Discriminatie en onzekerheid drijven Christenen uit Irak

dinsdag, 21 mei 2019
Nieuws
Katholieke leiders in Irak vrezen een verdere exodus door gebrek aan bescherming door de eigen regering en door buitenlandse mogendheden.
ACN-20171002-62005

Door: Joop Koopman

"Het ontbreken van serieuze stappen om de rechten te beschermen van religieuze minderheden in het land drijft de overgebleven Christenen en minderheden in de richting van een keus voor emigratie”, aldus kardinaal Louis Raphael Sako in een verklaring aan Kerk in Nood. De leider van de Chaldeeuwse kerk heeft de Iraakse regering opgeroepen wetten in te voeren en te handhaven "die Christenen en andere religieuze minderheden volledig burgerschap en vrijheid garanderen bij het expliciet beleven van hun geloof.” Volgens de patriarch spelen Christenen en andere minderheden een belangrijke rol in het verrijken van de culturele, sociale en economische diversiteit van Irak. "Zij hebben waardevolle bijdragen geleverd aan onderwijs, gezondheidszorg, openbaar bestuur en sociale diensten." De patriarch vreest dan ook dat een Irak zonder Christenen "een land wordt met één homogeen weefsel dat geïsoleerd raakt van de wereld, waardoor radicalisme en etnisch en sektarisch fanatisme een kans krijgen.

Problemen
Volgens Sako zijn er een aantal factoren die Christenen en andere minderheden ertoe bewegen het land te verlaten: "de voortdurende kwetsbaarheid van de veiligheidssituatie, institutionele zwakte op het niveau van rechtspraak, het verzuim van de staat om niet-moslims te beschermen tegen discriminatie op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en sociaal leven, en op het politieke niveau.” In de praktijk komt dit erop neer dat Christenen met uitstekende professionele kwalificaties geweigerd worden vanwege hun geloof. “’Kwalificatie en competentie”, zo benadrukt de kardinaal, “en niet het geloof van een individu zouden maatstaf voor werkgelegenheid moeten zijn.” Ook wordt aan Christenen hun rechtmatige quotum van vijf zetels in het Iraakse parlement ontzegd.

Oplossingen
De patriarch toept op tot de toepassing van een burgerlijke wetgeving voor alle Irakezen. "Nu worden Christenen en andere religieuze minderheden onderworpen aan een islamitische rechtbank, niet alleen met betrekking tot spirituele, religieuze zaken, maar ook ten aanzien van huwelijken, overerving, etcetera." De toepassing van de beginselen van vrijheid, waardigheid, democratie, sociale rechtvaardigheid voor alle Iraakse burgers, ongeacht hun religieuze, culturele en etnische voorkeuren, zal volgend hem zorgen voor een meer harmonieuze coëxistentie tussen moslims en religieuze minderheden in Irak. Ook roept de Chaldeeuws leider de Iraakse politieke machten op “om het gewelddadige religieuze extremisme te bestrijden, om milities te ontwapenen en discriminatie, terrorisme en corruptie te bestrijden en tot slot, om de vrijheid te garanderen bij het expliciet beleven van hun geloof en het behouden van religieus erfgoed.