik niet meewerkte, of als mijn mensen het zouden verknoeien. Ik heb nog nooit meegemaakt dat mijn vrijheid als volwassene zo beperkt werd. Ik mocht niets doen zonder eerst toestemming te vragen. Ik was echter meer bezorgd dat ze me mijn innerlijke vrijheid zouden afnemen. Dat de sfeer van angst mijn innerlijke vrede zou verteren. Bidden was mijn beste manier om deze te bewaren. Ik was me ervan bewust dat ik alleen gezond kon blijven en rationeel kon blijven handelen in deze irrationele atmosfeer, waar macht het recht is, als ik mijn innerlijke vrede behield.
Misschien bleven ze om veiligheidsredenen niet op één plaats. Ze kenden de rimboe op hun duimpje en liepen met opzet ’s nachts. Soms gebruikten ze Google Maps om hun locatie te bevestigen. Het was dat ik gewend was om dagelijks enkele wandelingen te maken, anders zou het moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn geweest om die lange afstanden met hen af te leggen. Ik dankte God ook dat ik schoenen droeg. De tocht zou vreselijk zijn geweest met slippers of gewoon sandalen. Maar het moeilijkste deel voor mij was het beklimmen van de heuvels.
Tijdens mijn tijd in gevangenschap richtte ik me op mijn innerlijke leven. Elke keer als ik bang werd, of als ze me met hun geweren bedreigden, herinnerde ik mezelf eraan dat de God die ik dien groter is dan hun geweren. Ik zei ook vaak het gebed tot St. Michael, omdat er iets heel demonisch schuilt in een sfeer waarin een mensenleven er niet toe doet of waarin geld boven leven wordt gesteld. Op een gegeven moment vroeg ik God waarom Hij toestond dat dit gebeurde. Ik heb altijd vertrouwd op de speciale bescherming van de rozenkrans, en ik was de rozenkrans aan het bidden toen ik de ontvoerders tegenkwam. Maar het stelde me gerust te weten dat Gods speciale bescherming niet simpelweg voorkomt dat ongeluk gebeurt, maar eerder dat Hij voorkomt dat zulke ongelukken ons verteren.
Op een keer verloor een van de ontvoerders zijn geduld met mij en zei dat de onderhandelingen te lang duurden. Hij stond op het punt om me te slaan, maar een andere collega van hem hield hem tegen. Ik vertelde hen dat mijn onderhandelaar zijn best deed, maar ze waren duidelijk dat elke onderhandelingen een tijdslimiet had, waarna het leven van het ontvoerde slachtoffer in gevaar was. Ik begreep dat dit betekende dat ze me niet langer dan dinsdagavond in leven zouden houden. Gelukkig bereikten ze maandagmiddag een overeenkomst met mijn onderhandelaar.
Ik realiseerde me dat ik niet bepaald vijandig tegenover de ontvoerders stond. Maar ik was echt vol medelijden met hen. Als deze mannen van in de twintig en in de veertig de bloei van hun leven gebruikten voor deze snode activiteiten, wat zouden ze dan later in hun leven doen? De meesten van hen waren, geloof ik, getrouwd en hadden kinderen. Ik heb me vaak afgevraagd wat ze hun familie en kinderen vertellen dat ze doen.
Er waren soms daden van onverwachte vriendelijkheid. Dit, en de manier waarop ze vaak naar God verwezen, zette me echt aan het denken dat deze mannen ook kinderen van God zijn die tot verlossing geroepen zijn. Ondanks alles was mijn algemene indruk dat ze nog steeds leefden met een zeker bewustzijn van Gods aanwezigheid. Toen ik een keer vroeg of ik met mijn onderhandelaar kon spreken, zei een van hen dat ik moest wachten tot hij klaar was met bidden. Toen één van hen me geroosterde maïs gaf en ik dankjewel zei, antwoordde hij “Dank God”.
Deze gevallen, en de verkeerde richting die ze in hun leven zijn ingeslagen, deden me bidden voor hun bekering. Inderdaad, ook zij zijn kinderen van God die ook geroepen zijn tot verlossing.
Ik probeerde verschillende momenten met gebeden te begeleiden, omdat het bijna een paar lange retraitedagen waren. De woorden van 1 Johannes 4, 4 bleven in mijn oren klinken: ‘Groter is hij die in Mij is, dan hij die in de wereld is’. Ook de woorden van Christus tijdens zijn lijdensweg kwamen soms in mijn gedachten: “Gij zult geen macht over Mij hebben, als die u niet van boven gegeven is.” (Johannes 19:11).
Vanuit menselijk oogpunt zou deze ervaring teveel zijn. Maar God weet het beste uit zelfs de ergste situaties naar boven te halen en zijn hand is nooit te kort om te redden (Jes. 59, 1). We vertrouwen op zijn voortdurende bescherming om ons er doorheen te leiden, totdat we onze eindbestemming bereiken, waar het kwaad onze innerlijke vrede nooit meer kan verstoren.”
Meer dan 400 mensen werden gedood en meer dan 100 anderen werden gewond, verkracht of ontvoerd bij aanvallen op nederzettingen en boerengemeenschappen in slechts één Nigeriaanse deelstaat in 2023, aldus een rapport dat naar Kerk in Nood (ACN) is gestuurd.
Het rapport komt een maand na een reeks bloedbaden op kerstavond waarbij honderden doden vielen in de Nigeriaanse deelstaat Plateau. Volgens pr. Remigius Ihiyula, een projectpartner van Kerk in Nood (ACN) die aan het hoofd staat van de Stichting voor Gerechtigheid, Ontwikkeling en Vrede (FJPD) van het bisdom Makurdi, werden er tussen 2 januari en 27 december vorig jaar 119 aanvallen geregistreerd in de staat Benue.
In het rapport dat naar Kerk in Nood (ACN) is gestuurd, worden vooral de vele aanvallen door leden van de etnische Fulani-groep aan de kaak gesteld. Nomadische herders van deze stam trekken steeds verder het zuiden van Nigeria in , op zoek naar betere weidegronden voor hun dieren. Daarbij komen ze vaak in conflict met boerengemeenschappen voor toegang tot land.
“De Middle Belt van Nigeria, waartoe ook de deelstaat Benue behoort, waar het bisdom Makurdi ligt, staat bekend om zijn vruchtbare grond. Het is een strijdtoneel geworden voor deze conflicten. De Fulani komen van ver: vanuit de noordelijke staten Sokoto of Katsina en zelfs landen als Niger. Ze reizen helemaal naar beneden, vermomd als nomaden op zoek naar groen voor hun kudde. Maar ze handelen als jihadisten, om de Islam als ideologie te propageren. Ze zijn bewapend met zware wapens en verdrijven hele dorpen bij verrassingsaanvallen. Ze doden en verstoren economische en sociale activiteiten zonder duidelijke reactie van de Nigeriaanse regering”, legt pater Remigius uit.
Hoewel de onderliggende reden voor de aanvallen te maken heeft met een eeuwenoude spanning tussen nomadische herders en gevestigde boeren, worden de geschillen in deze regio’s van Nigeria verergerd door tribale en religieuze verschillen. De Fulani-herders zijn overwegend moslim, terwijl de gevestigde boerengemeenschappen over het algemeen christelijk zijn. In recente gevallen zijn de aanvallen in andere delen van Nigeria beschreven als selectief gericht op christenen, wat een religieus element in het geweld bevestigt.
“In het verleden ging het conflict over weidegronden nooit gepaard met de moorden en vernielingen van vandaag. Vroeger was het niet de bedoeling om gemeenschappen te bezetten en te verplaatsen zoals nu gebeurt. Er waren ook mechanismen voor vreedzame oplossingen en minnelijke schikkingen, maar die zijn er vandaag de dag niet”, betreurt pater Remigius.
Volgens het rapport zijn bij de 119 aanvallen tenminste 414 christenen gedood in een groot aantal gemeenschappen binnen het bisdom Makurdi en andere delen van de staat Benue. Het betreft echter alleen de slachtoffers die geïdentificeerd en geteld zijn. “In zeker twee gevallen wordt het aantal doden slechts beschreven als ‘tientallen.’ In een ander geval werd ‘gevreesd voor veel doden.’ Dus het volledige aantal dodelijke slachtoffers ligt zeker veel hoger”, aldus pr. Remigius. Nog eens 96 mensen raakten gewond en er waren minstens vier gevallen van verkrachting en 35 ontvoeringen voor losgeld.
Donateurs van Kerk in Nood (ACN) steunen sinds enige tijd het werk van het bisdom Makurdi met intern ontheemden in Guma en Daudu Camp in de staat Benue. Naast pastorale zorg biedt de Kerk traumabegeleiding, studiebeurzen, voedsel en andere vormen van humanitaire hulp.
Drie weken nadat extremisten meer dan 300 mensen hebben vermoord, hele dorpen in brand hebben gestoken en voedselvoorraden hebben vernietigd tijdens gecoördineerde aanvallen in de Nigeriaanse deelstaat Plateau, is geen van de daders ter verantwoording geroepen.
Masara Kim, een plaatselijke journalist wiens neef werd gedood, vertelde aan de katholieke liefdadigheidsorganisatie Kerk in Nood (ACN) dat honderden overvallers op kerstavond 2023 ruim 30 dorpen bestormden – waarvan ten minste 20 tegelijkertijd. Daarbij schoten ze met machinegeweren op mensen en staken ze huizen in brand. Duizenden mensen raakten ontheemd nadat ze hun huizen waren kwijtgeraakt.
Geweld houdt aan
“Velen van hen verblijven in kerkgebouwen”, vertelt pater Andrew Dewan, directeur communicatie in het bisdom Pankshin, waar de meeste aanvallen plaatsvonden. “Er zijn wel 16 opvangplekken voor ontheemden in de stad Bokkos, de meeste binnen kerkgebouwen. In dit soort situaties haasten mensen zich vaak naar kerken in plaats van naar politiebureaus, omdat ze geen vertrouwen hebben in overheidsinstellingen.”
Volgens de priester houdt het geweld ook nu nog aan. Hij zei dat er de afgelopen 24 uur meerdere moorden zijn gepleegd in het gebied en dat de mensen zich niet veilig voelen bij “dezelfde oude leden van de veiligheidstroepen die af en toe patrouilleren en geen kogel hebben afgevuurd tijdens de aanvallen.”
Geen vervolging
Vader Dewan voegde eraan toe: “We hebben gehoord van enkele arrestaties maar niet over gerechtelijke vervolging, tot grote frustratie van de overlevenden en de families van de slachtoffers. We zijn gewend aan deze schertsvertoning – aanvallers worden vaak gearresteerd en later weer vrijgelaten. Politici houden toespraken die geen greintje waarheid bevatten. Ze doen beloftes en beloven dat ze alle ontheemden zullen rehabiliteren en terugbrengen naar hun voorouderlijke huizen, maar dat is vaak niet het geval.”
Hij zei dat sommige boeren na de aanvallen teruggingen naar de velden en “Fulani-herders hun oogst en andere voedselproducten zagen vernietigen”. Pater Dewan en andere lokale bronnen vertelden Kerk in Nood dat de extremisten veel boerderijen en schuren voor voedselopslag in brand hebben gestoken, waardoor er een ernstig voedseltekort is ontstaan.
Hongersnood dreigt
“De bestaande situatie van honger en hongersnood is verergerd door deze aanvallen. Tijdens het afgelopen landbouwseizoen konden veel boeren niet naar hun boerderijen vanwege eerdere aanvallen. Degenen die erin slaagden om te boeren en hun gewassen te oogsten, hebben gemerkt dat alles in de as is gelegd tijdens deze laatste episode van aanvallen.”
Pater Dewan zei dat de terroristen het specifiek gemunt hadden op christelijke gemeenschappen. Daarom vindt hij het verhaal waarin het bloedbad wordt voorgesteld als slechts een conflict over land tussen herders en boeren zonder religieuze component “belachelijk”.
Hij benadrukt: “Zeggen dat wat er gebeurde een botsing was tussen boeren en herders is suggereren dat alleen boeren werden aangevallen die op hun boerderij werkten. Mensen waren thuis, het was ‘s avonds. Het was op zondag – mensen werken niet op boerderijen op zondag. Negenennegentig procent van de doden was thuis. Sommige mensen werden in hun slaap gedood.”
10 familieleden verloren
Lokale bronnen zeiden dat veel van de slachtoffers vrouwen en kinderen waren. Jalang Mandong, een overlevende die 10 familieleden verloor in het bloedbad, stelt dat de aanvallen waren opgezet om “christenen als doelwit te nemen” en “de viering van Kerstmis te verstoren”, terwijl ook werd geprobeerd om “het land van deze gemeenschappen over te nemen”.
Meneer Mandong zei dat hij en enkele andere dorpelingen aanvankelijk probeerden om hun families te verdedigen, maar dat ze in de minderheid waren en geen wapens hadden om terug te vechten tegen de schutters.
Pater Dewan zei dat er overeenkomsten waren tussen de huidige situatie in Nigeria en de ervaring van de eerste generatie christenen. “We trekken parallellen met de verhalen van de vroege Kerk over hoe christenen vervolgd werden, zoals opgenomen in de Handelingen van de Apostelen. Het is onze taak om te blijven prediken en hoop te verspreiden, in de overtuiging dat het ooit beter zal gaan.”
Terroristen hebben tijdens de kerstvakantie dood en verderf gezaaid onder de christelijke gemeenschappen in Bokkos, Barkin Ladi en Mangu in de staat Plateau, centraal Nigeria. Er zijn bijna 170 doden bevestigd en het dodental zal waarschijnlijk nog stijgen.
Pater Andrew Dewan van het bisdom Pankshin, waar de aanvallen plaatsvonden, sprak met Kerk in Nood (ACN) over wat er plaatsvond in een reeks gecoördineerde aanvallen op 26 dorpen die begonnen op 23 december en pas eindigden op 26 december.
Volgens de eerste berichten zijn er ongeveer 170 mensen gedood bij deze laatste episodes van geweld. Bevestigt u deze cijfers?
Ja. De cijfers van de dodelijke slachtoffers wijzen tot nu toe op 164 of 167. Maar dit aantal zal zeker stijgen, want er liggen nog steeds veel mensen in ziekenhuizen, met verschillende gradaties van verwondingen en verwondingen.
Zijn de slachtoffers allemaal christenen, of waren de aanvallen willekeurig?
De niet-uitgelokte aanvallen waren goed gecoördineerd en opzettelijk gericht op gemeenschappen die specifiek christenen waren. Ik woon in dezelfde gemeenschap en kan bevestigen dat in de gebieden waar deze aanvallen plaatsvonden de slachtoffers 100% christenen zijn, op een paar na. Maar zelfs dan waren de niet-christenen geïsoleerd.
U spreekt van goed gecoördineerde aanvallen. Hoe gingen de terroristen te werk?
Het geweld begon ‘s nachts in een plattelandsgemeenschap genaamd Mushu. Ongeveer 18 mensen werden gedood en verschillende anderen raakten gewond.
Net toen de mensen probeerden te verwerken wat er in Mushu was gebeurd, werd Tudun Mazat aangevallen. De aanvallers bestormden de gemeenschap ‘s avonds, net op het moment dat de meeste mensen aan het eten waren en degenen die klaar waren op bezoek waren bij vrienden. Voordat de mensen alarm konden slaan, waren de bandieten er al. Mensen werden doodgeschoten, huizen en geoogst graan werden in brand gestoken. Ook kerken en klinieken werden in brand gestoken. Ik was die ochtend naar deze zelfde gemeenschap gegaan voor de Kerstmis voor de katholieke gemeenschap. Vanuit Tudun Mazat daalden de Fulani-terroristen neer op Maiyanga, waarbij dertien doden vielen. Ongeveer 20 andere gemeenschappen werden die nacht aangevallen.
Kent u de identiteit van de aanvallers en hun motieven?
Overlevenden en ooggetuigen hebben categorisch gezegd dat het duidelijk Fulani milities zijn, of huurlingen, zoals sommige berichten ook beweren. In gemeenschappen waar christenen en Fulani’s naast elkaar leven, is geen enkele Fulani getroffen en zijn er geen Fulani huizen afgebrand, dus er bestaat geen twijfel over dat de aanvallers Fulani’s waren.
Wat het motief betreft, weet ik het niet zeker, maar het kan te maken hebben met aanvallen die plaatsvonden in de naburige gemeente Mangu. De Fulani’s vielen de gemeenschappen daar aan, en ze hadden verwacht dat de christenen in Bokkos, vooral de gemeenschappen die aan Mangu grenzen, hen toegang zouden verlenen, maar die weigerden. Dus ik denk dat ze daarom terugkwamen om de gemeenschappen aan te vallen.
Deze aanvallen hebben een lange geschiedenis. De Fulani veehouders, of herders, komen oorspronkelijk uit de Sahel, de noordelijke corridor van Afrika, die ooit bewoonbaar was en weidegrond had voor de veehouders, maar die nu woestijn is. De Fulani’s en hun vee zijn dus naar het zuiden getrokken, naar groenere weiden in het Middle Belt-gebied, waar deze aanvallen voortdurend plaatsvinden. Want om onbelemmerde toegang tot deze weidegronden te krijgen, zouden ze de oorspronkelijke bewoners, die christenen zijn, moeten onteigenen.
Het is een strijd om land. De inheemsen zullen soms de Fulani’s tegenhouden, als ze duidelijk zien dat ze erop uit zijn om de gemeenschappen aan te vallen, en ze betalen dat terug door hen aan te vallen, dus ik denk dat dat in dit geval gebeurd is.
Heeft het feit dat het kersttijd was er ook toe bijgedragen, of was dat toeval?
Voor degenen die geloven dat dit conflict niet religieus is, bewijst deze laatste aanval dat het duidelijk een religieus conflict is. Het feit dat het met Kerstmis plaatsvond, en het doelbewust aanvallen van christenen in een gemengde gemeenschap, waar moslims niet worden aangevallen, draagt duidelijk alle kenmerken van een religieus conflict. Ik weet dat niet iedereen dat wil toegeven, maar voor mij, als persoon ter plaatse, draagt het alle kenmerken van een religieus conflict.
Vooraf waren er geruchten in de mainstream en sociale media dat de Fulani’s zouden gaan aanvallen, dat het hele doel was om de christenen pijn te doen en maximale verwoesting aan te richten. Velen van ons hadden het verworpen, maar de aandacht van de veiligheidstroepen werd getrokken, hoewel er, zoals altijd, niets werd gedaan totdat deze tragedie zich voordeed.
Slachtoffers van dit soort situaties in Nigeria klagen vaak over een gebrek aan reactie van de veiligheidstroepen. Heeft u dezelfde klacht?
Ja, die heb ik. Ik heb rapporten gelezen die suggereren dat het leger en de veiligheidstroepen hier medeplichtig aan zijn. Want als ze echt hun best hadden gedaan, hadden ze inlichtingen moeten inwinnen. Zoals ik zei, waren er geruchten, ook over de tijdstippen waarop ze zouden gaan aanvallen. Dat had de beveiliging op scherp moeten zetten, maar zoals zo vaak werden ze verrast.
Wat hebben de politieke leiders gedaan?
We hebben te maken met afwezige leiders. Onze leiders wonen niet in de gemeenschap, dus ze begrijpen de problemen waar de mensen last van hebben niet. We komen op het punt dat als er niet drastisch iets aan deze opkomende storm wordt gedaan, de neiging voor mensen om het recht in eigen hand te nemen vrij groot is.
Veel mensen moeten zich tot u wenden voor troost en spirituele steun. Hoe belangrijk is uw rol voor de gemeenschap nu?
Het is een hele uitdaging op dit moment, omdat we te maken hebben met een enorme toestroom van intern ontheemden. Christenen uit de dorpen stromen naar de stadscentra voor onderdak, voedsel en kleding, terwijl het weer erg koud is, vergelijkbaar met het weer in Europa op dit moment. Door het gebrek aan een officiële reactie worden de kerken vaak aan hun lot overgelaten om op dergelijke noodsituaties te reageren. Honderden ontheemden worden in de kerkcomplexen gezien en de kerken moeten voedsel, kleding en financiële middelen zien te vinden om in deze noodsituaties in te grijpen. De situatie is inderdaad nijpend. Hoewel een paar christenen die gedesillusioneerd zijn door deze onuitgelokte aanvallen in de verleiding komen om terug te keren naar Afrikaanse traditionele methoden (syncretisme) om op deze noodsituaties te reageren, put de overgrote meerderheid in tijden als deze inspiratie uit de Schriften, het leven van de vroege Kerk en heiligen.
Een golf van ontvoeringen, moorden en geweld teistert momenteel Nigeria. “Zelfs tijdens de burgeroorlog was het niet zo erg als nu,” zegt bisschop Matthew N`dagoso. Vooral vrouwen zijn slachtoffer van het geweld. Velen hebben moeten toezien hoe hun mannen en kinderen vermoord, verkracht en uitgebuit werden.
Priester Joseph Fidelis is klinisch psycholoog en geestelijk leider bij het traumacentrum in het bisdom Maiduguri. “Deze terreur laat diepe littekens achter. We zijn er van overtuigd dat een centrum voor traumaverwerking in combinatie met het aanleren van praktische vaardigheden deze krachtige vrouwen die nu weduwe geworden zijn, helpt om voor zichzelf en voor de nog overlevende familieleden te zorgen.”
“In ons centrum voor traumatische hulpverlening schenken we per jaar 150 vrouwen opvang, therapie en psychologisch hulp. Ook leren we vrouwen een vak zoals schoenmaker, bakker en kleermaker.
Alles stellen we in het werk om deze vrouwen te helpen, zich psychisch te herstellen en in hun eigen levensonderhoud te voorzien.”
Wilt u deze moedige vrouwen helpen hun trauma te overwinnen? Met een gift– hoe klein ook – toont u uw betrokkenheid en medeleven en schenkt u kracht om door te gaan.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD