Nieuwe kerk in Mozambique: Het parfum van de nardusolie

woensdag, 06 juli 2022
Nieuws
Pater Eduardo Roca werkt in Mahate, een sloppenwijk op de zuidpunt van de stad Pemba in het noorden van Mozambique. De Spaanse missionaris helpt er mensen die hun leven lang alleen extreme armoede hebben gekend, maar krijgt daarbij nu ook de zorg voor een toenemend aantal vluchtelingen voor het jihadisme. Een mooie brief over uitdagingen en hoop.
Construction of the parish church in favour of the parish Saint Charles Lwanga, Mahate (second phase)

“Afgelopen jaar zijn er honderden vluchtelingen in Mahate aangekomen, op de vlucht voor terroristische aanslagen in het noorden van de regio. De wijk heeft een overwegend islamitische bevolking, maar de parochie groeit gestaag, en heeft al meer dan 2.000 leden, maar zonder een kerk waar zij kunnen samenkomen”, legt pater Eduardo uit aan Kerk in Nood (ACN), dat de parochie helpt bij de bouw van een kerk gewijd aan Sint Charles Lwanga.

In een brief omschrijft hij het geluk van zijn parochianen. “Te midden van onze tragedie, toen de ogen alleen maar op de wonden gericht waren, toen het leek dat er niets zou gebeuren, dat de wanhoop alles zou overweldigen, kwam uw brief met de donatie voor de kerk. Iemand zag wat de blinde op de weg gezien moet hebben, hij die niet zien kon. Iemand heeft zijn blik achter het vuur en de storm opgeslagen en een glimp opgevangen van hoop aan gene zijde. Dat is wat Kerk in Nood doet: christenen helpen die lijden in de hele wereld… met ogen om verder te zien dan de duisternis van het kwaad.”

Dure nardusolie
De pater legt uit dat hij zelf een grote verandering onderging waar het de noodzaak van een kerk betreft. “Jaren geleden, toen zoveel theorieën mijn geest met onweerlegbare argumenten vulden, zou ik persoonlijk getwijfeld hebben aan de noodzaak of zelfs de pastorale waarheid van het bouwen van een kerk. Vooral omdat onze context van extreme armoede, slechte huisvesting voor velen, en het onweerlegbare gebrek aan basisvoorzieningen om waardig te kunnen leven, duidelijk een uitdaging is die andere ‘dubieuze’ behoeften zoals een kerk, kan overtroeven.

Ik kan niet nalaten te denken aan de woorden van de apostel Judas over de dure nardus-olie die de vrouw over de voeten van Jezus goot. Als er iets gerechtvaardigd is, volkomen gerechtvaardigd, dan is het wel aan de armen te geven wat dit gewetenloze systeem hun dagelijks afhandig maakt. Het antwoord van Jezus doet mij pijn. Hoe kan Hij dit zeggen? Dat wij altijd de armen bij ons zullen hebben… Hoevelen zullen met zulke woorden hun manier van leven gerechtvaardigd hebben!… Enigmatische woorden, zoals zovelen die Hij uitsprak. De andere kant van het citaat, dat “gij Mij niet altijd bij u zult hebben”, lijkt te suggereren dat wij kerken bouwen en veel uitgeven aan een duur nardusparfum.”

Toekomst behoort God toe
Langzaamaan veranderde God de blik van pater Eduardo op zijn godshuis. “De muren staan al, en u kunt zich al een beetje voorstellen wat het zal worden… Ik breng er hoopvolle ogenblikken in door, want ik voel dat het vervuld is van toekomst… Het is alsof deze berg cement roept, in zijn stilte, zoals een profeet die gekwetst wordt door de verschrikkelijke werkelijkheid, dat de wereld van de toekomst aan God toebehoort!

Toen ik aankwam in Mahate, de eerste zendingspost in de stad Pemba, was mijn gemeenschap een klein overblijfsel van Gods armen, met heel weinig begrip van Gods wegen. Bij hun aankomst vestigden de eerste missionarissen zich in een dorp dat reeds duizend jaar een islamitische traditie kende. De zending was een quasi-parochie, omdat het ontbrak aan wat nodig was om er volledig één te zijn. De naasten wilden een kerk, want wij moesten de garage van het oude huis van de missionarissen als kapel gebruiken. Maar in de eerste twee of drie jaar hadden wij tenminste niet meer plaats nodig…”

Levende stenen nodig
Er begonnen meer christenen te komen op zondag, naarmate de gezinnen groter werden. “Maar ik bleef hetzelfde zeggen. ‘Wij hebben levende stenen nodig, geen dode.’ En het waren deze stenen, die ongetwijfeld door de Geest geroepen werden. Ik moest een groot afdak bouwen om hen te beschermen tegen de zon en de regen. Vandaag komen er zoveel mensen, dat er verscheidene buiten blijven staan bij gebrek aan plaats binnen. In de laatste drie jaar zijn onze gemeenschappen gegroeid; het zijn er nu al vijf, vooral door de komst van medechristenen uit het noorden, op de vlucht voor terroristische aanslagen.”

Overtuigd door Moslims
Hoewel het gebrek aan ruimte voldoende reden lijkt om een kerk te bouwen, waren het vooral Moslims die de Spaanse missionaris overtuigd hebben. “Op het ogenblik naderen velen van hen onze kapel, gaan de omheining binnen en zijn niet bang. Angst en vooroordeel zijn de ergste bedreigingen voor de vrede. In de bijna tien jaar dat ik hier nu ben, is een van mijn grootste zorgen het zoeken geweest naar een plaats waar wij elkaar kunnen ontmoeten, elkaar kunnen erkennen en waar we een dialoog kunnen aangaan. De laatste tijd komen hier imams, en ik zie met dankbaarheid dat zij zich nu zelfverzekerd voelen in een tijd waarin het zo gemakkelijk is om te stigmatiseren.”

Alleen de Kerk die opkomt voor en getuigt van ontmoeting, van onvoorwaardelijke aanvaarding en van dialoog, kan ons doen inzien dat geld aan zuivere nardusolie kan worden uitgegeven, en dat de armen toch bij ons zullen zijn. Wat Kerk in Nood ons gegeven heeft is deze fles olie, zodat de hele buurt de goede geur van het Evangelie kan ruiken. Velen van hen die bidden in de zeven moskeeën rondom ons kunnen het ook ruiken. Zij weten dat dit huis open staat, dat het wonden heelt, begeleidt en verzorgt. En ook dat ruikt lekker.”