Vrouwen vaak doelwit bij discriminatie christelijke minderheden

vrijdag, 25 november 2022
Nieuws
Op de Internationale Dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen vraagt Kerk in Nood (ACN) aandacht voor het lijden van christelijke vrouwen. In meerdere landen wordt seksueel geweld gebruikt als wapen tegen religieuze minderheden. De katholieke hulporganisatie dringt er bij nationale regeringen en internationale organisaties op aan om meer te doen tegen de toename van deze schendingen, die vaak straffeloos worden gepleegd. Dit voedt de vrees dat ze onderdeel zijn van een strategie om het verdwijnen van specifieke religieuze groepen uit landen te bespoedigen.
Human resources and skills acquisition centre for trauma counselling in the Catholic Diocese of Maiduguri

“Als het geloof in Jezus Christus in vele delen van de wereld een ernstige bedreiging vormt, dan is het nog moeilijker om een vrouwelijke Christen te zijn. In veel landen waar religieuze vervolging nog veel voorkomt, wordt geweld tegen vrouwen gebruikt als wapen van discriminatie”, zegt Thomas Heine-Geldern, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood. “Dit jaar, dat nu ten einde loopt, waren er opnieuw talrijke gevallen van christelijke vrouwen en meisjes die werden ontvoerd en gedwongen zich te bekeren en te trouwen met mannen van een andere godsdienst.”

Meer gevallen gemeld
Michelle Clark, een academica die dit fenomeen uitgebreid heeft bestudeerd, vooral met betrekking tot Egypte, zegt dat deze aanvallen deel uitmaken van een grotere trend. “Aanvallen op christelijke vrouwen zijn in aantal toegenomen – en ja, het heeft iets te maken met religie. Er zijn aanwijzingen dat ze tot in het kleinste detail worden gepland. Er worden meer gevallen gemeld. Maar veel gevallen worden ook niet gemeld”, legt ze uit. Clark was een van de deskundigen die samen met Kerk in Nood (ACN) werkte aan het rapport “Hoor haar schreeuw”, over de ontvoering, gedwongen bekering en seksueel misbruik van christelijke vrouwen en meisjes.”

In een interview met ACN legt zij de gevolgen van dit gerichte geweld uit. “Het doet meer dan families uit elkaar scheuren. Geweld tegen christelijke vrouwen is een wapen dat wordt gebruikt om oorlog te voeren tegen religieuze minderheden. Als een Christen gedwongen wordt zich te bekeren of onder dwang getrouwd is met een Moslim, is het onmogelijk voor haar om terug te keren naar haar christelijke geloof – zelfs als ze zich kan bevrijden of uit het huwelijk wordt ontslagen. Haar kinderen zullen altijd Moslim blijven. Moeders en hun kinderen zijn een groeiende doelgroep. Je verwijdert niet slechts één persoon uit de groep Christenen, maar een moeder en haar nageslacht.”

Kerk in Nood (ANC) heeft partners ter plaatse ondersteund om de weerbaarheid en de bescherming van christelijke vrouwen te vergroten. In Pakistan, waar het aantal gedwongen bekeringen en huwelijken, ook van hindoes en sikhs, in 2021 maar liefst 78 bedroeg, betrof het volgens het in Lahore gevestigde Center for Social Justice in 38 gevallen Christenen. Sommige schattingen komen veel hoger uit, waarbij volgens sommigen wel duizend gevallen per jaar voorkomen.

Wetten die geen gewicht in de schaal leggen
In sommige gevallen is er wetgeving aangenomen die op papier bescherming biedt, maar dit verandert vaak niets aan de realiteit op het terrein. In Pakistan, bijvoorbeeld, is het huwelijk van minderjarigen illegaal. Toch hebben verschillende lagere rechtbanken gedwongen huwelijken van minderjarige meisjes erkend. Met de hulp van welwillende politie en rechters kunnen moslimfundamentalisten jonge christelijke vrouwen ontvoeren en verkrachten, verklaren dat zij vrijwillig hebben ingestemd met de bekering en het huwelijk, en dit laten bekrachtigen. Zelfs wanneer hogere rechtbanken de beslissing terugdraaien, kost dit tijd, en het geleden misbruik laat blijvende littekens achter.

“De omringende druk van extremistische groeperingen in de rechtbanken, de bevooroordeelde houding van de politie, de angst voor schade van de ontvoerder en het bijbehorende stigma dwingen het slachtoffer om vaak een verklaring af te leggen ten gunste van haar ontvoerder”, zegt pater Emmanuel Yousaf van de nationale Pakistaanse Katholieke Commissie voor Gerechtigheid en Vrede (CCJP). Kerk in Nood (ACN) werkt samen met de CCJP om de wetgeving ter bescherming van de slachtoffers aan te scherpen.

Problemen onder de oppervlakte
Saba was 15 toen ze werd ontvoerd in Faisalabad. Haar ouders deden aangifte bij de politie, maar kregen te horen dat ze met haar ontvoerder was getrouwd. “Aan de oppervlakte is alles in orde, maar helaas stuit de familie van een meisje in veel gevallen op een vijandige politieadministratie wanneer zij aangifte probeert te doen van de ontvoering of verkrachting”, legt Merab Arif van de CCJP uit. “Zelfs in gevallen waarin de ouders er wel in slagen de klacht te laten registreren, slaagt de politie er vaak niet in het meisje te redden. En als de zaak voor de rechter komt, aarzelt deze ook om de meisjes te beschermen, naar verluidt onder druk van gewelddadige bendes.”

Islamitische fundamentalisten hebben ook pogingen gedwarsboomd om wetgeving aan te nemen die minderheden verder zou kunnen beschermen. Ten minste twee belangrijke wetsvoorstellen over de “preventie en bescherming huiselijk geweld 2020″ en het “verbod op gedwongen bekeringen 2021”, konden geen wet worden als gevolg van bezwaren van de Raad voor Islamitische Ideologie. Saba werd uiteindelijk teruggevonden, maar de katholieke priester Khalid Rashid maakt duidelijk dat deze succesverhalen niet de regel zijn. “Succes bij het terughalen van dergelijke meisjes is zeldzaam. Veel mensen geven het halverwege op, maar we zullen nooit concessies doen aan de waardigheid van onze kinderen.”

In de voorhoede
Kerk in Nood (ACN) steunt overal ter wereld projecten die helpen om vrouwen weerbaar te maken en te beschermen. Zo ook in Nigeria, waar vrouwen vaak het slachtoffer zijn van vreselijk misbruik door terroristische groeperingen zoals Boko Haram. Tijdens een bezoek aan het hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN) deed hulpbisschop Joseph Bakeni van Maiduguri een oproep om op te staan tegen dit kwaad: “Wij als Kerk moeten voorop lopen bij de aanpak van deze problemen. Dankzij de hulp van Kerk in Nood hebben we een traumacentrum dat veel mensen in de gemeenschappen en in de vluchtelingenkampen helpt, vooral de slachtoffers. De Kerk ziet dit als een prioriteit. We staan dus in de voorste gelederen en werken samen met andere belanghebbenden om ervoor te zorgen dat dit probleem wordt aangepakt en verworpen in onze samenleving.”