Koreaanse kardinaal hoopt op bezoek Pyongyang

woensdag, 09 mei 2018
Persoonlijk verhaal
De ontmoeting tussen de leiders van Noord – en Zuid-Korea biedt kansen op vrede. Een interview met kardinaal Andrea Yeom Soo-jun die hoopt spoedig eindelijk ‘zijn’ Kerk in de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyonyang te bezoeken.

De inter-Koreaanse top ontmoeting tussen Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in en de Noord-Koreaanse president Kim-Jong-un stemt kardinaal Andrea Yeom Soo-jun buitengewoon dankbaar jegens God en de mensen die dit mogelijk maken. Omdat hij niet alleen aartsbisschop van Seoul is, maar ook apostolisch administrator van Pyongyang, ziet hij ernaar uit in de hoofdstad van het noorden de achtergebleven Christenen te ontmoeten en met hen de eucharistie te vieren.

De Koreaanse oorlog liet in het noorden een verwoeste Kerk achter waar vele priesters, religieuzen en leken als martelaren stierven. Kardinaal Yeom wijst erop dat het geloof van de katholieken in het zuiden veel verschuldigd is aan het getuigenis van de gelovigen in het noorden: “Onze geloofsvrijheid is ook te danken aan hun gebed en offers.” Hij hoopt dat er spoedig een residerend priester naar Pyongyang kan worden gezonden om daar de sacramenten aan de overgebleven gelovigen toe te dienen. De kardinaal is er vast van overtuigd dat het vuur van de Heilige Geest in het noorden steeds is blijven branden. Hij moedigt ook ontmoetingen aan tussen families die door de oorlog zijn gescheiden en belooft humanitaire hulp van het zuiden aan het noorden uit te breiden, zodat zij niet alleen materiele hulp krijgen maar ook mensen kunnen ontmoeten.

Het volledige interview volgt hier onder.

Eminentie, wat zijn uw eerste indrukken van de inter-Koreaanse bijeenkomst in Panmunjom?
“Bij het horen van de topontmoeting tussen Zuid en Noord, werd ik vervuld van diepe dankbaarheid jegens God die onze gebeden nooit vergeet, de gezegende Maagd, de Moeder Gods, die zich over onze mensen ontfermt en de laatste pausen die de verantwoordelijke gezagsdragers hebben aangespoord problemen door dialoog op te lossen en hun beroep op alle volkeren van de wereld om hiervoor te bidden. Ik dank in het bijzonder paus Franciscus, die op alle volkeren ter wereld een beroep deed steun te verlenen aan iedere poging tot gesprek op het Koreaanse schiereiland. En ik dank alle volkeren ter wereld die hebben gebeden voor vrede.”

Hoe schat u de resultaten van de ontmoeting in?
“Het belangrijkste resultaat van de top is de top zelf, in de zin dat het tracht aan te tonen dat dialoog het enige moreel acceptabele middel is om tot duurzame vrede op dit schiereiland te komen door voorbij te gaan aan de huidige tegenstellingen. Deze top, de derde in haar soort sinds de scheiding van Zuid en Noord, is slechts de eerste stap op weg naar waarachtige vrede op het schiereiland. Het is van bijzondere betekenis dat zij uiteindelijk de weg naar vrede en hereniging kan effenen door een volledige uitbanning van nucleaire wapens op het Koreaanse schiereiland. Ik hoop van harte dat deze top een belangrijke drijfkracht is voor waarachtige vrede voor het gehele Koreaanse volk.”

De top is niet alleen een geopolitieke stap, maar bestrijkt ook humanitaire problemen. Welke zijn het belangrijkst?
“Aangezien echte vrede is gestoeld op een volledig menselijk leven, is het oplossen van humanitaire problemen erg belangrijk. Onder de overeenkomsten die voortkomen uit deze top, acht ik de hervatting van ontmoetingen van familieleden die de afgelopen 65 jaar – sinds de Koreaanse oorlog – gescheiden zijn geweest, als bijzonder positief. We zijn te lang met deze hartverscheurende realiteit geconfronteerd geweest. Ongeveer 700.000 mensen in het zuiden zijn gescheiden van hun families in het noorden, zonder enige mogelijkheid met hen in contact te treden. Het is min of meer hetzelfde in het noorden. In het verleden hebben ongeveer 130.000 mensen in het zuiden de regering gevraagd hun om families in het Noorden te mogen bezoeken. Meer dan de helft van hen is inmiddels overleden. Voor zover ik weet, zijn er nog zo’n 57.000 mensen in leven, onder wie velen ouder zijn dan 80 jaar. Toch kregen zij om politieke reden geen toestemming om met elkaar in contact te treden. Nog afgezien van de mogelijkheid hun families in het noorden te bezoeken, behalve in zeldzame ogenblikken van politieke dooi tussen zuid en noord. Sinds 1985 zijn er 20 ontmoetingen tussen gescheiden families georganiseerd. Steeds duurden deze ontmoetingen twaalf uur, verdeeld over drie dagen. Het is hartverscheurend te zien dat het verdriet van de families na zulke ontmoetingen alleen maar is toegenomen.

Ik geloof dat bezoeken tussen gescheiden families kan bijdragen aan het helen van de wonden van de scheiding en vrede bevorderen. Ik geloof daarom dat de autoriteiten van het zuiden en het noorden alles in het werk moeten stellen om deze bezoeken niet te beperken tot geïsoleerde, spaarzame gebeurtenissen, maar juist de frequentie en regelmaat te verhogen, met in acht neming van de leeftijd van de leden van deze families.

Naast de kwestie van gescheiden families, is humanitaire hulp ook van groot belang, aangezien het contacten tussen mensen uit Zuid en Noord met zich meebrengt. Humanitaire hulp dient zich niet te beperken tot de levering van materiele goederen, maar dient juist de ontmoeting tussen mensen te omvatten, het delen van liefde en van hoop en de eenheid van hart onder mensen. Het aartsbisdom Seoul heeft altijd getracht zo goed mogelijk hulpprojecten uit te voeren ten behoeve van de armen, zieken, ouden van dagen, minderjarigen en kinderen uit het noorden die in nood verkeren. We zullen deze projecten blijven uitbreiden in kwantiteit en kwaliteit om hen werkelijk van dienst te zijn en door onderlinge contacten het delen van vrede gestalte te geven.”

Behalve met humanitaire hulp, hoe geeft de Kerk in het zuiden gestalte aan haar verbondenheid met het noorden?
“Gebed vormt de alfa en de omega van de inzet van de Kerk bij het nastreven van verzoening, eenheid en vrede op het Koreaans schiereiland. Gebed verenigt ons allen en centreert onze levens rond God. Het maakt ons dus tot broeders en zusters.

De afgelopen 23 jaar hebben de gelovigen van ons aartsbisdom iedere dinsdagavond in de kathedraal van Myeong-dong in Seoul de Mis bijgewoond die is opgedragen voor verzoening van ons volk. We hebben daarbij in het bijzonder de parochies die in het noorden actief waren voordat het land werd verdeeld in onze harten gesloten en voor hen gebeden. Voor de Koreaanse oorlog waren er in het noorden 57 actieve parochies met 52.000 parochianen en vele priesters, religieuzen en leken die de marteldood stierven voor het geloof.

Na het bezoek van paus Franciscus aan Korea is ons aartsbisdom een nieuw project begonnen: een gebedscampagne genaamd ‘Een parochie uit het noorden in mijn hart’. Deze beoogt in gebed de herinnering aan de martelaren en gelovigen van de Kerk in het noorden tot nieuw leven te wekken, aan hen die zich voor de Kerk inzetten met hun volledige geloof tot het laatste moment toe.” We blijven daarom bidden onder het motto ‘We leven zolang we worden herdacht; ons gebed wordt verhoord als we niet aflaten.’ Ik vraag u daarom nederig allen te bidden voor de Kerk en voor onze broeders en zusters in het noorden.”

U bent ook Apostolisch Administrator van Pyongyang. Hoe voert u deze taak uit?
“Vorig jaar vierden we in de kathedraal van Seoul de 90ste verjaardag van de oprichting van het bisdom Pyongyang. Helaas heb ik als Apostolisch Administrator van het bisdom Pyongyang nooit een voet kunnen zetten in Pyongyang. Maar iedere dag bid ik de rozenkrans, roep de tussenkomst van de Onbevlekte Maagd Maria in, opdat de Heer in overvloed genade mag schenken aan de Kerk in het noorden en aan de gelovige leken die er hun geloof nog op de een of andere manier beleven.

Ik ben er vast van overtuigd de het vuur van de Heilige Geest in het Noorden steeds is blijven branden. Het brandt zelfs nog intenser in tijden van beproeving. Ik ben er ook van overtuigd dat dankzij de Heilige geest veel gelovigen nog steeds de herinnering aan het sacramentele leven hebben, dat wil zeggen aan het leven in God, en dat zij Hem smeken om zo spoedig mogelijk een leven in volledig geloof in de Kerk te leiden. In zekere zin is onze vrijheid om ons geloof te belijden ook te danken aan hun gebed en offer.

Ik wens ook van ganser harte dat ik zo spoedig mogelijk een bezoek aan hen mag brengen en met hen de Mis mag vieren, in een gezamenlijke dankzegging en lofzang aan God. Het is mijn vurige wens dat we hen zo spoedig mogelijk priesters kunnen zenden om de sacramenten toe te dienen en met en voor hen te leven.”

Bron: AsiaNews