Naast armoede, droogte en politieke onrust heeft de Afrikaanse bevolking op veel plaatsen te lijden onder toenemend islamistisch geweld. Vooral in de Sahel, hebben jihadisten hun aanwezigheid verder geconsolideerd. Ook het terrorisme vormt in toenemende mate een bedreiging voor de kerk. In 2021 was Afrika opnieuw het continent met het hoogste aantal vermoorde priesters, religieuzen en toegewijde leken mensen. Ondanks alle uitdagingen blijft Afrika een continent van hoop voor de Kerk.
Samen met Azië is Afrika het continent met de meeste groei in het aantal christenen. Daarmee is hun situatie er recent echter niet makkelijker op geworden. Diverse landen en streken in Afrika kennen een toename van agressieve uitwassen van de Islam. In de Sahel-landen, Kenia en het vasteland van Tanzania is dit fenomeen betrekkelijk nieuw. Landen als de Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek worden geplaagd door geweld en conflicten.
Het aantal aanvallen door gewapende islamisten is in vele delen van Afrika toegenomen. Van Mali en Burkina Faso tot Nigeria en Mozambique zijn er miljoenen christenen en moslims die op dit moment sterven, gewond raken en hun thuisland moeten inruilen voor troosteloze vluchtelingenkampen.
Met hulpprojecten voor in totaal ongeveer 28,5 miljoen euro (30,7% van de projecthulp) blijft Afrika een prioritaire regio voor Kerk in Nood. Toch blijft Afrika, ondanks alle uitdagingen, een continent van hoop voor de Kerk. Bijna één op de vijf katholieken in de wereld woont in Afrika. De Kerk is jong en groeit. Bijna één op de acht priesters, één op de acht zusters en meer dan een kwart van alle seminaristen wereldwijd wonen in Afrika. Kerk in Nood richt zich op de opleiding en training van deze priesters, religieuzen en leken, helpt bij de aanschaf van voertuigen die geschikt zijn voor off-road gebruik en ondersteunt de bouw van van kerken en kapellen.
Aartsbisschop Séamus Patrick Horgan heeft zojuist een diplomatieke missie voltooid in het gebied dat het zwaarst getroffen is door de huidige burgeroorlog in Soedan. Tegenover Kerk in Nood (ACN) beschreef pater Jorge Naranjo, een Spaanse missionaris met een lange staat van dienst in de regio, de diepe impact van dit bezoek.
De tiendaagse reis, die pastorale steun aan de Soedanese gelovigen combineerde met diplomatie op hoog niveau, begon op 11 september in Port Sudan. Het bezoek vormde een symbolische inspanning van het Vaticaan in een land dat wordt geteisterd door geweld. De burgeroorlog, die sinds 2023 wordt, heeft geleid tot de ineenstorting van de politieke, civiele en kerkelijke infrastructuur.
Met hulp van de Soedanese regering, die het reizen over beschadigde wegen en langs militaire controleposten vergemakkelijkte, kon aartsbisschop Horgan de buitenwijken van Khartoum bezoeken. Een groot deel van de bevolking is daar vanuit het centrum van de “verwoeste en lege” stad naartoe verhuisd. De hoofdstad is het epicentrum geworden van het conflict tussen de Soedanese strijdkrachten (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF). Maandenlang lag een groot deel van de stad onder beleg.
De nuntius, die in verschillende parochies in de hoofdstad de heilige Mis vierde, kon er de moeilijke situatie van de gemeenschap ervaren. “Zij hebben ondanks de aanwezigheid van RSF-milities in het gebied stand gehouden”, legt pater Naranjo uit. “Het uitgestrekte grootstedelijke gebied van Khartoum, dat vóór de oorlog acht miljoen inwoners en 23 parochies telde, wordt momenteel bediend door slechts drie priesters: twee diocesane en één Comboni-missionaris.”
“Door het pastorale vacuüm hebben de catechisten een centrale rol gekregen. Zij zijn het die het geloof levend houden door middel van zondagse liturgieën van het Woord. Zij zijn hier de ware steunpilaren van de Kerk”, zegt de Comboni-missionaris, die door het conflict ook uit de hoofdstad is verdreven en nu in Port Sudan woont.
De aartsbisschop bezocht ook de christelijke gemeenschappen in Shendi, Omdurman en Atbara, een stad aan de oever van de Nijl. Aartsbisschop Michael Didi van Khartoem vestigde zich daar tijdelijk toen de oorlog uitbrak.
In Port Sudan, waar de nuntius zijn missie beëindigde, ontmoette hij onder meer de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Religieuze Zaken en de directeur van de inlichtingendienst. De Vaticaanse diplomaat dankte de regering voor haar rol in de evacuatie van de Salesiaanse zusters die maandenlang vastzaten in de wijk Al-Shajara in Khartoum. Ook benadrukte hij het belang van het respecteren van de rechten van de christelijke minderheid in het land. “Concreet vroeg hij om het belang van de rol van de Kerk en haar juridische status te respecteren in de nieuwe grondwet die momenteel wordt opgesteld”, aldus pr. Naranjo.
Tot slot had de nuntius een ontmoeting met leiders van de Anglicaanse en de Koptische Kerk, en met de Soedanese Raad van Kerken. Deze deed een beroep op het Vaticaan om zijn diplomatieke invloed aan te wenden om “te blijven werken aan vrede.” Ook sprak de raad de wens uit dat de paus in de toekomst een bezoek brengt aan Soedan.
Op 1 oktober begint in Burkina Faso het nieuwe schooljaar. Voor duizenden kinderen is dit echter geen vanzelfsprekendheid. In regio’s als Fada N’Gourma en Pama houden terreuraanslagen gezinnen uit elkaar. Mijnen en geweld maken de wegen onbegaanbaar. Jongeren vragen zich af of ze nog een toekomst hebben in hun eigen land.
Vorig jaar konden 222 kinderen uit Pama dankzij Kerk in Nood (ACN) hun schoolgeld betalen. Dit jaar hoopt broeder Alain Toughma van de Missionaire Broeders van het Platteland opnieuw op steun voor ‘zijn’ 235 leerlingen – allemaal afkomstig uit gezinnen die moesten vluchten.
Naast onderwijs ontving de bevolking ook voedselhulp: maïs, rijst, zout en olie hielden honderden gezinnen letterlijk in leven. “Dat heeft veel levens gered,” zegt broeder Alain dankbaar.
Sinds 2015 zucht Burkina Faso onder terreur. Vooral jongeren vragen zich af hoe ze een toekomst kunnen opbouwen. Paus Franciscus riep hen vorig jaar op om “op hun eigen plek vrede te stichten”. Dat geeft hoop, benadrukt broeder Alain: “Investeren in jongeren is nooit tevergeefs. Daarom danken wij de weldoeners van Kerk in Nood, die onderwijs en voedselhulp mogelijk maken.”
De broeders vragen nu ook hulp voor geestelijke en psychologische zorg. De bevolking lijdt onder zware trauma’s. Daarom willen zij een centrum oprichten nabij de hoofdstad Ouagadougou, om mensen te helpen verwerken wat zij hebben meegemaakt – ook wanneer vrede terugkeert.
Hoewel sommige regio’s rustiger lijken, blijft het oosten van Burkina Faso extreem gevaarlijk. Dorpen zijn onbewoonbaar, landbouwgrond is met mijnen bezaaid en priesters kunnen gebieden alleen bereiken per vliegtuig of in een konvooi onder begeleiding van het leger. Terroristen maken gebruik van drones en afstandsbommen, wat het werk van leger en vrijwilligers bemoeilijkt.
Ondanks alles groeit de Kerk. In oktober legden zes novicen hun eerste geloften af en werden vier jonge mannen postulant. Ook jongeren uit Togo en Benin sluiten zich aan. “Er is zeker een rustige periode,” zegt broeder Alain voorzichtig. “Maar de vijand is onvoorspelbaar. Toch hervestigen steeds meer mensen zich in dorpen en blijven wij hen nabij – met geloof, onderwijs en voedsel.”
Een bezoek van een priester brengt vaak hun hoop, geloof en vertrouwen in God terug.
In de parochie Saint Joseph van Manguredjipa in het oosten van Congo (DRC) zijn op 8 en 9 september minstens 64 mensen gedood bij een aanval door de islamitische rebellengroep ADF. De meeste slachtoffers namen volgens lokale bronnen van Kerk in Nood (ACN) deel aan een wake.
De aanvallers gebruikten vuurwapens en hamers. De staken selectief huizen in brand, wat erop wijst dat dit een vooropgezette terreurdaad was. De aanval wordt toegeschreven aan de Allied Democratic Forces (ADF). Deze islamitische rebellengroep komt oorspronkelijk uit Oeganda. In 2019 heeft de ADF zich formeel aangesloten bij de Islamitische Staat in Centraal-Afrika (IS-CAP).
De groep is verantwoordelijk voor eerdere bloedbaden in Oost-Congo. Deze worden gekenmerkt door extreem geweld tegen burgers, met name christenen. Op 27 juli vermoorden de militanten minstens 40 mensen tijdens een gebedswake in een kerk in Komanda. In februari werden meer dan 70 lijken gevonden in een protestantse kerk in Lubero. Velen van hen hadden hun handen gebonden en waren onthoofd.
De situatie in Oost-Congo kan alleen maar als rampzalig worden omschreven. Het geweld is in de hele regio Noord- en Zuid-Kivu geïntensiveerd, wat heeft geleid tot massale ontheemding van de bevolking en een ernstige humanitaire crisis. Ondanks de staat van beleg en een sterke aanwezigheid van Congolese strijdkrachten, Oegandese troepen en een VN-missie, gaan de aanvallen door.
De Congolese bisschoppenconferentie rouwt en klaagt dat de bevolking in deze regio's nog steeds te lijden heeft onder moorden en ontvoeringen. Bisschop Melchisédech Sikuli Paluko van Butembo-Beni: “Aan alle families die getroffen zijn door dit zoveelste gruwelijke bloedbad [...] en aan alle gelovigen van de parochie betuigen wij onze geestelijke nabijheid. Moge God, de Meester van het Leven, ons sterken door de voorspraak van de Heilige Maagd Maria, troosteres van de bedroefden, en ons voorbij de woestijn van het huidige lijden leiden naar duurzame vrede.”
Kerk in Nood (ACN) sluit zich aan bij de oproep tot gebed voor slachtoffers van deze nieuwe gruweldaad, voor hun families en voor de hele christelijke gemeenschap. De katholieke hulporganisatie bevestigt haar engagement voor de Kerk in de DRC, een van de tien landen die de meeste hulp ontvangen. Ook roept de organisatie de internationale gemeenschap op tot dringende maatregelen om burgers te beschermen, de godsdienstvrijheid te waarborgen en te werken aan een duurzame vrede in deze regio, die gebukt gaat onder het juk van meer dan 120 milities en gewelddadige groeperingen.
Op zaterdag 30 augustus is priester Augustine Amadu vermoord in zijn parochiehuis in Sierra Leone. Pater Amadu was een vriend van Kerk in Nood (ACN). Zijn dood is een tragisch verlies voor de Kerk in het bisdom Kenema.
Pater Augustine Amadu werd dood aangetroffen door parochianen na wat vermoedelijk een overval was. Volgens een autopsie kreeg de priester een harde klap op zijn hoofd. Vervolgens werd hij gewurgd door zijn belagers. Die kwamen volgens de politie het huis binnen via een beschadigd raam. Het onderzoek en de zoektocht naar de daders is nog gaande.
Na vijf jaar dienst in de Onbevlekte Ontvangenis parochie, bereidde pater Amadu zich voor om op zondag 31 augustus zijn afscheidsmis op te dragen. Hij zou naar een nieuwe missie in de Sint Jan-parochie in Kailahun verhuizen.
Pater Augustine was een vriend van Kerk in Nood (ACN). Ulrich Kny, de projectdirecteur voor Sierra Leone, bezocht pater Augustine nog in 2022 in zijn parochie. Met de hulp van weldoeners van Kerk in Nood had de parochie het dak van de kerk kunnen herbouwen.
Kny is geschokt door de misdaad. “Toen we de parochie bezochten, was de gemeenschap zo opgewonden dat pater Augustinus binnenkort zijn intrek zou nemen in de pastorie die hij ons liet zien. Het is erg triest dat hij het slachtoffer is geworden van zulk verschrikkelijk geweld.”
“Namens Kerk in Nood betuigen we ons diepste medeleven aan alle mensen die getroffen zijn door de plotselinge dood van pater Augustinus. We bidden voor zijn familie en vrienden, zijn broeders in het priesterschap, zijn parochianen en alle mensen van God in het bisdom Kenema. Samen met u bidden wij voor de rust van zijn ziel met de zekere hoop dat hij mag genieten van het eeuwige leven in de genade van de barmhartige God, zoals beloofd is aan al zijn kinderen. Moge God hem rijkelijk belonen voor al zijn inzet voor de Kerk in uw land,” zei Ulrich Kny in een boodschap aan het bisdom Kenema.
De moord heeft ook geleid tot veroordelingen door andere religieuze confessies in Sierra Leone. In een verklaring aan Kerk in Nood zei de Interreligieuze Raad van Sierra Leone: “Pater Amadu was een man van vrede, medeleven en onwrikbare inzet voor de geestelijke en sociale verbetering van zijn gemeenschap. Zijn vroegtijdige dood is niet alleen een verwoestend verlies voor de katholieke Kerk, maar ook voor de bredere religieuze organisaties en het sociale weefsel van Sierra Leone. We rouwen om het heengaan van een dienaar van God wiens leven gewijd was aan het bevorderen van eenheid, hoop en morele begeleiding.”
Sierra Leone is een land met een moslimmeerderheid. Christenen maken iets meer dan 25 procent van de bevolking uit. De interreligieuze relaties in het land zijn uitstekend en in de laatste editie van het rapport over Godsdienstvrijheid zijn geen noemenswaardige gevallen van vervolging vermeld. Dit recente geval van extreem geweld tegen een katholieke priester is daarom schokkend en verrassend.
Paus Leo sprak tijdens zijn Angelus-toespraak zondag zijn verbondenheid uit met de bevolking van Cabo Delgado, in het noorden van Mozambique. Bisschop António Juliasse uit het land is dankbaar voor de boodschap van de paus dat geen enkele oorlog mag worden vergeten.
“Ik spreek mijn verbondenheid uit met de bevolking van Cabo Delgado, Mozambique. Die is het slachtoffer geworden van een onveilige en gewelddadige situatie, die nog steeds leidt tot doden en ontheemding. Ik vraag u deze broeders en zusters van ons niet te vergeten en nodig u uit om voor hen te bidden. Ik spreek de hoop uit dat de inspanningen van de leiders van het land zullen slagen in het herstellen van de veiligheid en vrede in dat gebied”, zei paus Leo na het reciteren van het Maria-gebed op het Sint-Pietersplein in het Vaticaan.
De woorden van de paus waren een belangrijke troost voor de mensen die getroffen zijn door de islamitische opstand. Dat zegt bisschop António Juliasse van het bisdom Pemba in een bericht aan Kerk in Nood (ACN).
“De boodschap van paus Leo XIV tijdens het Angelusgebed, is gericht tot de hele wereld. Het is bovenal een gebaar van grote verbondenheid met de bevolking van Cabo Delgado. Die lijdt vreselijk onder een oorlog die in 2017 begon. Levens, infrastructuur en goederen zijn vernietigd. Elke mogelijkheid tot ontwikkeling beperkt”, aldus de bisschop.
De Mozambikaanse bisschop is dankbaar voor de oproep van de paus om deze oorlog niet te vergeten. “Ze zijn een belangrijke stimulans voor het hervatten van de vredesbesprekingen. Daardoor kunnen de mensen, slachtoffers van de oorlog, in het bijzonder de binnenlandse ontheemden en alle anderen die aan trauma's lijden, enige vorm van hulp vinden in de solidariteit van de hele wereld”.
“Ik geloof dat de Heilige Vader gewoon zegt dat geen enkele oorlog het verdient om te worden vergeten, omdat alle oorlogen het leven schaden en de menselijke waardigheid schenden”, concludeerde bisschop António Juliasse in zijn boodschap aan Kerk in Nood (ACN).
Het conflict in Cabo Delgado, dat in 2017 begon, is de afgelopen weken opgelaaid. Een nieuwe golf van aanvallen die minstens 60.000 nieuwe binnenlandse ontheemden veroorzaakt. Dat aantal komt bovenop de ongeveer een miljoen ontheemden die de afgelopen acht jaar gedwongen zijn hun huizen te ontvluchten. De gevechten hebben ook meer dan 6.000 mensen het leven gekost.
Kerk in Nood (ACN) werkt nauw samen met het bisdom Pemba om materiële hulp te bieden aan de slachtoffers van terrorisme. Ook steunen weldoeners van de pauselijke stichting pastorale en psychosociale ondersteuning en zelfs de aankoop van voertuigen voor pastorale werkers. Zij werken rechtstreeks met de ontheemden in de verschillende kampen in het noorden van Mozambique.
De scholen zijn begonnen. In Nederland lezen we het op spandoeken langs scholen en boven wegen. Niet alleen in ons land krijgen kinderen en jongeren les. Van kleuterscholen tot universiteiten: veel leerlingen krijgen onderwijs dankzij door u gefinancierde programma's.
Nu in veel delen van de wereld het nieuwe schooljaar begint, worden duizenden kinderen in Burkina Faso, Nigeria, Syrië, Libanon en andere crisislanden geconfronteerd met grote obstakels om weer naar school te gaan. Voor hen wordt onderwijs vaak mogelijk gemaakt dankzij de steun van weldoeners van Kerk in Nood (ACN).
In het schooljaar 2024-2025 hebben 3.895 leraren een toelage ontvangen en hebben 12.373 leerlingen in acht landen een directe studiebeurs gekregen. Dit niet alleen om onderwijs te bevorderen, maar ook om christelijke gezinnen te helpen in hun vaderland te blijven ondanks vervolging, ontheemding en zelfs de dreiging van uitsterven.
Een school is dan ook meer dan een plek om te leren: het is een toevluchtsoord, een plaats van stabiliteit, een plaats waar u de lokale Kerk ondersteunt bij het dragen van de enorme uitdaging: hoop bieden voor christelijke gemeenschappen om te overleven waar hun toekomst ernstig wordt bedreigd.
De steun komt in vele vormen via Kerk in Nood (ACN): van materialen, zoals computers en printers aan de Christus Koning Basisschool in het bisdom Yei in Zuid-Sudan, tot het bouwen van schoolgebouwen in plaatsen als Erbil in Irak, en voor scholing aan christenen die hun huizen en dorpen hebben moeten ontvluchten in Burkina Faso.
Scholen in Pakistan hebben nu zonnepanelen, waardoor ze hun energiekosten kunnen verlagen en zelfvoorzienend zijn. Daarnaast hielp Kerk in Nood (ACN) bij de financiering van een programma om kinderen weer naar school te krijgen die om diverse redenen hun studie hadden opgegeven.
Er waren ook specifieke projecten voor vluchtelingen, zoals voor 200 Iraakse studenten in Jordanië. Zij kunnen hun opleiding voortzetten dankzij financiering voor het Messengers of Peace Center in Marka, Amman.
Syrië is een van de landen waar Kerk in Nood de meeste projecten heeft ondersteund. Zo hebben weldoeners met noodhulp onder meer 20 scholen opengehouden en bijgedragen aan het salaris van honderden leraren. Deze financiering is oecumenisch van aard en omvat ook scholen die de orthodoxe Kerk beheert.
Libanon is een ander voorbeeld van de toewijding van de weldoeners van Kerk in Nood om christelijke scholen te helpen. Het land heeft het afgelopen decennium te maken gehad met grote instabiliteit. Zo kent het een verlammende financiële crisis, langdurige politieke en sociale onrust en meerdere conflicten met Israël. Een explosie in de haven van Beiroet in 2020 heeft bovendien een hele wijk van de hoofdstad verwoest.
Zonder steun zouden veel gezinnen hun schoolgeld niet hebben kunnen betalen en zouden scholen hun leraren niet hebben kunnen betalen. In totaal geven donateurs financiële steun aan 191 scholen in Libanon. Deze worden door meer dan 170.000 leerlingen bezocht. Tussen leraren en leerlingen ontvangen meer dan 11.000 mensen directe hulp van de weldoeners van Kerk in Nood.
De afgelopen jaren hebben naar schatting meer dan 17.000 leerlingen christelijke scholen verlaten vanwege de instabiliteit in het land. Velen van hen zijn naar openbare scholen gegaan omdat ze het schoolgeld voor particuliere christelijke scholen niet meer konden betalen. Een groot aantal heeft het land met hun familie helemaal verlaten. De steun van de stichting is een belangrijke factor in het tegengaan van de uittocht van christenen uit Libanon.
De meeste activiteiten van Kerk in Nood op het gebied van onderwijs zijn gericht op kinderen. Maar de weldoeners hebben ook veel universiteitsstudenten geholpen hun studie af te ronden. De steun aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE) is bijvoorbeeld van cruciaal belang geweest. Het stelt de Kerk in staat een broodnodige hoogwaardige dienstverlening te bieden in een land dat nog steeds herstellende is van jaren van moeilijkheden, bloedvergieten en vervolging.
Bijna 300 studenten van de CUE ontvangen een studiebeurs van weldoeners. Onder hen voornamelijk christenen, maar ook studenten uit de overwegend islamitische bevolking en uit andere minderheden, zoals de zwaar vervolgde yezidi's.
Nu scholen en universiteiten op het noordelijk halfrond weer een nieuw academisch jaar beginnen, zijn dit slechts enkele van de voorbeelden die laten zien hoe weldoeners van Kerk in Nood wereldwijd een toekomst geven via christelijk onderwijs.
Benedictinessen doen vruchtbaar werk in Tsjaad: het eerste contemplatieve klooster in dit overwegend islamitische land in Centraal-Noord-Afrika is zelfvoorzienend én dienend.
De eerste benedictijnse zusters die vanuit de Democratische Republiek Congo in Tsjaad aankwamen, beschouwden het als een bijzondere genade om deel te mogen nemen aan het 'avontuur' van deze nieuwe stichting. Ook de lokale bevolking had hoge verwachtingen van dit nieuwe klooster, hoewel de meesten van hen weinig kennis hadden van het kloosterleven. De jonge zusters die naar Tsjaad kwamen, waren geïnspireerd door de nieuwe missie die hun was toevertrouwd. Ze gingen met veel moed en enthousiasme aan de slag om deze te vervullen.
In het dorp Lolo in het bisdom Mondou was aanvankelijk niets: geen school, geen stromend water, geen ziekenhuis, en de meeste mensen konden niet eens lezen of schrijven. Sinds het klooster in mei 2005 werd gesticht, hebben de zes benedictinessen ook een geestelijk centrum, een kleuterschool en een basisschool opgericht. Ze zetten zich ook in om vrouwen en meisjes te leren lezen en schrijven en om meisjes en jonge vrouwen, die tot op de dag van vandaag vaak tot een vroeg huwelijk worden gedwongen, een praktische beroepsopleiding te bieden. Vooral voor deze vrouwen en meisjes is de aanwezigheid van de zusters een grote steun.
Maar Tsjaad is een van de armste landen ter wereld. Het is daarom voor het klooster moeilijk om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Zuster Victorine, de priorin, schreef ons eerder: “De weinige middelen die we van buitenaf ontvangen, zijn niet voldoende en we hebben moeite om in de basisbehoeften van het klooster te voorzien, zoals voedsel, medicijnen en kleding, maar ook in de geestelijke behoeften, zoals de opleiding van onze jongere zusters, retraites en geestelijke oefeningen.”
Met uw steun van 8560 euro hebben de Benedictinessen een klein landbouwproject opgezet om in hun eigen onderhoud te voorzien. Met het geld dat u heeft gegeven, konden zij landbouwwerktuigen, zaden en een paar koeien kopen. Zij hebben nu een stuk land van zes hectare. Op een stuk land van twee hectare verbouwen zij gierst en sesam voor eigen gebruik. Verder verbouwen zij aardnoten voor de verkoop. Een deel van de opbrengst wordt vervolgens opnieuw in het project geïnvesteerd, zodat het succesvol kan worden voortgezet.
Zuster Myriam komt oorspronkelijk uit de Democratische Republiek Congo. Zij vertelt ons: “Ik doe mijn eerste missionaire ervaring op in Tsjaad. De gemeenschap hier is jong en daarom moeten we heel hard werken, vooral met onze handen. Ik heb geleerd hoe ik de trekdieren moet leiden en de velden moet ploegen, en ook hoe ik gierst moet verbouwen.”
“We voorzien in ons eigen levensonderhoud. Ook ondersteunen we de lokale gemeenschap met sociale projecten, zoals onderwijs, toegang tot schoon drinkwater en gezondheidszorg. Ik wil de weldoeners van Kerk in Nood hartelijk bedanken voor deze belangrijke steun om ons zusters op deze manier in ons levensonderhoud te voorzien!” Lees ook dit artikel over christenen in Tsjaad.
Zuster Gianna heeft een glimlach op haar gezicht als ze spreekt over haar missie in Kambia, een plaats in Sierra Leone zonder elektriciteit of andere basisvoorzieningen. Met haar Zusters van de Barmhartige Jezus, een congregatie die gesteund wordt door Kerk in Nood (ACN), doet zij essentieel werk in een land dat nog herstellende is van de verschrikkingen van de oorlog.
Gianna is een van de drie zusters van haar congregatie die momenteel in Kambia, Sierra Leone, wonen. De mensen hebben er geen basisvoorzieningen zoals badkamers en elektriciteit, maar bovenal hebben ze geen hoop op een betere toekomst. In het land, dat nog steeds worstelt met de geesten van een burgeroorlog tussen 1991 en 2002, vielen meer dan 50 duizend doden. Ruim een half miljoen mensen moesten hun huizen ontvluchten.
Ebola en corona
Na de oorlog kwam Ebola en vervolgens de covid-pandemie. In zo'n tragische omgeving is het moeilijk om dromen levend te houden. “Overal waar we komen proberen we te laten zien dat God liefde is. We zijn hier nog niet zo lang, maar door onze manier van leven proberen we te laten zien wat het betekent dat God barmhartig en liefdevol is”, zegt zuster Gianna. De Poolse zuster arriveerde in 2016 in Sierra Leone en begon al snel grote plannen te maken. Het onderwijsniveau was erg laag en kinderen en jongeren hadden moeite met schrijven en lezen. De zusters wilden een lokale kleuterschool en een pastoraal centrum voor jongeren openen.
Respect voor katholieke scholen
Met de hulp van Kerk in Nood (ACN) zijn deze dromen nu uitgekomen. “We hebben dit gebouw kunnen renoveren, zodat de kinderen er kunnen komen leren. We hebben het dak gerepareerd en een badkamer gebouwd. Nu kunnen we ze leren hoe ze deze dingen moeten gebruiken om hun levensniveau te verbeteren. De kinderen komen elke dag en ze leren, studeren en spelen, maar ze krijgen ook een warme maaltijd, wat voor hen zeldzaam is. Ze zijn gelukkig en ze hebben geluk”, zegt zuster Gianna, die haar diepste dank betuigt aan alle weldoeners die dit mogelijk hebben gemaakt.
Gewoonlijk steunt Kerk in Nood (ACN) geen kleuterscholen. Maar Sierra Leone is een heel speciaal geval, omdat scholen en kleuterscholen meestal de enige mogelijkheid bieden voor evangelisatie. De meerderheid van de bevolking is moslim, maar er is een wijdverbreid respect voor christelijke waarden, aangezien de meeste opgeleide inwoners zijn opgevoed in katholieke scholen. Ouders hebben er daarom geen probleem mee om hun kinderen in aanraking te laten komen met het Christendom, inclusief het gebed.
Centrum voor retraites
Een andere plaats voor evangelisatie is het Centrum voor Goddelijke Barmhartigheid. “Dit is een plek waar we weekendretraites kunnen organiseren. We willen de mensen helpen om geestelijk te groeien in het geloof. Wij, de zusters, willen iedereen eraan herinneren dat wij allen kostbaar zijn in Gods ogen omdat Jezus zijn leven aan het kruis gaf voor iedereen”, legt de zuster aan Kerk in Nood (ACN).
Volgens de plaatselijke Kerk heeft de aanwezigheid van de zusters een zeer positieve invloed gehad op het leven in de wijk, vooral voor de jeugd en de kinderen. Er zitten nu ongeveer 100 kinderen op de kleuterschool. Hoewel ze nog jong zijn, hopen de zusters dat hun voorbeeld hen de rest van hun leven bij zal blijven. “De meeste families komen uit de omgeving van de compound. Op zondag kleden ze hun kinderen vaak in hun mooiste kleren en sturen ze hen om met ons te bidden. Deze vorm van evangelisatie werkt. Wij kunnen niet veel evangeliseren met woorden, maar door ons voorbeeld geloof ik dat veel van deze kinderen in de toekomst dicht bij Christus zullen komen.”
Het bisdom Kisumu in Kenia bedient enkele uitzonderlijk arme gebieden. De diocesane congregatie “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” werd dan ook opgericht om de behoeftige bevolking te helpen. Sommige zusters zijn verpleegsters, anderen onderwijzen in het geloof. Helpt u mee met de bouw van een moederhuis en vormingscentrum voor een nieuwe plaatselijke congregatie, zodat zij er hun werk kunnen doen?
Honger, analfabetisme en gebrek aan medische voorzieningen en een gebrek aan schoon drinkwater, maken het leven voor veel mensen in het bisdom Kisumu moeilijk. Daarbij komen traditionele stammenpraktijken die extra leed veroorzaken. Meisjes worden vaak op 12-jarige leeftijd uitgehuwelijkt en weduwen worden niet zelden “overgenomen” door de broer van de overleden echtgenoot, wat de Aidsepidemie verergert.
Maar er zijn nog tal van andere problemen. De meeste gezinnen moeten overleven van het weinige dat hun oogst oplevert. Omdat veel volwassenen tijdens het regenseizoen naar de stad trekken op zoek naar werk, blijven kinderen en ouderen vaak onverzorgd achter in de dorpen. Daar brengen muggen in het regenseizoen malaria mee en lijden zij onder ziekten en infecties door het gebrek aan schoon drinkwater.
De “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” zorgen voor aanstaande moeders, treden op als vroedvrouwen, verzorgen de zieken en zorgen voor achtergebleven ouderen en wezen. Van de zes zusters die de oorspronkelijke stichting vormen, zijn er drie gediplomeerde verpleegsters. Zij begeleiden mensen in allerlei moeilijkheden en helpen hen om Jezus en zijn Blijde Boodschap te leren kennen.
De zusters zelf beschikken nog niet over een permanent klooster waar zij kunnen wonen en waar zij jonge vrouwen die tot hun gemeenschap willen toetreden, kunnen opleiden. Helpt u mee, zodat zij een huis en vormingscentrum kunnen bouwen in de nabijgelegen stad Katolo.
Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 130-05-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
"Ik vraag dat God het werk van Kerk in Nood wil zegenen."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
Telefoonnummer call centre (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD