“Wederopbouw Filipijnse stad Marawi duurt jaren”

Project
De christelijke minderheid van Marawi werd maandenlang door Islamisten onderdrukt. Reinhard Backes van Kerk in Nood deed onderzoek naar de relaties tussen christenen en moslims in de regio en de gevolgen van het conflict.
ACN-20180321-69232-Marawi

Wat is er in Marawi in de afgelopen maanden gebeurd?
De stad is een centrum van het islamitische geloof op Mindanao, het op één na grootste eiland van de Filippijnen, waarvan de meerderheid van de inwoners echter christenen zijn. En net die plaats hebben de islamistische extremisten als doelwit van hun aanval uitgekozen. Alles begon op 23 mei 2017. Het Filippijnse leger had een operatie gepland met de bedoeling om leiders van de zogenaamde Islamitische Staat (IS) in de regio te arresteren. De extremisten dwarsboomden die plannen echter. Ze namen het historische stadscentrum van Marawi in en hielden het bezet tot laat in oktober. Uiteindelijk werd met geweld een einde gemaakt aan het conflict. Het leger heeft massale bombardementen uitgevoerd op de oude stadskern.”

Ging het veeleer om een spontane aanval of was de bezetting al lange tijd gepland?
De aanvallers waren duidelijk goed voorbereid en goed geïnformeerd over de geplande militaire operatie. Het is zelfs mogelijk dat ze door militairen werden gewaarschuwd. Net als zoveel andere zaken is dat echter puur giswerk, omdat gedetailleerde informatie over het verloop van de aanval op Marawi nog altijd ontbreekt. Bij mijn bezoek aan de stad begin maart werd mij verteld dat een groot deel van de extremisten Indonesiërs waren. Over zee is Mindanao vanuit Indonesië gemakkelijk bereikbaar. Voor het leger was en is het blijkbaar moeilijk om de toegang via de zee te controleren. Waarnemers zijn van oordeel dat het leger op een dergelijke dreiging helemaal niet was voorbereid.”

Konden de islamisten op steun van de bevolking rekenen?
Er moet wel worden van uitgegaan dat ze inderdaad een zekere ondersteuning hebben gekregen van de bevolking. Blijkbaar maakten de extremisten immers gebruik van een tunnelsysteem, waardoor ze zich ondergronds konden verplaatsen. En een dergelijk systeem kan niet van vandaag op morgen worden gebouwd.”

Volgens de berichtgeving in de media werden christenen, onder wie ook een priester, als gijzelaar genomen. Klopt dit?
“Er werden veel gijzelaars genomen, de meesten van hen waren christenen. Blijkbaar was een van de eerste doelwitten van de aanval van de extremisten op de stad de katholieke Sint-Mariakathedraal. Vermoedelijk hadden ze de bedoeling om de bisschop van Marawi, Edwin de la Pena, te gijzelen, maar hij bevond zich op dat moment niet in het stadscentrum. In zijn plaats namen ze dan de vicaris-generaal, Teresito Suganob, en een aantal andere gelovigen gevangen. De islamisten hebben echter ook moslims als gijzelaar genomen, mensen die ze ervan beschuldigden dat ze met de christenen samenwerkten.”

Werden in de Sint-Mariakathedraal plunderingen, vernielingen, gevallen van heiligschennis begaan?
“Ja, eigenlijk werd de kerk volledig vernield, ook alle heiligenbeeldjes, Mariabeelden en kruisbeelden. Ik heb een onthoofd Mariabeeld gezien. Het hoofd hadden ze waarschijnlijk verbrand. Alleen het lichaam met de gewaden was nog in de kerk aanwezig. De architectonische structuur van de kathedraal is vrij eenvoudig, het is een soort grote hal. De meerderheid van de inwoners van Marawi zijn moslim, een al te opvallend aanwezige christelijke Kerk was daar niet gewenst. De katholieke geloofsgemeenschap in de stad omvat ook slechts enkele duizenden leden, die nu voorlopig nog overal verspreid zijn.”

Hoe waren de relaties tussen christenen en moslims voor de islamisten de stad binnenvielen?
Net als in andere landen, waar ze slechts een kleine minderheid vormen met een meerderheid moslims, zoals bijvoorbeeld in Pakistan, doen de christenen hun uiterste best om goede betrekkingen te onderhouden met hun islamitische buren. Dat is althans de situatie die ik ken voor wat de katholieken betreft. In de regel onderhouden de christenen daarom eveneens nauwe contacten met de islamitische autoriteiten, en dat was ook in Marawi het geval. Wat de moslims betreft, was de situatie wellicht vergelijkbaar, want de meesten van hen wilden alleen maar vreedzaam met hun christelijke buren samenleven. Daarom waren de relaties meestal vriendschappelijk. Nu heerst er echter wel een zeker wantrouwen.”

Hoe gaat de bisschop van Marawi, Edwin de la Pena, met de situatie om?
Bisschop de la Pena doet alles wat in zijn macht ligt om evenwicht te scheppen in de situatie. Daarom is de heropbouw van de kathedraal voor hem ook geen prioriteit. Voor hem bestaat de allerbelangrijkste opdracht er nu in het gemeenschapsgevoel te versterken en de intermenselijke en interreligieuze betrekkingen opnieuw op te bouwen.”

Zijn er bepaalde projecten waarmee wordt geprobeerd om die doelstellingen te verwezenlijken?
“Het bisdom heeft enkele initiatieven in het leven geroepen, waaronder een revalidatiecentrum dat bijstand biedt aan meer dan 200 mensen die maandenlang gevangen werden gehouden en die lichamelijk en psychisch geweld hebben ondergaan. Daar worden zowel christenen als moslims begeleid. Met groepstherapie, maar ook door middel van individuele gesprekken worden vrouwen begeleid die het slachtoffer zijn geworden van verkrachting, ook heel jonge meisjes en tienermeisjes. Maar er worden ook mannen behandeld die met geweld werden geconfronteerd, die werden geslagen – en zelfs kinderen die na die verschrikkelijke ervaringen terug moeten worden aangepast aan het normale dagelijkse leven.”

U hebt ook nog een ander project vermeld…
“Dat project heet “Youth for Peace“, met andere woorden “Jeugd voor de Vrede”. Het gaat ook hier om een initiatief van de lokale Kerk. 184 overwegend islamitische vrouwelijke en mannelijke studenten van de Mindanao State University bezoeken in het kader van dit project vluchtelingenkampen. Wegens het conflict zijn er immers duizenden mensen uit het stadscentrum weggevlucht en die wonen nu in kampen die rondom de stad werden opgetrokken. “Youth for Peace“ heeft zich tot taak gesteld om die vluchtelingen te helpen, om hen te tonen dat ze klaar staan voor hen, dat ze de situatie terug mogelijk willen maken die ze van vroeger kennen, namelijk een vreedzaam samenleven: dat is waar het de studenten om gaat. Het speelt daarbij geen enkele rol of de vluchtelingen christenen of moslims zijn.”

Op welke manier ondersteunt Kerk in Nood die projecten?
“Al toen het conflict nog aan de gang was, bood “Kerk in Nood” noodhulp aan de vluchtelingen. Nu willen wij helpen om de werking van het revalidatiecentrum in de toekomst voort te zetten. Wij ondersteunen ook het programma “Duyog Marawi“-Corridor voor de Vrede van de plaatselijke Kerk waarvan ook de beweging “Youth for Peace“ deel uitmaakt. Tot nu toe werden daarvoor twee voertuigen ter beschikking gesteld, een bestelwagen en een busje. Er is ook nog andere hulp gepland. Bovendien zijn we ook nader aan het bekijken hoe we hulp kunnen bieden om een onderkomen te vinden voor de vluchtelingen die nu al maandenlang in tentenkampen wonen. Gezien de tropische temperaturen van ver boven de 30 graden Celsius is die situatie amper uit te houden. Anderzijds regent het dan ook vaak, soms heel hevig. Tenten bieden dus geen duurzame oplossing. Er wordt over nagedacht om in plaats daarvan kleine voorlopige huisjes te bouwen die in eerste instantie zouden moeten volstaan. Dat is een initiatief waaraan Kerk in Nood mogelijks zal meewerken.”

Bestaat er een realistische hoop om de stad in de komende jaren opnieuw op te bouwen?
“De wederopbouw zal zonder de minste twijfel vele jaren duren. Ik heb nog nooit een stadskern gezien die zo zwaar was vernield als die van Marawi. En sinds de beëindiging van de gevechten in oktober van verleden jaar is er niet veel gebeurd. Het leger zegt dat eerst alle niet-geëxplodeerde projectielen, resten van munitie, landmijnen en boobytraps moeten worden verwijderd die de extremisten eventueel hebben achtergelaten.”

Welke conclusie trekt u uit uw reis?
“Enerzijds is het dramatisch om vast te stellen hoe de islamisten een volledige stad, een gevestigde cultuur hebben gebruikt, misbruikt en vernietigd. Zo ziet men waartoe ideologische waanzin kan leiden. Anderzijds hebben de inwoners van Marawi mij ook bijzonder verrast. Hoewel de toestand waarin ze leven rampzalig is, koesteren ze hoop en steken ze de handen uit de mouwen. Ik heb kunnen ervaren hoe belangrijk het christelijk-katholieke geloof voor hen is, het onbaatzuchtige concept van de naastenliefde dat tot uiting komt in concrete hulp voor de slachtoffers. Daarnaast gaan de jonge vrijwilligers, zowel moslims als christenen, in een totale geest van openheid met elkaar om, wat zeer bemoedigend is. Ze verklaarden nagenoeg unaniem dat hun gezamenlijke inzet ervoor heeft gezorgd dat ze de anderen beter begrijpen, maar dat tegelijk ook hun eigen identiteit werd versterkt.”