Libanon: “Gezinnen leven soms van dollar per dag”

Project
Nohada woont alleen in haar eenkamerwoning in het Libanese Addousiyyeh. Ze is weduwe. Haar enige zoon is jaren geleden naar het buitenland verhuisd en ze overleeft grotendeels met de hulp van haar buurvrouw Mariam, die toevallig de enige Moslim in het dorp is.
ACN-20220120-122988 Libanon

Addousiyyeh, een stad dicht bij de Middellandse Zeekust in het bisdom Tyr, is een trieste herinnering aan de staat waarin Libanon zich in zijn geheel bevindt. Pater Geryes is 29 en is vorig jaar tot priester gewijd. Zijn overgrootvader, een getrouwde katholieke maronitische priester, was tientallen jaren geleden pastoor van hetzelfde dorp. “Er zijn altijd arme mensen in de parochie geweest, maar het probleem is erger geworden. Voor de crisis was 20% van de parochie arm, nu is dat 80%”, zegt pater Geryes.

Tyr behoort tot de armste bisdommen van Libanon. De ooit bloeiende christelijke gemeenschap is in de loop der jaren door migratie, eerst na de burgeroorlog en daarna na de oorlog met Israël in 2006, gereduceerd tot nog maar 50 duizend mensen. Zijn wonen vooral in dorpen bij de grens met Israël. Velen zijn arbeiders of boeren, met weinig opleiding en niet eens genoeg geld om naar Beiroet te verhuizen, laat staan naar het buitenland.

“Sinds ongeveer twee jaar maken we in Libanon een vreselijke economische crisis door. De mensen zijn wanhopig. Ze hebben alles nodig. Voedsel, elektriciteit, medicijnen, melk. Op elk niveau hebben ze dingen nodig om te kunnen overleven”, legt aartsbisschop Charbel Abdallah uit, van het maronitische aartsbisdom van Tyrus, waartoe Addousiyyeh behoort.

Jonge echtparen zoals Fadi [naam veranderd] en Rana, die twee kleine kinderen hebben, hebben het ook zwaar. In tegenstelling tot veel Libanezen heeft Fadi het geluk dat hij een stabiele baan in het leger heeft. Maar de hypotheek op zijn huis alleen al slokt een kwart van zijn inkomen op. Ze eten niet langer vlees of vis op regelmatige basis. Eens per maand gunnen ze zich een beetje kip.

Maar waar er crisis is, is er de Kerk. Ook dat is in Libanon in de loop der jaren een vaste realiteit geweest, en het blijft ook nu waar, in meer dan één opzicht. Niet alleen helpen parochiepriesters als pater Geryes hun mensen door het geloof te ondersteunen, maar ook het bisdom zelf biedt cruciale materiële hulp. Dankzij de donateurs van Kerk in Nood hebben aartsbisschop Charbel Abdallah en zijn medewerkers voedselpakketten kunnen bezorgen aan de allerarmsten, in al zijn parochies.

“Ik heb Kerk in Nood geschreven om te vragen of zij ons konden helpen om de meest behoeftige gezinnen te ondersteunen. Gelukkig reageerden zij zeer snel en met grote vrijgevigheid. Zij hebben voor ons een programma opgezet dat tot juli de distributie van 1.500 voedselpakketten omvat onder alle parochies in ons bisdom”, legt de bisschop uit. Elk voedselpakket bevat basisvoedingsmiddelen, zoals bakolie en andere benodigdheden.

Vóór de crisis zou een gemiddeld salaris van 1.500.000 Libanese ponden bijna 1.000 dollar waard zijn geweest. De huidige straatwaarde ligt rond de 60 dollar. Het minimumsalaris bedraagt zo’n 30 dollar. Sommige gezinnen moeten dus rondkomen van een dollar per dag. Het zou voor hen onmogelijk zijn wordt om het voedsel te kopen dat met de hulp van Kerk in Nood wordt uitgedeeld.

De hulp wordt niet alleen verstrekt aan katholieken, of aan christenen, maar aan iedereen die het nodig heeft. Mariam, de buurvrouw van Nohada, is bijvoorbeeld ook een begunstigde. “Dit is een initiatief dat veel voor ons betekent. De mensen in Libanon zijn erg gehecht aan hun geloof en zij zijn blij dat de Kerk, zowel in Libanon als internationaal, deze solidariteit met hen betuigt. Ik dank u daarvoor, met heel mijn hart”, besluit aartsbisschop Charbel.