“Oekraïne op Via Dolorosa: druk om te vluchten neemt toe”

woensdag, 04 mei 2022
Nieuws
Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, heeft Kerk in Nood (ACN) veel hulp geboden. De organisatie is sinds 1953 actief in dit land - eerst tijdens de periode van communistische vervolging, daarna in de jaren van wederopbouw na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Magda Kaczmarek, projectleider voor Oekraïne bezocht het land en sprak met Volker Niggewöhner over haar indrukken.
ACN Trip Ukraine April 2022

ACN: De gevechten in het oosten en zuiden van het land woeden nog steeds, acht weken nadat de Russische invasie in Oekraïne begon. Wat betekent dit voor de bevolking?

Magda Kaczmarek: Oekraïne bevindt zich momenteel op een Via Dolorosa – het ergste dat het heeft meegemaakt sinds de Tweede Wereldoorlog. De druk om te vluchten neemt toe; de mensen zijn doodsbang en voelen zich niet meer veilig. Dat is de tragedie die zich voor onze ogen ontvouwt. Wij hebben de Goede Week in het westen van Oekraïne doorgebracht. Wij hebben daar vele, vele mensen ontmoet die hun toevlucht hebben gezocht bij kerkelijke instellingen. De meesten van hen zijn moeders met kinderen, en bejaarden. Het is een grote humanitaire catastrofe en de mensen lijden er diep onder.

Waar heeft u in Oekraïne gereisd?

Wij zijn eerst naar het aartsbisdom Lviv gereisd, dat dicht bij de Poolse grens ligt. Wij hebben daar verschillende parochies kunnen bezoeken die vluchtelingen hebben opgevangen. Ook het seminarie en de Orde van Sint Basilius de Grote hebben hun deuren geopend voor vluchtelingen, evenals vele gemeenschappen van religieuze zusters. Verder hebben wij een bezoek gebracht aan de aartsbisschop in Ivano-Frankivsk: het seminarie daar is ook een toevluchtsoord geworden voor vele vluchtelingen.

De Oekraïense Grieks-katholieke Archeparchie van Ivano-Frankivsk voert een zeer indrukwekkend project uit. Het heeft een eigen ziekenhuis opgericht om de gewonden te behandelen. Onder het personeel bevinden zich artsen en medisch personeel die gedwongen waren uit de oostelijke delen van het land te vluchten. Dit geeft hun kansen op werk. Het is heel belangrijk dat deze mensen Oekraïne niet verlaten, en dat is een van de doelstellingen waar de Kerk zich voor inzet.

Welke indruk hebt u van uw ontmoetingen met vluchtelingen gekregen?

Het was een zeer emotionele ervaring. Wij ontmoetten vluchtelingen die niet konden ophouden met huilen. Het was zo belangrijk om hen gewoon even vast te houden. En dan waren er de vluchtelingen die door de oorlog tot zwijgen zijn gebracht. Wij ontmoetten een jongeman van ongeveer 30 jaar die sinds het begin van de oorlog geen woord meer gezegd heeft. Ik herinner mij een klein kind dat twee dagen lang niets te eten had gehad toen zij onderweg waren. Velen van hen hebben ogen die eruit zien alsof ze van glas zijn, gezichten die in steen zijn veranderd. Zij hebben moeite om te begrijpen wat er om hen heen gebeurt.

Wij hebben vluchtelingen ontmoet die juist uit Kramatorsk in Oost-Oekraïne waren aangekomen. Het treinstation daar was op 8 april gebombardeerd. De mensen waren in paniek op de treinen gestapt en waren gewoon doorgelopen. Zij hadden geen idee waar zij terecht zouden komen, of wat zij daar konden verwachten.

Wat was de algemene stemming onder de vluchtelingen: willen zij in Oekraïne blijven? Hoe zien zij hun toekomst?

Op het ogenblik hebben de vrouwen met kinderen en de grootmoeders die in het westen van Oekraïne aankomen vooral de neiging om daar te blijven. Zij willen wanhopig graag terug naar hun echtgenoten, vaders en zonen in Oost-Oekraïne. Zij weten niet of, en wanneer, dit mogelijk zal zijn. In veel gevallen zijn hun huizen verwoest door bommen; zij zijn alles kwijt. Wij spraken met een gezin dat ons vertelde dat zij, nadat in 2014 het conflict in Oost-Oekraïne en op de Krim was uitgebroken, eerst hun huis in Donetsk waren kwijtgeraakt en nu een ander in Charkov. Zij moeten helemaal opnieuw beginnen in het westen van Oekraïne. Maar zij willen ook in het land blijven. Velen hebben het gevoel dat zij geen andere keus hebben.

Ondanks het communistische verleden speelt godsdienst een belangrijke rol in Oekraïne. Is dat nu ook het geval gebleken in deze crisistijd?

Veel van de vluchtelingen uit Oost-Oekraïne zijn niet gedoopt of hebben hun geloof niet actief beoefend. Nu, in de vluchtelingencentra die door de Kerk gerund worden, maken zij voor het eerst kennis met een levende Kerk. In veel van onze gesprekken leerden wij dat de mensen erg dankbaar zijn dat de Kerk hen heeft opgenomen en dat zij daar de nabijheid van God voelen. Wij hebben mensen ontmoet die nog nooit naar de Kerk waren gegaan en nu bidden zij samen – de rozenkrans bijvoorbeeld. Denominatie doet er voor de Katholieke Kerk niet toe. Allen die komen, zijn welkom.

U hebt ook kunnen spreken met de leider van de Oekraïense Grieks Katholieke Kerk, groot-aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk, toen u in Oekraïne was. Wat was zijn boodschap?

Zijn voornaamste zorg was: “Help ons! Wij hebben reeds 50 procent van onze economie verloren.” Volgens de aartsbisschop is het heel belangrijk dat levensmiddelen en andere producten niet alleen vanuit andere landen naar Oekraïne worden verscheept, maar dat deze in het land zelf worden geproduceerd, waar dat op dit moment nog mogelijk is. Dat is de boodschap van de Kerk: wij moeten het volk hoop, leiding en kracht geven. Juist nu is het van essentieel belang dat het volk hoop wordt gegeven.

Tot welke andere vormen van hulp heeft Hulp aan de Kerk in Nood zich verbonden?

Wij hebben reeds een eerste hulppakket van 1,3 miljoen euro uitbetaald om het werk van de Kerk tijdens de oorlog te steunen. Wij blijven echter aanvragen voor nieuwe projecten ontvangen en hebben daarom onze financiering verhoogd. Op het ogenblik is de grootste last voor de kerkelijke instellingen in Oekraïne de lopende uitgaven voor elektriciteit, water, verwarming, enz. In de ware zin van het woord hebben de Kerken hun deuren voor iedereen opengezet. Het Evangelie wordt er werkelijk beleefd. Maar dit vormt een financiële uitdaging.

Er zijn ook dringend transportmiddelen nodig. In veel gevallen moet humanitaire hulp over lange afstanden vervoerd worden, over wegen die ofwel in zeer slechte staat zijn, ofwel verwoest zijn. De Kerk organiseert veel werk op dit gebied, en wij zijn van plan om ook hier meer te doen.

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne helpt Kerk in Nood priesters, religieuzen en leken die werken in parochies, weeshuizen en bejaardentehuizen en met door de oorlog getroffen inwoners en vluchtelingen. Helpt u mee? Geef uw donatie via onze actiesite voor Oekraïne en help mensen in Oekraïne nu zij de steun van de Kerk het meest nodig hebben!