Slachtoffers van Orissa eisen gerechtigheid

donderdag, 17 januari 2019
Nieuws
Meer dan 3.000 slachtoffers van het extremistische geweld van hindoenationalisten in Orissa hebben afgelopen weekend tijdens een publieke zitting in Raikia (Kandhamal) een einde geëist aan de straffeloosheid van het geweld.

Bij het geweld in Orissa in 2007 en 2008 werden honderden onschuldigen gedood, 7.000 huizen in de as gelegd en 395 kerken vernield. Dat was het ergste antichristelijke geweld in India in 300 jaar. De overheid wordt ook opgeroepen om werk te maken van de compensatie voor de eigenaars van de huizen, die bij de golf van geweld volledig werden vernield. De openbare zitting was een initiatief van Diocesane Commissie Rechtvaardigheid en Vrede.

Ajaya Kumar Singh, de secretaris van de commissie, stelt vast dat de daders van gruwelijke misdaden zoals moord, groepsverkrachting, brandstichting, plundering en vernietiging van kerken en huizen ook tien jaar later nog steeds niet zijn bestraft. Bovendien zitten de 7 inheemse christenen, die ten onrechte zijn beschuldigd van de moord op Lakshmanananda, nog steeds achter de tralies. Wie gerechtigheid zoekt, wordt bedreigd en geïntimideerd. Het Hooggerechtshof heeft de heropening bevolen van 315 gevallen van geweld en onrecht tegen christenen in Kandhamal. Maar tot op vandaag is daarvan geen enkele zaak heropend. Dit getuigt van de minachting voor de rechtspraak bij zowel de nationale als de deelstaatregering.

Bron: Kerknet/Vaticannews.va