Tegenover Kerk in Nood, dat haar familie in de rechtszaak steunt, vertelt Yousaf dat Huma recent haar ouders heeft gebeld. “Ze belde om te vertellen dat ze nu zwanger is geworden als gevolg van het seksuele geweld waaraan ze is blootgesteld. Op de vraag van haar vader of ze het huis van haar ontvoerder kon verlaten en terug kon keren naar het huis van haar ouders, antwoordde ze dat ze het huis niet mag verlaten en dat haar leven nog moeilijker is geworden, omdat ze nu binnen de muren van een kamer gevangen zit.”
Doodsbedreiging door broer
De ontvoerder van het meisje, Abdul Jabbar, heeft een broer die Mukhtiar heet en die lid is van de Rangers, een tak van de veiligheidsdiensten. “Deze man heeft contact opgenomen met de ouders van Huma en heeft hen in een videogesprek rechtstreeks bedreigd door zijn wapens te tonen en hen te vertellen dat hij hen zou vermoorden als ze ooit op zoek zouden gaan naar hun dochter.” Voglens Yousaf heeft de broer in audioboodschappen ook verklaard dat – als alle Christenen zich zouden verenigen om Huma terug te brengen – hij zowel haar ouders als iedereen die hen probeert te helpen, zou vermoorden.”
Geboorte-akte
Ook op het juridische vlak zijn de ontwikkelingen weinig positief. Eerder verklaarde een magistraat uit Karachi de zaak tegen de ontvoerder van Huma gesloten wegens gebrek aan bewijs. Nadat een beroep werd gedaan op dezelfde rechter om de bewijsstukken opnieuw te onderzoeken, heeft deze contact opgenomen met de NADRA, de officiële instantie voor openbare bevolkingsregistratie om de geboorteakte van het meisje te verkrijgen. De advocaat van Huma’s ouders heeft tijdens eerdere hoorzittingen al twee officiële documenten overgelegd die bewijzen dat ze minderjarig is – een beëdigde verklaring van haar school en de doopakte van haar katholieke parochie, de Heilige Jakobus in Karachi. Beide documenten vermelden duidelijk 22 mei 2005 als geboortedatum van Huma.
Hooggerechtshof
Het Hooggerechtshof van Sindh is nog steeds gesloten vanwege de pandemie en zal waarschijnlijk pas in augustus weer opengaan. Pas daarna zal het mogelijk zijn een datum vast te stellen voor een hoorzitting voor dit hof. “De advocaat van Huma’s ontvoerder, Jabbar, gebruikt elke juridische truc om tijd te winnen”, legt de advocaat van haar ouders uit. “Over drie jaar wordt het meisje 18 en het is zeer waarschijnlijk dat de zaak dan voor onbepaalde tijd op de lange baan wordt geschoven.”
In theorie zou het Pakistaanse Hooggerechtshof, dat eerder Asia Bibi vrijsprak, deze zaak zeer snel kunnen onderzoeken en beoordelen. De radicale islamitische samenleving in Pakistan staat echter geen volledige autonomie van het rechtssysteem toe. Bovendien is er, wanneer het gaat om de rechten van de religieuze minderheden, een tendens naar lange wachttijden, aangezien deze niet als prioriteit en als urgent worden beschouwd. Mevrouw Yousaf: “De rechtbank heeft het recht voor Huma uitgesteld en blijft het uitstellen, enkel en alleen omdat ze een minderjarig christelijk meisje is. Als een soortgelijke zaak zou gebeuren met betrekking tot een minderjarig moslimmeisje, zouden alle autoriteiten onmiddellijk optreden. Als advocaat ben ik er zeker van dat de voorzitter van het Pakistaanse Hooggerechtshof recht zou kunnen spreken. Maar op alle andere lagere niveaus van het rechtssysteem zal gerechtigheid voor minderheden niet mogelijk zijn”, besluit ze bitter.