fbpx

“Wij zijn zwak, moe en bang en hopen dat God voor ons strijdt”

woensdag, 03 augustus 2022
Nieuws
In de ochtend van 19 juni hebben tientallen gewapende leden van de Fulani-stam twee kerken aangevallen in Rubuh, in de Nigeriaanse staat Kaduna. Drie parochianen kwamen om in de katholieke kerk St. Mozes. En één man stierf bij de aanval op de Baptistenkerk van Bege, van waaruit 36 mensen ontvoerd werden. De katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) sprak met Emmanuel Joseph, een catechist in de St. Moseskerk, die binnen was toen de aanval plaatsvond.
ACN-20220803-131823

Hoeveel aanvallers waren er, en waar was u toen de aanval gebeurde?
Ik schat dat er meer dan 40 gewapende mannen waren. De Mis was net begonnen toen wij schoten hoorden. Plotseling kwam een van onze jonge mannen naar het kerkgebouw rennen, roepend “Rennen! Rennen! Ze komen eraan!” Parochianen begonnen overal heen te rennen, stoelen werden daarbij kapotgemaakt, en sommigen raakten gewond toen ze probeerden weg te komen. De kerk was overvol en er was nergens plaats om naartoe te rennen, dus stond ik daar, verward over wat ik nu moest doen.

Toen ze het kerkterrein binnenkwamen, schoten ze drie leden neer die de kerk verlaten hadden: een echtpaar, dat zeven kinderen achterliet, en een jonge man, die een vrouw en drie kinderen achterliet.

Hoe lang heeft dit geduurd? Kwam er hulp?
De aanval duurde ongeveer 90 minuten. Ik was de laatste die de kerk verliet, nadat ik mij ervan verzekerd had dat de meeste van mijn parochianen veilig waren. Wat mij het meest schokte, was dat er geen beveiliging ter plaatse kwam; en zelfs na het incident was het beveiligingspersoneel er pas na een half uur.

Zij overvielen ook de plaatselijke Baptistenkerk, en ontvoerden 36 leden van de gemeente, voornamelijk vrouwen, en doodden daar ook een man. Die avond lieten de ontvoerders drie van de gijzelaars vrij. Een van de vrijgelatenen was uitgekozen om als contactpersoon tussen de ontvoerders en de gemeente te fungeren. Zij eisten een losgeld van 100 miljoen naira (ongeveer 220.000 euro). Sindsdien hebben wij niets meer gehoord over het lot van de gijzelaars. Hun leven ligt in de handen van God, want er is geen enkele poging ondernomen om hen terug te brengen.

De staat Kaduna is niet vreedzaam geweest sinds de invoering van de sharia in 2000. Er is een reeks aanslagen geweest, vooral op katholieke priesters, katholieke gelovigen, en christenen in het algemeen, en de regering doet niets om te helpen. Door de Fulani-terroristische aanslagen slapen wij met één oog open.

Zijn er concrete aanwijzingen, in plaats van speculaties, over de identiteit van de aanvallers?
Het waren Fulani-mannen. De drie leden van de gemeenschap die vrijgelaten zijn, vertelden ons dat zij Fulfulde [Fulani-taal] spraken, maar zich net zo kleedden als Boko Haram.

Bent u bezorgd over bijkomend geweld, misschien gedreven door wraakgevoelens?
Met alles wat er in de staat gebeurd is, waaronder voortdurende aanvallen op de christelijke gelovigen in de Rubuh-gemeenschap, zijn wij zwak en moe, en wij beginnen ook bang te worden. We zijn alleen maar bezig met hoe wij in leven kunnen blijven, en zoeken God voor onze veiligheid, in de overtuiging dat Hij voor ons zal terugvechten.

Hoe denkt u de gewonde en rouwende parochianen te gaan verzorgen?
Wij zijn reeds met dat proces begonnen. Leden van de gemeenschap verzorgen de kinderen die hun ouders verloren hebben. Wij bezoeken de gewonden en moedigen hen aan om niet op te geven, en wij bidden ook met hen. Wij dragen Missen op voor de ontvoerde parochianen en vragen God een wonder te verrichten en hen veilig terug te brengen; wij bidden ook voor de zielen die zijn heengegaan, dat zij in vrede mogen rusten.

Onze gemeenschap heeft geen enkele hulp van buitenaf gekregen. Wij hebben het alleen gered en geprobeerd te overleven. De Fulani-aanvallers hebben ook enkele parochianen werkloos gemaakt, omdat zij enkele winkels geplunderd hebben. Deze parochianen zijn getraumatiseerd en nog steeds in shock, want met het uitbaten van deze winkels konden zij hun gezinnen voeden en verzorgen.

Hoe gaat u de mensen helpen om zich op hun gemak te voelen als ze weer naar de kerk komen?
Om eerlijk te zijn, ben ik zelfs bang. De angst heeft het beste uit ons gehaald. Maar ik zal niet ophouden het Evangelie te prediken. Ik zal niet ophouden zielen voor Christus te winnen, want dat is mijn roeping. Ik zal mijn parochianen blijven aanmoedigen om hun geloof levend te houden, hen thuis bezoeken, het woord van God met hen delen en met hen bidden. Door dat te doen, geloof ik dat zij bemoedigd zullen worden.

Waarover praten de overlevenden met u als het over hun geloof gaat?
Deze aanval heeft hun geloof in God echt verzwakt. Zij zijn bang om naar de kerk te komen. Wanneer ik hen bezoek en hen aanmoedig om te komen, zeggen de meesten tegen mij: “Catechist, ik wil niet sterven”, of “Ik zal wel weer naar de kerk komen, maar niet binnenkort.” Vóór het incident waren er meer dan 300 parochianen, maar de zondag na het incident kwamen er nog maar 28 leden naar de Mis. Ik bid dat God ons zal blijven bemoedigen, door ons de genade te geven om Hem te aanbidden in geest en ziel! Wij hebben uw gebeden echt nodig, opdat wij niet halverwege onze hemelse wedloop zullen uitvallen.

Met uw hulp kunnen wij de Kerk in Afrika de nodige middelen verschaffen om de slachtoffers van geweld en vervolging bij te staan. Uw hulp is belangrijk om het geloof in Afrika levend te houden. Steun een van onze projecten, zodat Christenen een beter leven kunnen hebben. Kijk hier wat u kunt doen en help vandaag!