Kameroen: niet wapens verslaan Boko Haram, maar onderwijs en hoop

maandag, 13 januari 2025
Nieuws
Het bisdom Maroua-Mokolo in het uiterste noorden van Kameroen heeft te lijden onder sporadische aanvallen van Boko Haram. Mgr. Bruno Ateba deelt met Kerk in Nood (ACN) zijn hoop voor de toekomst door geestelijke en educatieve vormingsprogramma's, vooral voor jongeren en gezinnen.
2024 ordination of priests in the new cathedral of Maroua (diocese Maroua-Mokolo, Cameroon)

Sinds 2013 heeft uw bisdom Maroua-Mokolo, gelegen aan de grens met Nigeria, te lijden onder aanvallen van de islamistische groepering Boko Haram. Wat is de huidige situatie in het bisdom?

De situatie is al een tijdje rustiger, maar er zijn sporadische aanvallen. In militair opzicht is Boko Haram kleiner geworden. Voorheen hadden ze allemaal zware wapens. Nu is dat niet meer het geval, maar het zijn nog steeds bandieten die voedsel, vee, geld en zelfs kleding komen stelen.

Vooral de twee parochies die direct aan de grens liggen - Mutskar en Nguetchewe - hebben het zwaar te verduren. Er zijn twee aanvallen per maand, omdat de terroristen honger hebben. ‘s Nachts slaapt het grootste deel van de bevolking langs de grens niet thuis; sommige mensen slapen zelfs onder bomen. Meestal is het leger er om de bevolking te beschermen, maar de terroristen van Boko Haram in Kameroen vertellen Boko Haram in Nigeria wanneer de soldaten er niet zijn. De mensen zijn bang. Als ik de parochies bezoek, word ik vergezeld door soldaten. Ik noem ze mijn 'beschermengelen'.

Wat zijn volgens u de volgende stappen in de strijd tegen Boko Haram en het verzekeren van een betere toekomst voor het land?

Het zijn niet de wapens die het probleem van Boko Haram zullen oplossen. Het eerste is vorming en werk. Als jonge mensen vooruitzichten hebben, zal het moeilijk zijn voor Boko Haram om nieuwe leden te werven en hen te hersenspoelen.

Het grote project dat me na aan het hart ligt, en dat ik in de toekomst hoop te kunnen uitvoeren met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood, is de bouw van een pastoraal centrum voor menselijke en geestelijke vorming. Ik wil onder andere dat echtparen een opleiding kunnen krijgen in de Theologie van het Lichaam van Johannes Paulus II.

Het zal ook een plek zijn waar ze kunnen leren over de opvoeding van jonge vrouwen. In onze cultuur is het gebruikelijk dat een meisje rond haar dertiende moet trouwen. Vanaf dat moment gaat ze meestal niet meer naar school. In dit centrum beginnen we daarom met het opleiden van de ouders. Als je een moeder hebt gevormd, heb je een natie gevormd. We zijn ook van plan om gezondheidssessies te houden over hoe je kinderen moet voeden en verzorgen. In het regenseizoen heerst hier cholera omdat mensen water drinken zonder voorzorgsmaatregelen. Het centrum zal ook een plek zijn om samen het Woord van God te delen.

De weldoeners van Kerk in Nood hebben u ook ondersteund bij het vertalen van de Bijbel in het Mafa. Kunt u het belang van dit project uitleggen?

Mafa is de meest voorkomende taal in ons bisdom en de Mafa hier zijn overwegend christenen. De eerste Franse, Italiaanse en Belgische missionarissen hebben de basis gelegd voor de vertaling van de liturgische teksten in het Mafa. Maar tot nu toe hadden de Mafa geen complete Bijbel. Het is belangrijk om het Goede Nieuws in je eigen taal te kunnen lezen, omdat je er veel meer door geraakt wordt. Dat is wat inculturatie betekent. Dankzij deze Bijbel zullen mensen veel beter ontdekken wie God is en wie Jezus Christus is. We zijn trots op dit vertaalwerk dat vier jaar heeft geduurd.

We hebben sowieso niet veel boeken in Mafa. De Bijbel is daarom een van de enige boeken in deze taal en ook al is 50% van de Mafa analfabeet, de nieuwe generatie kan wel lezen. Daarom kunnen jonge mensen nu met deze Bijbel leren lezen in het Mafa. Het is geweldig! Ik dank Kerk in Nood uit de grond van mijn hart voor deze waardevolle steun.

Over het algemeen zijn christenen in het noorden van Kameroen toch een kleine minderheid. Hoe beleef je het christelijk geloof in een moslimomgeving?

In de stad Maroua, waar ik woon, wonen twee miljoen mensen. Daarvan is 95% moslim en 5% christen. De moslims hebben alles in handen: handel, transport, politiek. Wij proberen een getuige te zijn. De moslims respecteren ons vanwege ons werk. Als je zorgt voor de armen en kinderen op straat, vraag je niet of de persoon moslim of christen is. We zijn allemaal kinderen van dezelfde Vader.

Ook sturen de moslims hun kinderen naar onze scholen omdat ze de discipline en het goede onderwijs waarderen. De moslimkinderen zijn vaak de beste in het catechetisch onderwijs! Thuis bidden ze het Onze Vader en het Weesgegroet en de ouders hebben daar geen problemen mee.

Hetzelfde geldt voor ons grote gezondheidscentrum dat beheerd wordt door de Missionarissen van Jezus Christus in Bogo: veel moslimvrouwen gaan er naartoe, omdat ze in de staatsziekenhuizen ook door mannen onderzocht zouden worden, wat voor hen ondenkbaar is. Ze waarderen ook de ontvangst en de kwaliteit van de behandeling bij ons.

Toen er ontvoeringen door Boko Haram dreigden, ben ik naar het hoofd van de moslims gegaan om hem te vertellen dat we het grote gezondheidscentrum van onze zusters om veiligheidsredenen zouden sluiten. Hij wilde niet dat we het zouden sluiten en beloofde ons te beschermen.

Dankzij de weldoeners kan Kerk in Nood de Kerk in Kameroen al meer dan 30 jaar begeleiden en ondersteunen. Is er een speciale boodschap die u zou willen richten aan degenen die deze steun mogelijk maken?

De meeste culturen leren hun kinderen om dank je wel te zeggen. Ik wil nogmaals van de gelegenheid gebruik maken om mijn diepe dankbaarheid uit te spreken aan Kerk in Nood en aan de weldoeners die ons steunen in ons pastorale werk. Het is hier niet gemakkelijk, vooral vanwege klimaatomstandigheden, armoede en terrorisme, maar Kerk in Nood helpt ons enorm: of dat nu is bij de vorming van priesters en seminaristen of met verschillende projecten.

Een project dat me bijzonder na aan het hart lag toen ik in 2014 als jonge bisschop aankwam, was de bouw van de kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopneming in Maroua-Founangue, omdat de bisschop tot dan toe geen eigen plek had om de Mis op te dragen met alle gelovigen.

Het bisdom werd opgericht in 1973, maar kon geen kathedraal bouwen, omdat er eerder veel behoeften en prioriteiten waren op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs. Mijn bisschopswijding vond plaats in het stadion van de stad! Kerk in Nood steunde ons met de fondsen en ik dank de stichting uit de grond van mijn hart. Op de dag dat de kathedraal werd ingewijd, in juli 2023, baden we voor alle weldoeners. In de kathedraal hangt een gedenkplaat voor Kerk in Nood. Zonder Kerk in Nood hadden we ons hoofd niet omhoog kunnen houden.

Dus ik zeg gewoon “moge God u lonen”, want ik kan niets teruggeven, maar God zal weten hoe hij u moet belonen. Ik bid voor jullie, lieve weldoeners, die een speciale plaats in mijn hart en in ons bisdom hebben.