Het Nabije Oosten is van oudsher een geopolitiek bruggenhoofd. De ‘Vruchtbare Sikkel’, de ‘Levant’, het ‘Tweestromenland’, zijn al tienduizend jaren het toneel van de eerste landbouwrevolutie, van doortrekkende mensenmassa’s, wisselende grootmachten en slachtvelden, naast oeroude handelsroutes en bloeiende beschavingen. En, niet te vergeten, vanaf de eerste evangelisatie ooit de bakermat van het christendom met een schat aan kloosters en kerken.
Het land van Abraham, Zoroaster en Mohammed is nog altijd een lappendeken van culturen en religieuze gemeenschappen. Door crisissen heen leerden die naast en met elkaar te leven. De laatste jaren is de samenleving weer grondig door elkaar geschud, werden antieke monumenten vernietigd, en zijn bijna alle christenen op de vlucht. Het verloren vertrouwen in elkaar herstellen lijkt onbegonnen werk.
Wij bidden speciaal voor de verzoening onder religieuze gemeenschappen. Najib Mikhael Moussa, de nieuwe aartsbisschop van de geruïneerde stad Mosul (het Bijbelse Ninive), vatte het zo samen:
“Je mag voor mijn part een steen aanbidden als je daar in gelooft,
maar sla er mij niet mee dood.”
De paus vraagt daarom om gebed voor de onmogelijke vrede, voor de bescherming van vervolgde minderheden in het Nabije Oosten en opdat iedereen een persoon van dialoog mag worden – niet van het eigen gelijk. Dat zo een geest van dialoog, ontmoeting en verzoening ontstaat in het Nabije Oosten, waar verschillende religieuze gemeenschappen samenleven.