De bisschoppenconferentie van de Democratische Republiek Congo (CENCO) heeft alarm geslagen over de verslechterende veiligheidssituatie in het land en de bevolking opgeroepen deel te nemen aan een vreedzame mars op 4 december. De voornaamste zorg van de bisschoppen is dat het land zou kunnen desintegreren door het geweld dat momenteel door verschillende rebellengroepen wordt gepleegd.
“Het zijn zware tijden. Ons land is in gevaar”, waarschuwen de bisschoppen. “Als we niet oppassen, worden we op een ochtend wakker met een land dat is gebalkaniseerd”, zeggen ze in een verklaring aan de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN). De slotverklaring van een buitengewone bijeenkomst in Kinshasa van 7 tot 9 november werd ondertekend door 42 kerkleiders in het uitgestrekte land, waaronder aartsbisschoppen, bisschoppen en apostolische bestuurders.
De bisschoppen stellen vast dat de M23-rebellen sinds juli opnieuw gebieden in Noord-Kivu hebben bezet en dat zij daarbij militaire steun lijken te krijgen uit Rwanda of Uganda. Dezelfde groep veroverde tien jaar geleden Goma, de regionale hoofdstad in het oosten. De bevolking vreest nu dat hetzelfde opnieuw zou kunnen gebeuren. Naast het verlies van mensenlevens in de gelederen van het Congolese leger en de burgerbevolking heeft de bezetting geleid tot massale verplaatsingen van de bevolking, aldus de verklaring.
Verborgen pijn en decennialang lijden
Maxime François-Marsal, ACN-projectdirecteur voor de Democratische Republiek Congo sluit zich aan bij deze bezorgdheid over de situatie in het land. Hij bezocht enkele maanden geleden het land en ook de noordoostelijke provincies Ituri en Noord-Kivu. Daar is het aantal dodelijke slachtoffers toegenomen, ondanks maatregelen door de autoriteiten. “Tijdens onze reis naar Goma, in Noord-Kivu Bukavu in Zuid-Kivu, en Maniama in Kindu, waren we getuige van het lijden van een regio die getekend is door meer dan twee decennia van conflict, verkrachting, diefstal, moord op onschuldigen en enorme ellende”, legt François-Marsal uit.
De bisschoppen wijzen ook op de conflicten tussen gemeenschappen over land in de gebieden Kwamouth en Bagata in het westen van het land, en op het ernstige probleem van de illegale verkoop van land aan buitenlanders in Centraal-Congo. Beide conflicten hebben geleid tot de gedwongen verplaatsing van mensen die hun huizen hebben moeten verwoesten en begraafplaatsen hebben moeten schenden.
Internationale medeplichtigheid
Onder het motto “God helpt wie zichzelf helpt” roepen de bisschoppen het volk op om in actie te komen. “Helaas geven de internationale gemeenschap en de regionale organisaties die de macht hebben om ons Congolese volk recht te doen, blijk van een hypocriete houding die een zekere medeplichtigheid verraadt.”
Tot de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap behoren volgens de prelaten ook de multinationale ondernemingen. Het is belangrijk, schrijven ze, om allianties te vermijden met degenen die een vorm van “militair winstbejag” hebben ontwikkeld met als werkelijke motivatie de plundering van de natuurlijke rijkdommen van de DR Congo en de bezetting van haar grondgebied, waarbij haar integriteit en soevereiniteit wordt verwoest.
“De internationale gemeenschap, die in haar dubbelhartigheid warmte en koude blaast, draagt een zware verantwoordelijkheid voor haar toegeeflijkheid tegenover de multinationals en de landen die roofbouw plegen op onze natuurlijke rijkdommen”, stellen zij. “Over wat voor soort vredeshandhaving hebben we het als het aantal doden blijft toenemen?”
Gebedsdag op 4 december
De bisschoppen nodigen alle Christenen en mensen van goede wil uit om te vasten, te bidden en solidair te zijn met de vele ontheemde burgers in het land, en vragen de bevolking bovendien deel te nemen aan een landelijke mars voor de vrede op 4 december. “Het is belangrijk om de inspanningen van de bisschoppen voor vrede en eenheid in het land te steunen, en ik hoop dat veel mensen van goede wil, overal ter wereld, zich zullen aansluiten bij deze gebedsdag op 4 december om voorbede te doen voor onze broeders en zusters die lijden en zo verwaarloosd worden op dit bijzondere moment in hun geschiedenis”, besluit François Marsal.