Hoe is het leven voor Christenen in Pakistan?
Pakistan is een islamitische republiek met 230 miljoen inwoners, waarvan 97% Moslims. De overige 3% zijn minderheden, waaronder Hindoes, Christenen en Sikhs. De meerderheid van de 1,5 miljoen Christenen is katholiek. Het leven is moeilijk voor degenen die, net als de Christenen, de Islam niet aanhangen. Er is geen godsdienstvrijheid.
Maar de grondwet bepaalt dat “iedere burger het recht heeft zijn godsdienst te belijden, te beoefenen en uit te dragen”, en dat iedere religieuze denominatie “het recht heeft zijn religieuze instellingen op te richten, in stand te houden en te beheren”. Dus wat is er aan de hand?
Op papier mogen we alles en hebben we rechten. Maar in de praktijk, in de politiek, in het sociale leven, in de academische wereld, op de werkvloer, is er veel discriminatie en zijn er veel moeilijkheden voor onze jongeren – vooral voor degenen die aan de universiteit willen studeren, of die werk zoeken. We kunnen doen wat we willen binnen de Kerk, we hebben daar alle vrijheid voor. WE kunnen scholen, instellingen, parochies en onze gemeenschap leiden, elk programma uitvoeren, bijbels en boeken drukken. Maar zodra we de maatschappij ingaan, de straat, het kantoor, de werkplek, beginnen de moeilijkheden en de discriminatie.
Wat is de grootste uitdaging voor Pakistaanse Christenen?
De grootste uitdaging is trouw blijven en moedig zijn in het dagelijks leven. Wij hebben een grote zegen: de meeste mensen zijn jong. Ongeveer 65% van de mensen die naar de Kerk gaan is jonger dan 40 jaar. Dat betekent dat de Kerk springlevend is. Maar ons grootste probleem, onze grootste uitdaging, is onderwijs. Het onderwijsniveau in Pakistan is erg laag en analfabetisme viert hoogtij. Aan de andere kant blijft de christelijke bevolking groeien, en dat is een andere uitdaging: hoe kunnen we mensen bereiken? De bisschoppen willen nieuwe parochies openen. We hebben genoeg priesters en roepingen, dus we zullen genoeg priesters hebben in de toekomst, dat is niet het probleem. De moeilijkheid is het openen van nieuwe parochies, het bouwen van parochiehuizen en het bereiken van de mensen.
Hoe verspreidt de Bijbelcommissie de evangelieboodschap in Pakistan?
In de afgelopen 20 jaar, sinds de oprichting van de Katholieke Bijbelcommissie, hebben wij veel gedaan om het Woord van God dichter bij de mensen te brengen en de mensen dichter bij het Woord van God. Dit is onze missie. Mensen willen luisteren, ze willen Gods Woord lezen. Wij hebben verschillende programma’s waaraan mensen kunnen deelnemen. Wij hebben bijvoorbeeld een programma genaamd “Honderdduizend Vrienden van de Bijbel” met mensen uit heel Pakistan die hun eigen Bijbel hebben en deze graag minstens vijf minuten per dag lezen.
Vorig jaar november hebben wij audiolezingen van de Bijbel online gezet voor mensen die niet kunnen lezen. Zo konden mensen luisteren naar het Woord van God. Wij hebben ook de Bijbel voor Kinderen en de YouCat Bijbel, gedrukt in Urdu, dankzij Kerk in Nood. We hebben 70.000 Bijbels gedrukt.
Wij hebben ook Bijbelmarathons in al onze bisdommen, met 2000 deelnemers in het hele land. Gedurende een periode van 127 uur wordt de Bijbel in zijn geheel voorgelezen, non-stop, dag en nacht. Mensen zijn erg enthousiast en geestelijk geraakt door dit programma.
Kunt u ons een voorbeeld geven van hoe de Bijbel het leven van mensen heeft veranderd?
Ik heb veel getuigenissen. Er was een persoon die analfabeet was, hij kon niet lezen. Toen ik met hem sprak, zei hij: “Ik wil de Bijbel lezen, maar ik kan niet lezen”. Dus vertelde ik hem dat er in de Bijbel een speciale zegen staat voor degenen die het Woord van God aanraken. Ik zei tegen hem: “Elke dag moet u een bladzijde van de Bijbel aanraken, elk woord van de Bijbel. Ga regel voor regel, regel voor regel, en verkrijg deze zegen met uw vingers, want in de Bijbel staat geschreven dat er een zegen is voor hen die het Woord van God aanraken”. Het plan was dat hij elke dag de Bijbel zou openen en met zijn vingers over enkele regels zou gaan. Dat deed hij, en tweeënhalf jaar later kwam hij me opzoeken. Hij was zo opgewonden en ontroerd! Hij vertelde me: “Ik kreeg veel zegeningen, veel bekering en verandering in mijn leven. Ik heb de hele Bijbel aangeraakt”. En dus gaf ik hem een certificaat, want wij geven certificaten aan mensen die de hele Bijbel lezen.
Hoe is het werk buiten de Kerk, vooral in een land met een moslimmeerderheid?
Ten eerste organiseren we veel seminars, en we nodigen veel mensen van andere religies uit. Onlangs hielden wij een seminar over spiritualiteit, met mensen uit zes verschillende religies. Ten tweede werken wij samen met universiteitsprofessoren en studenten vergelijkende godsdienstwetenschappen. Ten derde voeren wij een directe dialoog. Wij leven zij aan zij met andere religies, dag en nacht. Wij leven met hen, spreken met hen, zij worden bij ons thuis ontvangen en wij bij hen.
Wilt u nog een laatste boodschap overbrengen aan ACN en haar weldoeners?
Ik wil mensen uit de hele wereld bedanken, mensen van Kerk in Nood, en iedereen die ons financieel steunt en ons steunt met gebeden. Ik vraag u te blijven helpen, vooral Pakistan. In naam van ons volk: Blijf ons alstublieft zoveel mogelijk helpen! Hoe kritiek de situatie ook is, hoe bitter de realiteit ook is, we moeten onze hoop op God levend houden. Alleen hoop kan ons een nieuw leven geven. In onze taal gebruiken wij de term “Umeed (امید)” wanneer een vrouw zwanger is, dat betekent dat zij “met hoop” is, omdat zij nieuw leven in de wereld zal brengen. Hoop maakt vruchtbaar.