Christelijke verpleegster vertelt over ontsnapping lynchpartij

donderdag, 13 juli 2023
Nieuws
De Pakistaanse christelijke verpleegster Tabitha Nazir Gill ontsnapte in 2021 ternauwernood aan een lynchpartij door een grote menigte. Ze werd beschuldigd van godslastering door een collega die ze een disciplinaire straf had gegeven voor het aannemen van steekpenningen. Kerk in Nood (ACN) sprak met haar over het voorval en over haar vreugde in Noord-Amerika een nieuw leven te kunnen beginnen met haar gezin.
20151003 Pakistan Stop Blasphemy Asia Bibi

Videobeelden van Gill, nu 32, die in elkaar werd geslagen door collega’s gingen in 2021 viraal op internet. In een exclusief gesprek met het Britse nationale kantoor van Kerk in Nood (ACN) beschrijft ze hoe ze als hoofdverpleegster in het Sobhraj Maternity Hospital in Karachi onterecht beschuldigd werd van blasfemie, nadat ze een collega aansprak op het aannemen van steekpenningen van een patiënt. De collega reageerde door haar te beschuldigen van godslastering.

Ziekenhuispersoneel omsingelde haar en ze werd herhaaldelijk geslagen en vastgebonden met touwen en gedwongen haar excuses aan te bieden.  Ze werd opgesloten in een kamer totdat de politie arriveerde en haar arresteerde op beschuldiging van het beledigen van de profeet van de Islam, waarop volgens artikel 295C van het Pakistaanse Wetboek van Strafrecht de doodstraf staat.

De politie liet haar vrij omdat ze geen geloofwaardig bewijs tegen haar konden vinden. Maar een menigte van honderden extremisten omsingelde het politiebureau en dwong de autoriteiten om een First Information Report (FIR) tegen haar in te dienen.  Mevrouw Gill en haar familie doken onder, maar omdat de zaak nog in behandeling was, werden ze het land uitgejaagd en verbleven ze op een onbekende locatie in het Midden-Oosten waar ze verblijfsvergunningen kregen.

Meer dan twee jaar later beschrijven mevrouw Gill en haar man Sohail Almas in het gesprek met Kerk in Nood (ACN) hun vlucht uit Pakistan. Ze benadrukken “het wonder” dat ze een immigrantenvisum kregen voor een land in het Westen, dat om veiligheidsredenen niet openbaar gemaakt kan worden. Samen met hun twee jongens leven ze er onder strenge beveiliging. Gill herinnert zich de dreiging maar al te goed. Ze werd belaagd door collega’s, maar voelde zich beschermd: “De menigte wilde me vermoorden, maar ik bleef tot Jezus bidden en ik opende mijn ogen en ik voelde dat ik engelen zag en vanaf dat moment wist ik dat ik gered zou worden.”

Ze bedankte degenen die haar een veilige vlucht uit Pakistan hadden bezorgd, waaronder dominee Iftikhar Indryas, een voorvechter van vervolgde gelovigen. Indryas: “Alle eer aan Jezus. Hij is degene die haar gered heeft. Wij zijn slechts zijn dienaren.” Nu ze in het Westen is aangekomen wil Gill haar leven wijden aan het opkomen voor vervolgde christenen in Pakistan. Daarbij denkt ze onder meer aan haar christelijke collega-verpleegkundigen Mariam Lal en Newosh Arooj, die ondergedoken zitten na beschuldigd te zijn van godslastering: “Ik wil dat ze weten dat we voor ze bidden en dat we achter ze staan. Ik zal me tot mijn laatste adem inzetten voor vervolgde Christenen.”