Met bijna 1,4 miljard inwoners heeft het land India de op één na grootste bevolking ter wereld. Religieuze minderheden zoals moslims (14,5%) en christenen (4,9%) worden vaak gediscrimineerd door de Hindoe meerderheid bevolking. Vertegenwoordigers van de kerk hebben de regering herhaaldelijk opgeroepen om christenen en andere religieuze minderheden te beschermen tegen aanvallen. Helpt u mee, zodat de lokale Kerk het hoofd kan blijven bieden aan een reeks ernstige uitdagingen?
Christenen in India hebben in toenemende mate te maken met discriminatie. Vooral de situatie van Dalits – kastelozen – die Christen worden, is schrijnend. De laatste jaren is sprake van een toename in intimidatie en geweld tegen Christenen, alsook brandstichting en vernieling in kerkgebouwen. Volgens critici doet de overheid te weinig voor de bescherming van gelovigen en de vervolging van daders.
Priester Prem Prakash vertelt hoe het christendom een bevrijding is voor de Dalits, de kastelozen in India. “Het is dankzij God dat zij hun eigen menselijke waardigheid erkennen.”
Ook hebben wij onze jarenlange hulp in het arme noorden en noordoosten van India voortgezet. De gelovigen daar behoren meestal tot achtergestelde etnische minderheden. ACN steunt vooral priesters en religieuzen met materiële hulp en training bijstand, levert voertuigen voor pastorale zorg in uitgestrekte gebieden die moeilijk bereikbare gebieden, en helpt met de renovatie en bouw van kerkgebouwen.
Op 4 juni won de Bharatiya Janata Party (BJP), of Volkspartij van India, haar derde verkiezing. Narendra Damodardas Modi’s verlengde zijn ambtstermijn als leider van het land. Wat zijn de gevolgen van deze resultaten voor de christelijke gemeenschap? In dit interview deelt pater Pradeep, een jezuïet uit de staat Jharkhand, zijn mening met de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Premier Modi heeft onlangs de verkiezingen gewonnen. Wat was de reactie van de christelijke minderheid in India?
Ja, Modi heeft gewonnen, maar hij heeft minder stemmen gekregen dan hij had verwacht. Voor ons was dit een sterk teken van overwinning voor een bevolking die haar verzet tegen de BJP durfde te uiten. Modi heeft ons voortdurend verteld dat hij onoverwinnelijk is, maar voor het eerst hebben we begrepen dat hij toch niet zo onoverwinnelijk is. Uiteindelijk heeft hij de verkiezingen gewonnen, maar het was geen aardverschuiving, ondanks de voortdurende propaganda op televisie, sociale media, van de administratie, enz. die ons aanspoorde om op Modi te stemmen!
Welke gevolgen zou deze verkiezing kunnen hebben voor de minderheden in uw staat?
Onze angst is dat de partij, die minder stemmen heeft gekregen dan vijf jaar geleden, nu represailles zal nemen en van het moment gebruik zal maken om de minderheden nog meer te vervolgen, of ze nu christen of moslim zijn. Maar tegelijkertijd zal de partij, omdat ze zwakker is, ook allianties moeten sluiten en dus meer openheid moeten tonen. Ik denk dat er redenen zijn om optimistisch te zijn.
Met wat voor soort discriminatie hebben de christenen te maken?
Een systematische, discrete, krachtige en constante onderdrukking. Administratieve processen voor het inhuren van leraren voor onze scholen lopen bijvoorbeeld voortdurend vast, identificatiedocumenten zijn onmogelijk te verkrijgen, voortdurend worden onze zaken onderzocht. Hoe in orde onze rekeningen ook zijn, ze vinden altijd wel een reden om ze te controleren en ons iets te verwijten.
Een maand geleden ontdekten we dat we als christelijke NGO geen financiële hulp uit het buitenland mogen ontvangen. Waarom? Omdat ze weten dat wij als minderheden geen BJP stemmen. Of, bijvoorbeeld, het is bijna onmogelijk geworden voor een buitenlandse priester om een visum te krijgen om naar India te komen, alleen omdat hij christen is. En als hij daar al in slaagt, wordt hij voortdurend lastiggevallen met ondervragingen en dergelijke.
Hoe zit het met anti-bekeringswetten?
Ja, die hebben we. Dit zijn wetten die werden ingevoerd om individuen te beschermen tegen gedwongen bekering, maar in werkelijkheid bestaan ze om missionarissen en tribale christenen lastig te vallen. Ze werden in 2017 ingevoerd in onze staat en hebben geleid tot veel rechtszaken tegen christenen, die behoorlijk ver kunnen gaan. We waren diep geschokt door de dood van pater Stan Swamy, een jezuïet die van terrorisme werd beschuldigd en gevangen werd gezet, en uiteindelijk in 2021 in de gevangenis stierf.
Het is riskant geworden om hulp te bieden aan etnische stammen en de armere kasten. De BJP heeft geprobeerd om de namen van christenen in deze groepen van de lijsten met begunstigden te schrappen, zodat ze niet de subsidies kunnen ontvangen die door vorige regeringen zijn ingesteld. Tot nu toe is het echter niet gelukt om deze maatregel door te zetten.
Hoe ziet u de toekomst voor christenen in India in de komende jaren?
Zoals ik al zei, de onderdrukking is constant en systemisch, maar toch heb ik hoop als ik zie dat de mensen dapper genoeg waren om tegen de BJP te stemmen. We bidden dat, ondanks deze nieuwe termijn van vijf jaar die voor ons ligt, onze moeilijkheden en de pesterijen waar we elke dag mee te maken hebben, zullen afnemen.
Een moedige katholieke seminarist die zijn pastorale stage heeft doorgebracht in de afgelegen, door cobra’s geteisterde jungle van India, wordt volgende week tot priester gewijd.
Diaken Santosh Kumar diende in de parochie Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand in Kalpahad, Noord-Andaman. Parochianen lopen er regelmatig 6 kilometer door gevaarlijke bossen om de Zondagsmis bij te wonen. Maar diaken Kumar en de pastoor moeten ook door de dichtbegroeide bossen lopen om bij afgelegen kapellen te komen om de Mis op te dragen of pastorale bezoeken af te leggen.
Hij vertelde aan de katholieke liefdadigheidsorganisatie Kerk in Nood (ACN): “Het is een strijd om in de afgelegen gebieden te komen en een weg door de bossen te banen. Maar we denken aan de mensen die daar wonen en naar die de Mis komen. En dat geeft ons de kracht om door te gaan.” Hij benadrukte het grote geloof van de katholieken die in afgelegen delen van de parochie wonen en voegde eraan toe: “Als we naar die kapellen gaan, vinden we ze nooit leeg – ze hebben dorst naar de Eucharistie en het gebed.”
Niet alle kapellen zijn te voet te bereiken, sommige zijn bereikbaar via de hoofdwegen in de regio. De donateurs van Kerk in Nood (ACN) gaven de parochie een motorfiets om hen te helpen deze tochten te maken. Kumar: “De motor is erg handig, want als we die niet hadden, zouden we onze missie niet kunnen vervullen door dorpen 10, 20 of zelfs 30 km verderop te bezoeken.” Dat terwijl ze na het afleggen van lange afstanden over de weg vaak alsnog door de jungle moeten trekken om hun bestemming te bereiken. Het zijn niet de enige problemen in Kalpahad parochie. “Er is hier geen elektriciteit, geen internet en een schaarste aan water – maar we redden ons.”
Kumar wordt op 12 mei tot priester gewijd door bisschop Visuvasam Selvaraj. Hij was de eerste seminarist in het bisdom Port Blair – dat de Nicobar- en Andaman-eilanden van India omvat, inclusief afgelegen junglegebieden – die hulp kreeg van Kerk in Nood (ACN) bij zijn opleiding.
Zijn reis naar het priesterschap begon nadat hij vurig had gebeden voor het herstel van zijn vader van kanker. Hij zei: “Ik had er nooit aan gedacht om priester te worden, maar toen kreeg mijn vader kanker. Ik bad tot God en dat begon mijn leven te veranderen.” Na het herstel van zijn vader voelde hij zich aangetrokken tot het ambt: “In mijn bisdom zijn er maar weinig priesters, maar toen ik de priesters voor de mensen zag werken, zag ik de dorst van de mensen naar Christus en hun behoefte aan de Mis en andere sacramenten. Dank aan Kerk in Nood en alle weldoeners voor de steun die jullie mij hebben gegeven op mijn weg naar het priesterschap.”
Nu de verkiezingen in India nog maar enkele weken op zich laten wachten, waarschuwen lokale mensenrechtenorganisaties voor een toename van intolerantie en aanvallen op de vrijheid van godsdienst. Kerk in Nood (ACN) spreekt haar bezorgdheid uit na berichten die wijzen op een toename in de vervolging van christenen.
Volgens het United Christian Forum for Human Rights (UCF) zijn er alleen al in de eerste tweeënhalve maand van 2024 minstens 161 incidenten van vervolging van christenen door toedoen van particulieren of overheidsinstanties gemeld. De Indiase oecumenische organisatie verwacht dat de spanningen en daarmee het aantal incidenten door de nationale verkiezingen – van 19 april tot 1 juni – verder zal oplopen.
Volgens de UCF zijn er 19 staten in India waar christenen bedreigd worden met hun leven omdat ze hun geloof belijden. Op de eerste plaats qua aanvallen tegen christenen – met 47 gemelde incidenten – staat de deelstaat Chhattisgarh, “een staat die bekend staat om de sociale uitsluiting van christenen.” In deze staat zijn zelfs gevallen geweest van dorpelingen die hun christelijke buren het recht ontzegden om hun doden volgens de christelijke riten te begraven.
Ook het aantal arrestaties van christenen vanwege valse beschuldigingen van illegale bekering, is alarmerend. Alleen al in de eerste 75 dagen van het jaar bedraagt het 122 gevallen. Uttar Pradesh is een van de staten waar de arrestaties zijn toegenomen.
Sombere vooruitzichten voor godsdienstvrijheid
In het rapport Vrijheid van Godsdienst 2023 waarschuwde Kerk in Nood (ACN) al voor een toename van het aantal incidenten. De organisatie ziet de “autoritaire regering” en “etno-religieus nationalisme” als de belangrijkste oorzaken van vervolging.
Vooral de verspreiding van de Hindutva-filosofie, omarmd door de groepering Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), is een hoofdoorzaak voor de toename van hindoe-nationalisme. Deze filosofie is intolerant tegenover andere religies of culturen. De politieke partij BJP, die in 2014 aan de macht kwam, onderschrijft deze ideologische benadering en haar politieke succes heeft religieus-nationalistische retoriek en acties vergemakkelijkt.
Het rapport legt verder uit dat India een voorbeeld is van ‘hybride vervolging’, waarbij zowel pseudo-wettelijke maatregelen als bloedige aanvallen worden gebruikt tegen Indiërs met de ‘verkeerde’ religie.” Het rapport besluit daarom met de conclusie dat de vooruitzichten voor godsdienstvrijheid daarom negatief blijven.
Kerk in Nood roept haar vrienden en weldoeners op om te bidden dat de verkiezingsperiode in India zo goed en veilig mogelijk mag verlopen, en vooral dat religieuze minderheden, waaronder christenen, hun mensen- en burgerrechten volledig gerespecteerd en gehandhaafd mogen zien.
De aartsbisschop van Imphal in Manipur, India, zegt dat er nog steeds geweld plaatsvindt in de deelstaat. In gesprek met Kerk in Nood (ACN) stelt hij het gebrek aan reactie van de centrale regering onder premier Narendra Modi aan de orde. “We hopen dat de centrale regering ingrijpt. Als zij ‘stop’ zegt, dan denk ik dat het geweld zal stoppen. Maar als niemand ingrijpt, kan het nog maanden aanhouden.”
Vier maanden na de eerste uitbarstingen in mei woedt er “her en der” nog steeds geweld in Manipur, bevestigt aartsbisschop Dominic Lumon van het bisdom Imphal. De stilte van premier Narendra Modi is al die tijd oorverdovend geweest. “Tot nu toe hebben we hem niet veel horen zeggen. Slechts één keer, toen er video’s opdoken van twee meisjes die naakt rondliepen, legde hij een verklaring af. Maar over het geweld in het algemeen heeft hij tot nu toe niets gezegd.”
Interetnisch en interreligieus conflict
Volgens de media zijn er minstens 185 mensen omgekomen bij wat begon als interetnische gevechten tussen de Meitei-meerderheid en de Kuki-Chin minderheidsstammen. Maar de rellen kregen ook een interreligieuze kant, aangezien de Meitei overwegend hindoeïstisch zijn en de Kuki-Chin overwegend christelijk. Honderden kerken en kerkgebouwen werden vernield, waaronder die van christelijke Meitei’s. De kerkelijke autoriteiten concluderen daardoor dat er ook een element van christenvervolging in het spel is.
“De manier waarop ze beelden vernielden, uit wraak. Ze beschadigden en vernielden alles, daarna gingen ze weg”, zei aartsbisschop Dominic Lumon. Vooral de vernieling van een grote kerk en een pastoraal centrum troffen hem. “Toen het vuur geblust was, kwamen ze terug om ervoor te zorgen dat de kerk totaal verwoest werd. Deze behoort niet alleen de Kukis toe, maar is van ons allemaal. Het laat zien dat ze mede handelen uit haat tegen het christendom, want ook Meitei-kerken zijn verwoest en ook veel niet-Kuki-religieuze leiders vluchten uit Imphal.”
De meutes die het ergste geweld hebben verspreid zijn gewapend en handelen straffeloos. Het maakt dat de aartsbisschop vermoedt dat ze gesteund en beschermd worden, al weet hij niet door wie.
Religies roepen op tot vrede
Geconfronteerd met deze realiteit doet de katholieke Kerk wat ze kan, door onmiddellijke hulp en bijstand te verlenen aan duizenden mensen, in het bijzonder aan ongeveer 2.400 gezinnen die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden, waarvan velen nog in kampen leven.
De Kerk heeft ook veel geïnvesteerd in de dialoog met andere religieuze leiders om te proberen de spanning te verminderen. “We hebben een Interreligieus Forum voor Vrede en Harmonie opgericht, en zijn negen keer bijeengekomen. We gaan de hoofden van beide gemeenschappen samenbrengen om de bendes te vertellen dat ze moeten stoppen met het geweld. Of we daarin zullen slagen weten we niet, maar het is onze plicht om hen te vertellen dat ze moeten stoppen met het geweld. De weg naar vrede loopt alleen via dialoog, en dat is wat we benadrukken. Daarnaast kunnen we enkel een beroep doen op de lokale en centrale overheid om in te grijpen en het geweld te stoppen.”
Aartsbisschop Lumon vraagt de internationale gemeenschap om te bidden voor vrede, en om de situatie niet weer een vergeten conflict te laten worden. “In de heilsgeschiedenis, als Israël het gebed vergeet, als Israël God vergeet, komen er altijd problemen. We moeten meer bidden, ons tot God wenden en zijn geboden opvolgen. Dan zal Hij dicht bij ons zijn, ons moed geven en ons helpen om de problemen en vraagstukken op te lossen. Dus bidden is absoluut noodzakelijk.”
“Overal in India nemen katholieken deel aan processies bij kaarslicht, grote menigten mannen en vrouwen bidden in solidariteit met Manipur en marcheren voor vrede, en zo gaat het op veel plaatsen. Ik heb het gevoel dat God luistert naar de gebeden van deze mensen en hopelijk komt er snel een oplossing voor dit probleem”, besloot hij.
De situatie in de deelstaat Manipur, in India, blijft aanleiding geven tot grote bezorgdheid. Het geweld tegen christenen blijft woeden. Het aantal kerken en christelijke gebouwen dat is vernield, loopt in de honderden. Opmerkelijk is dat zelfs leiders van de eigen hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Party (BJP) de partij nu beschuldigen van medeplichtigheid. Kerk in Nood (ACN) staat in nauw contact met de Kerk ter plaatse en blijft de situatie nauwlettend volgen.
De vicevoorzitter van BJP in Mizoram, de staat die aan Manipur grenst, nam op 13 juli ontslag uit protest tegen het geweld. In zijn ontslagbrief stelde R. Vanramchhuanga dat er al 357 christelijke kerken en christelijke gebouwen door militanten in brand zijn gestoken, maar dat leiders van de lokale en centrale regeringen van de BJP-partij de acties nog niet hebben veroordeeld. “Daarom geloof ik dat de massale sloop van christelijke kerken in Manipur gesteund wordt door de staats- en centrale autoriteiten”, aldus de politicus. Hij bevestigt daarmee beschuldigingen die Kerk in Nood (ACN) eerder uit anonieme bron ontving dat de hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Party (BJP) het geweld heeft aangewakkerd.
Openlijke vervolging van christenen
Wat begon als een poging van de Meitei-groep om geregistreerd te worden op de lijst van stammen die steun krijgen, veranderde al snel in aanvallen tegen de christelijke Kuki- en Naga-stammen uit de heuvels. De gewelddadige aanvallen van de militante Meitei-groepen resulteerden in het platbranden van hele dorpen, de dood van meer dan 100 onschuldige Kuki-burgers en de vernieling van katholieke en protestantse kerken. Dat ook kerken van christelijke Meitei’s zijn aangevallen, maakt dat gesproken kan worden van openlijke vervolging van christenen.
Twee gedetailleerde verslagen van vernieling van kerkelijke eigendommen die Kerk in Nood (ACN) bereikte, tonen duidelijk de methodologie en bedoelingen van de aanvallers. Volgens een rapport van het bisdom Imphal dat Kerk in Nood (ACN) ontving, drongen op 3 mei meerdere Meitei-activisten de St. Paul’s Parochie en het Pastoraal Vormingscentrum binnen. In de gebouwen, gelegen in Sangaiprou, werken mensen uit verschillende etnische gemeenschappen.
“Rond 20u30 kwam er een menigte die de kerk en de eigendommen erin begon te vernielen. Ramen, deuren, het interieur van de kerk, beelden, kruisbeelden, de geluidsinstallatie, muziekinstrumenten en wat er nog meer in de kerk was, werden vernield en het altaar werd in brand gestoken.” De 46 mensen die in het pand waren, werden opgepakt en moesten hun identiteit aantonen om er zeker van te zijn dat er geen Kuki’s onder hen waren. “Nadat hun identiteit geverifieerd was, staken de daders een motorfiets in brand en vertrokken. Het vuur in de kerk werd onder controle gebracht”, aldus het rapport.
De lokale christenen geloofden dat ze aan het ergste ontsnapt waren, maar in plaats daarvan kwam de groep diezelfde dag nog twee keer terug. Daarbij vroegen ze opnieuw om identiteitsbewijzen om er zeker van te zijn dat er geen Kuki’s bij waren. Ook op 4 mei kwam de menigte terug. “Na een aantal keer verificatie te hebben gevraagd, vertrokken ze. Rond 14 uur liepen ze echter opnieuw de kerk binnen, haalden de kookgasflessen uit de keuken van het trainingscentrum en nadat ze alle kerkbanken en waardevolle spullen opgestapeld hadden, vernielden, plunderden en verbrandden ze zowel de kerk als het gebouw van het Pastoraal Vormingscentrum, waarbij ze bijna alle eigendommen vernielden en zelfs het vee niet spaarden.”
Volgens het rapport dat Kerk in Nood (ACN) ontving, was er al die tijd geen beveiliging aanwezig, dit “ondanks herhaalde pogingen om de politie te bereiken via noodnummers.”
Parochie van de Heilige Verlosser
De vernieling van kerkelijke eigendommen in de Parochie van de Heilige Verlosser in Canchipur, is een ander voorbeeld van hoe de veiligheidstroepen faalden in hun plicht om onschuldigen te beschermen tijdens de protesten in Manipur. Rond 20.30 uur op 3 mei “kwam een groep ongeïdentificeerde mensen, gewapend met ijzeren staven en stokken naar de parochie en brak met geweld door de poorten. Er waren drie of vier politieagenten, maar die konden de menigte niet in bedwang houden. Nadat ze de deuren, ramen en bezittingen van de kerk vernield hadden, staken de aanvallers de kerk in brand”, aldus het rapport.
Net als bij de parochie H. Paulus leek het ergste na de eerste aanval voorbij, maar keerde de nachtmerrie al snel terug. “Om 22u kwam er opnieuw een menigte en de pastorie van de parochie werd opengebroken en vernield. Alle waardevolle bezittingen zoals computers en elektronische apparaten, contant geld, gasflessen, enz. werden geplunderd en de privévertrekken van de priesters en het personeel werden geplunderd en vernield.”
De aanvallers kwamen de volgende ochtend nog twee keer terug voordat de zon opkwam, bedreigden het personeel, braken ruiten en plunderden het auditorium en de klaslokalen voordat ze het verblijf voor behoeftige studenten in brand staken. Ze drongen ook het Bethaniëklooster binnen en plunderden alle waardevolle spullen, waaronder computers en contant geld.
Kerk in Nood (ACN) blijft de situatie nauwlettend in de gaten houden en staat in contact met de lokale kerkelijke autoriteiten om de beste en snelste manier te vinden om noodhulp te bieden om in de basisbehoeften te voorzien en het lijden van de mensen te verlichten.
In de Indiase deelstaat Manipur zijn al weken botsingen aan de gang tussen hindoes en christenen. Lokale kerkelijke bronnen twijfelen er niet echt aan dat deze botsingen deel uitmaken van een breder plan om de harmonie tussen de religies te destabiliseren en steun te verwerven voor de Bharatiya Janata Partij (BJP) in India, aldus een Indiase bisschop die telefonisch contact had met Kerk in Nood (ACN).
De bisschop, die om veiligheidsredenen niet geïdentificeerd wilde worden, staat in direct contact met christenen in Imphal, de hoofdstad van Manipur. “De kranten geven de bevestigde gevallen, maar er zijn veel meer levens verloren gegaan dan officieel is gepubliceerd. De gewelddadige activiteiten in de periferie zijn erg onderbelicht”, legt hij uit. Volgens een rapport dat het aartsbisdom van Imphal op 20 juni naar de pauselijke organisatie Kerk in Nood (ACN) stuurde, zijn meer dan 50.000 mensen ontheemd geraakt door de gevechten.
“De echte reden voor het probleem is de omvang van de christelijke bevolking. De Kukis en de Nagas bezetten samen een enorm deel van het land van de staat. De hindoes, of de Meiteis, vinden dat ze land van deze stammen moeten kunnen bezetten. Dat is het echte probleem hier. De BJP leidt zowel de federale regering als Manipur, dus is er stilzwijgende toestemming om door te gaan”, legt de bisschop uit tijdens het interview met Kerk in Nood (ACN).
Hoewel het officiële verhaal blijft dat dit een etnisch geschil is, stelt de bisschop dat het een interreligieus probleem is geworden. “Er zijn ook christenen onder de Meitei’s. Veel van hun kerken zijn ook verwoest, wat duidelijk bewijst dat het niet alleen om land gaat. Het einde hiervan is nog lang niet in zicht, het zal nog wel even duren. En het wantrouwen tussen de twee groepen zal niet snel verdwijnen.”
Verdenking van medeplichtigheid van de staat
Zijn mening wordt bevestigd door een rapport van het aartsbisdom dat in juni aan Kerk in Nood (ACN) werd gestuurd. Daarin wordt een aantal genoemd van 249 verwoeste Meitei kerken en meer dan 200 aanvallen op Kuki dorpen, met talloze vernielde huizen, sinds het begin van het conflict. Het rapport van het aartsbisdom Imphal trekt dan ook openlijk de rol van de staatsveiligheidstroepen in twijfel en stelt kritische vragen.
“Het is moeilijk te zeggen of de staatsveiligheidsdiensten in de minderheid waren, overweldigd waren door alle hulpvragen, of dat ze medeplichtig waren. De afwezigheid van het veiligheidspersoneel op plaatsen waar ze het meest nodig waren, roept echter vragen op. Als er oprechtheid was, waarom waren de strijdkrachten dan zelfs op één plaats niet in staat om langdurige episodes van geweld te voorkomen? Waarom werden kwetsbare plaatsen onbewaakt gelaten, zelfs na pogingen tot aanslagen?”
Tot slot beschrijft het document in detail een aanval op het St. Paul’s Pastoraal en Trainingscentrum in Imphal. Tot drie keer toe drongen menigten het gebouw binnen en eisten de identiteitspapieren van alle mensen binnen te zien om te zien of er geen Kuki’s waren. Ondanks dat dit bevestigd werd, staken de aanvallers het gebouw, inclusief de kerk, in brand en vernielden ze alles wat ze konden.
Manipulatie van de verkiezingen
De Indiase bisschop die met Kerk in Nood (ACN) sprak, zegt dat de belangrijkste kwestie achter dit alles de komende algemene verkiezingen zijn. “Volgend jaar april zijn er in heel India verkiezingen en daarom willen de hindoenationalisten de mensen daarvoor terroriseren. Ze oefenen druk uit op de christenen en moslims en proberen daarmee de hindoes voor zich te winnen. Maar ik hoop dat het niet werkt”, zegt hij. De prelaat weigert om de Indiase hindoes over één kam te scheren. “Negentig procent van hen zijn echt uitstekende mensen. De overgrote meerderheid is het niet eens met wat er gebeurt, maar ze zijn bang om dat te zeggen omdat ze dan in de problemen komen.”
Manipur heeft een geschiedenis van etnische spanningen tussen de overwegend hindoeïstische Meiteis en de christelijke Kuki en Naga stammen. Deze laatste stammen worden door de regering erkend als behorend tot de kansarme minderheden en krijgen daarom een speciale behandeling, waaronder toegang tot land dat gereserveerd is voor inheemse stammen. De Meitei’s eisen sinds kort dezelfde privileges. De Kuki’s zijn hierop tegen, omdat hun thuisland dan bezet zou kunnen worden. Dit leidde ertoe dat de leden van de Meitei-groep op rooftocht gingen, die begon met een jacht op leden van de Kuki-gemeenschap, maar al snel leidde tot aanvallen op christelijke gebedshuizen, scholen en andere gebouwen.
Volgens de bisschop wacht de Kerk tot de situatie ter plaatse enigszins is genormaliseerd voordat ze kan vaststellen wat Kerk in Nood (ACN) kan doen om de slachtoffers te helpen. Maar ondertussen worden alle mensen van goede wil gevraagd om te bidden. “Bid voor deze mensen, vooral de komende maanden. Ik weet zeker dat God hier iets goeds uit zal halen, omdat de goede Meiteis zich zullen realiseren dat ze gemanipuleerd worden om anderen te haten. Daar ben ik zeker van”, besluit de bisschop.
De katholieke gelovigen in het dorp Noyanagar snakken al vele jaren naar een nieuwe kapel. Het kleine lemen kapelletje dat ze bijna 30 jaar geleden zelf bouwden, is vervallen en veel te klein geworden voor de groeiende gemeenschap. Met uw hulp hebben de parochianen weer een passende plek voor de eredienst.
De bewoners van het dorp behoren tot de etnische Sandal groepering, die veelal animistisch waren. Maar de meeste dorpelingen zijn nu al lange tijd katholiek. Zij zijn arm en leven van hand tot mond, maar zij zijn gelukkig en tevreden met het weinige dat zij hebben en zij danken God daarvoor. Zij zijn zeer sterk in hun geloof en nemen enthousiast en actief deel aan het kerkelijk leven. De liturgische feesten en festivals van het kerkelijk jaar worden met grote toewijding gevierd.
Maar zij hebben wel een passende plaats voor de eredienst nodig. De bestaande kapel is niet alleen te klein. De muren vertonen diepe scheuren en er komt regen door het dak naar binnen. Zoveel zelfs dat het onmogelijk is er tijdens het regenseizoen de Mis op te dragen. En dat terwijl de parochiekerk bijna 11 km verderop ligt, te ver om naartoe te lopen. Tot nu toe was er geen geld voor renovatie. Maar dankzij uw gulheid kunnen we hen helpen een bescheiden maar permanente kapel te bouwen. De vreugde is enorm, en alle mensen van het dorp helpen bij het werk. Ze kunnen nu al nauwelijks wachten op de dag dat de kapel eindelijk klaar is!
“Het zal voor de katholieken en voor alle inwoners van Noyanagar een grote vreugde zijn dat zij in alle rust en vrede kunnen bidden. Zij zullen nog meer gehecht zijn aan hun christelijke waarden; de zondagse Mis en de andere vormen van eredienst zullen nog vruchtbaarder zijn. De gemeenschap van gelovigen in Noyanagar zal de weldoeners voor altijd dankbaar zijn voor hun warme hart en uitgestoken hand van vriendschap door ons te helpen deze kapel te bouwen”, schrijft hun priester, pastoor Narayan Singh. Onze oprechte dank aan allen die geholpen hebben!
Helpt u mee om in Noyanagar en andere plaatsen in India waar een grote nood is aan kapellen, de eredienst een waardige plaats te geven. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermeldomg van code: 342-01-19. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Donateurs van Kerk in Nood hebben meer dan 5 miljoen euro gedoneerd om katholieke gemeenschappen in India te helpen de coronacrisis het hoofd te bieden.
“Toen India werd getroffen door de eerste golf van COVID, tussen juni en september 2020, waren de katholieke gemeenschappen over het algemeen in staat om de crisis het hoofd te bieden door te putten uit hun schamele reserves en spaargelden. Maar deze tweede massale golf van besmettingen heeft de bisdommen met lege schatkisten overvallen”, aldus Regina Lynch, directeur projecten bij ACN. “Vooral de plaatselijke congregaties, die geen enkel netwerk buiten het land hebben, hebben zo weinig geld dat ze zelfs niet genoeg hebben om voedsel te kopen.”
Het nieuwe corona-hulppakket van Kerk in Nood, dat bijna 200 afzonderlijke projecten omvat, zal medewerkers van de Kerk de essentiële middelen verschaffen om hun pastorale werkzaamheden voort te zetten. De hulpmaatregelen helpen ook de armste parochies om wie ziek zijn of lijden onder de gevolgen van corona te ondersteunen. Een deel van de projecten is bestemd voor het personeel en de gezinnen van degenen die werken in door religieuze congregaties en bisdommen beheerde instellingen – met name scholen en pastorale centra – die door de pandemie gedwongen zijn te sluiten, waardoor veel mensen geen enkele bron van inkomsten meer hebben.
“De kerken, scholen en al onze centra voor opleiding en animatie zijn gesloten. We hebben 171 priesters die in het bisdom werken en 590 catechisten die ons helpen in de actieve bediening. Zij zijn allemaal zwaar getroffen door de pandemie”, vertelt bisschop Bhagyaiah Chinnabathini van het bisdom Guntur, een van de zwaarst getroffen gebieden in de deelstaat Andhra Pradesh, in het zuidoosten van het land. Tragisch genoeg heeft hij ook vijf van zijn priesters en veel van zijn catechisten verloren aan COVID-19. “Vele anderen zijn ziek en we zijn niet in staat om de medische rekeningen van onze priesters te betalen.”
Deze rampzalige situatie treft de Kerk in heel India en in elke deelstaat, van Arunachal Pradesh in het noordoosten tot Kerala in het zuidoosten van het land. Daarom heeft Kerk in Nood een uitgebreid nationaal hulpprogramma opgezet, dat onder meer voorziet in de levering van gezichtsmaskers, desinfecterende gel, handschoenen en gelaatsschermen – voor de priesters, catechisten en religieuzen, die in het kader van hun werk en roeping nog regelmatig in direct contact staan met mensen die door de pandemie zijn getroffen.
Zoals altijd spelen catechisten een vitale rol in India. Op veel plaatsen vormen zij een onmisbare schakel tussen de centrale parochies en de afgelegen dorpen en nederzettingen. Daarvan zijn er in één parochie vaak 30 of meer. Zo vormen zij de vitale verbinding tussen de priester en de mensen. Zij kennen de plaatselijke gelovigen, organiseren het gebedsleven van de gemeenschap en helpen de mensen voor te bereiden op de ontvangst van de sacramenten wanneer de priester uiteindelijk kan langskomen. Maar in de huidige situatie is hun rol nog belangrijker geworden, aangezien het op veel plaatsen voor de priester nu helemaal onmogelijk is om op bezoek te komen, vanwege beperkingen van overheidswege.
“We hebben 195 religieuze gemeenschappen in het bisdom Guntur. Ongeveer 816 religieuze zusters zijn werkzaam in verschillende bedieningen, zoals onderwijs, pastoraal werk en gezondheidszorg. Deze zusters hebben zelf ook erg te lijden. Velen zijn besmet met het coronavirus en opgenomen in het ziekenhuis. Sommigen zijn hersteld, andderen overleden”, aldus bisschop Chinnabathini.
Het hulppakket zal het ook mogelijk maken beademingsapparatuur en zuurstofmaskers voor noodgevallen aan te schaffen en de medische behandeling en verzorging van priesters, religieuzen, en de meest behoeftige gezinnen in de armste parochies van de bisdommen die aan COVID lijden mogelijk maken. “In deze vreselijke situatie, die ons veel zorgen baart, is het een zegen dat Kerk in Nood is opgestaan om ons te helpen met dit noodhulpprogramma”, zegt bisschop Chinnabathini, die zeer dankbaar is voor de hulp van onze donateurs.
Zuster Shobka Rani Talari uit India lacht als ze op haar nieuwe bromfiets stapt. De slechte wegen, die haar vaak naar de jungle leiden, schrikken haar niet af bij haar werk in de missie van Chhaygaon, gelegen in het aartsbisdom Guwahati in het arme noordoosten van India. Dankzij uw steun kan ze “de weg op voor God.”
Als “rondreizende zuster”, een zuster die dag na dag mensen bezoekt in afgelegen dorpen, is ze altijd onderweg. Haar hulp is dringend nodig, want de dorpen in de jungle kennen geen medische verzorging en geen elektriciteit. Weinig mensen kunnen lezen en schrijven. De armoede is groot, hygiënische omstandigheden slecht en er zijn veel sociale problemen in de gezinnen. De oogst van hun kleine velden valt vaak ten prooi aan wilde olifanten of andere dieren.
Zuster Shobka Rani Talari bezoekt de gezinnen om te zien of een zieke behandeling nodig heeft, zoals eerder de 10-jarige Benedict Rabha, die uit een boom was gevallen en naar het ziekenhuis moest worden gebracht. Zuster Shobka praat met mensen en geeft waardevolle adviezen om hen te helpen gezond te blijven.
Overredingskracht
Ze leert hen hoe ze zich beter kunnen redden en overtuigt ook de ouders om hun kinderen naar school te sturen. Dit is de enige manier om hen een kans op betere levensomstandigheden te geven. Haar medezusters van de Congregatie van de Dochters van de Goddelijke Voorzienigheid runnen een klein internaat, zodat ook kinderen uit afgelegen dorpen naar school kunnen. Zelf leidt ze een dorpsschool met 100 leerlingen. Vaak is overredingskracht nodig, omdat veel ouders weinig begrip hebben voor de noodzaak van onderwijs. De zuster werkt ook met 80 vrouwen en begeleidt hen om andere vrouwen te helpen: door te helpen bij de bevalling en de verzorging tijdens de zwangerschap, door te helpen bij de opvoeding van de kinderen, door hen voor te lichten over de gevaren van alcoholmisbruik en tabaksgebruik.
Corona in India
India staat op de derde plaats van de landen die het meest door de coronapandemie zijn getroffen. De medische hulp is daarom meer dan ooit nodig. Overste Lilly Urakadan: “We hebben 320 gezinnen kunnen helpen die in grote nood verkeerden. Bovendien hebben de zusters in hun school een quarantainecentrum ingericht waar zij mensen kunnen onderbrengen die zich moeten afzonderen wegens besmetting met COVID-19. In hun kleine huizen, waar talrijke familieleden dicht op elkaar wonen, is dat onmogelijk.”
Zuster Shobka Rani gaat soms ook naar de plaatselijke autoriteiten. Zij slaagde erin verlichting op zonne-energie te krijgen voor een dorp dat ‘s nachts herhaaldelijk door olifanten was overvallen. Sindsdien zijn de olifanten weg gebleven. Een van de slechte wegen zal in 2021 eindelijk worden verbeterd. Dit zijn grote stappen voorwaarts in een onderontwikkeld en vergeten gebied.
Pastorale zorg
Maar wat het belangrijkste is, is de pastorale zorg. De zusters werken nauw samen met de pastoor. De Kerk is nog jong in het gebied. De gelovigen, die tot verschillende lokale etnische groepen behoren, hebben de weg naar het christendom gevonden vanuit traditionele tribale godsdiensten. Hun geloofsijver is groot en zij nemen enthousiast deel aan het kerkelijk leven, maar zij hebben begeleiding en verdieping nodig op hun weg. In de afgelegen dorpen, waar de Eucharistie niet elke zondag kan worden gevierd, komen de gelovigen bijeen voor de Rozenkrans of andere gebeden en devoties. Catechisten spelen hier een belangrijke rol door het geloof te verkondigen en te versterken. De zusters zijn ook verantwoordelijk voor opvoeding en vorming.
Zonder voertuig is het werk van een “rondreizende zuster” zeer zwaar. Dankzij de hulp van Kerk in Nood, die 930 euro ter beschikking stelde, kon de congregatie haar eindelijk een eigen bromfiets ter beschikking stellen. “Sinds zuster Shobka Rani de bromfiets heeft, heeft ze het aantal bezoeken aan de dorpen kunnen verdubbelen,” verheugt haar overste zich. Zij schrijft: “Voor uw gulle hulp zijn wij u zeer dankbaar. Wij verzekeren u en alle weldoeners van onze gebeden. Bid voor ons dat wij altijd met grote ijver het Koninkrijk van God mogen verkondigen door onze woorden en onze daden”.
Helpt u meer zusters aan vervoer? Doneer dan via deze webpagina of maak uw donatie over onder vermelding van 317-05-29 India. Uw gift wordt gebruikt voor deze of gelijkaardige projecten in de regio.
De congregatie van de Dochters van het Kruis, die pastoraal werk verrichten in Rourkela, India, is zwaar door de corona-epidemie getroffen. Kerk in Nood biedt hulp aan de zusters voor medische zorg.
Een reeks gebeurtenissen verscheurde de communiteit van de Dochters van het Kruis. Het begon op 5 oktober toen zr. Flora werd gediagnosticeerd met corona. De volgende dag werd ook zr. Suchita in het ziekenhuis opgenomen. Haar toestand verslechterde snel. In één week werden achttien zusters van de communiteit gediagnosticeerd met het virus. Zr. Anupama, de provinciale overste, en zes andere zusters hadden ernstige gezondheidsklachten en moesten onmiddellijk in het ziekenhuis worden opgenomen.
Na acht dagen in het ziekenhuis konden sommige zusters weer naar huis komen, waar ze nog acht dagen in quarantaine moesten blijven. Zuster Suchita kwam niet thuis. Op 23 oktober om 20.00 uur is de religieuze zuster overleden. “We worden Dochters van het Kruis genoemd. Dit keer heeft de Heer ons een deel van zijn kruis gegeven. Maar laten we niet vergeten dat we het niet alleen dragen. Hij is bij ons. Laten we dus samen het kruis dragen en elkaar helpen. Laten we het kruis omarmen en moedig optillen”, schreef zr. Anupama toen ze de provincie over het verlies informeerde.
Zr. Suchita was de directeur van een school die onderwijs bood aan 320 kinderen uit arme gezinnen. Ze was ook lid van de Provinciale Raad van haar congregatie en de overste van de communiteit in Hamirpur. “Zr. Suchita gaf haar leven voor de armsten en de zwaksten. Het is een groot verlies voor de provincie en voor mij persoonlijk”, aldus een herstelde zr. Anupama. Ondanks de risico’s en ontberingen, zet de congregatie, gesticht door Moeder Marie Therese Haze in 1833, en vooral actief op het gebied van onderwijs, haar werk voort.
Toen de corona-epidemie zich in India verspreidde en de mensen de gezondheids- en economische gevolgen van de pandemie begonnen te ondervinden, konden veel gezinnen het schoolgeld niet betalen. Als gevolg daarvan ontvingen de zusters die als leerkracht werken vele maanden lang geen salaris. In de voetsporen van hun stichter bleven de Zusters van de Dochter van het Kruis echter in de noden voorzien van wie het meest lijden in de samenleving. Zo zorgen ze voor ontsmettingsmiddelen en zelfgemaakte maskers voor wie zich deze essentiële middelen niet kunnen veroorloven. De meest kwetsbare gezinnen zijn bovendien afhankelijk van de zusters voor voedsel en medicijnen. “De nood groeit, net als het lijden van de mensen,” aldus zr. Anupama.
De missie van de zusters is om aan alle mensen in het lijden en de dood van Jezus Christus aan het kruis de ervaring van Gods liefde te openbaren. Ze verrichten pastoraal en sociaal werk in de sloppenwijken van Rourkela en bezoeken zieken, bejaarden en noodlijdende arbeidsmigranten die niet voor hun gezin kunnen zorgen. India is zwaar getroffen door de corona-epidemie. Er zijn meer dan 8,5 miljoen positieve gevallen geregistreerd in het land. Meer dan 127.000 mensen stierven aan het coronavirus. “We weten niet hoe lang deze pandemie een ravage gaat aanrichten. Onze stad Rourkela is zwaar geteisterd. De mensen zijn bang,” zei Sr. Anupama.
Kerk in Nood steunt de congregatie in India al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw. Nu, in tijden van nood, vallen de zusters opnieuw terug op de steun van de stichting. “We proberen deze tragische gebeurtenissen [het verlies van zuster Suchita en de ziekte van 18 andere zusters] te boven te komen, maar het zal tijd vergen. De ziekenhuisrekeningen vallen ons zwaar, want de provincie werkt nog steeds aan haar economische duurzaamheid. We weten niet hoe lang deze pandemie zal voortduren. De zusters die ziek zijn, hebben goede zorg en voedzaam eten nodig. Als u en uw donateurs overwegen om ons in deze crisistijd te steunen, zal ik u ooit dankbaar zijn voor uw goedheid”, besluit zr. Anupama in haar brief.
Helpt u zusters in deze moeilijke corona-pandemie om de medische kosten te dekken? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van ‘Zusters India.’ Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
Zuster Shobka Rani Talari lacht als ze op haar gloednieuwe brommer klimt. Ze is wat ze noemen een ‘reizende zuster’, een religieuze die naar afgelegen plattelandsdorpen reist om daar de mensen te bezoeken en helpen.
Ze wordt niet afgeschrikt door de slechte wegen die ze vaak moet nemen in de jungle tijdens haar werk voor de missiepost in Chhaygaon in Guwahati, een aartsbisdom in het arme noordoosten van India. Haar hulp is dringend nodig. In de dorpen, waarvan er veel in de jungle liggen, zijn vaak geen medische voorzieningen, is er geen elektriciteit en bijna niemand kan lezen en schrijven. Er is sprake van echte armoede, slechte hygiëne, en er zijn talloze problemen binnen de families. Veel echtparen trouwen veel te jong. Hun kinderen worden aan hun lot overgelaten, terwijl de ouders met moeite de kost verdienen op het veld. De gewassen op hun kleine velden worden regelmatig gedecimeerd door olifanten of andere wilde dieren.
Zuster Shobka zorgt voor de zieken, steunt de gezinnen en doet haar best om de ouders te overtuigen hun kinderen naar school te sturen. Zelf leidt ze een kleine dorpsschool voor ongeveer 100 kinderen. Onderwijs lijkt de enige manier te zijn om het leven van deze mensen te verbeteren. Soms moet deze ‘reizende zuster’ echter ook de autoriteiten aansporen om actie te ondernemen. Zo heeft ze met hulp van de overheid verlichting op zonne-energie kunnen realiseren in een dorp dat ‘s nachts vaak door olifanten werd overvallen. Sindsdien zijn de olifanten weggebleven. Volgend jaar zal ook de slechte weg verbeterd worden, een grote vooruitgang in het onderontwikkelde en grotendeels vergeten gebied.
Dankzij uw steun konden we haar congregatie, de Dochters van de Goddelijke Voorzienigheid, aan een eigen brommer voor haar helpen. Zonder vervoer was het werk van deze ‘reizende zuster’ bijna onmogelijk geweest. “Dankzij de brommer kan zuster Shobka Rani het aantal van haar bezoeken aan de dorpen verdubbelen”, vertelt haar overste ons gelukkig. Ze schrijft: “We zijn zeer dankbaar voor uw genereuze hulp en we beloven u en al uw weldoeners onze gebeden. Bid ook voor ons, dat we altijd met grote ijver het Koninkrijk van God mogen blijven verkondigen, zowel in onze woorden als in onze daden.”
Kerk in Nood steunt religieuzen op veel plaatsen in India met transport, zodat zij meer mensen kunnen helpen. Wilt u hen helpen? Doneer dan online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van vervoer religieuzen.
De wonderlijke geschiedenis van de congregatie van het Heilig Kruis laat zien hoe vervolging kan leiden tot een vruchtbaar werk van God. Helpt u deze orde groeien in vorming en in aantal?
Toen als gevolg van de Franse Revolutie een hele generatie jonge mensen nagenoeg zonder religieuze vorming opgroeide, verzamelde in 1820 de priester Jacques Dujarie – die tijdens de Revolutie in het geheim was gewijd – een groep mannen rondom zich om voor het onderricht van jongeren op het platteland te zorgen. De congregatie van het Heilig Kruis in Frankrijk was geboren. Amper 30 jaar later had de kloosterorde zich tot in Algerije, de Verenigde Staten, Canada, Italië en Oost-Bengalen (het huidige India en Bangladesh) verspreid.
Tegenwoordig zijn de broeders in 16 landen actief. Ze verzorgen vooral godsdienstonderwijs aan de jeugd en leiden scholen. De vorming van de geest is volgens hen een noodzakelijke voorafgaande vereiste om vanuit het geloof de dringende problemen van tegenwoordig te kunnen aanpakken.
In India kan de orde zich in talrijke roepingen verheugen. Om die reden zijn Indiase paters van het Heilig Kruis niet alleen in India zelf actief, maar dienen ze de Kerk ook in andere landen als missionarissen. In India zelf telt de orde vier provincies. Tegenwoordig wordt het wegens de gestadige uitbreiding van het consumentisme en wegens de globalisering van de gezinnen en van de jeugd alsmaar belangrijker mensen te helpen om diep geworteld te zijn in het christelijke geloof. Daartoe moeten de priesters echter zelf goed zijn opgeleid. In de Zuid-Indische provincie bereiden 23 jonge mannen zich op het priesterschap voor.
Met uw hulp kunnen we bijdrage leveren aan de kosten van hun opleiding. De seminaristen op hun beurt bidden voor iedereen die hen zal helpen. Helpt u mee? Doneer dan via deze website of maak uw gift over onder vermelding van code: 317-02-79 India. Uw gift wordt voor dit project gebruikt of voor soortgelijke projecten in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD