Naast armoede, droogte en politieke onrust heeft de Afrikaanse bevolking op veel plaatsen te lijden onder toenemend islamistisch geweld. Vooral in de Sahel, hebben jihadisten hun aanwezigheid verder geconsolideerd. Ook het terrorisme vormt in toenemende mate een bedreiging voor de kerk. In 2021 was Afrika opnieuw het continent met het hoogste aantal vermoorde priesters, religieuzen en toegewijde leken mensen. Ondanks alle uitdagingen blijft Afrika een continent van hoop voor de Kerk.
Samen met Azië is Afrika het continent met de meeste groei in het aantal christenen. Daarmee is hun situatie er recent echter niet makkelijker op geworden. Diverse landen en streken in Afrika kennen een toename van agressieve uitwassen van de Islam. In de Sahel-landen, Kenia en het vasteland van Tanzania is dit fenomeen betrekkelijk nieuw. Landen als de Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek worden geplaagd door geweld en conflicten.
Het aantal aanvallen door gewapende islamisten is in vele delen van Afrika toegenomen. Van Mali en Burkina Faso tot Nigeria en Mozambique zijn er miljoenen christenen en moslims die op dit moment sterven, gewond raken en hun thuisland moeten inruilen voor troosteloze vluchtelingenkampen.
Met hulpprojecten voor in totaal ongeveer 28,5 miljoen euro (30,7% van de projecthulp) blijft Afrika een prioritaire regio voor Kerk in Nood. Toch blijft Afrika, ondanks alle uitdagingen, een continent van hoop voor de Kerk. Bijna één op de vijf katholieken in de wereld woont in Afrika. De Kerk is jong en groeit. Bijna één op de acht priesters, één op de acht zusters en meer dan een kwart van alle seminaristen wereldwijd wonen in Afrika. Kerk in Nood richt zich op de opleiding en training van deze priesters, religieuzen en leken, helpt bij de aanschaf van voertuigen die geschikt zijn voor off-road gebruik en ondersteunt de bouw van van kerken en kapellen.
Meer dan 70 lichamen zijn gevonden in een protestantse kerk in een dorp in Lubero, Noord-Kivu. Dat melden lokale bronnen aan de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
De moorden vonden plaats tussen 12 en 15 februari in het dorp Maiba, in de buurt van Lubero, Noord-Kivu. Op 12 februari drongen rebellen van een islamistische terreurgroep, oorspronkelijk afkomstig uit Oeganda, het dorp binnen en gijzelden ongeveer 100 mensen, aldus bronnen van ACN.
Vrouwen, kinderen en ouderen
“Op 15 februari werden 70 lichamen ontdekt in een protestantse kerk. Velen van hen waren vastgebonden en sommigen onthoofd. Onder de slachtoffers waren vrouwen, kinderen en ouderen,” zei de bron, die niet genoemd wil worden uit angst voor represailles van de vele gewapende groepen die in de regio actief zijn.
“Waarschijnlijk waren deze slachtoffers niet in staat om de gedwongen mars te doorstaan. Wanneer de rebellen gijzelaars nemen, laten ze hen meereizen, ofwel als versterkingen voor hun groep ofwel als dwangarbeiders voor de oorlogsinspanningen. Als er buit is, hebben ze mensen nodig om die te dragen. Als je onderweg moe wordt, ben je er geweest. Ik geloof dat dat is wat er met deze 70 mensen is gebeurd.”
Islamitische groepering
Volgens dezelfde bronnen werd het bloedbad in Maiba uitgevoerd door de gewapende islamitische groepering Allied Democratic Forces (ADF), die actief is in Oeganda en de Democratische Republiek Congo en die de lokale bevolking al meer dan tien jaar terroriseert.
“De islamitische groepen hebben hun aanvallen en invallen in afgelegen dorpen opgevoerd en duizenden Congolese burgers gedood. Voorheen waren ze in andere gebieden. Nu is het Lubero dat wordt aangevallen,” aldus de lokale bron tegenover Kerk in Nood. “Er wordt gedacht dat de terroristen lokale collaborateurs hebben die hun operaties vergemakkelijken. Dat is wat echt beangstigend is.”
Ook strijd in buurtprovincies
Dit bloedbad komt op een zeer delicaat moment voor de regio, gezien de verslechtering van de humanitaire situatie in de provincies Noord- en Zuid-Kivu, waar hevig is gevochten tussen een andere gewapende groep, M23, die wordt gesteund door buurland Rwanda, en de Congolese strijdkrachten. M23 heeft belangrijke steden en buitenposten in de regio ingenomen, zoals Goma en Bukavu. Sinds december 2024 wordt er hevig gevochten, waardoor volgens cijfers van UNHCR een half miljoen Congolese burgers uit Noord-Kivu hun huizen hebben moeten ontvluchten.
Naast de bezorgdheid over de activiteiten van de ADF, uitte de lokale bron van Kerk in Nood daarom ook de angst dat M23 in de komende dagen Butembo, de tweede grootste stad van Noord-Kivu, zal innemen.
“We leven in zeer, zeer moeilijke tijden. We verwachten dat de rebellen elk moment de stad kunnen binnenvallen, want ze zijn slechts 70 km van hier verwijderd. Er is veel psychologisch lijden in Butembo, omdat de oorlog letterlijk voor onze deur staat. We hebben gezien hoe andere regio's werden overspoeld door chaos, en nu lijkt het onze beurt te zijn. Laten we bidden. Gebed is wat onze hoop levend houdt te midden van deze situatie waarin we leven.”
© MONUSCO/Sylvain Liechti
Een groep bisschoppen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek vertelde recent op het hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN) over hoe dankzij onder meer de interreligieuze dialoog de hoop in hun land “beetje bij beetje herboren wordt.”
Volgens de leiders van de katholieke Kerk, die het voortouw hebben genomen in deze poging om de dialoog te bevorderen, heeft de unieke geest van dialoog en samenwerking tussen christelijke en islamitische leiders de basis gelegd voor vrede in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) na een wrede burgeroorlog.
Profetische rol
Het land staat in dit opzicht in schril contrast met nabijgelegen Afrikaanse landen zoals Tsjaad, Nigeria en het Sahelgebied. Daar wordt religie juist vaak misbruikt om conflicten en vervolging te verergeren. De aartsbisschop van Bangui, kardinaal Dieudonné Nzapalainga, bisschop Nestor-Désiré Nongo-Aziagbia van Bossangoa en bisschop Bertrand Guy Richard Appora-Ngalanibé van Bambari, spraken dan ook over de “profetische” rol van religieuze leiders bij het bevorderen van vrede en harmonie.
“De burgeroorlog, waarin de Seleka militie tegen de Anti-Balaka beweging vocht, had kunnen uitgroeien tot een grootschalige oorlog tussen moslims en christenen”, aldus bisschop Nestor-Désiré. “Maar leiders van alle religieuze denominaties kwamen samen om te werken aan vrede in de Centraal-Afrikaanse Republiek. De leiders van de katholieken, de protestanten en de moslims gingen de wereld rond om hun stem te laten horen. Helaas werd hun stem niet echt begrepen en gerespecteerd met betrekking tot de geopolitieke situatie, omdat wat daaronder zat groter was dan religie.”
Religie verbindt
Kardinaal Nzapalainga is het met hem eens: “Religie verdeelt ons niet; religie verbindt ons met elkaar. Moslims, protestanten, katholieken, we moeten van elkaar houden, want we zijn broeders. Het is de duivel die ons tot scheiding heeft gedreven, maar wij geloven dat we, door dit leiderschap op ons te nemen, onze profetische rol vervullen. Door nee te zeggen tegen geweld, ja tegen liefde, ja tegen vrede, ja tegen verzoening.”
De kardinaal sprak over vrede als de basis voor ontwikkeling, zodat mensen zich een toekomst zonder oorlog kunnen voorstellen. “Daarom is het onze rol om vredesstichters te zijn, om tot harten te spreken, om zo te spreken dat mensen elkaar in de ogen kunnen kijken, kunnen discussiëren, samen oplossingen kunnen vinden. De oplossing ligt in de dialoog.”
Kinderen weer naar school
“De hoop wordt vandaag beetje bij beetje herboren. En deze hoop zorgt ervoor dat kinderen naar school kunnen gaan, ouders naar het veld kunnen gaan, handelaren hun werk kunnen voortzetten en zieken medicijnen kunnen krijgen,” aldus de kardinaal.
Russische invloed
De aanwezigheid van een VN-missie en de interventie van buitenlandse mogendheden hebben geholpen om het geweld te beteugelen, maar in sommige delen van de Centraal-Afrikaanse Republiek blijft het onveilig en nemen strijdersgroepen hun toevlucht tot criminaliteit. “Het land heeft nog steeds veel hulp nodig, maar bredere geopolitieke kwesties blijken een onwelkome hindernis te zijn, legt bisschop Nestor-Désiré uit.
“De opening van onze regering naar de Russische regering heeft de Centraal-Afrikaanse Republiek op internationaal niveau buitenspel gezet. Humanitaire hulp komt nu niet echt vrij. Maar de bevolking mag niet gestraft worden voor de beslissingen van de regering. Mijn oproep aan de internationale gemeenschap is om de Centraal-Afrikaanse bevolking te blijven steunen in haar streven naar vrede en ontwikkeling,” pleitte hij.
Opkomen voor de waarheid
De katholieke Kerk zal haar profetische rol blijven vervullen, zo verzekerde hij. “We komen op voor de waarheid, spreken voor het volk, ongeacht de situatie of het standpunt van de regering, en werken samen met het volk en andere instellingen, waaronder de regering, om vrede en integrale menselijke ontwikkeling te bevorderen door middel van scholen, gezondheidscentra en menselijke promotie. Dat is het werk waar de katholieke Kerk de afgelopen decennia bij betrokken is geweest.”
Dit werk profiteert enorm van de steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), aldus bisschop Guy Richard. “Degenen die ons helpen, stellen de priesters, bisschoppen, religieuze broeders en zusters in het hele land in staat om hun werk voort te zetten. De steun van de weldoeners gaat verder dan geld en richt zich op het pastorale werk ter plaatse. Namens Gods volk in de Centraal Afrikaanse Republiek willen we hen graag bedanken voor hun zorg en steun.”
Bij een nieuwe reeks aanvallen in de parochie van Tansila in Burkina Faso zijn veel mensen gedood. Priester Jean-Pierre Keita, een projectpartner van Kerk in Nood (ACN), verloor verschillende familieleden. Hij vertelt hoe ruim 200 terroristen het gebied teisterden.
Eind januari werden verschillende dorpen in de Burkinabé parochie Tansila, vlakbij de grens met Mali, opnieuw het doelwit van terroristische aanvallen. Dit bericht komt van priester Jean-Pierre Keita, een projectpartner van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) uit het bisdom Nouna, die zes maanden geleden tijdens een videoconferentie uitgebreid uitleg gaf over de impact van terrorisme op de christelijke gemeenschappen in het land.
Op 25 januari vielen meer dan 200 terroristen de dorpen Toma, Kellé en Lanfiéra aan. Minstens 26 mensen werden gedood, waaronder zes christenen. De aanvallers staken huizen in brand en dwongen de dorpelingen te vluchten. Zes dagen later, op 31 januari, vond er opnieuw een aanval plaats waarbij nog meer doden vielen, waaronder opnieuw christenen. Onder hen de vader van pater Jean-Pierre en meerdere andere familieleden.
Derde van inwoners christen
De parochie Tansila omvat 37 dorpen, waarvan ongeveer een derde van de inwoners christen is. De afgelopen jaren is de parochie herhaaldelijk het slachtoffer geweest van wrede terroristische aanvallen. In het licht van deze situatie, die hopeloos lijkt, roept pr. Jean-Pierre op tot gebed: “Bid alstublieft voor de bekering van de harten, zodat iedereen een vredestichter wordt. Bid ook voor de regering in Burkina Faso, de defensie- en veiligheidstroepen en de vrijwilligers voor de verdediging van het vaderland. Dat hun dagelijkse inspanningen vruchten mogen afwerpen voor vrede, verzoening en sociale cohesie. Onze gebeden gaan ook uit naar de wereldwijde slachtoffers van terrorisme. Mogen zij rusten in vrede.”
Kerk in Nood (ACN) is diep bedroefd over deze nieuwe tragedie en sluit zich aan bij de oproep tot gebed van priester Jean-Pierre. De liefdadigheidsinstelling vraagt alle weldoeners om speciaal voor de jonge priester te bidden in deze momenten van verdriet, evenals voor zijn overleden familieleden en andere slachtoffers.
De christelijke gemeenschap in Burkina Faso is in rouw na de moord op twee catechisten bij een gewelddadige aanval op zaterdag 25 januari in het bisdom Dédougou.
De slachtoffers behoorden tot de parochie van Ouakara en werden in de buurt van Bondokuy aangevallen door twee gewapende mannen toen ze terugkeerden van een vormingssessie over het leven en de bediening van catechisten.
Volgens lokale bronnen van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) waren vier catechisten onderweg op twee motoren. De twee catechisten op het eerste voertuig wisten het bos in te vluchten, terwijl de andere twee later op brute wijze vermoord werden teruggevonden.
Volgens lokale bronnen van ACN verklaarde de politiecommissaris in Bondokuy na het incident dat dit de vierde moord was op deze locatie en dat er bandieten in het gebied zijn die de bevolking willen laten geloven dat ze terroristen zijn, om zo gewapende overvallen uit te voeren.
Kerk in Nood (ACN) heeft diepe bezorgdheid geuit over het aanhoudende geweld in de regio en roept op tot gebed voor de Ouakara parochiegemeenschap, de families van de slachtoffers en voor vrede in Burkina Faso, een land dat blijft lijden onder onveiligheid en vervolging van christelijke gemeenschappen.
Na twee weken wordt er nog steeds gevochten om de stad Goma in de Democratische Republiek Congo. Een missionaris laat Kerk in Nood (ACN) weten dat er meer dan 2000 mensen zijn gedood en dat de ziekenhuizen overspoeld zijn met gewonden. Vrouwen zijn door ontsnapte gevangenen verkracht en zelfs vluchtelingenkampen zijn aangevallen. De priester vraagt om gebed en ingrijpen door de internationale gemeenschap.
De provincie Noord-Kivu, in de Democratische Republiek Congo, wordt geconfronteerd met een verschrikkelijke humanitaire crisis, twee weken nadat de rebellengroep M23, die gesteund wordt door Rwanda, de provinciehoofdstad Goma bezette.
“In de stad Goma wordt nog steeds gevochten tussen het Congolese leger en de M23. Meer dan 2.000 mensen zijn gedood en er zijn duizenden gewonden. De ziekenhuizen zijn overvol en ook de vluchtelingenkampen zijn aangevallen”, zegt pater Marcelo Oliveira, een Portugese Comboni missionaris in de regio, aan Kerk in Nood (ACN). “Het doel van de M23 is om de stad Goma in te nemen.”
Tijdens de gevechten konden veel gevangenen ontsnappen uit de centrale gevangenis. Tragisch genoeg vielen zij de vrouwenvleugel aan en verkrachtten meer dan honderd gevangenen. “Veel vrouwen en kinderen zijn gedood. Te midden van de verwarring hebben sommige gevangenen ook de faciliteiten in brand gestoken. Velen zijn er niet in geslaagd om aan de vlammen te ontsnappen,” zegt de priester. “Zelfs de vluchtelingenkampen zijn niet veilig.”
De situatie is zeer ernstig en er bestaat zelfs een risico dat de M23-troepen oprukken naar Zuid-Kivu. Diplomatieke inspanningen zijn ondernomen om een staakt-het-vuren te bereiken, om de burgerbevolking te beschermen. Op donderdag 6 februari riep de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op om een einde te maken aan het conflict, omdat hij zei dat “er te veel op het spel staat” om het te laten voortduren.
Pater Marcelo wijst erop dat het momenteel bijna onmogelijk is om noodhulp naar de bevolking te brengen: “Het vliegveld is gesloten, de verkeerstoren is vernield en er is materiaal gestolen. We veronderstellen dat er nog steeds niet-geëxplodeerde munitie ligt, dus er zal zorgvuldig onderzocht moeten worden of het vliegveld weer open kan, want het is de enige manier om humanitaire hulp de stad in te krijgen.”
De Portugese priester benadrukt dat in dit alles de mensen lijden. De Kerk lijdt volgens hem mee met mensen die geconfronteerd worden met grote moeilijkheden en constant hun huizen moeten ontvluchten. “De Kerk blijft bij de mensen, zoals de Goede Herder die zijn kudde begeleidt en niet aan de wolven overlaat. Zo blijft onze aanwezigheid bij de mensen, in een poging een teken van hoop te zijn te midden van de angst en de pijn. We houden onze ogen gericht op Jezus, die zijn volk leidt. We bevinden ons in een jubeljaar, we zijn pelgrims van hoop, en de Kerk blijft dat teken van hoop.”
Foto: © MONUSCO/Sylvain Liechti
Van alle huidige oorlogsgebieden in de wereld, is Soedan wellicht een van de minst waarschijnlijke om gehoor te geven aan de herhaalde oproepen om vrede van paus Franciscus. De strijdende partijen vertonen geen enkel teken dat ze vijandelijkheden willen staken. De christelijke aanwezigheid in het land? Minuscuul. Ondanks dat hij zelf mishandeld werd, houdt de bisschop van El-Obeid hoop.
De kathedraal van Onze Lieve Vrouw, Koningin van Afrika in de Soedanese stad El-Obeid staat tussen een militaire kazerne, een politiebureau en een gebouw van de veiligheidstroepen. Dus toen op 15 april 2023 de burgeroorlog uitbrak en twee legereenheden (die loyaal zijn aan verschillende politici) slaags raakten, stond de kathedraal plots middenin de gevarenzone.
Strijdkrachten op bezoek
In gesprek met de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) vertelde bisschop Yunan Tombe van El-Obeid dat hij, toen de eerste granaten insloegen, de kathedraal binnenging en bad voor het Allerheiligste. Al snel kreeg hij onverwacht bezoek. “Ik herinner me dat het de eerste zaterdag van Pasen was. De kathedraal werd getroffen door kogels en granaatscherven en de ramen waren kapot. Ik was aan het bidden toen leden van de Soedanese strijdkrachten (SAF) aankwamen. Ze waren over de muur geklommen op zoek naar beschutting. Ik bleef zitten voor het Heilig Sacrament en de paaskaars, maar ik merkte dat een van hen beefde van angst. Dus riep ik hem bij me. Na een tijdje kalmeerde hij.”
Sterke en krachtige kaars
Toen ze zagen dat hun collega gekalmeerd was, gingen de andere leden van het team, allemaal moslims, ook bij de bisschop zitten, herinnert hij zich. “Na drie uur nam het vechten af en vertrokken ze allemaal, terug over de muur. Maar na een paar uur ging de poort open en een van hen kwam terug en zei tegen me, terwijl hij naar het tabernakel wees: 'Bisschop, deze kaars is sterk en krachtig. Het heeft ons beschermd.'
Hij begreep niet dat de kaars er was vanwege het Allerheiligste. Vanaf die dag heb ik de kaars en het Allerheiligste als mijn kracht aangenomen, en het is me gelukt om vier keer per dag aanbidding te hebben. Ik verdeel mijn tijd tussen de mensen en God. Ik haal mijn kracht uit het Heilig Sacrament en geloof dat dit mijn kracht en mijn vreugde is.”
Bisschop Tombe is erin geslaagd om deze devotie door te geven aan veel van de 300 katholieke families die nog steeds in El-Obeid wonen. De plaats is nog steeds in handen van de SAF, maar wordt volledig belegerd door de Rapid Support Forces.
Gevlucht
Toen de oorlog begon, slaagden veel christenen erin om te vluchten naar vreedzamere regio's of buurlanden. Degenen die in de stad achterbleven, waren voornamelijk de ouderen, vrouwen en kinderen. Ook zijn er mensen die Khartoum, de hoofdstad, waren ontvlucht en door El-Obeid trokken toen de omsingeling van de stad compleet was en die er zijn gebleven. “De meesten zijn in hun huizen, maar een groot aantal uit Khartoem verblijft bij familie. Sommigen verblijven onder bomen en velen verblijven in scholen.”
De situatie in El-Obeid is slecht, er zijn af en toe beschietingen. “We hebben al 19 maanden geen water meer in de pastorie, geen elektriciteit, geen internet en slechts zelden telefoon. Degenen die zijn gebleven, zijn bleek van de honger. Maar er is kracht uit de wetenschap dat God aanwezig is. In deze moeilijke situatie is het geloof sterker geworden en worden er zelfs meer sacramenten toegediend. Er komen meer mensen naar de kerk, er is meer behoefte aan priesters en bisschoppen,” vertelt de prelaat aan Kerk in Nood (ACN).
Scholen open
Christenen vormen slechts een kleine minderheid in Soedan en dat geldt ook voor El-Obeid, de op één na belangrijkste stad van het land. Desondanks heeft de katholieke kerk zes kleuterscholen, zes basisscholen en één middelbare school in El-Obeid, en volgens bisschop Tombe zijn dit de enige onderwijsinstellingen die open blijven. “We kregen in augustus bezoek van de gouverneur en hij bedankte ons voor het openhouden van onze scholen, omdat alle moslimscholen dichtgingen na een incident waarbij een granaat 35 jonge meisjes doodde in een school in de stad,” legt hij uit.
Geboren en getogen in oorlog
Door etnische verdeeldheid of om sociale en economische redenen is Soedan al zo lang als iemand zich kan herinneren in oorlog. Wel is de huidige burgeroorlog waarschijnlijk de ergste is die het land de afgelopen decennia heeft meegemaakt. Bisschop Tombe, die oorspronkelijk uit het Nubagebergte komt, waar de grootste christelijke gemeenschap van het land woont, zegt dat hij aan deze realiteit gewend is geraakt.
“Ik ben geboren in 1964 en de oorlog in het gebied van de Nuba-bergen begon in 1955, dus ik ben geboren in een decennium van oorlog. Die oorlog duurt, samen met andere, nog steeds voort. Ik ben geboren in oorlog, ben opgegroeid in oorlog en heb gestudeerd in oorlog. Het is een deel van mij. Misschien heeft dat me geholpen om hier doorheen te komen en om te begrijpen dat het mogelijk is om meer te doen en dat God met ons is.”
Hoop op vrede
Hoewel er geen onmiddellijk vooruitzicht is op een wapenstilstand, hoopt bisschop Tombe dat Westerse mogendheden hun invloed kunnen aanwenden om een vorm van vrede in zijn land te bereiken. “Als ze de twee leiders niet bij elkaar kunnen brengen, sta dan op zijn minst toe dat internationale hulpverleners veilig voedsel brengen. Maar ik heb goede hoop dat de Europese mogendheden hun invloed bij de buurlanden kunnen aanwenden en hun kunnen vragen hun mogelijke relaties met machtige figuren in Soedan aan te wenden om aan te dringen op vrede, te luisteren en hun volk te redden.”
Ondertussen blijft de katholieke kerk, ondanks alle moeilijkheden, Jezus Christus aanwezig houden te midden van het lijden en de wreedheid van de oorlog. Er worden zelfs meer arbeiders voorbereid om in de wijngaard te dienen. “We hebben momenteel meer dan 70 jongeren in onze vormingshuizen en dit jaar zal ik zes nieuwe jonge priesters wijden. Het aantal roepingen groeit! God is aan het werk,” besluit de bisschop.
Zuster Gianna heeft een glimlach op haar gezicht als ze spreekt over haar missie in Kambia, een plaats in Sierra Leone zonder elektriciteit of andere basisvoorzieningen. Met haar Zusters van de Barmhartige Jezus, een congregatie die gesteund wordt door Kerk in Nood (ACN), doet zij essentieel werk in een land dat nog herstellende is van de verschrikkingen van de oorlog.
Gianna is een van de drie zusters van haar congregatie die momenteel in Kambia, Sierra Leone, wonen. De mensen hebben er geen basisvoorzieningen zoals badkamers en elektriciteit, maar bovenal hebben ze geen hoop op een betere toekomst. In het land, dat nog steeds worstelt met de geesten van een burgeroorlog tussen 1991 en 2002, vielen meer dan 50 duizend doden. Ruim een half miljoen mensen moesten hun huizen ontvluchten.
Ebola en corona
Na de oorlog kwam Ebola en vervolgens de covid-pandemie. In zo'n tragische omgeving is het moeilijk om dromen levend te houden. “Overal waar we komen proberen we te laten zien dat God liefde is. We zijn hier nog niet zo lang, maar door onze manier van leven proberen we te laten zien wat het betekent dat God barmhartig en liefdevol is”, zegt zuster Gianna. De Poolse zuster arriveerde in 2016 in Sierra Leone en begon al snel grote plannen te maken. Het onderwijsniveau was erg laag en kinderen en jongeren hadden moeite met schrijven en lezen. De zusters wilden een lokale kleuterschool en een pastoraal centrum voor jongeren openen.
Respect voor katholieke scholen
Met de hulp van Kerk in Nood (ACN) zijn deze dromen nu uitgekomen. “We hebben dit gebouw kunnen renoveren, zodat de kinderen er kunnen komen leren. We hebben het dak gerepareerd en een badkamer gebouwd. Nu kunnen we ze leren hoe ze deze dingen moeten gebruiken om hun levensniveau te verbeteren. De kinderen komen elke dag en ze leren, studeren en spelen, maar ze krijgen ook een warme maaltijd, wat voor hen zeldzaam is. Ze zijn gelukkig en ze hebben geluk”, zegt zuster Gianna, die haar diepste dank betuigt aan alle weldoeners die dit mogelijk hebben gemaakt.
Gewoonlijk steunt Kerk in Nood (ACN) geen kleuterscholen. Maar Sierra Leone is een heel speciaal geval, omdat scholen en kleuterscholen meestal de enige mogelijkheid bieden voor evangelisatie. De meerderheid van de bevolking is moslim, maar er is een wijdverbreid respect voor christelijke waarden, aangezien de meeste opgeleide inwoners zijn opgevoed in katholieke scholen. Ouders hebben er daarom geen probleem mee om hun kinderen in aanraking te laten komen met het Christendom, inclusief het gebed.
Centrum voor retraites
Een andere plaats voor evangelisatie is het Centrum voor Goddelijke Barmhartigheid. “Dit is een plek waar we weekendretraites kunnen organiseren. We willen de mensen helpen om geestelijk te groeien in het geloof. Wij, de zusters, willen iedereen eraan herinneren dat wij allen kostbaar zijn in Gods ogen omdat Jezus zijn leven aan het kruis gaf voor iedereen”, legt de zuster aan Kerk in Nood (ACN).
Volgens de plaatselijke Kerk heeft de aanwezigheid van de zusters een zeer positieve invloed gehad op het leven in de wijk, vooral voor de jeugd en de kinderen. Er zitten nu ongeveer 100 kinderen op de kleuterschool. Hoewel ze nog jong zijn, hopen de zusters dat hun voorbeeld hen de rest van hun leven bij zal blijven. “De meeste families komen uit de omgeving van de compound. Op zondag kleden ze hun kinderen vaak in hun mooiste kleren en sturen ze hen om met ons te bidden. Deze vorm van evangelisatie werkt. Wij kunnen niet veel evangeliseren met woorden, maar door ons voorbeeld geloof ik dat veel van deze kinderen in de toekomst dicht bij Christus zullen komen.”
Het bisdom Kisumu in Kenia bedient enkele uitzonderlijk arme gebieden. De diocesane congregatie “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” werd dan ook opgericht om de behoeftige bevolking te helpen. Sommige zusters zijn verpleegsters, anderen onderwijzen in het geloof. Helpt u mee met de bouw van een moederhuis en vormingscentrum voor een nieuwe plaatselijke congregatie, zodat zij er hun werk kunnen doen?
Honger, analfabetisme en gebrek aan medische voorzieningen en een gebrek aan schoon drinkwater, maken het leven voor veel mensen in het bisdom Kisumu moeilijk. Daarbij komen traditionele stammenpraktijken die extra leed veroorzaken. Meisjes worden vaak op 12-jarige leeftijd uitgehuwelijkt en weduwen worden niet zelden “overgenomen” door de broer van de overleden echtgenoot, wat de Aidsepidemie verergert.
Maar er zijn nog tal van andere problemen. De meeste gezinnen moeten overleven van het weinige dat hun oogst oplevert. Omdat veel volwassenen tijdens het regenseizoen naar de stad trekken op zoek naar werk, blijven kinderen en ouderen vaak onverzorgd achter in de dorpen. Daar brengen muggen in het regenseizoen malaria mee en lijden zij onder ziekten en infecties door het gebrek aan schoon drinkwater.
De “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” zorgen voor aanstaande moeders, treden op als vroedvrouwen, verzorgen de zieken en zorgen voor achtergebleven ouderen en wezen. Van de zes zusters die de oorspronkelijke stichting vormen, zijn er drie gediplomeerde verpleegsters. Zij begeleiden mensen in allerlei moeilijkheden en helpen hen om Jezus en zijn Blijde Boodschap te leren kennen.
De zusters zelf beschikken nog niet over een permanent klooster waar zij kunnen wonen en waar zij jonge vrouwen die tot hun gemeenschap willen toetreden, kunnen opleiden. Helpt u mee, zodat zij een huis en vormingscentrum kunnen bouwen in de nabijgelegen stad Katolo.
Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 130-05-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Dankzij de gulheid van de weldoeners van Kerk in Nood hebben de katholieken van Monze, in Zambia, nu een nieuwe kathedraal om beter in hun behoeften te voorzien en de evangelisatie-inspanningen te verbeteren.
Terwijl in veel delen van de ontwikkelde wereld kerken worden gesloten of leeg staan, heeft de katholieke gemeenschap van Monze, in het zuiden van Zambia, onlangs de opening gevierd van een nieuwe kathedraal.
Net als de grote Mozes uit het Oude Testament, leidde bisschop Moses Hamungole van Monze zijn volk op deze missie, maar net als de profeet werd hij door de Heer naar huis geroepen voordat hij de voltooide kathedraal had gezien.
De oude kathedraal in het bisdom Monze werd gebouwd op een toplocatie, midden in het centrum van de stad. Maar toen de stad en de bevolking groeiden tot ongeveer 30.000, vond de bisschop al snel dat er een nieuwe ruimte nodig was.
"De huidige kathedraal ligt in het centrale zakendistrict en de geluidsoverlast beïnvloedt de kerkelijke activiteiten, vooral tijdens grote liturgische vieringen. Het kerkterrein is ook beperkt, waardoor het onmogelijk is om nieuwe faciliteiten te bouwen, zoals een parkeergarage en catechetische klaslokalen, die we nodig hebben", legde bisschop Moses Hamungole uit aan Kerk in Nood, toen hij voor het eerst begon met de plannen van het project.
De tweede reden die de bisschop gaf, was een positieve: de kathedraal was niet langer groot genoeg voor de katholieke bevolking in Monze. "Dit betekent dat de parochie elke zondag vier missen moest houden."
Tenslotte was er de eveneens belangrijke kwestie van de evangelisatie. "Met de snelle toename en verspreiding van protestantse kerken, dachten we dat het zoeken naar een plek aan de rand van de stad en het bouwen van een nieuwe kerk ons uiteindelijk zou helpen om een nieuwe parochie voor evangelisatie te ontwikkelen".
Met dit plan in het achterhoofd, en zijn mensen achter hem, ging bisschop Mozes aan de slag. Een fondsenwervingsactie begon, grond werd aangekocht van de regering, en een delegatie bezocht paus Franciscus, in Rome, die in maart 2017 de eerste steen zegende. Kerk in Nood zegde ook toe financiële hulp te bieden.
Vertragingen van de regering bij het afgeven van bouwvergunningen, en alle moeilijkheden die gepaard gingen met de Covid-pandemie, vertraagden de bouw, maar de nieuwe kathedraal werd uiteindelijk op zaterdag 3 september ingewijd. Bisschop Mozes heeft de voltooiing van zijn project echter niet meer kunnen meemaken, want in januari 2021 overleed hij aan Covid.
Ter gelegenheid van de inwijding van de kathedraal heeft de nieuwe bisschop van Monze, Raphael Mweempwa, zijn voorganger herdacht en dank betuigd aan allen die het bisdom in deze tijd hebben geholpen, waaronder Kerk in NOod.
"Bij de gratie van God zijn de bouwwerkzaamheden aan de nieuwe Holy Trinity kathedraal in het bisdom Monze afgerond. Dankzij uw gebeden en vrijgevigheid is dit project succesvol afgerond. Tegen u zeggen wij: dank u wel. Wij verzekeren u van onze gebeden en vragen onze liefhebbende God om u en uw nobele werk te blijven zegenen", schreef bisschop Mweempwa in een boodschap aan de weldoeners van Kerk in Nood.
In Ethiopië groeien katholieke parochies zo snel dat de kleine houten kapellen met leem en grasdaken niet langer voldoen. De Kapucijner pater Abraham Waza vraagt om steun bij het bouwen van een meer duurzame kapel voor één van zijn 21 buitenposten.
Het apostolisch vicariaat Soddo, ongeveer 385 km ten zuiden van de hoofdstad Addis Abeba, is ongeveer 47.000 km² groot en telt vandaag bijna 192.000 katholieken. Het aantal parochies is de laatste jaren snel toegenomen en telt nu 34. Ook het aantal buitenposten wordt steeds talrijker. De gelovigen zijn bereidwillig en enthousiast. Vaak bouwen zij met eigen handen de eigen kleine houten kapelletjes met grasdaken - naar het voorbeeld van de typische plaatselijke ‘Tukuls.’ Het behoeft geen betoog dat deze niet lang blijven bestaan en al snel te klein worden voor de groeiende gemeenschappen. Een typisch voorbeeld is de parochie van Sint Franciscus in Kanafa. Van de 21 buitenposten heeft er slechts één een permanente kapel, gebouwd van duurzame betonblokken.
Pastoor Abraham Waza, een kapucijner pater, hoopt daarom op uw steun te mogen rekenen bij de bouw van een kapel in de buitenpost Dakaya. Dit dorp ligt op ongeveer 15 km van de centrale parochie en is alleen bereikbaar via heuvelachtige paden. Voor de 500 katholieke gelovigen in Dakaya is het vrijwel onmogelijk om voor de Zondagsmis naar de centrale parochie te gaan. De eigen kapel, vernoemd naar de aartsengel Gabriël, is echter vervallen en te klein. De meeste gelovigen staan tijdens de heilige Mis buiten in de volle, tropische zon.
Het is de bedoeling dat Dakaya, als de nieuwe kerk eenmaal gebouwd is, een zelfstandige parochie wordt. Zover is het echter nog niet. “Door armoede zijn de mensen van de parochie niet in staat om het project volledig zelf te financieren. Hoewel ze bereid zijn om hout, stro, water en hun eigen handenarbeid te leveren om de bouw van de nieuwe kapel tot het einde toe te voltooien, kunnen zij de kosten voor de betonblokken niet betalen", legt Abba Abraham uit.
Helpt u mee om de € 14.900 te vergaren die nodig zijn om de nieuwe kapel te voltooien? Doneer dan via deze website of maak uw gift over onder vermelding van code: 118-01-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Bijna 30 jaar nadat het land werd verwoest door een bloedige burgeroorlog, die duurde van 1977 tot 1992, zijn grote delen van Mozambique nog steeds niet hersteld van dit bloedige conflict. Niet alleen wijdverspreide materiële verwoestingen, maar ook diepgaande geestelijke en psychologische littekens blijven de realiteit in een groot deel van dit land.
In 2000 kwam op verzoek van de aartsbisschop van Maputo een gemeenschap van Indiase missionarissen van Sint Franciscus van Sales naar dit land in zuidelijk Afrika om in enkele van de zwaarst getroffen, afgelegen en onderontwikkelde regio's te werken en de verwoeste kerkelijke infrastructuur - en nog meer de getraumatiseerde menselijke zielen - weer op te bouwen.
De missionarissen, die nu acht afzonderlijke missieposten leiden, moesten vanaf nul beginnen. Bijna 30 jaar voor hun komst was er geen kerkelijke zending en geen evangelisatie geweest. Het heersende marxistische regime stond vijandig tegenover de Kerk en het geloof en de moraal waren “op hun dieptepunt”, zoals de paters ons vertellen.
De Indiase priesters begonnen met de wederopbouw van de kerken en kapellen, maar bovenal wijdden zij zich aan de zorg voor de zielen, zij bezochten de mensen thuis, verkondigden het evangelie, luisterden naar de mensen, troostten hen en boden tegelijkertijd ongecompliceerde praktische hulp. “Tijdens de lange jaren van de burgeroorlog waren zij letterlijk schapen zonder herder geweest. Nu keren ze geleidelijk terug naar vruchtbaarder weiden en aanvaarden ze Christus als hun Heer en Verlosser”, schrijft pater Ranjit Tirkey.
Een van de missieposten die onder hun hoede vallen is de parochie van Bela Vista in de provincie Matutuine in het zuiden van het land. De parochie telt 45.000 inwoners en zestien buitenposten waar de H. Mis wordt opgedragen. Een deel van de parochie ligt in het oerwoud, en het was vroeger erg moeilijk om sommige dorpen te bereiken, omdat de wegen in het regenseizoen onbegaanbaar werden door de modder en de riviertjes en beekjes. Maar nu is er eindelijk een geasfalteerde weg.
Toch moeten de drie Indiase priesters hun werk nog steeds doen onder moeilijke omstandigheden. Er heerst armoede, er zijn wijdverspreide ziekten, en alles bij elkaar is dit een afgelegen en onontwikkeld gebied waar de priesters helpers en raadgevers moeten zijn voor de mensen, niet alleen in hun geestelijke nood maar ook in hun vele materiële noden. Kortom, zij moeten alles zijn voor alle mensen, ondanks hun eigen diepe armoede.
Hun precaire situatie betreft met name hun eigen woonruimte. De pastorie is verwaarloosd en is al zo'n twintig jaar niet meer gerepareerd of onderhouden. Het dak lekt, de waterleidingen zijn verroest, het waterreservoir lekt en de sanitaire voorzieningen zijn zwaar beschadigd. Om hen in staat te stellen ten minste de dringendste en noodzakelijkste reparaties uit te voeren, hopen we op uw steun om de benodigde 4200 euro bij elkaar te krijgen.
Helpt u mee? Doneer dan online via onze website of maak uw gift over onder vermelding van code: 139-01-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD