De maronitische kathedraal van St. Joris bevindt zich op ongeveer zeshonderd meter van de plaats van de explosie die vorige week dinsdag de haven en een deel van de stad Beiroet verwoestte. Onder luid gebrul trok de immense verplaatsing van lucht een groot deel van het dak naar beneden, rukte de deuren en ramen uit de hengsels en maakte sommige kamers in de pastorie onbruikbaar. Vier geestelijken die zich hier bevonden, raakten licht gewond terwijl een medewerker stierf nadat zijn hoofd werd geraakt. “Het is een tragedie, maar in wezen zijn we daaraan gewend”, aldus pastoor Jad Chlouk, die een verontrustend detail toevoegt: “Twee uur ervoor werden we nog door het leger gewaarschuwd dat er een aanval van Islamitische Staat op de kerk zou komen. Het leger was daarom net bij de kathedraal.”
Maar toen u erop uit ging om te begrijpen wat er was gebeurd, besefte u toen dat er iets groters was gebeurd?
Ja, veel serieuzer. We zagen hoe alles volledig vernietigd was. Zelfs de ramen en deuren van de kathedraal lagen op straat: we hebben er een paar teruggevonden. Drie andere priesters en ikzelf raakten gewond, maar niet ernstig. Toen hoorden we dat de aartsbisschop van Beiroet ook gewond was en met hem enkele medebroeders die in de curie verblijven.
Hoe is uw gemoedstoestand nu?
Voor ons, voor de Kerk, is het nu belangrijk dicht bij al onze gelovigen te blijven die hun huis zijn kwijtgeraakt, die niets meer hebben. We willen nu niet nadenken over de wederopbouw van de verwoeste plaatsen van geloof, maar over de mensen die op straat staan omdat ze geen plek hebben om naartoe te gaan of niet weten waar ze moeten eten. Om dit te doen hebben we ad-hoc een orgaan opgericht dat in staat is de crisis te beheersen.
Een moeilijke uitdaging in een land dat al geschokt is door sociale en politieke spanningen?
De grote uitdaging is om in dit land te blijven en om ondanks alles van Christus te getuigen. Ondanks de verschillende economische crises, ondanks de pandemie, ondanks de oorlogen. Onze hele geschiedenis is zo, vanaf het allereerste begin. Elke vijftien jaar krijgen we een vreselijke klap, maar we moeten standvastig blijven in het geloof.
Hoe lang zullen de spanningen volgens u escaleren?
Libanon is een multicultureel, multireligieus land en er zullen altijd spanningen zijn. We moeten onze blik altijd op het kruisbeeld gericht hebben en we moeten er ondanks alles van getuigen.
De Kerk aarzelt daarom niet en blijft helpen …
Zeker. De Kerk heeft een uitgebreid netwerk van solidariteit geactiveerd: vele gelovigen ontvangen thuis mensen die geen slaapplaats hebben, terwijl we onze scholen en huizen en retraitecentra ook beschikbaar stellen. Maar ik wil u ook eraan herinneren dat jonge christenen uit heel Libanon naar Beiroet zijn gekomen om ons te helpen en de hand uit te steken om mensen te vinden die nog steeds onder het puin bedolven waren.
Bron: Vatican News