Van 5 tot 8 maart 2021 was paus Franciscus de eerste paus ooit die Irak bezocht. Naast ontmoetingen met staatsafgevaardigden en vertegenwoordigers van andere religies was het bezoek vooral gericht op de christelijke minderheid van het land, die al jaren leidt onder vervolging door islamistische extremisten. Juist daarom is de wederopbouw en terugkeer van Christenen naar de Vlakte van Nineveh een teken van hoop voor Christenen in het hele Midden-Oosten. Uw steun is daarbij nog steeds hard nodig!
Sinds Islamitische Staat (IS) werd verjaagd uit Irak, kunnen veel Christenen weer terugkeren naar de dorpen die zij gedwongen moesten verlaten. Wel zijn er gevechten en politieke spanningen – met name tussen de Iraakse en Koerdische regeringen – en een enkele aanslag gericht op Christenen die voor de nodige onzekerheid zorgen.
Een documentaire over de jarenlange genocide op Christenen in Irak en hun dilemma: blijven in wat eens de bakermat van het Christendom was… of vertrekken. Vanwege internationale filmrechten is deze film van CRTN, onderdeel van Kerk in Nood, alleen met een wachtwoord te zien. Meld u aan en krijg gratis toegang.
Kerk in Nood is al vele jaren actief in Irak. Na bevrijding van de Islamitische Staat (IS), waren we bijvoorbeeld in staat om christenen met meer dan 48 miljoen euro om hun door IS verwoeste huizen te herbouwen door IS. Daarnast is in Noord-Irak, waar veel christelijke vluchtelingen een nieuw bestaan hebben gevonden, de Katholieke Universiteit Erbil (CUE) opgericht met steun van Kerk in Nood. Inmiddels worden ook kerken en andere kerkelijke gebouwen hersteld.
Twintig jaar na de val van het regime onder leiding van Saddam Hoessein blijven Christenen in Irak vechten voor hun recht om als gelijkwaardige burgers te worden behandeld en hun geloof vrij van vervolging te beleven. Het bezoek van paus Franciscus was een mijlpaal van hoop in dit streven.
Christenen leefden onder Saddam Hoessein in vrede en veiligheid in Irak, hoewel die rust ten koste ging van persoonlijke vrijheden en de onderdrukking van stemmen die zich tegen Hoessein durfden uit te spreken. De door de VS geleide invasie van 2003 bracht zijn regime ten val. Maar in plaats van een nieuw tijdperk van vrijheid en democratie in te luiden, leidde het tot bijna twee decennia van instabiliteit, waarbij soennieten tegen sjiieten in het land werden opgezet en christenen vaak midden in de chaos terechtkwamen.
Fractie van bevolking
De opkomst van Islamitische Staat (IS) in 2014 betekende het hoogtepunt van de vervolging, toen honderdduizenden Christenen werden gedwongen hun voorouderlijke land te ontvluchten naar de veiligheid van Iraaks Koerdistan of naar westerse landen. De nederlaag van de islamitische organisatie betekende dat velen naar huis konden terugkeren. Veel meer bleven echter in Koerdistan of trokken weg, waardoor de christelijke gemeenschap nu een fractie is van wat ze was rond de eeuwwisseling.
Gelijke rechten
Aartsbisschop Nathanael Nizar van de Syrisch-Katholieke Kerk in Iraaks Koerdistan staat echter liever niet stil bij het verleden. Met zijn blik gericht op de toekomst verheft hij zijn stem voor gelijke rechten. “Wij willen goede betrekkingen met de Iraakse regering en de regering van Iraaks Koerdistan, gebaseerd op respect voor de mens. We vragen als Christenen niets speciaals, we willen gewoon als Iraakse burgers behandeld worden, gelijk aan ieder ander, niet meer en niet minder. We willen dat onze menselijke waardigheid wordt gerespecteerd als alle andere Irakezen.”
“Wat wij vragen is een grondwet die gebaseerd is op menselijkheid, niet op religie of iets anders, maar op menselijkheid. Als je een grondwet hebt die gebaseerd is op religie, betekent dat dat je volgens die religie behandeld kunt worden. Maar dat willen we niet. Wij willen waardig worden behandeld als Iraakse burgers, want wij zijn mensen van dit land”, zei hij in een interview met Kerk in Nood (ACN).
“Denk aan ons. Wij hebben u nodig”
De pontificale stichting investeert al lang in het bieden van voorwaarden aan christenen om hun leven in Irak voort te zetten. Toen Islamitische Staat in 2014 Mosul overnam, gaf Kerk in Nood (ACN) noodhulp om vluchtelingen in Koerdistan te vestigen. Later organiseerde het een campagne om huizen in christelijke gemeenschappen te herbouwen, zodat ze naar huis konden terugkeren. Alleen al in 2022 zette Kerk in Nood (ACN) een beurzenprogramma op voor de katholieke universiteit in Erbil, voltooide het de restauratie van de kerk en een klooster in Batnaya, hielp het bij de heropening van een school en een kerk in de christelijke stad Qaraqosh en financierde het een bijeenkomst van christelijke jongeren in Ankawa.
“Zonder Kerk in Nood zou onze situatie er nu anders uitzien. Kerk in Nood heeft een cruciale rol gespeeld door te helpen christenen een goede levensstandaard te behouden, door huizen, kerken en kloosters te herstellen en andere soorten activiteiten te steunen die christenen kunnen helpen in Irak te blijven. Het heeft echt geweldig werk verricht, en ik weet zeker dat het dat ook in de toekomst zal blijven doen”, aldus aartsbisschop Nizar.
Aartsbisschop Nizar bedankt alle weldoeners die dit mogelijk maken en vraagt dat christenen overal ter wereld hun Iraakse broeders en zusters blijven gedenken. “We willen dat Kerk in Nood zijn werk in Irak voortzet omdat er nog steeds hulp nodig is. Irak is nog steeds niet volledig hersteld, de christelijke gemeenschappen zijn nog steeds niet volledig hersteld. Onthoud alstublieft, ongeacht hoeveel van ons hier zijn, dat er christenen in Irak zijn en dat zij u nodig hebben, en met uw hulp kunnen zij hun leven weer opbouwen en blijven proberen in dit gebied veilig te leven.”
Zaden van hoop
Een belangrijke mijlpaal in deze voortdurende inspanning om de christelijke aanwezigheid in Irak te behouden was het bezoek van paus Franciscus aan het land in maart 2021. Aartsbisschop Nizar, die afkomstig is uit Qaraqosh, zegt dat de effecten van de pauselijke reis blijven doorklinken.
“Hij verliet ons, maar plantte hoop in onze harten. Het bezoek van onze Heilige Vader gaf ons ten eerste het gevoel dat we niet worden vergeten door de katholieke Kerk, en in het bijzonder door paus Franciscus, en gaf ons ten tweede hoop. Het was een teken van vreugde en hoop voor de hele gemeenschap. Die hoop zit nog steeds in ons hart en we leven ermee voor de toekomst.”
“We moeten geloof hebben om het dorp weer op te bouwen, en jullie zijn een teken van dat geloof”, zei aartsbisschop Thabet tegen tientallen Dominicaanse zusters die bijeen waren voor de inwijding van hun nieuwe Sint-Jozefklooster in Batnaya, Irak.
Batnaya was vroeger een belangrijk knooppunt van christelijk leven in de Nineveh-vlakte, in het noorden van Irak. Ongeveer 5.000 Christenen, bijna allemaal Chaldeeuwse katholieken, woonden in 2014 in het dorp. Maar de hele bevolking moest vluchten toen terroristen van Islamitische Staat (IS) de regio in augustus van dat jaar overvielen. De jihadistische terreurgroep werd uiteindelijk verslagen, maar de gebouwen, waaronder twee belangrijke kerken, werden bijna volledig verwoest. De bevolking verspreidde zich, sommigen naar vluchtelingenkampen, terwijl anderen emigreerden.
Maar de Dominicaanse zusters waren niet bereid hun dorp en hun gemeenschap op te geven. Vastbesloten om terug te keren naar Batnaya, namen ze eerst hun intrek in een huis dat hen werd geleend door een gulle bewoner, voordat hun nieuwe klooster van Sint Jozef werd gebouwd, grotendeels met financiële steun van de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN).
Van woestijn naar paradijs
Tijdens de inwijdingsceremonie van het nieuwe gebouw op 18 december zei aartsbisschop Paul Thabet, van het Chaldeeuwse aartsbisdom Alqosh, dat het bij deze nieuwbouw om meer ging dan stenen en mortel, het ging om het geven van leven en hoop aan de gemeenschap.
“Consecratie is een oproep waardoor God het Koninkrijk der Hemelen opbouwt. Waar kloosterlingen komen, kunnen ze de woestijn veranderen in een paradijs, en de aanwezigheid van de zusters en hun komst naar het getroffen en gesloopte dorp is een teken van grote wederopbouw. We herbouwen niet alleen stenen, we herstellen de mensheid”, zei de aartsbisschop.
Aanmoediging om terug te keren
“De aanwezigheid van de zusters in dit dorp is een teken van aanmoediging voor alle inwoners van het dorp om ook terug te keren. Onder de verwoesting zien we ook tekenen van ware schoonheid, de schoonheid van de ziel die je wilt opbouwen. De aanwezigheid van de monniken, zusters en de Kerk is dus een teken van bemoediging voor onze broeders uit deze stad. Wij Christenen in Irak hebben een diepe wond, deze wond moet geheeld worden door geloof, en jullie zijn het teken van dit geloof”, zei hij tegen de vele zusters die in de kapel van het klooster bijeen waren voor de zegening.
Als de wortels opdrogen, zullen de takken afsterven
Nu, vervolgde de aartsbisschop, is het tijd dat ook andere burgers terugkeren. “Jullie naam en identiteit liggen in Batnaya en jullie wortels liggen in Batnaya, niet in de emigratieplaatsen. Ik moedig jullie ook aan om het dorp te steunen en er bij gelegenheden aanwezig te zijn, want anders zullen deze wortels opdrogen, en als dat gebeurt dan zullen de takken zeker afsterven. We moeten vertrouwen hebben om het dorp weer op te bouwen.”
Namens de Dominicaanse gemeenschap bedankte zuster Huda Sheto iedereen die had bijgedragen aan de bouw van hun nieuwe klooster, waarbij ze in het bijzonder Kerk in Nood noemde. De zusters, benadrukte ze, zijn in Batnaya om “de gelovigen te begeleiden, hun geloof te beleven, hun gebeden, hun leven en hun behoeften te delen, en zoveel mogelijk spirituele diensten te verlenen”, waaronder onderwijs voor kinderen in de kleuterschool van het klooster.
De inwijding van het nieuwe klooster werd bijgewoond door veel inwoners van het dorp, maar ook door plaatselijke autoriteiten, leden van de geestelijkheid en de vertegenwoordiger van Kerk in Nood in Irak. Lokale vrouwen slaakten traditionele vreugdekreten toen aartsbisschop Thabet het lint van de poort doorknipte en het beeld van de heilige Jozef buiten het klooster zegende, en alle aanwezigen deelden na afloop een feestelijke maaltijd, zich verheugend over het feit dat het leven en het geloof de terreur hebben overleefd en terugkeren naar Batnaya.
Kerk in Nood heeft zich sterk ingezet voor het herstel van het christelijk leven in Noord-Irak, en heeft veel wederopbouwprojecten helpen financieren, waaronder in Batnaya. De stichting heeft de internationale gemeenschap opgeroepen Irak te helpen de stabiliteit en economische ontwikkeling te bereiken die het nu nodig heeft, zodat de bevolking zich kan stabiliseren en niet op zoek gaat naar een beter leven in het buitenland.
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
“Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie”, verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit – met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi’s. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
“De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land”, aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. “Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop”, besluit aartsbisschop Bashar Warda.
Uitzetting dreigt voor ruim 120 christelijke vluchtelingen in Bagdad: het gebouw waarin zij wonen moet een winkelcentrum worden. Patriarch Saki heeft de autoriteiten op het hart gedrukt eerst passende huisvesting te vinden voor de eerder vervolgde Christenen.
In 2014 moesten zij Mosul en de steden van de Nineveh-vlakte in Noord-Irak ontvluchten. Nadat ze hun huizen en al hun bezittingen hadden achtergelaten vanwege de opmars van de milities van Islamitische Staat (IS), vonden ze uiteindelijk hun toevlucht in Bagdad in en rond een gebouw in de wijk Zayouna, dat nu bekend staat als het vluchtelingenkamp “Maagd Maria.” Nu moeten zij wijken voor de commerciële belangen van ondernemers. De afgelopen dagen is aan meer dan 120 christelijke gezinnen gevraagd het gebouwencomplex waarin zij zijn gehuisvest te verlaten.
De Chaldeeuwse patriarch Louis Raphael Sako (op de foto) bracht afgelopen week een bezoek aan het complex om zijn solidariteit te betuigen met de mensen die in de vluchtelingenonderkomens verblijven. De grond ervan is eigendom van de staat. De Iraakse kardinaal heeft zich volgens het Chaldeeuwse patriarchaat tot de politieke autoriteiten gewend om “de evacuatie met minstens een jaar uit te stellen of een redelijk alternatief te vinden om deze gezinnen te huisvesten.”
Bron: Fides
De kleine kinderen van de crèche van de Heilige Familie in de christelijke stad Baghdeda, zo’n 25 km van Mosul in Noord-Irak, glimlachen breed als ze ons vertellen wat ze later willen worden. Abanoub en Andrian willen ingenieur worden, de kleine Mekel droomt ervan arts te worden en Rozalina zou graag religieuze zuster worden. Ze gaan allemaal naar de crèche van de Heilige Familie naast het klooster van de zusters Ephrem, genoemd naar een Mesopotamische heilige uit de derde en vierde eeuw die bijzonder belangrijk is voor het oosterse christendom.
Het kinderdagverblijf dat de kinderen bezoeken lijkt op andere in de wereld, maar heeft een enigszins andere geschiedenis. Het werd verwoest door terroristen van Islamitische Staat (IS) toen zij van 2014 tot 2016 de controle over de stad grepen. In één nacht werden alle mensen, ook de zusters, gedwongen te vluchten. Het gebouw onderging de standaardbehandeling door de militanten van Daesh: muren beklad, meubels gestolen, daken kapotgeslagen, plafonds afgebroken en elektrische bedrading eruit gestript. Later, tijdens de gevechten om de jihadistische rebellen te verdrijven, werd het dak door een mortier geraakt en werden de muren doorzeefd met mitrailleurvuur. Een raketgranaat trof ook de muur van het balkon dat uitkijkt op de straat.
Met dit in gedachten is het een wonder om deze kinderen te zien en de wedergeboorte van een gemeenschap die de hoop bijna had opgegeven. Mekel, Abanoub, Andria en andere kinderen uit Baghdeda kunnen nu weer zingen en spelen in een kinderkamer die is versierd met afbeeldingen van Mickey Mouse, Crazy Bird, de Smurfen en Frozen. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze vrolijke en ongevaarlijke cartoonafbeeldingen door de jihadisten met spuitbusverf zijn overgespoten, misschien deels vanwege hun westerse associaties, misschien omdat ze botsten met islamitische overtuigingen over het afbeelden van zaken.
In 2017, niet lang nadat de IS-strijders uit het door hen bezette Baghdeda waren verjaagd, begonnen de christelijke gezinnen terug te keren. Met de eerste vier kinderen die aankwamen begonnen, ondanks het feit dat alles verwoest was, twee van de zusters onmiddellijk weer te werken in de crèche. Sindsdien is bijna de helft van de gezinnen naar de stad teruggekeerd en het aantal kinderen dat zich bij de crèche inschrijft, neemt gestaag toe. Er zijn nu 47 kinderen, maar er is genoeg ruimte om tot 80 kinderen op te vangen. Het jongste kind is net zes maanden en het oudste is vijf. Dankzij de hulp van Kerk in Nood en andere organisaties zijn nu twee verdiepingen van de crèche volledig gerestaureerd, waarvan één met de crèche voor de jongste kinderen.
Sabrin Thamer is een van de moeders die haar zoontje naar de crèche brengt. “Ik ben heel blij dat ik terug ben in Baghdeda en dat onze kinderen nu weer naar de crèche kunnen”, zegt ze. “Wij danken God voor al degenen die zo hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de wederopbouw. Daarmee hebben zij geholpen om onze kinderen weer de mogelijkheid te geven om onderwijs te volgen.” Zoals de meeste gezinnen hier spreekt Sabrin een dialect van het Aramees.
Muna Mekhael brengt ook haar dochtertje naar de crèche, “zodat ze kan leren en een betere toekomst heeft. Deze crèche is een belangrijke plaats voor de kinderen om hun persoonlijkheid te ontwikkelen”, legt ze uit. En de waarheid is dat ondanks de tragedie en het trauma dat ze hebben doorgemaakt, de christelijke families hier echt hun leven opnieuw willen opbouwen – de kinderen zijn het duidelijkste teken van een toekomst waarin ze bij tijd en wijle niet durfden te geloven.
Zuster Mariam Yako leidt de crèche, samen met een andere zuster en ondersteund door een team van zes andere mensen. “We zijn de donateurs van Kerk in Nood dankbaar voor de steun en bijdrage aan de Holy Family Nursery hier in Baghdeda, en aan iedereen die geld heeft gegeven om dit centrum te steunen, dat van levensbelang is voor de kinderen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen door met elkaar om te gaan en met elkaar samen te werken.”
De overgrote meerderheid van de bevolking van Baghdeda is van Oost-Syrische afkomst en meer dan 90% van hen is katholiek. De zusters van Saint Efrem en de crèche leveren een belangrijke bijdrage aan het veiligstellen van het gevoel van veiligheid van deze gezinnen, die gedwongen zijn te emigreren als ze geen werk of de noodzakelijke infrastructuur voor hun gezinnen kunnen vinden. Als gevolg van de invasie, hun vlucht en de daaropvolgende terugkeer, zijn veel christelijke gezinnen nu anders van structuur. Ze zijn doorgaans kleiner dan voorheen en hebben niet langer altijd de steun van grootouders of ooms en tantes zoals vroeger. Het is daarom belangrijk dat een gebrek aan ruimte in de plaatselijke crèche hen er niet van weerhoudt kinderen te krijgen of in de stad te blijven.
Veel van de kinderen in de crèche zijn geboren als vluchtelingen, daklozen en ontheemden. Zuster Mariam is ervan overtuigd dat de crèche een sleutelfactor is om het trauma van deze gezinnen te boven te komen. “Zij zullen opgroeien en later een generatie vormen die zich bewust is van elkaar en bereid om elkaar te steunen. Dit is vooral belangrijk gezien de omstandigheden die elk van deze kinderen heeft moeten doormaken voordat we konden terugkeren en deze crèche konden openen.”
Kerk in Nood heeft de wederopbouw van Baghdeda (Qaraqosh) ondersteund met veel verschillende projecten gericht op het helpen van de christelijke families om terug te keren, na de invasie door Islamitische Staat. Met de hulp van donateurs is het onderwijs van de kinderen op de Vlakte van Nineveh gefaciliteerd, waaronder de wederopbouw van vijf kleuterscholen, een kinderdagverblijf en twee scholen, voor een totaalbedrag van meer dan 2,3 miljoen euro. Alleen dankzij uw steun kunnen de Christenen hun leven in deze bakermat van het Christendom weer opbouwen.
In de kerk van Mar Thomas in het Iraakse Mosoel is een ontdekking van grote historische, religieuze en culturele waarde gedaan. In de door ISIS verwoeste kerk zijn tijdens de restauratie een twaalftal oude relikwieën en perkamenten van heiligen tevoorschijn gekomen.
In de Syrisch-orthodoxe kerk in Mosoel, eens de economische en commerciële hoofdstad van het noorden en in het recente verleden het bolwerk van het door ISIS opgerichte islamitische “kalifaat”, werden zes stenen kisten gevonden met Aramese inscripties van heiligen en verschillende manuscripten in het Syrisch en Aramees.
Relikwieën Bijbelse personen
Onder de relikwieën die aan het licht kwamen, bevond zich een stenen vat met een inscriptie die betrekking had op de heilige Theodore, een Romeins soldaat die in de 3e eeuw in de provincie Corum, Turkije, werd geboren en die wegens zijn bekering werd onthoofd. Vervolgens werden nog eens vijf relikwieën gevonden: van de heilige Simon ‘de Zeloot’, een apostel uit de eerste eeuw; relikwieën van Mor Gabriel, bisschop van Tur Abdin (593-668); van de heilige Simeon de Wijze (1e eeuw), die het Jezuskind verwelkomde in de tempel van Jeruzalem; van de heilige Johannes, (Yohanan Shliha) apostel van Christus; en de heilige Gregorius Bar Hebraeus (1226-1286), de regionale primaat van de Syrisch-orthodoxe Kerk van 1264 tot 1286.
Perkamenten in glazen flessen
Deze laatste was een groot schrijver die verschillende werken heeft samengesteld op het gebied van de christelijke theologie, filosofie, geschiedenis, taalkunde. Ook was hij dichter en letterkundige. Voor zijn bijdragen aan de ontwikkeling van de Syrische literatuur werd hij geprezen als een van de meest kundige en veelzijdige schrijvers onder de Syrisch-orthodoxen. In de ruïnes van de kerk werden ook perkamenten gevonden, geschreven in het Syrisch, Armeens en Arabisch, gewikkeld en beschermd in glazen flessen.
Diefstal en smokkel oudheden
Parallel met deze belangrijke ontdekking voor de christelijke gemeenschap en voor geheel Irak staat het onderwerp van diefstal en smokkel van oudheden weer op de agenda in de regio. Onlangs is een netwerk ontdekt dat gespecialiseerd is in de illegale handel in antiquiteiten met een epicentrum in het Midden-Oosten. Daarbij was ook Jean-Luc Martinez, een voormalig topman van het Louvre, betrokken. Onderzoek heeft een clandestiene en illegale handel aan het licht gebracht die zich in de schaduw van de Arabische Lente heeft uitgebreid. Onder meer Islamitische Staat heeft financieel voordeel gehaald uit de roof en verkoop van oudheden uit archeologische vindplaatsen met bestemmingen in Europa, Rusland, Japan en China en sinds enige tijd in de Golfstaten.
In verband met het schandaal rond de voormalige directeur van het Louvre heeft een rechtbank in Bagdad een Britse man tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot smokkel van antiquiteiten. De omvang van de handel loopt in de honderden miljoenen euro’s, met een handel waaruit naast kleine criminelen ook de internationale georganiseerde misdaad en terroristische groeperingen voordeel halen.
Bron en foto: AsiaNews
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
“Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie”, verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit – met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi’s. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
“De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land”, aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. “Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop”, besluit aartsbisschop Bashar Warda.
De kleine kinderen van de crèche van de Heilige Familie in de christelijke stad Baghdeda, zo’n 25 km van Mosul in Noord-Irak, glimlachen breed als ze ons vertellen wat ze later willen worden. Abanoub en Andrian willen ingenieur worden, de kleine Mekel droomt ervan arts te worden en Rozalina zou graag religieuze zuster worden. Ze gaan allemaal naar de crèche van de Heilige Familie naast het klooster van de zusters Ephrem, genoemd naar een Mesopotamische heilige uit de derde en vierde eeuw die bijzonder belangrijk is voor het oosterse christendom.
Het kinderdagverblijf dat de kinderen bezoeken lijkt op andere in de wereld, maar heeft een enigszins andere geschiedenis. Het werd verwoest door terroristen van Islamitische Staat (IS) toen zij van 2014 tot 2016 de controle over de stad grepen. In één nacht werden alle mensen, ook de zusters, gedwongen te vluchten. Het gebouw onderging de standaardbehandeling door de militanten van Daesh: muren beklad, meubels gestolen, daken kapotgeslagen, plafonds afgebroken en elektrische bedrading eruit gestript. Later, tijdens de gevechten om de jihadistische rebellen te verdrijven, werd het dak door een mortier geraakt en werden de muren doorzeefd met mitrailleurvuur. Een raketgranaat trof ook de muur van het balkon dat uitkijkt op de straat.
Met dit in gedachten is het een wonder om deze kinderen te zien en de wedergeboorte van een gemeenschap die de hoop bijna had opgegeven. Mekel, Abanoub, Andria en andere kinderen uit Baghdeda kunnen nu weer zingen en spelen in een kinderkamer die is versierd met afbeeldingen van Mickey Mouse, Crazy Bird, de Smurfen en Frozen. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze vrolijke en ongevaarlijke cartoonafbeeldingen door de jihadisten met spuitbusverf zijn overgespoten, misschien deels vanwege hun westerse associaties, misschien omdat ze botsten met islamitische overtuigingen over het afbeelden van zaken.
In 2017, niet lang nadat de IS-strijders uit het door hen bezette Baghdeda waren verjaagd, begonnen de christelijke gezinnen terug te keren. Met de eerste vier kinderen die aankwamen begonnen, ondanks het feit dat alles verwoest was, twee van de zusters onmiddellijk weer te werken in de crèche. Sindsdien is bijna de helft van de gezinnen naar de stad teruggekeerd en het aantal kinderen dat zich bij de crèche inschrijft, neemt gestaag toe. Er zijn nu 47 kinderen, maar er is genoeg ruimte om tot 80 kinderen op te vangen. Het jongste kind is net zes maanden en het oudste is vijf. Dankzij de hulp van Kerk in Nood en andere organisaties zijn nu twee verdiepingen van de crèche volledig gerestaureerd, waarvan één met de crèche voor de jongste kinderen.
Sabrin Thamer is een van de moeders die haar zoontje naar de crèche brengt. “Ik ben heel blij dat ik terug ben in Baghdeda en dat onze kinderen nu weer naar de crèche kunnen”, zegt ze. “Wij danken God voor al degenen die zo hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de wederopbouw. Daarmee hebben zij geholpen om onze kinderen weer de mogelijkheid te geven om onderwijs te volgen.” Zoals de meeste gezinnen hier spreekt Sabrin een dialect van het Aramees.
Muna Mekhael brengt ook haar dochtertje naar de crèche, “zodat ze kan leren en een betere toekomst heeft. Deze crèche is een belangrijke plaats voor de kinderen om hun persoonlijkheid te ontwikkelen”, legt ze uit. En de waarheid is dat ondanks de tragedie en het trauma dat ze hebben doorgemaakt, de christelijke families hier echt hun leven opnieuw willen opbouwen – de kinderen zijn het duidelijkste teken van een toekomst waarin ze bij tijd en wijle niet durfden te geloven.
Zuster Mariam Yako leidt de crèche, samen met een andere zuster en ondersteund door een team van zes andere mensen. “We zijn de donateurs van Kerk in Nood dankbaar voor de steun en bijdrage aan de Holy Family Nursery hier in Baghdeda, en aan iedereen die geld heeft gegeven om dit centrum te steunen, dat van levensbelang is voor de kinderen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen door met elkaar om te gaan en met elkaar samen te werken.”
De overgrote meerderheid van de bevolking van Baghdeda is van Oost-Syrische afkomst en meer dan 90% van hen is katholiek. De zusters van Saint Efrem en de crèche leveren een belangrijke bijdrage aan het veiligstellen van het gevoel van veiligheid van deze gezinnen, die gedwongen zijn te emigreren als ze geen werk of de noodzakelijke infrastructuur voor hun gezinnen kunnen vinden. Als gevolg van de invasie, hun vlucht en de daaropvolgende terugkeer, zijn veel christelijke gezinnen nu anders van structuur. Ze zijn doorgaans kleiner dan voorheen en hebben niet langer altijd de steun van grootouders of ooms en tantes zoals vroeger. Het is daarom belangrijk dat een gebrek aan ruimte in de plaatselijke crèche hen er niet van weerhoudt kinderen te krijgen of in de stad te blijven.
Veel van de kinderen in de crèche zijn geboren als vluchtelingen, daklozen en ontheemden. Zuster Mariam is ervan overtuigd dat de crèche een sleutelfactor is om het trauma van deze gezinnen te boven te komen. “Zij zullen opgroeien en later een generatie vormen die zich bewust is van elkaar en bereid om elkaar te steunen. Dit is vooral belangrijk gezien de omstandigheden die elk van deze kinderen heeft moeten doormaken voordat we konden terugkeren en deze crèche konden openen.”
Kerk in Nood heeft de wederopbouw van Baghdeda (Qaraqosh) ondersteund met veel verschillende projecten gericht op het helpen van de christelijke families om terug te keren, na de invasie door Islamitische Staat. Met de hulp van donateurs is het onderwijs van de kinderen op de Vlakte van Nineveh gefaciliteerd, waaronder de wederopbouw van vijf kleuterscholen, een kinderdagverblijf en twee scholen, voor een totaalbedrag van meer dan 2,3 miljoen euro. Alleen dankzij uw steun kunnen de Christenen hun leven in deze bakermat van het Christendom weer opbouwen.
In Koerdistan, Irak, brengen een nieuw katholiek ziekenhuis en universiteit hoop aan een strijdbare christelijke gemeenschap.
De Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, Koerdistan, is de drijvende kracht achter de oprichting van twee belangrijke nieuwe christelijke instellingen in de regio. In 2016 opende de Katholieke Universiteit in Erbil haar deuren. Deze zomer vindt de officiële opening plaats van het katholieke Maryamanaziekenhuis in Erbil, gewijd aan de Maagd Maria. Meer dan drie jaar lang organiseerde het aartsbisdom Erbil hulp voor de ruim 120.000 christenen die de IS-aanval van 2014 op de vlakte van Nineveh ontvluchtten.
Terwijl ongeveer 40.000 gelovigen sindsdien naar hun huizen zijn teruggekeerd, hebben veel vluchtelingen Koerdistan tot hun permanente thuis gemaakt. De universiteit – de enige katholieke universiteit in Irak – en het ziekenhuis vormen een belangrijke impuls voor zowel de christelijke gemeenschappen op de Nineveh-vlaktes als voor de christelijke gemeenschap in Koerdistan. De aartsbisschop sprak met Kerk in Nood (ACN) over het belang van beide projecten.
Wat is uw visie op het nieuwe katholieke ziekenhuis?
Het algemene doel van het ziekenhuis is om effectieve en betaalbare gezondheidszorg te bieden aan een door oorlog verscheurde regio waar het ontbreekt aan middelen en moderne apparatuur. Dit komt deels door tientallen jaren van voortdurende conflicten, maar ook door de inactiviteit van de overheid. Het is waarschijnlijk dat in het volgende decennium nog meer vluchtelingen, ontheemden en ouderen in nood zijn. We zijn dan in staat om de meest behoeftige patiënten te ondersteunen en kortingen te bieden tot wel 60 procent.
Is het ziekenhuis ook belangrijk, vooral voor christenen, om banen te genereren in een regio met hoge werkloosheid?
Het aanbieden van banen zal christenen laten zien dat we aan een toekomst bouwen voor hen, hier in Erbil. Christenen en andere minderheden worden vaak banen geweigerd en worden bij promotie vaak over het hoofd gezien vanwege een bevooroordeeld politiek systeem. Er zijn weinig of geen politici die bereid zijn op te komen voor de rechten van christenen. Dit heeft een directe correlatie met mensen die het land verlaten. Samen met de universiteit is Maryamana een cruciaal project dat tot doel heeft om de Christenen in Erbil en op de vlakte van Nineveh te behouden. Beide instellingen tonen aan dat christenen van belang zijn en dat ze een integraal onderdeel zijn van de Iraakse samenleving.
Zal het ziekenhuis alleen christenen dienen?
De missie van het ziekenhuis sluit aan bij die van de Kerk. Elke persoon, ongeacht religie of ras, kan worden behandeld in het Maryamana-ziekenhuis; prioriteit zal worden gegeven aan diegenen wiens medische behoeften het meest urgent zijn. Het is bekend dat moslims de christelijke professionals in de gezondheidszorg vertrouwen; hopelijk zal Maryamana de gezamenlijke verzoeningsinspanningen ook faciliteren door ook de behoefte aan gezondheidszorg van andere religies aan te pakken.
Welke medische diensten zal het ziekenhuis bieden?
Het ziekenhuis heeft 70 bedden en zeven operatiekamers, waarvan we verwachten dat ze constant in gebruik zijn. Het ziekenhuis kan 300 poliklinische patiënten per dag dienen en biedt de meeste medische diensten. Naast de zorg voor zwangere vrouwen en vroeggeboren kinderen, zijn er faciliteiten voor een breed scala aan specialiteiten. Het ziekenhuis beschikt over een modern laboratorium en over het volledige spectrum van diagnostische tests (bijv. MRI’s, CT-scans). Ook zijn er twee spoedeisende hulpafdelingen, evenals een apotheek. Over een jaar of drie hopen we dat de Maryamana een academisch ziekenhuis kan worden. Er is ook een planning voor een oncologisch centrum in het ziekenhuis.
Wat is de missie van de Katholieke Universiteit in Erbil?
De Katholieke Universiteit in Erbil is opgericht om educatieve en professionele kansen voor onze jonge mensen te verzekeren. Zo worden zij aangemoedigd om in Irak te blijven en de toekomstige leiders van de christelijke gemeenschap, hier en elders in het land, te worden. Wanneer onze jonge mensen goede banen willen krijgen in een land met een moslim meerderheid, zullen ze hoop vinden en zich wenden tot de universiteit als kanaal om te slagen en te bloeien in hun carrière in Koerdistan en Irak. We hopen dat de universiteit religieuze minderheden zal inspireren en zal bewijzen dat ze hier een levensvatbare en mooie toekomst hebben. We proberen Erbil te maken tot een langdurig thuis voor de christelijke gemeenschap – waar mensen ervoor kiezen om te blijven omdat er banen zijn en er een sterke infrastructuur van diensten en instellingen is. De school zal de christelijke gemeenschap een groot gevoel van eigenwaarde en verbondenheid geven.
Hoeveel studenten heeft de universiteit nu en wat is uw doel?
Momenteel zijn 108 studenten ingeschreven, waaronder 10 moslims; academische graden worden toegekend in Accounting, Engels, Internationale Betrekkingen, Informatietechnologie en Computerwetenschappen. Ons doel voor het academische jaar 2022-2023 is om 825 studenten ingeschreven te hebben – 615 Iraakse christenen, 125 moslims en 85 Yezidi’s uit Koerdistan, Mosoel, de Nineveh Vlakte, Duhok, Kirkoek, Bagdad en Basra. Om deze studenten aan te trekken, streven we ernaar extra faculteiten op te zetten in de belangrijkste academische disciplines: economie, techniek, medische wetenschappen en onderwijs.
We willen de universiteit vestigen als een internationaal ankerproject om het christendom in Irak te houden. We bouwen hier relaties op met de relevante ministeries en werken internationaal met veel universiteiten om het merk van de Katholieke Universiteit in Erbil te vestigen. Iraakse christenen en andere minderheden voelen zich aangetrokken tot de universiteit omdat het onderwijs in het Engels wordt gegeven en vanwege de locatie in Ankawa, de christelijke wijk van Erbil, een omgeving die veiligheid en zorg belooft. Ook het nieuwe Maryamana-ziekenhuis bevindt zich in Ankawa.
Wat zijn uw belangrijkste zorgen met betrekking tot deze initiatieven, het ziekenhuis en de universiteit?
De belangrijkste uitdagingen waren om beide instellingen te laten bouwen en operationeel te krijgen. Met het ziekenhuis is het onze prioriteit om onze leningen terug te betalen, maar we weten dat het ziekenhuis volledig zal worden gebruikt en winstgevend zal worden. Er is vraag naar. In Koerdistan leven meer dan een miljoen vluchtelingen en honderdduizenden ouderen; klinieken in Erbil en Duhok bedienen meer dan 1.000 patiënten per maand; maar liefst 2000 chronisch zieke patiënten vertrouwen op onze plaatselijke St. Jozefkliniek voor zeer dure medicijnen.
De nog jonge universiteit, heeft meer geld nodig omdat de meeste studenten – velen uit Qaraqosh op de vlakte van Nineveh – volledig op beurzen aanwezig zijn. We moeten academisch uitbreiden, omdat het aantal afdelingen samenhangt met het aantal aanvragers. Het is moeilijk om Engelstaligen als docent te werven, omdat consulaten zeggen dat Koerdistan onveilig is. We kunnen alleen mensen aantrekken door mond tot mondreclame en getuigenissen van bezoekers, maar ik geloof dat we zullen slagen. Momenteel halen 14 van onze lokale jongeren een masterdiploma in de Verenigde Staten, het Verenigd Konikrijk, Italië en Australië. Bij hun terugkeer spelen ze een sleutelrol in zowel de universiteit als het ziekenhuis. Ik dank al onze weldoeners met heel mijn hart en gebeden; ze doen hier fantastisch werk voor ons allemaal. God zegene hen allen!
De afgelopen twee jaar heeft Kerk in Nood de Katholieke Universiteit in Erbil en het Maryamana Ziekenhuis gesteund met de financiering van studiebeurzen en de aanschaf van geavanceerde medische apparatuur. Van 2014 tot en met 2017 droeg Kerk in Nood bij aan projecten ter waarde van meer dan $ 40 miljoen ter ondersteuning van het Chaldeeuwse aartsbisdom Erbil.
Kerk in Nood financiert momenteel vooral de wederopbouw van huizen van christenen, kloosters en kerken in Irak. Wilt u Christenen in Irak helpen om een toekomst in eigen land op te bouwen? Maak dan uw gift over via onze website of doneer onder vermelding van ‘Irak.’
Inwoners van Katwijk, Oegstgeest, Voorschoten en Wassenaar lopen, fietsen en wandelen op 17 juni voor de wederopbouw van huizen van gevluchte Christenen in Irak.
De Rooms-Katholieke Parochie H. Augustinus organiseert in samenwerking met de Protestantse Kerk Wassenaar en Kerk in Nood op zondagmiddag 17 juni een ‘kerkenloop’.
De volledige opbrengst van de inschrijvingsgelden gaat naar de wederopbouw van huizen voor Christenen in Irak die moesten vluchten voor Islamitische Staat. Ruim 12.000 huizen werden door de terroristen gemarkeerd, gebruikt en vernietigd. Nu IS uit de vlakte van Nineveh is verjaagd, willen de vluchtelingen die in Noord-Irak werden opgevangen terugkeren naar de dorpen waar ze zijn opgegroeid en naar hun huizen. Voor gemiddeld € 2.000 kan een huis worden opgeknapt.
Doe mee!
Help je mee? Loop, fiets of wandel dan de route (of een deel ervan) en neem je buurvrouw, je tante, je oom, je collega’s, je voetbalteam of je hele klas mee! Er kan gestart worden vanaf de deelnemende kerken. Het startsein klinkt om 13.00 uur. Een overzicht van de deelnemende kerken en route volgt na inschrijving en later op deze website. Het minimale inschrijfbedrag bedraagt:
Een hoger bedrag wordt zeer gewaardeerd en gaat voor 100% naar de wederopbouw van huizen op de vlakte van Nineveh in Irak. Opgeven kan via onderstaand formulier.
Wil of kun je niet deelnemen, maar draag je dit initiatief een warm hart toe? Bid dan mee voor een geslaagde terugkeer van de gemeenschap of draag uw steentje bij via de doneerknop.
NB: Deelname aan de ‘kerkenloop’ is op eigen risico. Inschrijvingsgelden worden niet retour gegeven bij afmelding. De opbrengst van deze actie komt volledig ten gunste aan Kerk in Nood. Het evenement is voor ‘fun’. Er is geen tijdsregistratie en er worden geen prijzen uitgereikt.
Kerk in Nood en het Comité voor de Wederopbouw van Nineve (NRC) voeren een race tegen de klok om tegen het begin van het nieuwe schooljaar zoveel mogelijk Syrisch-katholieke gezinnen naar hun huizen te doen terugkeren.
Er zijn nu al zowat 600 gezinnen terug naar de stad in de Vlakte van Nineve verhuisd. De priester Georges Jahola, die bij het NRC verantwoordelijk is voor het Syrisch-katholieke team, zegt: “Binnen tien jaar zal de stad opnieuw evenveel inwoners tellen als voor de inval van IS”.
In de stad Baghdeda (in het Turks Qaraqosh) in de Vlakte van Nineve is een race tegen de klok en voor het leven aan de gang. In september zullen de scholen opnieuw hun deuren openen. De Syrisch-katholieke gezinnen, die de stad drie jaar geleden hebben verlaten, op de vlucht voor de aanvallen van de zogenaamde Islamitische Staat (IS), en de afgelopen drie jaar als intern ontheemden in Koerdistan hebben doorgebracht, zouden tijdig voor het nieuwe schooljaar van hun kinderen naar huis willen terugkeren.
Huizen nog niet op orde
“De scholen van Baghdeda werden door internationale organisaties als de VN opnieuw in orde gebracht”, zegt de priester Georges Jahola, die als lid van het NRC verantwoordelijk is voor het Syrisch-katholieke team en belast is met de wederopbouw van de stad. “Spijtig genoeg zijn de huizen van de christelijke gezinnen die graag zouden willen terugkeren nog niet heropgebouwd”, gaat de Syrisch-katholieke priester verder. “Voor de inval van IS woonden er in Baghdeda ongeveer 5.000 Syrisch-katholieke gezinnen. Daarvan hebben er ongeveer 60 procent schoolgaande kinderen."
Nu of nooit
"Indien hun huizen tegen september niet klaar zijn, dan zouden die gezinnen kunnen beslissen om ergens elders naartoe te gaan. En ditmaal zou het voor altijd zijn. Wanneer wij er daarentegen in slagen om de huizen te repareren, dan ben ik er zeker van dat Baghdeda binnen tien jaar opnieuw veel inwoners zal tellen, ook al zullen er gezinnen zijn die niet meer terugkeren, en dat er weer evenveel christenen zullen wonen als in de tijd voor IS.
In deze stad heeft een twee en een half jaar durende bezetting door duizenden strijders van IS, die – zo vermoedt pater Jahola – “waarschijnlijk net hier hun steunpunt en uitvalsbasis hadden”, gemaakt dat 6.327 gebouwen nu opnieuw moeten worden opgebouwd. De terroristen staken 2.269 huizen in brand, beschadigden 3.950 andere en bombardeerden er nog eens 108.
Kerk in Nood en andere organisaties zijn bezig met de heropbouw en herstelling van de eerste huizen. Ze beginnen eerst met de huizen die minder erg zijn beschadigd. Helpt u mee zodat de Christenen in Baghdedakunnen terugkeren naar hun huizen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van "Terugkeer Nineveh."
Het was Martin Banni die het Heilig Sacrament veilig stelde en meenam op zijn vlucht voor IS. Deze week bracht hij het terug naar Karamles..
Door John Pontifex
Toen ik Martin Banni in 2014 voor het eerst ontmoette, was hij zojuist uit de vlakte van Nineveh gevlucht. Zijn dorp was één nacht eerder door Islamitische Staat ingenomen. Eenmaal in Koerdisch Noord-Irak waren hij en 120.000 anderen volledig afhankelijk van hulpverlening, onder andere door Kerk in Nood. Inmiddels mogen we hem priester Martin noemen. En nu IS van de vlakte van Nineveh is verdreven, wil hij met zijn ontheemde gemeenschap naar hun thuisland terugkeren.
Hun opluchting over het vertrek van IS uit Nineveh veranderde in wanhoop toen ze de verwoesting zagen die de islamisten hebben achtergelaten. Mede door de plannen voor wederopbouw van Kerk in Nood groeit echter het vertrouwen in een terugkeer. Meer dan 80 procent is nu geïnteresseerd in terugkeer naar hun thuisland. Essentieel hiervoor is het repareren van woningen. Hoewel er zo’n 12.900 woningen werden beschadigd, leed ongeveer tweederde daarvan slechts gedeeltelijke schade.
Stephen Rasche, werkzaam bij het Chaldeeuws-katholieke aartsbisdom Erbil, heeft herhaaldelijk op de noodzaak van hervestiging aangedrongen. "De toekomst hang aan een zijden draad," legt hij uit. “Veel hangt af van de continuïteit in de steun die Iraakse Christenen de komende maanden vanuit het Westen ontvangen.” De urgentie van de situatie kan volgens Kerk in Nood niet duidelijker zijn. De organisatie – die zich blijft inzetten voor catechese, steunt priesters met misintenties en ondersteunt seminaristen – is vastbesloten om de gelovigen te helpen het geloof te herplanten in de grond die door zoveel generaties Christenen hebben bewoond.
In Karamles heeft pr. Martin het Heilig Sacrament weer teruggebracht naar de Chaldeeuwse kerk van St Addai. Slechts uren voordat IS er verscheen in 2014 had hij het zelf veiliggesteld. De gebeurtenis symboliseert niet alleen de terugkeer van het katholieke geloof in de regio, maar ook de intentie van de priester om de mensen – levende stenen van het geloof – te stimuleren terug te keren naar hun thuisstad.
Helpt en bidt u mee, zodat de Christenen van Irak terug naar huis kunnen? Doneer dan via deze website of maak uw gift over onder vermelding van ‘Wederopbouw Nineveh’.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2023 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD