fbpx

Fulani-conflict in Nigeria: "Dader kan hier het slachtoffer worden"

donderdag, 18 juli 2019
Persoonlijk verhaal
Volgens aartsbisschop Kaigama uit Nigeria spelen vooroordelen bij senior veiligheidsfunctionarissen een rol in de dagenlange gevechten tussen Fulani herders en een lokale stam in de deelstaat Taraba.

 

“In Nigeria vormen vooringenomen en bevooroordeelde officiële veiligheidsrapporten een groot probleem. Slachtoffers krijgen de schuld in plaats van de daders door deze Nigeriaanse "factor" van tribale of religieuze verwantschap. Dat stelt de co-adjutor aartsbisschop van Abuja, mgr. Ignatius Ayau Kaigama in een bericht aan Kerk in Nood naar aanleiding van een conflict dat op 6 mei 2019 begon als een botsing tussen een Fulani herder en Jukun Kona landbouwer bij Yawai Abbare in de Nigeriaanse deelstaat Taraba.

Tientallen doden
De gevechten die volgden duurden meer dan een maand: 18 dorpen werden aangevallen en platgebrand, 65 mensen gedood en 9000 mensen ontheemd. Daarnaast werden 15 kerken, twee basisscholen en een gezondheidscentrum vernietigd. "Het gaat mijn voorstellingsvermogen te boven dat in Nigeria, wanneer er een misverstand is, mensen de neiging hebben hun woede en frustratie te uiten op religieuze plaatsen in een poging om wat een sociaal conflict is een religieuze kleur te geven. Dit is verwerpelijk”, aldus de aartsbisschop in een reflectie op het conflict.”

"Zoals gewoonlijk, blijft wat de crisis aanwakkerde op het niveau van vermoedens. De Fulani en de Kona vertellen elk hun verhaal op een manier die hun etnische groep bevoordeelt”, vertelt de religieus, zelf een Kona van afkomst, over de aanleiding van de gevechten. Recent zijn op veel plaatsen in Nigeria conflicten geweest tussen Fulani herders en lokale landbouwers. Kaigama hekelt de rapporten door veiligheidsinstanties die door een gebrek aan feitelijke, analytische en objectieve beschouwing vaak een vertekend rapport opleveren. “In dergelijke gevallen kan de dader gemakkelijk het slachtoffer worden terwijl het slachtoffer de dader wordt!"

Volgens mgr. Kaigama ging het geweld gedurende een lange periode ongecontroleerd door en provoceerden Kona-jongeren na de aanval door Fulani op Kofai op 16 juni de politie omdat ze vonden dat ze waren verwaarloosd. “Ze beweerden dat ze werden beschoten en gearresteerd omdat ze ter verdediging van hun gemeenschap waren opgestaan ​​tegen de plunderende herders. Kona-vrouwen in hun honderdtal gingen op vreedzame demonstratie protesteren tegen de moorden en de intimidatie en detentie van de Kona-jongeren door de veiligheidsagenten, terwijl de echte agressors schutters na hun dodelijke aanslagen waren verdwenen.

Vooroordelen van lokale politie
Mgr Kaigama legde uit dat hij zich genoodzaakt zag veiligheidsfunctionarissen en topambtenaren te bewegen tot een tussenkomst en bescherming van de Kona. In de open brief aan Kerk in Nood uit hij zijn teleurstelling over het negatieve antwoord dat hij van sommigen van hen ontving. “In sommige gevallen werd duidelijk dat beveiligingsfunctionarissen vooringenomen waren over wat er tijdens een crisis is gebeurd", legt hij uit. “Een lokale politiefunctionaris antwoordde met ‘Uw mensen houden van vechten’ op mijn vraag wat er was gebeurd.”

Verder prees hij de reactie van de vicepresident van het land, professor Yemi Osinbajo die naar hem luisterde en beloofde te handelen. "Ik geloof dat mijn vraag aan de vicepresident om in te grijpen leidde tot de uitspraak van president Buhari op 20 juni dat het Kona-land en zijn bevolking moeten worden beschermd. Hij waarschuwde dat aanvallen op onschuldige mensen, vanuit wraak of welke motieven dan ook, niet door de overheid zouden worden getolereerd. Door Gods genade was er enige mate van vrede." Volgens de aartsbisschop is de grote vraag nu wat de volgende stap is na de terugkeer van de vrede? “De mensen zijn ontheemd, ze hebben geen huizen om naar terug te keren, er is geen landbouwactiviteit mogelijk, en er is nog steeds de vrees dat de aanvallen weer kunnen uitbarsten. Daarom moet er dringend en eerlijk iets worden gedaan om de kloof te dichten en de historische wonden te helen. Echte gerechtigheid en verzoening moeten worden nagestreefd en er moet een Waarheids- en Verzoeningscommissie worden ingesteld om de kern van deze zaak te achterhalen.”