Bisschop Samson Shukardin van Hyderabad omschreef het vonnis in de zaak van Ehsan Shan als "zeer, zeer pijnlijk". De antiterrorisme rechtbank van Sahiwal achtte Ehsan schuldig aan godslastering omdat hij op sociale media beledigend materiaal zou hebben gedeeld over de Islam en zijn profeet. Hij werd ook veroordeeld tot 22 jaar "strenge gevangenisstraf" en een boete van 1 miljoen Pakistaanse roepies (bijna € 6000).
Afbeelding van beschadigde Koran
Shan werd niet beschuldigd van het ontheiligen van de Koran, maar van het opnieuw plaatsen van een afbeelding van de beschadigde heilige tekst die afgelopen augustus leidde tot een golf van geweld tegen christenen in Jaranwala. Daarbij werden meer dan 25 kerken in brand gestoken en meer dan 80 christelijke huizen geplunderd.
Christenen teleurgesteld
In een interview met Kerk in Nood (ACN), een katholieke hulporganisatie die christenen in nood ondersteunt, noemde bisschop Shukardin de beslissing “zeer pijnlijk voor ons. Veel mensen zijn teleurgesteld." Hij riep de internationale gemeenschap op om gerechtigheid te eisen: "De grote internationale NGO's en mensenrechtenorganisaties moeten naar buiten treden en zich uitspreken tegen deze beslissing. Dit zal een grote impact hebben op de regering."
Afbeelding gedeeld met één persoon
Priester Khalid Rashid, directeur van de commissie voor het bisdom Faisalabad: "Shan deelde de afbeelding met één persoon. Maar deze werd gedeeld door duizenden en duizenden mensen, waaronder functionarissen zoals leden van de politie en de regering. Hij is uitgekozen, doelwit gemaakt. Wij veroordelen dit vonnis. Hij is onschuldig omdat hij niet goed opgeleid is. Hij komt uit een zeer arme familie. Soms begrijpen mensen deze dingen niet. Hij had geen idee dat het delen van deze inhoud als schadelijk zou worden beschouwd. In die dagen deelde iedereen het nieuws."
Druk op rechtbank
De priester legt uit dat de antiterrorisme rechtbank in Sahiwal onder druk kwam te staan om het vonnis ‘schuldig’ uit te spreken:: "Het is vanwege terroristen, extremisten en andere fundamentele groepen dat deze uitspraak is gedaan. Deze groepen bedreigden de rechter en dit is de reden waarom de rechter dit soort vonnis heeft uitgesproken." Vanwege de overhaast genomen beslissing en ongepaste druk, gaat de commissie met advocaten in hoger beroep bij het Hooggerechtshof van Lahore.
Toenemende vervolging
De uitspraak van het antiterrorisme-rechtshof van Sahiwal kent een achtergrond van toenemende vervolging van christenen en andere minderheden in Pakistan. De massale brandstichting van kerken in Jaranwala in augustus 2023, leidde weer tot dreigingen van geweld tegen christenen in de stad Sargodha in Punjab. Daar sloeg afgelopen mei een menigte van duizenden op de vlucht, opnieuw als reactie op een beschuldiging van godslastering. Ze lynchten de 73-jarige grootvader Nazir Gill Masih uit Sargodha, die later aan zijn verwondingen overleed. Op dat moment waren de doodsbange christenen uit Sargodha massaal de stad ontvlucht.
Bang om uit te spreken
Vorige maand werden twee Ahmadi-moslims doodgeschoten in het district Mandi Bahauddin in Punjab. Er werd beweerd dat de verantwoordelijken van Tehreek-e-Labbaik (TLP) waren, een radicale religieuze en politieke groepering die in verband wordt gebracht met het geweld in Jaranwala en Sargodha. Mgr. Shukardin: "Minderheden lijden steeds meer. Minderheden zijn bang en voelen zich niet op hun gemak. Ze zijn bang om zich in het openbaar uit te spreken."
Hij zei dat moslims ook worden beschuldigd van godslastering. “Maar wat de beschuldigingen zoveel erger maakt voor christenen, is dat bij de beschuldigingen niet alleen individuen doelwit zijn, maar ook hun families en hele gemeenschappen”, legt bisschop Shukardin uit.
Aanvallen blijven onbestraft
Hij benadrukt dat er geen veroordelingen zijn uitgesproken tegen degenen die betrokken zijn bij de aanvallen tegen christenen in Sargodha en Jaranwala: "Een van onze christenen heeft een onrechtvaardige doodstraf gekregen. Maar er is niets gebeurd met de anderen die beschuldigd worden van misdaden tegen de kerken en de christelijke huizen. In plaats daarvan worden deze mensen langzaam vrijgelaten.”