Naast armoede, droogte en politieke onrust heeft de Afrikaanse bevolking op veel plaatsen te lijden onder toenemend islamistisch geweld. Vooral in de Sahel, hebben jihadisten hun aanwezigheid verder geconsolideerd. Ook het terrorisme vormt in toenemende mate een bedreiging voor de kerk. In 2021 was Afrika opnieuw het continent met het hoogste aantal vermoorde priesters, religieuzen en toegewijde leken mensen. Ondanks alle uitdagingen blijft Afrika een continent van hoop voor de Kerk.
Samen met Azië is Afrika het continent met de meeste groei in het aantal christenen. Daarmee is hun situatie er recent echter niet makkelijker op geworden. Diverse landen en streken in Afrika kennen een toename van agressieve uitwassen van de Islam. In de Sahel-landen, Kenia en het vasteland van Tanzania is dit fenomeen betrekkelijk nieuw. Landen als de Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek worden geplaagd door geweld en conflicten.
Het aantal aanvallen door gewapende islamisten is in vele delen van Afrika toegenomen. Van Mali en Burkina Faso tot Nigeria en Mozambique zijn er miljoenen christenen en moslims die op dit moment sterven, gewond raken en hun thuisland moeten inruilen voor troosteloze vluchtelingenkampen.
Met hulpprojecten voor in totaal ongeveer 28,5 miljoen euro (30,7% van de projecthulp) blijft Afrika een prioritaire regio voor Kerk in Nood. Toch blijft Afrika, ondanks alle uitdagingen, een continent van hoop voor de Kerk. Bijna één op de vijf katholieken in de wereld woont in Afrika. De Kerk is jong en groeit. Bijna één op de acht priesters, één op de acht zusters en meer dan een kwart van alle seminaristen wereldwijd wonen in Afrika. Kerk in Nood richt zich op de opleiding en training van deze priesters, religieuzen en leken, helpt bij de aanschaf van voertuigen die geschikt zijn voor off-road gebruik en ondersteunt de bouw van van kerken en kapellen.
Militanten hebben vrijdagnacht (13 juni) in de Nigeriaanse deelstaat Benue tot 200 christenen afgeslacht. Ze richtten zich op ontheemde gezinnen, staken hun gebouwen in brand terwijl ze binnen lagen te slapen en doodden iedereen die probeerde te vluchten.
De ontheemde gezinnen bevonden zich in gebouwen die waren omgebouwd tot tijdelijke onderkomens op het marktplein in Yelewata, vlakbij Makurdi. Daar stormden de militanten binnen en riepen “Allahu Akhbar” ('God is groot'), voordat ze naar willekeur mensen doodden.
In een verslag uit eerste hand aan de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) vertelden lokale geestelijken dat de politie eerder die avond een aanval had afgeslagen. Aanvallers probeerden namelijk eerst de St. Joseph kerk in Yelewata te bestormen, waar tot 700 ontheemden lagen te slapen. Toen dat mislukte, gingen de militanten naar het marktplein van de stad. Daar gebruikten ze brandstof om de deuren van de verblijven van de ontheemden in brand te steken. Vervolgens openden ze het vuur op het gebouw waar meer dan 500 mensen lagen te slapen.
De eerste berichten bevestigden dat zeker 100 mensen zijn omgekomen tijdens de drie uur durende slachtpartij. Latere gegevens, verzameld door het comité voor Gerechtigheid, Ontwikkeling en Vrede van het bisdom Makurdi (FJDP), schatten het totaal op 200. Het dodental maakt het tot de ergste gruweldaad in een regio waar het aantal aanvallen plotseling is toegenomen. Er zijn steeds meer tekenen dat er een gecoördineerde aanval aan de gang is om de gehele christelijke gemeenschap te dwingen de regio te verlaten.
Ondertussen proberen kerkleiders grote aantallen mensen te helpen. Velen onder de aanwezigen bij de slachtpartij hadden hun toevlucht gezocht in Yelewata vanwege eerder aanvallen van de Fulani op hun gemeenschap, elders in de deelstaat Benue. Zij zijn nu de stad ontvlucht naar naburige steden en dorpen.
In een gesprek met Kerk in Nood (ACN) vanuit Yelewata, minder dan 12 uur na de gruweldaad, beschrijft de pastoor van de stad, Ukuma Jonathan Angbianbee, hoe hij en andere ontheemden ternauwernood aan de dood ontsnapten. Ze vielen op de grond van de pastorie van de kerk bij het geluid van geweervuur: “Toen we de schoten hoorden en de militanten zagen, vertrouwden we ons leven toe aan God. Vanmorgen dank ik God dat ik nog leef. Wat ik vervolgens zag was echt gruwelijk. Mensen werden afgeslacht. Overal lagen lijken verspreid.”
In een eerste rapport van de FJDP, nadat de medewerkers net de plaats van het bloedbad hadden bezocht, stond: “Het was een doorn in het oog - geen lust voor het oog. Sommige [lichamen] waren onherkenbaar verbrand - baby's, kinderen, moeders en vaders gewoon weggevaagd.” Pater Jonathan zei dat sommigen zo erg verbrand waren dat het moeilijk was om ze te identificeren.
De priester zei dat Yelewata duizenden ontheemden uit naburige dorpen had opgenomen - omdat het als relatief veilig werd beschouwd. De stad, gelegen aan de hoofdweg naar Abuja – is nu grotendeels verlaten. Velen zoeken hun toevlucht in het nabijgelegen Daudu en Abagena.
Pater Jonathan zei dat hij en anderen de aanvallers identificeerden als Fulanis en dat de aanval zorgvuldig was gecoördineerd,. “De militanten bereikten de stad vanuit meerdere zijden en maakten gebruik van de dekking van hevige regenval om hun aanval in te zetten. Er is geen twijfel mogelijk over wie de aanval heeft uitgevoerd. Het waren zeker Fulanis. Ze schreeuwden 'Alahu Akhbar'.”
Pater Jonathan en andere geestelijken in het bisdom Makurdi bekritiseerden de veiligheidsreactie op de aanval. Volgens hen was de politie die de militanten tegenhield om de kerk binnen te gaan, slecht uitgerust en niet in staat om de aanval op het nabijgelegen marktplein te voorkomen.
“De ochtend na de aanval was er veel politie en andere beveiliging, maar waar waren ze de vorige avond toen we ze nodig hadden?” Hij vervolde: “Dit is verreweg de ergste gruweldaad die we hebben gezien. Niets komt ook maar in de buurt.”
In zijn toespraak tijdens het Angelus op zondag 15 juni zei Paus Leo XIV dat hij bad voor degenen die “op brute wijze gedood” werden in “een verschrikkelijk bloedbad”, waarvan de meesten ontheemden waren “die onderdak kregen bij de lokale katholieke missie”. De paus zei dat hij bad voor “veiligheid, gerechtigheid en vrede” in Nigeria. Hij voegde eraan toe dat hij in het bijzonder dacht aan de “christelijke gemeenschappen op het platteland van de staat Benue, die onophoudelijk het slachtoffer zijn geworden van geweld”.
De aanval van vrijdagavond vormt een nieuw dieptepunt in de aanvallen in de regio Makurdi, waar meer dan 95 procent katholiek is. Meer dan 100 mensen werden gedood tijdens aanvallen die drie weken geleden begonnen. Daarbij zijn meer dan 5.000 mensen ontheemd raakten. Kerkleiders hebben herhaaldelijk opgeroepen tot internationale hulp. Vanwege de omvang en aard van de aanvallen stellen zij dat er een plan van militante jihadi's aan de gang is om land in beslag te nemen en de regio etnisch te zuiveren van haar christelijke aanwezigheid.
Nigeria is één van de landen die geraakt worden door christenvervolging. Naast terroristische organisaties als Boko Haram, hebben ook etnische Fulani militanten en criminelen het gemunt op christenen. Meer weten? Klik hier voor meer informatie, films en ons rapport over de motieven, plaatsen en impact van christenvervolging wereldwijd.
Foto: © Diocese of Makurdi
In Soedan is priester Luka Jomo vrijdag neergeschoten tijdens een aanval van paramilitaire milities op de stad El Fasher. De hoofdstad van de deelstaat Noord-Darfur wordt sinds april 2023 belegerd. Pastoor Luka is de eerste priester die gedood werd tijdens de huidige burgeroorlog in Soedan.
“Lieve vaders, zusters en alle gelovigen. Het is met groot verdriet dat ik u informeer over het overlijden van pastoor Luka Jomo om 3 uur in El Fasher”, aldus pr. Abdallah Hussein, vicaris-generaal van het bisdom El Obeid (Soedan).
“De doodsoorzaak was een verdwaalde kogel die hem en twee andere jongeren het leven kostte. Laten we ons verenigen in gebed en God de Vader vragen dat hun zielen in vrede mogen rusten,” zei hij in een verklaring die gedeeld werd met de internationale stichting Kerk in Nood (ACN).
Lokale bronnen vertelden Kerk in Nood (ACN) dat de stad al bijna twee jaar belegerd wordt door de Rapid Support Forces. De paramilitaire militie weigert om humanitaire hulp toe te laten, ondanks de oproep van de Verenigde Naties.” “In de afgelopen maanden zijn de bombardementen en de aanvallen van de milities toegenomen. Tijdens een van deze aanvallen heeft een verdwaalde kogel waarschijnlijk een einde gemaakt aan zijn leven.”
“We geloven niet dat hij het beoogde doelwit was,” aldus één van de bronnen. “Sinds januari probeerden we pr. Luka te helpen om de stad te verlaten. Door de volledige omsingeling door de milities was het onmogelijk om te ontsnappen,” betreurt dezelfde bron.
In januari vertelde bisschop Yunan Tombe van El-Obeid aan Kerk in Nood (ACN) dat alle moslimscholen gesloten waren. Dat gebeurde nadat een granaat 35 meisjes had gedood in een school in de stad. “Ondanks alles blijft de lokale katholieke Kerk haar zes kleuterscholen, zes basisscholen en één middelbare school in El-Obeid gaande houden – het zijn de enige onderwijsinstellingen die nog open zijn.”
De stad El-Obeid, die in 2008 ongeveer 358.000 inwoners telde, staat onder controle van de Soedanese strijdkrachten. De stad wordt sinds 15 april 2023 echter belegerd door paramilitaire milities die bekend staan als de ‘Rapid Support Forces.’ Hoewel veel christenen erin slaagden te vluchten, bleven ongeveer 300 gezinnen in de stad achter. Het zijn echter vooral ouderen, vrouwen en kinderen die nog in de stad bivakkeren. Ook zijn er vluchtelingen die eerder uit Khartoem waren ontsnapt, en die op doorreis waren toen de belegering begon.
“Laten we bidden voor de eeuwige rust van pastoor Luka en voor de twee jongeren die stierven in El Fasher, voor hun families en gemeenschap. Maar ook voor alle christenen in Soedan en alle mensen in dit land, die het slachtoffer zijn van oorlog en geweld. Dat zij snel de vrede mogen bereiken waarnaar ze zo vurig verlangen,” vraagt Regina Lynch, Uitvoerend President van Kerk in Nood (ACN) International.
Benedictinessen doen vruchtbaar werk in Tsjaad: het eerste contemplatieve klooster in dit overwegend islamitische land in Centraal-Noord-Afrika is zelfvoorzienend én dienend.
De eerste benedictijnse zusters die vanuit de Democratische Republiek Congo in Tsjaad aankwamen, beschouwden het als een bijzondere genade om deel te mogen nemen aan het 'avontuur' van deze nieuwe stichting. Ook de lokale bevolking had hoge verwachtingen van dit nieuwe klooster, hoewel de meesten van hen weinig kennis hadden van het kloosterleven. De jonge zusters die naar Tsjaad kwamen, waren geïnspireerd door de nieuwe missie die hun was toevertrouwd. Ze gingen met veel moed en enthousiasme aan de slag om deze te vervullen.
In het dorp Lolo in het bisdom Mondou was aanvankelijk niets: geen school, geen stromend water, geen ziekenhuis, en de meeste mensen konden niet eens lezen of schrijven. Sinds het klooster in mei 2005 werd gesticht, hebben de zes benedictinessen ook een geestelijk centrum, een kleuterschool en een basisschool opgericht. Ze zetten zich ook in om vrouwen en meisjes te leren lezen en schrijven en om meisjes en jonge vrouwen, die tot op de dag van vandaag vaak tot een vroeg huwelijk worden gedwongen, een praktische beroepsopleiding te bieden. Vooral voor deze vrouwen en meisjes is de aanwezigheid van de zusters een grote steun.
Maar Tsjaad is een van de armste landen ter wereld. Het is daarom voor het klooster moeilijk om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Zuster Victorine, de priorin, schreef ons eerder: “De weinige middelen die we van buitenaf ontvangen, zijn niet voldoende en we hebben moeite om in de basisbehoeften van het klooster te voorzien, zoals voedsel, medicijnen en kleding, maar ook in de geestelijke behoeften, zoals de opleiding van onze jongere zusters, retraites en geestelijke oefeningen.”
Met uw steun van 8560 euro hebben de Benedictinessen een klein landbouwproject opgezet om in hun eigen onderhoud te voorzien. Met het geld dat u heeft gegeven, konden zij landbouwwerktuigen, zaden en een paar koeien kopen. Zij hebben nu een stuk land van zes hectare. Op een stuk land van twee hectare verbouwen zij gierst en sesam voor eigen gebruik. Verder verbouwen zij aardnoten voor de verkoop. Een deel van de opbrengst wordt vervolgens opnieuw in het project geïnvesteerd, zodat het succesvol kan worden voortgezet.
Zuster Myriam komt oorspronkelijk uit de Democratische Republiek Congo. Zij vertelt ons: “Ik doe mijn eerste missionaire ervaring op in Tsjaad. De gemeenschap hier is jong en daarom moeten we heel hard werken, vooral met onze handen. Ik heb geleerd hoe ik de trekdieren moet leiden en de velden moet ploegen, en ook hoe ik gierst moet verbouwen.”
“We voorzien in ons eigen levensonderhoud. Ook ondersteunen we de lokale gemeenschap met sociale projecten, zoals onderwijs, toegang tot schoon drinkwater en gezondheidszorg. Ik wil de weldoeners van Kerk in Nood hartelijk bedanken voor deze belangrijke steun om ons zusters op deze manier in ons levensonderhoud te voorzien!” Lees ook dit artikel over christenen in Tsjaad.
Terwijl islamistische aanvallen het noordelijke district Cabo Delgado in Mozambique blijven terroriseren, doet de Kerk al het mogelijke om de lokale bevolking te helpen.
De christelijke bevolking van Cabo Delgado, in het noorden van Mozambique, lijdt zwaar onder terroristische aanvallen door islamistische milities. “De afgelopen dagen zijn er aanvallen geweest in de regio Ancuabe, waarbij de terroristen van het centrum naar het noorden trokken”, vertelt pater Passionist Kwiriwi Fonseca.
In een bericht aan Kerk in Nood (ACN) stelt hij dat het geweld voor een nieuwe golf van binnenlandse ontheemden zorgt. Volgens de Verenigde Naties zijn half april bijna 15.000 mensen hun huizen ontvlucht vanwege het geweld. “Alle nieuwe ontheemden gaven aan dat zij gevlucht zijn vanwege directe aanvallen op hun dorpen. Daarbij was sprake van plundering, brandstichting, ontvoeringen en selectieve moorden,” legt de priester uit.
Volgens de Passionist zijn er veel christenen die lijden. "Huizen en ook sommige kapellen zijn verbrand. Veel sociaal werk kan niet veel meer gedaan worden. De mensen zijn dan ook wanhopig."
“Het bisdom Pemba heeft via de plaatselijke Caritas al het mogelijke gedaan, maar we moeten dit geweld aan de kaak stellen. De mensen kunnen niet op deze manier blijven lijden”, aldus de pater. “We vragen niet alleen om uw steun, maar ook om uw gebeden en tussenkomst, zodat de mensen eindelijk vrede kunnen hebben.”
Het geweld in het noorden van Mozambique begon in 2017. Terroristen die loyaal zijn aan Islamitische Staat begonnen toen een geweldscampagne. Die leidde tot de dood van meer dan 5.000 mensen en ongeveer een miljoen binnenlandse ontheemden. Weldoeners van Kerk in Nood (ACN) hielpen het bisdom Pemba tijdens het conflict, vooral met noodhulp voor de ontheemden.
Meer weten over de hulp die u mogelijk maakt in Mozambique? Lees dan het verhaal van zuster Aparecida Queiroz, die zeven jaar geleden aankwam in Mozambique, over haar werk onder de getroffenen en haar dankbaarheid voor uw niet aflatende steun.
In de schaduw van de wolkenkrabbers van Nairobi speelt zich een stille revolutie af. Tussen het geweld, de armoede en het straatleven brengen de Zusters van de Assumptie van Eldoret een sprankje hoop voor meisjes die anders vergeten zouden worden. Wat begint met een ontmoeting op straat, eindigt dankzij steun van de donateurs van Kerk in Nood (ACN) vaak in een complete transformatie. Een verhaal over geloof, veerkracht en de ongelooflijke impact van onderwijs.
“Wanneer we deze meisjes redden, vindt er een totale transformatie plaats”, zegt zuster Caroline Ngatia. Haar congregatie, die 2000 zusters telt die inmiddels niet alleen in Kenia werken, halen kinderen van de straat. Ze bieden hen een kans op een beter en waardiger leven. Vooral in Nairobi, de hoofdstad van Kenia, hebben de zusters een grote missie. Daar leven meer dan 60.000 straatgezinnen, waaronder duizenden jongens en meisjes die niet naar school gaan. Velen zijn verslaafd aan drugs of betrokken bij andere illegale activiteiten.
De zusters werkten eerst alleen met jongens, maar zijn zich sinds kort ook op meisjes gaan richten, nadat ze zich realiseerden dat meisjes op straat veel kwetsbaarder zijn dan jongens. “We gaan naar de straten van Nairobi en we krijgen een band met deze meisjes. We bezoeken ze drie dagen per week. Ook werken we met hun moeders, van wie de meesten aan de drugs zijn. Wanneer de meisjes naar het centrum komen, brengen we de moeders die bereid zijn om af te kicken naar een andere organisatie. Als ze daar eenmaal zijn afgekickt, maken we hen economisch weerbaar en brengen we de meisjes terug naar hun familie,” legt zuster Caroline uit.
Helaas is hereniging met de familie niet altijd mogelijk. Maar ook in dat geval geven de zusters de jonge meisjes nooit op. “Degenen die niet terug kunnen naar hun familie, blijven bij ons. We brengen ze dus naar school, betalen hun schoolgeld en geven veel psychosociale ondersteuning. Veel meisjes zijn seksueel misbruikt op straat, sommigen zijn besmet met AIDS... maar we proberen ze zelfredzaam te maken.”
Bij de jongens gold hierbij een succespercentage van ongeveer 50%. Het verbaasde de zusters daarom dat de meisjes, als ze de kans kregen, nooit naar de straat terugkeerden. “Er is geen terugval. Als het ons lukt om deze meisjes te redden, is er een totale transformatie om een beter persoon in de maatschappij te worden. We moedigen hen aan om onderwijs serieus te nemen. Alleen onderwijs kan die vicieuze cirkel van armoede doorbreken,” vertelt de Keniaanse zuster verheugd.
Een van de redenen van dit grote verschil tussen de meisjes en de jongens zou kunnen zijn dat de zusters dichter bij het meisjesverblijf aanwezig zijn, wat ze bij de jongens niet kunnen. De orde hoopt een klooster naast het jongensverblijf te bouwen, om te proberen de situatie te verbeteren.
Dankzij de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) is niet alleen materiële uitbreiding mogelijk. “De hulp die jullie ons geven in de vorm van studiebeurzen, geeft de zusters de vaardigheden om hun werk uit te kunnen voeren. Omdat ze goed opgeleid zijn, kunnen ze de projecten goed leiden en kunnen we de vruchten ervan zien. Uw steun is essentieel om ons te helpen vol vertrouwen te groeien in onze missie. We hebben zelfs andere organisaties die ons vragen om hun huizen te runnen, omdat die van ons het goed doen, omdat de zusters bekwaam zijn,” vertelt zuster Joyce Nyagucha Ontune, de algemene overste van de congregatie.
Het enthousiasme van de zusters van de Assumptie is grenzeloos. “We hebben land en bezittingen. Onze grootste vreugde zou zijn om zelfvoorzienend te worden, zodat andere congregaties kunnen profiteren van de hulp van Kerk in Nood (ACN). En misschien kunnen we, als we groeien, zelfs donoren voor anderen worden!”
Lees hier ook hoe Keniaanse zusters juist in het regenseizoen een onmisbare rol spelen in het leven van de allerarmsten.
Burkina Faso viert 125 jaar evangelisatie in een land dat momenteel geteisterd wordt door geweld en terrorisme. Het Afrikaanse land staat op de eerste plaats op de wereldranglijst van terrorisme. Het heeft te kampen met ernstige veiligheidsproblemen, voortdurende aanvallen op de burgerbevolking en hele regio's die alleen per helikopter bereikbaar zijn.
Ondanks deze situatie viert de Kerk in Burkina Faso met vreugde de komst van de eerste leden van de Sociëteit van Missionarissen van Afrika. Zij staan bekend als de Witte Paters vanwege de kleur van hun habijten. Ze brachten het geloof, maar ook andere elementen die cruciaal zijn geweest voor de vooruitgang van het land.
De nalatenschap van de paters wordt weerspiegeld in het herdenkingslogo dat deze dagen te zien is in de plaatselijke kerken. Op traditionele kleding die de Burkinezen dragen valt een kaart te zien van Burkina Faso met symbolen van het geloof - de Bijbel, het kruis en de Eucharistie - en van onderwijs - een passer, een waterpas en een pen. De sociale, economische en menselijke ontwikkeling wordt verbeeld door bossen sorghum, een traditioneel Burkinese graansoort. De afbeelding wordt omringd door kaurischelpen, die vóór de kolonisatie als betaalmiddel werden gebruikt.
Burkina Faso is in meerderheid moslim, maar er is ook een groot aantal aanhangers van traditionele religies. Hoewel ze minder dan 30% van de bevolking uitmaken, hebben katholieken een belangrijke rol in de samenleving. Alle drie de religies hebben van oudsher in harmonie naast elkaar bestaan. Ook vandaag de dag hebben de meeste katholieken familieleden - ouders, schoonouders of broers en zussen - die tot andere religies behoren. Tot de komst van terroristische groeperingen ongeveer tien jaar geleden, is religie nooit een scheidende factor geweest. Internationale terreurgroepen zoals Al Qaida en Islamitische Staat proberen echter grondgebied te veroveren en een extremistische versie van de islam op te leggen.
Om de 125e verjaardag van de evangelisatie te vieren, organiseerde de Burkinese Kerk met de hulp van Kerk in Nood (ACN) een driedaagse conferentie over de huidige situatie en toekomstige uitdagingen. Daarbij kregen de aanwezigen de gelegenheid om na te denken over onderwerpen als onderwijs, nationale veiligheid, interreligieuze dialoog en het gezin. Volgens aartsbisschop Laurent Dabiré, voorzitter van de bisschoppenconferentie van Burkina Faso en Niger, was het een moment van delen, reflectie en onderzoek. "Samen, als Kerk en als familie, kwamen we bijeen om het terrein voor te bereiden voor het pastorale werk van morgen.”
Het thema van de jubileumvieringen is 'Kerk, Gods familie'. Aartsbisschop Dabiré van Bobo-Dioulasso legde het concept uit aan de aanwezigen bij het evenement. “We vergeten vaak te spreken over de Kerk als familie, de familie van God, de familie van de gedoopten. Voor Afrikanen is dit een heel belangrijke definitie van de Kerk. Johannes Paulus II gebruikte dit beeld en zei dat het niet alleen belangrijk was voor ons, maar voor de universele Kerk. Het beeld van het gezin in Europa is ernstig vervormd. Veel van de problemen die daar zijn ontstaan, beginnen nu ook ons te raken, dus het is belangrijk om deze kwestie te bespreken”.
Door het geweld en terrorisme zijn veel gezinnen in Burkina Faso tegenwoordig verdeeld. Drie seminaristen van het Grootseminarie van Sint Jan de Doper in Ouagadougu vertelden Kerk in Nood over de tragische omstandigheden waarin zij momenteel verkeren. Een van hen heeft zijn familie al jaren niet meer gezien. Zij wonen in een risicogebied, omringd door terroristen. Ze krijgen slechts om de twee of drie maanden humanitaire hulp. Velen leven in voortdurende angst, honger en eenzaamheid. De families van de andere twee zijn ontheemd. Zij moesten hun dorpen verlaten vanwege terroristische aanvallen. De steun van de Kerk aan de ontheemden is van cruciaal belang. De Kerk is een van van de weinige bronnen van hoop en materiële hulp in deze moeilijke tijden.
Ondanks de huidige realiteit in Burkina Faso vieren katholieken hun geloof en zitten de kerken vol. Naar schatting hebben ruim twee miljoen mensen in februari de Mis bijgewoond die werd voorgegaan door kardinaal Parolin in het heiligdom van Yagma. Duizenden volwassenen werden met Pasen gedoopt. Ook onderzoeken honderden seminaristen hun roeping tot het priesterschap. De weldoeners van Kerk in Nood helpen dan ook bij het financieren van de bouw van een nieuw seminarie in Koumi. Daar studeren de jonge mannen filosofie. De huidige locatie biedt namelijk onvoldoende ruimte voor het aantal studenten. Sommige seminaristen zijn zelfs naar de buurlanden Mali en Niger gestuurd.
Ongeveer 250 mensen namen deel aan de conferentie. Onder hen diocesane delegaties en politieke en religieuze gasten. “We hebben nieuwe wegen geopend om de Kerk als familie te versterken en de katholieke scholen een impuls te geven. Ook spraken we over wegen om de interreligieuze dialoog en de oecumene aan te moedigen en over samenwerking met onze moslimbroeders en -zusters,” zei aartsbisschop Dabiré. Dit zijn allemaal essentiële factoren om de vrede te bewaren, ondanks de pogingen van de terroristen om de erfenis van sociale harmonie en respect te ondermijnen. De Kerk gelooft dat zij een brug kan zijn in deze moeilijke situatie: “De Kerk is hier niet als een oppositionele kracht. Ze spreekt over het Evangelie en de sociale leer, altijd met een uitgestoken hand, en luisterend naar iedereen.”
Aartsbisschop Dabiré maakte van de gelegenheid gebruik om de weldoeners en medewerkers van Kerk in Nood (ACN) te bedanken. "U biedt niet alleen economische steun, maar ook gebed, vriendschap en broederschap. U hebt zelf Burkina Faso bezocht, ondanks de moeilijke reisomstandigheden”.
Benedictinessen doen vruchtbaar werk in Tsjaad: het eerste contemplatieve klooster in dit overwegend islamitische land in Centraal-Noord-Afrika is zelfvoorzienend én dienend.
De eerste benedictijnse zusters die vanuit de Democratische Republiek Congo in Tsjaad aankwamen, beschouwden het als een bijzondere genade om deel te mogen nemen aan het 'avontuur' van deze nieuwe stichting. Ook de lokale bevolking had hoge verwachtingen van dit nieuwe klooster, hoewel de meesten van hen weinig kennis hadden van het kloosterleven. De jonge zusters die naar Tsjaad kwamen, waren geïnspireerd door de nieuwe missie die hun was toevertrouwd. Ze gingen met veel moed en enthousiasme aan de slag om deze te vervullen.
In het dorp Lolo in het bisdom Mondou was aanvankelijk niets: geen school, geen stromend water, geen ziekenhuis, en de meeste mensen konden niet eens lezen of schrijven. Sinds het klooster in mei 2005 werd gesticht, hebben de zes benedictinessen ook een geestelijk centrum, een kleuterschool en een basisschool opgericht. Ze zetten zich ook in om vrouwen en meisjes te leren lezen en schrijven en om meisjes en jonge vrouwen, die tot op de dag van vandaag vaak tot een vroeg huwelijk worden gedwongen, een praktische beroepsopleiding te bieden. Vooral voor deze vrouwen en meisjes is de aanwezigheid van de zusters een grote steun.
Maar Tsjaad is een van de armste landen ter wereld. Het is daarom voor het klooster moeilijk om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Zuster Victorine, de priorin, schreef ons eerder: “De weinige middelen die we van buitenaf ontvangen, zijn niet voldoende en we hebben moeite om in de basisbehoeften van het klooster te voorzien, zoals voedsel, medicijnen en kleding, maar ook in de geestelijke behoeften, zoals de opleiding van onze jongere zusters, retraites en geestelijke oefeningen.”
Met uw steun van 8560 euro hebben de Benedictinessen een klein landbouwproject opgezet om in hun eigen onderhoud te voorzien. Met het geld dat u heeft gegeven, konden zij landbouwwerktuigen, zaden en een paar koeien kopen. Zij hebben nu een stuk land van zes hectare. Op een stuk land van twee hectare verbouwen zij gierst en sesam voor eigen gebruik. Verder verbouwen zij aardnoten voor de verkoop. Een deel van de opbrengst wordt vervolgens opnieuw in het project geïnvesteerd, zodat het succesvol kan worden voortgezet.
Zuster Myriam komt oorspronkelijk uit de Democratische Republiek Congo. Zij vertelt ons: “Ik doe mijn eerste missionaire ervaring op in Tsjaad. De gemeenschap hier is jong en daarom moeten we heel hard werken, vooral met onze handen. Ik heb geleerd hoe ik de trekdieren moet leiden en de velden moet ploegen, en ook hoe ik gierst moet verbouwen.”
“We voorzien in ons eigen levensonderhoud. Ook ondersteunen we de lokale gemeenschap met sociale projecten, zoals onderwijs, toegang tot schoon drinkwater en gezondheidszorg. Ik wil de weldoeners van Kerk in Nood hartelijk bedanken voor deze belangrijke steun om ons zusters op deze manier in ons levensonderhoud te voorzien!” Lees ook dit artikel over christenen in Tsjaad.
Zuster Gianna heeft een glimlach op haar gezicht als ze spreekt over haar missie in Kambia, een plaats in Sierra Leone zonder elektriciteit of andere basisvoorzieningen. Met haar Zusters van de Barmhartige Jezus, een congregatie die gesteund wordt door Kerk in Nood (ACN), doet zij essentieel werk in een land dat nog herstellende is van de verschrikkingen van de oorlog.
Gianna is een van de drie zusters van haar congregatie die momenteel in Kambia, Sierra Leone, wonen. De mensen hebben er geen basisvoorzieningen zoals badkamers en elektriciteit, maar bovenal hebben ze geen hoop op een betere toekomst. In het land, dat nog steeds worstelt met de geesten van een burgeroorlog tussen 1991 en 2002, vielen meer dan 50 duizend doden. Ruim een half miljoen mensen moesten hun huizen ontvluchten.
Ebola en corona
Na de oorlog kwam Ebola en vervolgens de covid-pandemie. In zo'n tragische omgeving is het moeilijk om dromen levend te houden. “Overal waar we komen proberen we te laten zien dat God liefde is. We zijn hier nog niet zo lang, maar door onze manier van leven proberen we te laten zien wat het betekent dat God barmhartig en liefdevol is”, zegt zuster Gianna. De Poolse zuster arriveerde in 2016 in Sierra Leone en begon al snel grote plannen te maken. Het onderwijsniveau was erg laag en kinderen en jongeren hadden moeite met schrijven en lezen. De zusters wilden een lokale kleuterschool en een pastoraal centrum voor jongeren openen.
Respect voor katholieke scholen
Met de hulp van Kerk in Nood (ACN) zijn deze dromen nu uitgekomen. “We hebben dit gebouw kunnen renoveren, zodat de kinderen er kunnen komen leren. We hebben het dak gerepareerd en een badkamer gebouwd. Nu kunnen we ze leren hoe ze deze dingen moeten gebruiken om hun levensniveau te verbeteren. De kinderen komen elke dag en ze leren, studeren en spelen, maar ze krijgen ook een warme maaltijd, wat voor hen zeldzaam is. Ze zijn gelukkig en ze hebben geluk”, zegt zuster Gianna, die haar diepste dank betuigt aan alle weldoeners die dit mogelijk hebben gemaakt.
Gewoonlijk steunt Kerk in Nood (ACN) geen kleuterscholen. Maar Sierra Leone is een heel speciaal geval, omdat scholen en kleuterscholen meestal de enige mogelijkheid bieden voor evangelisatie. De meerderheid van de bevolking is moslim, maar er is een wijdverbreid respect voor christelijke waarden, aangezien de meeste opgeleide inwoners zijn opgevoed in katholieke scholen. Ouders hebben er daarom geen probleem mee om hun kinderen in aanraking te laten komen met het Christendom, inclusief het gebed.
Centrum voor retraites
Een andere plaats voor evangelisatie is het Centrum voor Goddelijke Barmhartigheid. “Dit is een plek waar we weekendretraites kunnen organiseren. We willen de mensen helpen om geestelijk te groeien in het geloof. Wij, de zusters, willen iedereen eraan herinneren dat wij allen kostbaar zijn in Gods ogen omdat Jezus zijn leven aan het kruis gaf voor iedereen”, legt de zuster aan Kerk in Nood (ACN).
Volgens de plaatselijke Kerk heeft de aanwezigheid van de zusters een zeer positieve invloed gehad op het leven in de wijk, vooral voor de jeugd en de kinderen. Er zitten nu ongeveer 100 kinderen op de kleuterschool. Hoewel ze nog jong zijn, hopen de zusters dat hun voorbeeld hen de rest van hun leven bij zal blijven. “De meeste families komen uit de omgeving van de compound. Op zondag kleden ze hun kinderen vaak in hun mooiste kleren en sturen ze hen om met ons te bidden. Deze vorm van evangelisatie werkt. Wij kunnen niet veel evangeliseren met woorden, maar door ons voorbeeld geloof ik dat veel van deze kinderen in de toekomst dicht bij Christus zullen komen.”
Het bisdom Kisumu in Kenia bedient enkele uitzonderlijk arme gebieden. De diocesane congregatie “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” werd dan ook opgericht om de behoeftige bevolking te helpen. Sommige zusters zijn verpleegsters, anderen onderwijzen in het geloof. Helpt u mee met de bouw van een moederhuis en vormingscentrum voor een nieuwe plaatselijke congregatie, zodat zij er hun werk kunnen doen?
Honger, analfabetisme en gebrek aan medische voorzieningen en een gebrek aan schoon drinkwater, maken het leven voor veel mensen in het bisdom Kisumu moeilijk. Daarbij komen traditionele stammenpraktijken die extra leed veroorzaken. Meisjes worden vaak op 12-jarige leeftijd uitgehuwelijkt en weduwen worden niet zelden “overgenomen” door de broer van de overleden echtgenoot, wat de Aidsepidemie verergert.
Maar er zijn nog tal van andere problemen. De meeste gezinnen moeten overleven van het weinige dat hun oogst oplevert. Omdat veel volwassenen tijdens het regenseizoen naar de stad trekken op zoek naar werk, blijven kinderen en ouderen vaak onverzorgd achter in de dorpen. Daar brengen muggen in het regenseizoen malaria mee en lijden zij onder ziekten en infecties door het gebrek aan schoon drinkwater.
De “Visitatiedochters van het Onbevlekt Hart” zorgen voor aanstaande moeders, treden op als vroedvrouwen, verzorgen de zieken en zorgen voor achtergebleven ouderen en wezen. Van de zes zusters die de oorspronkelijke stichting vormen, zijn er drie gediplomeerde verpleegsters. Zij begeleiden mensen in allerlei moeilijkheden en helpen hen om Jezus en zijn Blijde Boodschap te leren kennen.
De zusters zelf beschikken nog niet over een permanent klooster waar zij kunnen wonen en waar zij jonge vrouwen die tot hun gemeenschap willen toetreden, kunnen opleiden. Helpt u mee, zodat zij een huis en vormingscentrum kunnen bouwen in de nabijgelegen stad Katolo.
Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 130-05-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Dankzij de gulheid van de weldoeners van Kerk in Nood hebben de katholieken van Monze, in Zambia, nu een nieuwe kathedraal om beter in hun behoeften te voorzien en de evangelisatie-inspanningen te verbeteren.
Terwijl in veel delen van de ontwikkelde wereld kerken worden gesloten of leeg staan, heeft de katholieke gemeenschap van Monze, in het zuiden van Zambia, onlangs de opening gevierd van een nieuwe kathedraal.
Net als de grote Mozes uit het Oude Testament, leidde bisschop Moses Hamungole van Monze zijn volk op deze missie, maar net als de profeet werd hij door de Heer naar huis geroepen voordat hij de voltooide kathedraal had gezien.
De oude kathedraal in het bisdom Monze werd gebouwd op een toplocatie, midden in het centrum van de stad. Maar toen de stad en de bevolking groeiden tot ongeveer 30.000, vond de bisschop al snel dat er een nieuwe ruimte nodig was.
"De huidige kathedraal ligt in het centrale zakendistrict en de geluidsoverlast beïnvloedt de kerkelijke activiteiten, vooral tijdens grote liturgische vieringen. Het kerkterrein is ook beperkt, waardoor het onmogelijk is om nieuwe faciliteiten te bouwen, zoals een parkeergarage en catechetische klaslokalen, die we nodig hebben", legde bisschop Moses Hamungole uit aan Kerk in Nood, toen hij voor het eerst begon met de plannen van het project.
De tweede reden die de bisschop gaf, was een positieve: de kathedraal was niet langer groot genoeg voor de katholieke bevolking in Monze. "Dit betekent dat de parochie elke zondag vier missen moest houden."
Tenslotte was er de eveneens belangrijke kwestie van de evangelisatie. "Met de snelle toename en verspreiding van protestantse kerken, dachten we dat het zoeken naar een plek aan de rand van de stad en het bouwen van een nieuwe kerk ons uiteindelijk zou helpen om een nieuwe parochie voor evangelisatie te ontwikkelen".
Met dit plan in het achterhoofd, en zijn mensen achter hem, ging bisschop Mozes aan de slag. Een fondsenwervingsactie begon, grond werd aangekocht van de regering, en een delegatie bezocht paus Franciscus, in Rome, die in maart 2017 de eerste steen zegende. Kerk in Nood zegde ook toe financiële hulp te bieden.
Vertragingen van de regering bij het afgeven van bouwvergunningen, en alle moeilijkheden die gepaard gingen met de Covid-pandemie, vertraagden de bouw, maar de nieuwe kathedraal werd uiteindelijk op zaterdag 3 september ingewijd. Bisschop Mozes heeft de voltooiing van zijn project echter niet meer kunnen meemaken, want in januari 2021 overleed hij aan Covid.
Ter gelegenheid van de inwijding van de kathedraal heeft de nieuwe bisschop van Monze, Raphael Mweempwa, zijn voorganger herdacht en dank betuigd aan allen die het bisdom in deze tijd hebben geholpen, waaronder Kerk in NOod.
"Bij de gratie van God zijn de bouwwerkzaamheden aan de nieuwe Holy Trinity kathedraal in het bisdom Monze afgerond. Dankzij uw gebeden en vrijgevigheid is dit project succesvol afgerond. Tegen u zeggen wij: dank u wel. Wij verzekeren u van onze gebeden en vragen onze liefhebbende God om u en uw nobele werk te blijven zegenen", schreef bisschop Mweempwa in een boodschap aan de weldoeners van Kerk in Nood.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD