Onderzoek Paasaanslagen Sri Lanka: “Ze wisten vooraf van aanval”

donderdag, 14 april 2022
Nieuws
Na drie jaar en tegen een kostprijs van 2,5 miljoen dollar, heeft de regering van Sri Lanka een in totaal 88-delig rapport gepubliceerd over de bomaanslagen van Paaszondag in 2019. Het onderzoek resulteerde in 23.000 aanklachten tegen 25 mannen. De katholieke Kerk is er echter niet van overtuigd dat er recht is gedaan aan de 269 doden en 500 gewonden. Mark von Riedemann van Kerk in Nood (ACN) sprak met kardinaal Malcolm Ranjith, aartsbisschop van Colombo over de conclusies van het onderzoek.
ACN-20190722-89394 Sri Lanka

Hoe zou u, na drie jaar na deze tragedie, de gevoelens van de Sri Lankaanse katholieken beschrijven?
De hele katholieke gemeenschap van Sri Lanka wenst de waarheid over deze aanslagen te zien, want de schade die de gemeenschap is berokkend is zeer, zeer groot geweest, met 269 doden, waarvan de meesten katholiek. Om nog maar te zwijgen van de poging om de ene geloofsgemeenschap tegen de andere op te zetten, wat de verborgen agenda achter deze aanslagen was.

De religieuze gemeenschappen in Sri Lanka hebben op een buitengewone manier gereageerd na de bomaanslagen. Heeft de aanslag de gemeenschappen verdeeld, of heeft hij ze op de een of andere manier dichter bij elkaar gebracht?
Sommige van de mensen die ons in deze situatie geholpen hebben, die deze gezinnen geholpen hebben, waren Moslims. Zij gaven ons veel geld. Zij kwamen en huilden met ons mee. En in feite hebben zij en wij het gevoel dat de mensen van religie tegen elkaar worden opgezet om politiek voordeel te behalen. Wij moeten dus heel duidelijk nagaan wie er achter deze hele poging zit en voorkomen dat wij in de val van interreligieus geweld lopen.

Volgens berichten in de media heeft de regering 650 miljoen roepies, ongeveer 2,5 miljoen dollar, uitgegeven om de bomaanslagen te onderzoeken. De politie heeft 23.000 aanklachten ingediend tegen 25 mannen, die beschuldigd worden van het beramen van de bomaanslagen. Maar u bent niet overtuigd door dit verslag.
Het rapport zelf is heel goed. Maar wij willen dat de aanbevelingen worden uitgevoerd. En een van de belangrijkste aanbevelingen in deze zaak is niet alleen het bestraffen van 25 moslims met 23.000 aanklachten. Volgens het rapport schijnen deze Moslims deze aanslag niet met een religieus motief te hebben gepleegd. Er schijnt een politiek motief achter te zitten. Er schijnt iemand met gezag achter deze aanslag te zitten.

De officiële beschuldiging is dat Islamitische Staat (IS) in Indonesië de aanval hebben uitgelokt of daartoe hebben opgeroepen. Dit is het officiële verhaal, maar er zijn vragen. Wanneer rezen voor het eerst uw vermoedens dat de verklaring omtrent IS niet de volledige was?
Mijn vermoedens kwamen onmiddellijk na de aanslag naar boven, omdat ik vond dat een losgeslagen groepje jongeren zoiets niet zeer professioneel kon hebben uitgevoerd. Ik drong er bij ons volk op aan om niet tegen de Moslims te reageren, ik vond dat er een poging was om de Christenen tegen de Moslims op te zetten om tot geweld over te gaan. Dit had een enorme ramp voor het land kunnen betekenen. Toen wij informatie uit verschillende bronnen begonnen te ontvangen, hadden wij het gevoel dat er geen echt onderzoek had plaatsgevonden.

Nu zegt het rapport dat de Public Service Commission zeer ernstige bevindingen doet wat betreft de status van het staatsinlichtingenapparaat. De inlichtingen werden niet gedeeld met de relevante partijen. De PSC merkt ook op dat verder onderzoek nodig zal zijn om te begrijpen of degenen met gevestigde belangen niet hebben gehandeld naar aanleiding van de inlichtingen, om chaos te creëren en het land angst en onzekerheid in te boezemen.

Uit beschuldigingen die uit India komen, blijkt dat de regering reeds over informatie beschikte 17 dagen voordat de aanslag daadwerkelijk plaatsvond. Kunt u ons een beetje achtergrond geven? Wat was het bewijsmateriaal? Wat was de informatie waarover India beschikte?
Het verslag van de Presidentiële Commissie geeft het bewijs dat de Indiase regering vier van dergelijke waarschuwingen aan onze staatsinlichtingendienst heeft gegeven. Maar toch heeft de Sri Lankaanse regering het publiek niet gewaarschuwd, zij heeft de Kerk niet gewaarschuwd. In plaats daarvan lieten zij onder elkaar een privé-brief rondgaan, waarin zij de leiders vroegen voorzichtig te zijn, en zij vermeden het publiek daarover te vertellen. Daarom wisten zij van de aanval die op komst was. Zij wisten dat meerdere mensen gewond zouden raken en gedood zouden worden, maar zij wilden het niet voorkomen.

De Sri Lankaanse inlichtingendiensten en de politie kwamen op de hoogte van het geweld en de gewelddadige activiteiten van een man die Zahran Hashim heette, de stichter van de islamitische groepering National Thowheed Jamath, omdat zij vóór de aanslag een trainingskamp ontdekten waar islamitische extremisten getraind werden met explosief materiaal. Dus zij wisten hiervan, zelfs ondanks de Indiase waarschuwingen. Er was dus een reeks ontdekkingen over deze mensen en hun activiteiten die tot mogelijke toekomstige aanslagen leidden. En toen kwamen de Indiase waarschuwingen. Dus, wanneer u A en B optelt, was het duidelijk dat zij ervan wisten. Waarom hebben zij het dan niet voorkomen?

Welk voordeel zouden de Sri Lankaanse autoriteiten hebben als zij hun bevolking niet waarschuwden dat er een aanslag kon komen?
In het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie wordt de mogelijkheid geopperd dat zij niet wilden dat die informatie gegeven werd, omdat zij dachten dat daardoor chaos in het land zou kunnen ontstaan, en dat een verkiezingskandidaat erbij gebaat zou zijn als hij stabiliteit en veiligheid voor de bevolking beloofde. Die verkiezingskandidaat is de huidige president van Sri Lanka. Men kan A en B optellen.

Waar vraagt u om?
Wij willen waarheid. Wij willen dat dit verslag van de commissie wordt uitgevoerd. En er zijn enkele gebieden waar de commissie verder onderzoek aanbeveelt. Op die gebieden willen we nader onderzoek. Als dat niet kan gebeuren, dan hebben wij geen andere keuze dan naar de internationale gemeenschap te gaan. Onze mogelijkheden zijn bijna uitgeput.

Hoe draagt u dit gewicht?
Het is een moeilijke situatie. Wij moeten voortdurend bidden en de Heer vragen om ons te helpen. Soms voel ik mij in deze strijd een beetje als de hulpeloze Mozes die zijn volk uit Egypte en over de zee tracht te leiden. Om op de een of andere manier gerechtigheid voor ons volk te verkrijgen. Dit betekent geen wraak nemen, maar uitzoeken wie het werkelijk gedaan heeft en waarom. Er was geen enkele provocatie. De slachtoffers hebben nooit iemand iets schadelijks aangedaan.

Wat is het dat wij kunnen doen?
Het belangrijkste is te bidden, want de Heer is machtiger dan wie ook. De Heer kan ons door gebed gerechtigheid geven. Voortdurend gebed is belangrijk voor ons, en ook een geest van solidariteit en begrip dat bij deze aanslagen niet alleen Sri Lankanen, maar ook verscheidene Amerikanen en Europeanen gedood werden. Er werden 47 mensen uit 14 landen buiten Sri Lanka gedood en er waren 82 kinderen. Het bloed van al deze mensen schreeuwt naar de hemel om gerechtigheid. En als herder van dit volk vertegenwoordig ik God. Ik moet aan de kant van Jezus Christus staan en aan de kant van de armen en de stemlozen voor gerechtigheid, en daarom vraag ik allen om voor ons te bidden en solidair met ons te zijn.