Totdat de situatie in Libanon verbetert, is er echter geduld nodig. Voor velen heeft de oorlog de basis van hun levensonderhoud gestolen vertelt de projectcoördinator van de internationale katholieke hulporganisatie: “Veel mensen zijn hun baan kwijtgeraakt en in het zuiden zijn de akkers - ook die van veel christenen - blijvend verwoest door fosforbommen. De noodhulpprojecten van Kerk in Nood zullen daarom nog maanden na het staakt-het-vuren van cruciaal belang blijven. En de steun voor katholieke scholen is essentieel, bijvoorbeeld omdat veel gezinnen het schoolgeld voor hun kinderen niet langer kunnen betalen en er geld ontbreekt voor de salarissen van leraren.”
Ook zijn er veel huizen verwoest - onder andere in de Bekaa Vallei. Talloze huizen werden gebombardeerd, waardoor het voor veel ontheemden onmogelijk is om naar huis terug te keren. Daarnaast zijn velen nog steeds bang voor de sporadische luchtaanvallen in Zuid-Libanon en de voortdurende onzekerheid over de situatie. Contactpersonen van het Maronitisch-katholieke bisdom Sidon benadrukken dat het in de grensdorpen in het zuiden nog steeds onrustig is.
Belangrijke dag
Ondertussen zijn de ogen gericht op 26 januari, de deadline die president Joseph Aoun heeft gegeven aan Israël om zijn leger terug te trekken uit het zuiden van Libanon. “Veel hangt af van deze datum”, legt Boutros uit. “Tot die tijd zal niemand beginnen met het herbouwen of repareren van zijn huis. Niemand zal iets bouwen dat weer vernietigd kan worden. Laten we blijven hopen en bidden dat de vrede terugkeert in ons land.”