Volgens het rapport van de Amerikaanse Commissie voor Godsdienstvrijheid (USCIRF), dat vorige week werd voorgesteld, is de godsdienstvrijheid het voorbije jaar in geen enkel ander land zo sterk erop achteruitgegaan als in India. Het land dreigt in één adem genoemd te worden met Noord-Korea, Pakistan of China.
De USCIRF vraagt het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voor het eerst uitdrukkelijk om India op te nemen op de zwarte lijst van de landen waar de godsdienstvrijheid het ergst wordt geschonden. Dat is onder meer het gevolg van de zogenaamde Citizen Act (burgerschapwet), waardoor niet-hindoes worden blootgesteld aan opsluiting, uitzetting en staatloosheid. Bovendien bestaat volgens Nadine Maenza, vicevoorzitter van de commissie, geen twijfel erover dat de regering van premier Narendra Modi de dramatische toename van intimidatie en geweld tegen religieuze minderheden blijft toestaan. Volgens het rapport misbruikt zijn BJP-partij haar parlementaire macht voor een nationaal beleid van geloofsvervolging, in het bijzonder van moslims.
Anurag Srivastava, de woordvoerder van het Indiase ministerie van Buitenlandse Zaken, reageerde woedend op de bevindingen die volgens hem bevooroordeeld en tendentieus zijn en die bovendien tot ernstige sancties tegen nationale diensten en vertegenwoordigers van de Indiase overheid kunnen leiden. Opmerkelijk is dat besluiten van de commissie regelrecht ingaan tegen de lof van VS-president Donald Trump tijdens zijn recente bezoek aan India. Die had toen, ondanks de felle protesten tegen de discriminerende burgerschapwet, nog veel lof voor de religieuze verdraagzaamheid in India.
Bronnen: Kerknet, Washington Post, The Guardian, BBC