De eerste benedictijnse zusters die vanuit de Democratische Republiek Congo in Tsjaad aankwamen, beschouwden het als een bijzondere genade om deel te mogen nemen aan het 'avontuur' van deze nieuwe stichting. Ook de lokale bevolking had hoge verwachtingen van dit nieuwe klooster, hoewel de meesten van hen weinig kennis hadden van het kloosterleven. De jonge zusters die naar Tsjaad kwamen, waren geïnspireerd door de nieuwe missie die hun was toevertrouwd. Ze gingen met veel moed en enthousiasme aan de slag om deze te vervullen.
Geen stromend water
In het dorp Lolo in het bisdom Mondou was aanvankelijk niets: geen school, geen stromend water, geen ziekenhuis, en de meeste mensen konden niet eens lezen of schrijven. Sinds het klooster in mei 2005 werd gesticht, hebben de zes benedictinessen ook een geestelijk centrum, een kleuterschool en een basisschool opgericht. Ze zetten zich ook in om vrouwen en meisjes te leren lezen en schrijven en om meisjes en jonge vrouwen, die tot op de dag van vandaag vaak tot een vroeg huwelijk worden gedwongen, een praktische beroepsopleiding te bieden. Vooral voor deze vrouwen en meisjes is de aanwezigheid van de zusters een grote steun.
Een van armste landen ter wereld
Maar Tsjaad is een van de armste landen ter wereld. Het is daarom voor het klooster moeilijk om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Zuster Victorine, de priorin, schreef ons eerder: “De weinige middelen die we van buitenaf ontvangen, zijn niet voldoende en we hebben moeite om in de basisbehoeften van het klooster te voorzien, zoals voedsel, medicijnen en kleding, maar ook in de geestelijke behoeften, zoals de opleiding van onze jongere zusters, retraites en geestelijke oefeningen.”
Zelfvoorzienend én dienend
Met uw steun van 8560 euro hebben de Benedictinessen een klein landbouwproject opgezet om in hun eigen onderhoud te voorzien. Met het geld dat u heeft gegeven, konden zij landbouwwerktuigen, zaden en een paar koeien kopen. Zij hebben nu een stuk land van zes hectare. Op een stuk land van twee hectare verbouwen zij gierst en sesam voor eigen gebruik. Verder verbouwen zij aardnoten voor de verkoop. Een deel van de opbrengst wordt vervolgens opnieuw in het project geïnvesteerd, zodat het succesvol kan worden voortgezet.
Eerste missionaire ervaring
Zuster Myriam komt oorspronkelijk uit de Democratische Republiek Congo. Zij vertelt ons: “Ik doe mijn eerste missionaire ervaring op in Tsjaad. De gemeenschap hier is jong en daarom moeten we heel hard werken, vooral met onze handen. Ik heb geleerd hoe ik de trekdieren moet leiden en de velden moet ploegen, en ook hoe ik gierst moet verbouwen.”
“We voorzien in ons eigen levensonderhoud. Ook ondersteunen we de lokale gemeenschap met sociale projecten, zoals onderwijs, toegang tot schoon drinkwater en gezondheidszorg. Ik wil de weldoeners van Kerk in Nood hartelijk bedanken voor deze belangrijke steun om ons zusters op deze manier in ons levensonderhoud te voorzien!” Lees ook dit artikel over christenen in Tsjaad.