“Probleem groter dan Boko Haram”

dinsdag, 27 februari 2018
Nieuws
Voor Kerk in Nood reis ik naar Kaduna en Zaria, twee steden in het midden van Nigeria op de grens van het Christelijke zuiden en het Islamitische noorden. Plaatsen waar Boko Haram bloedige aanvallen heeft uitgevoerd.
Pr-Elias-Kabuk-bij-zijn-uitgebrande-kerk-Custom

Door Dennis Peters

Voor Kerk in Nood reis ik naar Kaduna en Zaria, twee steden in het midden van Nigeria op de grens van het Christelijke zuiden en het Islamitische noorden. Plaatsen waar Boko Haram bloedige aanvallen heeft uitgevoerd. Maar ook waar bij de verkiezingen van 2011 zeker 900 Christenen zijn gedood. Door de verkiezing van moslim Buhari als president zijn de Christenen in Kaduna nieuwe moordpartijen gespaard gebleven. Maar daarmee zijn de spanningen niet weg.

Priester Elias Kabuk (34) van het aartsbisdom Kaduna leidt me rond. Net als veel andere priesters is hij ervaringsdeskundige. Hij was amper twee jaar gewijd toen Goodluck Jonathan, een Christen, in 2011 als president werd gekozen en geweld volgde. Zijn kerk en pastorie werden in brand gestoken. “Ik mag blij zijn dat ik er niet was. Het hoofd van een priester was hen veel waard,” vertelt hij over die tijd. “Nu ga ik regelmatig terug om de gelovigen te bezoeken en met hen de Heilige Mis te vieren. In de buitenlucht. Geld voor een nieuwe kerk is er nog niet.”

Onderwijs betwist
Opa Kabuk was een van de weinigen in zijn dorp die het Engels machtig was toen een katholieke missionaris naar het dorp kwam en vertaling nodig had om de Heilige Mis te vieren. Al snel bekeerden hij en zijn familie zich tot het katholieke geloof. Kleinzoon Elias is de eerste die aan het seminarie studeerde. “Van mijn 87 klasgenoten in het kleinseminarie zijn er uiteindelijk 11 priester gewijd. De anderen zijn dokter geworden, advocaat of in zaken gegaan. Het katholieke onderwijs is erg belangrijk in de ontwikkeling van ons land.”

Toch wordt datzelfde onderwijs betwist, zoals blijkt uit de vele aanslagen en ontvoeringen van Boko Haram op scholen. Hoewel Christen vaker doelwit zijn, worden ook studerende moslims ontvoerd en gedood. De naam van de groepering betekent ‘westers onderwijs is zondig.’ Aartsbisschop Matthew N’dagoso legt me de logica achter de naam uit: “In Nigeria houdt de corrupte elite het volk arm. De meesten van hen, ook de traditionele islamitische heersers, hebben westers onderwijs genoten. Daarom stellen islamisten: “Als westers onderwijs ons corruptie brengt, dan willen wij het niet.” Het klinkt geloofwaardig, het klopt alleen niet. Het is de macht die deze mensen corrumpeert, niet hun onderwijs.”

‘De Islamistische agenda’
Ik ben verrast als ik ontdek hoeveel groter het probleem is dan Boko Haram. In Kaduna ontmoet ik een deel van de 162 families die voor Boko Haram zijn gevlucht, maar ik kom nog meer slachtoffers tegen van lokaal geweld. Christenen hier spreken over een ‘Islamistische agenda.’ Pr. Kabuk: “De moslims accepteren niet dat anderen de macht krijgen. Ook dit jaar waren er moslimleiders die openlijk dreigden met geweld als een niet-moslim president of gouverneur werd gekozen.” In een staat waar 51% van de bevolking christelijk is, getuigt dit van weinig democratisch ethos. Probleem is dat de haatzaaiers vanwege ‘connecties’ zelden worden opgepakt. Toch ziet aartsbisschop Matthew N’Dagoso lichtpuntjes. “Dat president Goodluck Jonathan zijn verkiezingsnederlaag accepteerde, is uniek in onze geschiedenis. Toen hij Muhammadu Buhari belde om hem zegen te wensen in zijn presidentschap viel er een last van onze schouders. Voor nu is er vrede.”

Daarmee is de toekomst echter verre van zeker. Ik reis verder naar het bisdom Zaria, waar Christenen in de minderheid zijn. Een bezoek aan Christenen van de inheemse Hausa-stam biedt interessante inzichten. Sameil Amusa was een van de eerste moslims in zijn dorp die Christen werd. Hij vertelt: “Tot 1987 was het geloof voor iedereen een vrije keuze. Toen kwamen de eerste fanatiekelingen ons vragen om weer moslim te worden. In het begin zonder dwang. Als je weigerde, prima. Dan gingen ze naar het volgende dorp.” Zo’n veertig jaar geleden werden Christenen plots meer gemarginaliseerd. “We hadden afgestudeerde Christenen, maar de lokale leider verkoos de ongeletterde moslims. Ook met mijn moslim familieleden is de relatie verslechterd. Er is veel dat ons bindt. Maar ze blijven ons vragen om moslim te worden. Soms met geweld.”

De oude man vertelt over een jongen uit het dorp die Christen wil blijven en nu in Zaria woont omdat hij bedreigd wordt. Als ik Suradjo Hamadu (18) opzoek, vertelt hij: “Mijn ouders zijn weer bekeerd tot de Islam. Eerst mocht ik Christen blijven, maar toen de imam ze onder druk zette niet meer. Op een dag dreigden ze dat ik gedood zou worden als ik nog één keer in de kerk kwam. Toen ik toch ging, kwamen mijn broers met stokken en zwaarden achter me aan. Ik vluchtte naar het huis van een christelijke familie. Via hen kwam ik hier.” Dat ‘hier’ is een politiebarak waar vluchtelingen voor Boko Haram worden opgevangen. Adama Asuma is een van hen. Ze is moslima en vertelt me in tranen hoe Boko Haram mensen in haar dorp doodde en ze moest rennen voor haar leven. “Ik heb al acht maanden niets van mijn ouders gehoord.”

Liefdevol geduld
Hoe wrang ook, dat moslims nu ook slachtoffer zijn, zet de deur naar vrede op een kier. Bisschop George Dodo van Zaria. “Ik herinner me hoe moslims in de stad juichten bij de bomaanslag op de kathedraal. Ze waren trots dat Boko Haram vocht voor Islam. Nu is het in een monster veranderd dat ook hen opslokt.” Zowel in Zaria als Kaduna is de Kerk sindsdien in ‘dialoog’ met moslimleiders. Deze gaat alleen over bescherming, niet over de veroordeling van radicale moslims. De aartsbisschop erkent dat het symptoombestrijding is. “Zolang moslims weigeren ons gelijkwaardig te behandelen, is het dweilen met de kraan open. Maar veel moslimleiders zijn beschaamd als wij Christenen na een aanval geen wraak nemen en ze weer uitleg moeten komen geven. We proberen liefdevol geduld met hen te hebben, zoals God ook geduld met ons had en onder ons kwam toen het moment daar was.” Na mijn verbijsterende en emotionele gesprekken met slachtoffers van Boko Haram en de ‘Islamistische agenda’ verlaat ik Nigeria met enorm respect voor de Christenen die dit zo beproefde geduld in praktijk brengen. Elke keer dat zij de andere wang keren als zijzelf, hun familie en vrienden geslagen, vernederd en gedood worden, geven zij een ware christelijke getuigenis.