Kardinaal Madagaskar: “Niet laten overmeesteren door wanhoop”

dinsdag, 19 juli 2022
Nieuws
Tijdens een recent bezoek aan het hoofdkwartier van de Kerk in Nood (ACN), dringt kardinaal Désiré Tsarahazana, aartsbisschop van Toamasina op Madagaskar, erop aangedrongen de hoop te bewaren. In het interview spreekt de kardinaal over hoe corruptie, maar ook gebrek aan onderwijs en beschaving, een negatief effect hebben op zijn land.
Construction of a multipurpose hall in the parish of Saint John the Baptist Analakininina-Tamatave

Hoe zou u de huidige situatie van de Kerk in Madagaskar omschrijven?

Er zijn veel Christenen. De meeste bisdommen zien een toename van het christelijk geloof en de kerken zitten vol. Ik moet echter ook vermelden dat ons land er een is van grote contrasten. Wij hebben veel middelen, maar het land gaat achteruit. En dus moeten wij ons afvragen of wij werkelijk Christenen zijn, of wij leven zoals Jezus ons geleerd heeft, in dienstbaarheid aan anderen. Dit contrast, dit verschil, baart mij zorgen. Er zijn wel Christenen, maar wij moeten dieper gaan in het geloof. Het geloof moet echt geleefd worden, en niet alleen maar naar buiten toe beoefend worden. Als wij leven zoals Jezus leert, dan kunnen wij ons beter ontwikkelen.

U zegt dat de situatie in het land verslechtert. Wat zijn volgens u de redenen voor die verslechtering?

Er is een verslechtering die vooral verband houdt met corruptie. Veel mensen willen de politiek in om zo snel mogelijk rijk te worden. Er is ook gebrek aan onderwijs en burgerzin, want veel van de verslechtering is niet economisch, maar sociaal. Die twee zijn met elkaar verbonden. Als er corruptie is, is er onrecht. Waar onrecht is, is er geen vrede.

Hoe denkt u dat de corruptie in het land overwonnen kan worden?

Hoop is essentieel. Als men tot wanhoop vervalt, verliest men de energie om iets te doen om de situatie te veranderen, vooral als men lijdt. Maar als men hoop heeft dat het op een dag beter zal gaan, dan volgen moed en dapperheid. Wij mogen ons niet laten overwinnen door wanhoop, door het kwaad. Wij moeten op de Heer vertrouwen, anders zouden wij kunnen denken waarom goed doen, als de rest van de wereld het toch slecht doet? Maar wij moeten werken om goed te doen, en de Heer zal de rest doen.

Wat waren volgens u de belangrijkste vruchten van het pauselijk bezoek in 2019?

De Paus kwam om hoop te geven. Veel mensen komen mij om raad vragen over wat te doen met hun leven, en met de situatie in het land. Het bezoek van de Paus heeft de mensen gesterkt in hun verlangen om hun dagelijkse uitdagingen aan te gaan. In mijn geval heeft het mij geholpen mijn engagement om voor het goede te werken te versterken. Wij zijn gewend geraakt aan het geloof. Het is gemakkelijk om eraan te wennen om naar de Mis te gaan, bijvoorbeeld. Maar het is van cruciaal belang te begrijpen wat het betekent om werkelijk Christen te zijn. Men moet ten volle overtuigd zijn van zijn geloof, men moet de noodzaak ontdekken om te bidden, om in contact te komen met de Heer, met God. Ons geloof moet verder gaan dan wat wij gewoon zijn, wij moeten ontdekken hoe wij het geloof werkelijk nodig hebben. Het bezoek van de Paus was een aanmoediging om onze hoop weer aan te wakkeren.

De bevolking is over het algemeen zeer arm. Daarnaast is het land de laatste jaren opgeschrikt door verschillende natuurrampen. Hoe heeft dit de pastorale zending van de Kerk beïnvloed?

Deze rampen, de cyclonen, de overstromingen, hebben de armoede van de bevolking zeker verergerd. Dit is iets waarover wij ons allen zorgen hebben gemaakt. Maar wij hebben geprobeerd als een team te werken, de bisdommen die niet al te erg getroffen zijn, hebben de bisdommen gesteund die meer onder deze rampen geleden hebben. In deze omstandigheden hebben wij solidariteit en liefde beleefd.

Andere Afrikaanse landen hebben te lijden gehad van geweld dat in naam van de godsdienst gepleegd werd. Is dit ook in Madagaskar gebeurd?

Wij hebben in ons land geen religieus geweld gekend. Er is op verschillende plaatsen een toename van de bouw van moskeeën, maar de verhouding tussen Christenen en Moslims is goed. Er is geen geweld, geen haat, wij leven samen. Wij weten echter niet wat er zou kunnen gebeuren als het aantal Moslims in het land blijft toenemen. Extremisten zouden uit andere plaatsen kunnen komen, zoals in andere Afrikaanse landen is gebeurd, waar gevallen van geweld tegen Christenen zijn voorgekomen.

Wat voor hulp heeft Kerk in Nood geboden?

Wij hebben veel hulp gekregen, zoals 4×4 voertuigen en motorfietsen. De meeste kerken in dit land zijn erg geïsoleerd. De priesters moeten vaak naar verafgelegen plaatsen gaan om de Mis op te dragen en catechese te geven. Soms moeten zij twee of drie dagen lopen om hun gemeenschappen te dienen. Ik heb dat zelf ook gedaan, drie dagen lopen, hoewel ik het niet meer kan. Wij hebben ook hulp gekregen om radiocommunicatie op te zetten. Die helpt ons bij de vorming in het geloof, iets waar wij zeer dankbaar voor zijn. Wij hopen dat deze hulp wordt voortgezet, zodat al onze bisdommen door de radio gedekt kunnen worden.

Ik dank Kerk in Nood van ganser harte, en alle weldoeners, voor de hulp die zij ons geboden hebben. Door uw geloof kunnen wij stand houden. Wij blijven elke dag voor u bidden. Moge God u zegenen en vergezellen, en moge de liefde van Christus bij ons blijven.