Wereldwijd worden Christenen in meer landen vervolgd en lastiggevallen dan mensen van welk ander geloof ook. Priesters worden vermoord, gelovigen worden ontvoerd, christelijke vrouwen worden verkracht en gedwongen hun geloof te verloochenen, kerken worden ontheiligd en gemeenschappen worden gedwongen te vluchten.
In het rapport Vervolgd en Vergeten? leest u over de situatie van Christenen in 24 landen en laten we zien hoe Kerk in Nood hulp en hoop biedt. Ontvang de samenvatting, het rapport, blijf op de hoogte van het nieuws en doorbreek de stilte over christenvervolging!
Op RedWednesday, dit jaar op 23 november 2022, kleurden ruim 140 kerken rood en en werd in veel kerken gebeden voor godsdienstvrijheid en voor vervolgde Christenen. Lees meer hierover in het artikel hieronder.
Christenen worden wereldwijd in steeds meer landen vervolgd. Vooral waar zij een minderheid vormen, hebben zij te maken met discriminatie en geweld. In landen als Nigeria, Pakistan, Noord-Korea, China en in het Midden-Oosten is het voor Christenen niet altijd mogelijk - of zelfs levensbedreigend - om hun geloof in het openbaar te belijden. Gewapende groepen, waaronder jihadisten, maar ook overheden maken het hen lastig om erediensten te houden of voor hun geloof uit te komen. In dit dossier brengen we u actuele berichten en verhalen over de discriminatie, onderdrukking en vervolging die zij ervaren.
In het rapport Vervolgd en vergeten? over christenen die worden onderdrukt vanwege hun geloof, presenteert Kerk in Nood de bevindingen van zijn voortdurende onderzoek naar patronen van haat en discriminatie. Deze laatste editie bestrijkt de periode van juli 2017 tot juli 2019 en richt zich op de belangrijkste ontwikkelingen in 12 landen waar het lijden van christenen bijzonder ernstig is. Op 16 november 2022 publiceert Kerk in Nood het rapport over de onderzoeksperiode 2020-2022.
Met de donaties van particulieren wereldwijd steunt Kerk in Nood (ACN) christenen die in pastorale nood zijn of vervolgd worden. Specifiek voor deze laatste groep zijn de projecten die zich richten op noodhulp, wederopbouw, traumazorg en preventie. Hieronder vindt u enkele voorbeelden. Geef ook en steun Christenen die in tijden van vervolging uw steun het meest nodig hebben!
Ondanks dat priesters en catechisten de belangrijkste doelwitten zijn van terroristen in Burkina Faso, heeft het land de afgelopen jaren een groei gezien in priesterroepingen. Het ondersteunen van deze toekomstige priesters in hun vorming is een van de prioriteiten van Kerk in Nood (ACN).
Vanwege de ernstige veiligheidscrisis als gevolg van terrorisme moesten sommigen afzien van een gezinsbezoek. “Niet iedereen weet waar hij heen moet tijdens de kerstvakantie,” vertelt pater Guy Moukassa Sanon aan de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN). De rector van het Sint-Petrus en Paulus seminarie van Kossoghin in Ouagadougou, legt uit dat voor deze jonge mannen naar huis gaan levensgevaarlijk zou zijn. Velen verbleven daarom in diocesane centra, gastgezinnen of werden uitgenodigd door andere seminaristen om de vakantie door te brengen bij hun familie in veiligere gebieden.
40% seminaristen uit “rode zone”
Bijna 40% van de seminaristen komt uit bisdommen in de “rode zone” die zwaar getroffen zijn door terrorisme. Ondanks alle moeilijkheden blijft het aantal seminaristen in het land groeien. Alleen al bij het Sint-Petrus en Sint-Paulusseminarie is hun aantal gestegen van 254 in het academisch jaar 2019-2020 naar 281 voor 2024-2025.
In het verleden namen sommigen het risico om zich bij hun familie te voegen. Voor Marius, een derdejaars student filosofie aan het Sint-Petrus en Sint-Paulus seminarie, eindigde het in een tragedie. In 2022 werd hij ontvoerd toen hij op weg was naar zijn vader in een afgelegen dorp dat onder controle stond van terroristen. Zijn lichaam is nooit gevonden, maar de familie is ervan overtuigd dat hij is vermoord.
Terroristen goed op de hoogte
“Sommige seminaristen zijn ternauwernood ontsnapt,” vertelt de rector. “Een van hen ging bijvoorbeeld naar huis om de vakantie met zijn familie door te brengen. Terwijl hij buiten het huis was, kwamen de terroristen aan. Hun eerste doelwit was zijn vader, een catechist, die op dat moment gelukkig niet thuis was. De terroristen, die goed op de hoogte waren, eisten echter de zoon van de seminarist op. Toen hij hun dreigementen hoorde, klom hij over een muur en vluchtte 's nachts de velden in. Hoewel de terroristen achter hem aan gingen, slaagden ze er niet in hem te vinden. Hij verstopte zich een hele dag en wachtte tot het gevaar geweken was voordat hij naar huis terugkeerde.”
Dat zoveel jonge Burkinabés ondanks de veiligheidscrisis priester willen worden, is volgens pater Sanon te danken aan goed roepingenwerk. Ook ontmoeten deze mannen in hun dagelijks leven gemakkelijk mensen “die op een duidelijke manier getuigen van de liefde van Christus”. Omdat de secularisatie in Burkina Faso nog niet zo aanwezig is als in Europa, legt pater Sanon uit dat het ontwaken van een roeping gemakkelijker is “dan in een materialistische context waar je niets van God verwacht”.
Te weinig ruimte
De rector vertelt dat het aantal seminaristen in zijn seminarie zo groot is dat er niet eens genoeg ruimte is voor hen allemaal. “We hebben gemeenschapsruimtes omgebouwd tot kleine eenheden die van elkaar gescheiden zijn door scheidingswanden om hen onderdak te bieden. De omstandigheden zijn echter verre van ideaal voor hun studie, en zelfs dat was niet genoeg om iedereen te kunnen ontvangen, dus hebben we 22 seminaristen buiten moeten opvangen en nog eens 11 naar een seminarie in Mali moeten sturen.”
Pater Sanon benadrukt het belang van een goede vorming van toekomstige priesters voor de geloofwaardigheid van de kerk. “Het is cruciaal dat toekomstige priesters authentiek kunnen getuigen van hun geloof, dat ze Christus echt persoonlijk hebben kunnen ontmoeten, dat het Evangelie hun voedsel en hun passie is.”
Samenleven met andere religies
Een andere grote uitdaging in de vorming van toekomstige priesters ligt in de maatschappelijke bezorgdheid over het naast elkaar bestaan van verschillende religies, die verergerd is door de veiligheidssituatie in Burkina Faso: “Er zijn verschillende terroristische groeperingen in Burkina Faso. Sommigen doden mensen zonder onderscheid, of ze nu moslim of christen zijn. Anderen daarentegen, die de sharia willen opleggen, richten zich rechtstreeks op christenen.
Vóór het terrorisme was het samenleven van moslims en christenen geen probleem, zelfs niet in onze families, die vaak uit verschillende religies bestonden. Veel seminaristen hebben moslimouders en hoewel dat in het begin misschien tot teleurstelling leidde, was het uiteindelijk geen probleem. Maar als je vandaag de dag niet oppast, kan de sociale cohesie in gevaar komen. Daarom is het van cruciaal belang om toekomstige priesters te vormen die de gemeenschap bevorderen, omdat de Kerk, ten dienste van de samenleving, moet werken aan eenheid.”
Omdat de bisdommen van Burkinabé vaak niet in staat zijn om de nodige financiële middelen te mobiliseren voor een kwalitatief goede seminarieopleiding, steunt Kerk in Nood hen in deze belangrijke taak. “Ik wil mijn diepe dankbaarheid uitspreken aan Kerk in Nood en al haar gulle weldoeners die opofferingsgezind geven zodat we de toekomstige priesters van Burkina Faso kunnen vormen,” zegt pater Sanon. “Sommige van onze seminaristen bevinden zich in een precaire situatie; ze krijgen geen hulp van hun familie, omdat deze in een erbarmelijke situatie verkeert: ontheemd of verhinderd door de terroristen om de oogst binnen te halen. Dankzij de steun van de weldoeners kunnen we hun opleiding en die van hun leraren financieren.”
In 2024 steunden de weldoeners van Kerk in Nood zes bisdommen in Burkina Faso bij de vorming van seminaristen.
Het geweld tegen priesters en religieuzen nam in 2024 wereldwijd toe. De katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), die onderzoek doet en jaarlijks rapporten uitbrengt over godsdienstvrijheid en christenvervolging registreerde over 2024 maar liefst 122 gevallen, waaronder 13 moorden, 38 ontvoeringen en 71 arrestaties.
Kerk in Nood (ACN) neemt in haar lijsten diegenen op die gedood, ontvoerd of opgesloten werden om redenen die verband houden met vervolging, maar ook diegenen die op moeilijke of gevaarlijke locaties dienen als een getuigenis van hun toewijding aan God.
Haïti en Nigeria gevaarlijkst
De lijst van ontvoeringen van dit jaar wordt aangevoerd door Haïti, waar een algemene ineenstorting van de nationale veiligheid leidde tot de ontvoering van 18 priesters en religieuzen in 2024, vergeleken met slechts twee in 2023. Nigeria blijft een van de gevaarlijkste landen om priester of religieus te zijn, maar de situatie is merkbaar verbeterd: in 2024 werden 12 ontvoeringen gemeld, minder dan in 2023. Gelukkig werden alle slachtoffers van ontvoeringen in beide landen uiteindelijk vrijgelaten.
In Kameroen werden in de loop van het jaar drie priesters ontvoerd, die allemaal werden vrijgelaten. Een pastoor werd ontvoerd door criminelen in São Paulo, Brazilië, die hem een paar dagen vasthielden en beroofden, voordat hij werd gered door de politie. Bisschop Salvador Rangel Mendoza uit Mexico werd ook ontvoerd en later door de criminelen achtergelaten in een ziekenhuis, waar hij herstelde.
Een jonge seminarist werd ontvoerd door militairen in de Democratische Republiek Congo, maar dezelfde avond vrijgelaten na luid protest van de kerkelijke autoriteiten. De kolonel die verantwoordelijk was voor zijn ontvoering werd uit het leger gezet en veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
Zusters ontvoerd
Er waren twee gevallen van ontvoering van vrouwelijke religieuzen. Een zuster in Colombia werd beroofd en seksueel misbruikt, maar overleefde gelukkig de beproeving, en een ander, in Malawi, werd fysiek en verbaal mishandeld voordat ze werd vrijgelaten.
Nog eens vier priesters werden in voorgaande jaren ontvoerd, maar zijn niet vrijgelaten of doodverklaard. Dit zijn de priesters John Bako Shekwolo (2019), Joseph Igweagu (2022), Christopher Ogide (2022) - allen uit Nigeria - en priester Joël Yougbaré, uit Burkina Faso, die in 2019 werd ontvoerd en van wie sindsdien niets meer is vernomen. Met deze priesters komt het totale aantal ontvoerden op 41.
13 priesters vermoord
In 2024 werden 13 priesters vermoord. In de Verenigde Staten werd pater Robert Hoeffner thuis vermoord, samen met zijn zus, door een jongeman die de auto van de priester stal en daarna zijn grootvader en een politieagent doodde, en priester Larry Johnson stierf door toedoen van een man die beweerde te lijden aan een psychotische aanval die stemmen hoorde die hem vertelden de priester te vermoorden om “de mensheid te redden”.
In Zuid-Afrika werden in iets meer dan een maand tijd twee priesters vermoord. Pater William Banda, oorspronkelijk uit Zambia, werd vermoord door een man die hem opwachtte in zijn kerk, hem vervolgens naar de sacristie begeleidde en hem doodschoot. En pater Paul Tatu Mothobi werd doodgeschoten nadat hij getuige was geweest van een moord. De moordenaar dwong pater Paul in een auto te stappe en schoot hem in het hoofd, blijkbaar om er zeker van te zijn dat er geen getuigen waren.
Ook in Spanje werd in 2024 een priester vermoord. Franciscaan Juan Antonio Llorente Espín werd vermoord door een man die het klooster binnendrong en schreeuwde dat hij alle priesters wilde vermoorden. Een soortgelijk misdrijf vond plaats in Polen, waar pater Lech Lachowicz bruut werd geslagen door een man die naar de pastorie kwam en later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overleed.
Priester Christophe Badjogou Komla, oorspronkelijk uit Togo maar werkzaam in Kameroen, werd neergeschoten bij een poging tot overval. En priester Fabián Enrique Arcos Sevilla, uit Ecuador, werd vermoord aangetroffen met tekenen van extreem geweld, in de buurt van een vuilniscontainer, onder omstandigheden die nog niet zijn opgehelderd. Ook werd pater Ramón Arturo Montejo Peinado op brute wijze vermoord in Colombia tijdens een poging zijn auto te stelen.
In Mexico, waar de afgelopen jaren een groot aantal priesters is vermoord, werd pater Marcelo Pérez vermoord door vermoedelijke bendeleden in wat een poging lijkt te zijn geweest om zijn activisme voor de rechten van de inheemse bevolking het zwijgen op te leggen.
Priester Josiah K'Okal, oorspronkelijk afkomstig uit Kenia, diende in Venezuela waar hij dood werd aangetroffen. Hoewel het officieel zelfmoord genoemd wordt, geloven zijn vrienden en collega's dat hij het slachtoffer is geworden van moord, vanwege zijn activiteiten ter verdediging van de lokale inheemse bevolking tegen criminele bendes.
Pater Luke Yugue, uit Zuid-Sudan, werd gedood tijdens een conflict tussen verschillende stammen, terwijl hij probeerde te bemiddelen tussen de partijen. Tot slot werd pater Tobias Onkonkwo uit Nigeria doodgeschoten door onbekende aanvallers terwijl hij op een snelweg reed.
Niet in de lijst opgenomen, maar wel het vermelden waard, zijn zaken als die van twee vermoorde catechisten in Burkina Faso, een dienaar van het Woord die buiten een kerk in Honduras werd neergeschoten en een misdienaar die samen met zijn broer en moeder werd gedood bij een schietpartij in de buurt van een kerk in Mexico.
Minder arrestaties
In 2024 werden er weliswaar minder katholieke geestelijken en religieuzen gearresteerd dan in 2023, maar hun aantal blijft hoog. Volgens informatie verzameld door Kerk in Nood (ACN) werden in 2024 zeker 71 geestelijken en religieuzen gearresteerd vanwege hun geloof of alleen voor het uitvoeren van hun missie. Dit cijfer is inclusief degenen die eerder gearresteerd werden, maar op een bepaald moment in 2024 nog steeds gearresteerd waren. Op het moment van schrijven waren er nog tien mensen in hechtenis. Hun aantal blijft zorgwekkend en wijst op ernstige problemen met de vrijheid van godsdienst en een gebrek aan rechtszekerheid en respons in grote delen van de wereld.
Voor deze lijst telt Kerk in Nood (ACN) alleen arrestaties die als onregelmatig kunnen worden beschouwd, of die een religieuze of politieke motivatie hebben, en niet degenen die zijn gearresteerd op verdenking van het plegen van gewone misdaden.
Nicaragua bovenaan lijst
Nicaragua staat opnieuw bovenaan de lijst van landen met gearresteerde katholieke priesters en religieuzen. Sinds januari 2024 werden er in totaal 25 katholieke geestelijken gearresteerd in Nicaragua. Als je echter de 19 priesters en religieuzen meetelt die in voorgaande jaren werden gearresteerd en op enig moment in 2024 in hechtenis bleven, dan stijgt hun aantal naar 44, een lichte daling ten opzichte van de 47 in 2023.
Dit is inclusief bisschop Rolando Álvarez, die in 2022 werd gearresteerd en in 2024 werd vrijgelaten. Op deze lijst staan niet de vele geëngageerde leken die ook gearresteerd zijn door het regime en van wie er nog steeds een aantal in de gevangenis zitten, zoals Lesbia Gutiérrez, de Caritas administrateur in het bisdom Matagalpa, en Carmen María Sáenz, juridisch adviseur van hetzelfde bisdom. Volgens lokale bronnen is hun families zelfs het recht ontzegd om hun dierbaren te bezoeken.
Naast het grote aantal geestelijken en religieuzen dat de afgelopen jaren in Nicaragua is gearresteerd, waaronder drie bisschoppen, is er ook een zeer groot aantal priesters dat nooit officieel is gearresteerd, maar dat het land niet meer in mocht nadat ze naar het buitenland waren gegaan, en als gevolg daarvan in ballingschap leeft. Hun aantal is onzeker en ze zijn niet opgenomen in deze lijst, evenmin als degenen die vrijwillig zijn gevlucht om aan arrestatie te ontkomen. Bovendien doet het Nicaraguaanse regime er alles aan om alle zusters het land uit te krijgen. De buitengewone vervolging van religieuzen in Nicaragua en de moeilijke toegang tot betrouwbare informatie maken het moeilijk om een volledig accuraat aantal gearresteerden in dit land vast te stellen.
China
Het volgende land met het hoogste aantal gearresteerde of vermiste geestelijken is China, met negen openbare gevallen, waarvan er vier in 2024 werden vastgehouden. Eén van hen werd later dat jaar vrijgelaten. De overige vijf zijn van hun vrijheid beroofd en zitten sinds begin 2024 in hechtenis, hebben huisarrest of staan onder streng toezicht om religieuze redenen - in één geval zelfs sinds 1997. Gezien de politieke realiteit in China zullen waarschijnlijk nog veel meer geestelijken worden onderworpen aan beperkingen van hun bewegingsvrijheid.
Wit-Rusland
Wit-Rusland heeft te maken met een zeer moeilijke situatie, met zeven priesters die in 2024 zijn gearresteerd. Van de zeven werden er drie gearresteerd in 2023, van wie er één nog steeds in de gevangenis zit en onlangs een straf van 11 jaar kreeg voor verraad. De andere vier werden in 2024 gearresteerd, waarvan er drie zijn vrijgelaten.
Andere gevallen van arrestaties vanwege religieuze intimidatie zijn onder andere twee priesters en een religieuze zuster in India, in een context van toenemende druk op katholieken en andere religieuze minderheden die leven in een land dat momenteel wordt gedomineerd door hindoe-nationalisten. Verschillende andere religieuze figuren werden in India met arrestatie bedreigd, maar slaagden erin om niet daadwerkelijk in hechtenis te worden genomen door een voorlopige borgtocht aan te vragen en te krijgen terwijl hun zaken verder onderzocht worden.
De twee Oekraïense Grieks-katholieke priesters die in 2022 door Russische troepen in hechtenis werden genomen en pas in juni 2024 werden vrijgelaten, staan ook op de lijst.
Venezuela en Tsjaad
Pater Elvis Cabarca, in Venezuela, werd gearresteerd terwijl hij een gebedsgroep leidde op een moment van anti-regeringsprotesten. In Tsjaad werd pater Simon-Pierre Madou Baïhana, een uitgesproken criticus van mensenrechtenschendingen en onrechtvaardigheden, gearresteerd door de politie in burger, onder omstandigheden die volgens getuigen meer op een ontvoering leken, naar verluidt voor het “aanzetten tot verdeeldheid en het in gevaar brengen van de nationale cohesie”. Beiden werden kort daarna vrijgelaten.
In een aantal gevallen zijn de beweringen voor de arrestatie nog steeds onbekend of is het niet duidelijk of de arrestatie daadwerkelijk was ingegeven door religieuze discriminatie. Pater Aurélien Mukangwa, uit de Democratische Republiek Congo, werd onder onbekende omstandigheden gearresteerd op de luchthaven. Na protesten werd pater Aurélien vrijgelaten. De Poolse pater Michal Olszewski werd gearresteerd wegens vermeende financiële onregelmatigheden, onder ongewoon zware omstandigheden vastgehouden en na zeven maanden op borgtocht vrijgelaten. Hij wacht nog steeds op zijn proces en zijn aanhangers beweren dat hij het slachtoffer is van een politieke campagne. Pater Luiz Claudio da Silva, uit Brazilië, werd gearresteerd nadat hij de politie had opgeroepen zich terughoudend op te stellen tijdens het neerslaan van een demonstratie van landloze arbeiders en zuster Mary-Ellen Francouer, uit Canada, werd gearresteerd omdat ze had deelgenomen aan een sit-in bij een bank, samen met een groep leden van verschillende christelijke confessies die protesteerden tegen de investering van de instelling in fossiele brandstoffen.
Twee religieuze zusters, Vincentia Nwankwo en Grace Okoli, zijn dinsdag ontvoerd in de staat Anambra in het zuidoosten van Nigeria.
De zusters behoren tot de congregatie van de Zusters van het Onbevlekt Hart van Maria Moeder van Christus. Via een verklaring aan Kerk in Nood (ACN) roepen de medezusters gelovigen op om te bidden voor hun “onvoorwaardelijke vrijlating”.
Zuster Vincentia María, directrice van een middelbare school in Ufuma, en zuster Grace Mariette, lerares aan een middelbare school in Nnewi, werden op de weg naar Ufuma tegengehouden nadat ze een bijeenkomst hadden bijgewoond in Ogboji. Hoewel niet officieel bevestigd is, wordt aangenomen dat ze voor losgeld zijn ontvoerd door een lokale criminele bende.
“We vragen om uw vurige gebeden en smeekbeden aan God dat ze zo snel mogelijk mogen worden vrijgelaten en veilig en gezond naar ons mogen terugkeren. Bid ook dat ze onvoorwaardelijk worden vrijgelaten,” schrijft zuster Maria Sobenna Ikeotuonye, de secretaris-generaal van de congregatie van de zusters.
Nigeria, het dichtstbevolkte land van Afrika, is evenredig verdeeld tussen christenen en moslims en heeft de afgelopen decennia te maken gehad met een groeiende golf van geweld tegen de christelijke gemeenschap.
In 2024 werden er volgens onderzoek van Kerk in Nood (ACN) 11 priesters ontvoerd in het land. Drie van hen worden al enkele jaren vermist. Zusters zijn minder vaak doelwit.
Iets meer dan een jaar nadat extremisten ruim 300 mensen vermoordden tijdens gecoördineerde aanvallen op christelijke dorpen in de Nigeriaanse deelstaat Plateau, kwamen de gelovigen afgelopen zondag bijeen voor een Eucharistieviering om de slachtoffers te herdenken.
Honderden militanten bestormden meer dan 30 dorpen - waarvan minstens 20 tegelijkertijd - op 24 december 2023, waarbij ze met machinegeweren op mensen schoten en huizen in brand staken.“Het is alweer een jaar geleden sinds de zinloze moorden die plaatsvonden in Bokkos, Mangu en Barkin Ladi Local Government Areas van de staat Plateau”, memoreerde priester Andrew Dewan aan de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
De impact is volgens de directeur communicatie van het bisdom Pankshin nog steeds groot. “Honderden mensen verloren hun leven en honderden anderen werden in het ziekenhuis opgenomen, terwijl duizenden nog steeds in kampen voor ontheemden zitten in het gebied.”
Bisschop prijst de gelovigen
Bisschop Michael Gobal Gokum van Pankshin sprak tijdens de heilige Mis in de Johannes de Doperkerk in Bokkos zijn verdriet uit over het onfortuinlijke incident. Pater Dewan: “Hij prees de gelovigen voor hun geloof, vastberadenheid en veerkracht tegenover de niet-uitgelokte gewelddadige aanvallen. Ook prees hij inspanningen van de regering van de deelstaat Plateau voor de inzet van veiligheidstroepen in de weken voorafgaand aan Kerstmis om een herhaling van deze aanvallen te voorkomen”.
Voedseltekorten
Bisschop Gokum erkende ook de honger die wordt ervaren. De wijdverspreide onveiligheid in het bisdom heeft geleid tot voedseltekorten.” Pater Dewan: “Gewone mensen zoeken naar iets om te eten. Ondanks de inspanningen die het bisdom doet om de ellende van de slachtoffers aan te pakken, is het niet in staat om aan hun behoeften te voldoen. Daarom smeekte hij de gelovigen die het beter hebben om ook de minderbedeelden te steunen.”
Dankbaarheid
De bisschop sprak ook zijn dankbaarheid uit aan internationale organisaties, waaronder Kerk in Nood (ACN), voor het bieden van steun aan de getroffen gemeenschappen. Hij besloot de Mis met gebed om Gods hulp voor de getroffen families en vroeg de mensen om hun agressors te vergeven zodat God hun wonden en hun land kan helen.
De tragische dood van Suleman Masih, een 24-jarige christen, heeft de lokale gemeenschap geschokt en opnieuw de aandacht gevestigd op de uitdagingen waarmee christenen en andere religieuze minderheden in Pakistan worden geconfronteerd. Suleman werd op 29 december 2024 in Kot Saadullah aangevallen en bezweek op 1 januari 2025 aan zijn verwondingen.
De Pakistaanse priester Lazar Aslam OFM vertelde de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN) dat Suleman een zeer hardwerkende en ondernemende jongeman was. “Hij begon met het verzamelen van afvalmateriaal en met veel moeite verwierf hij uiteindelijk landbouwmachines om tarwe- en rijstvelden te bewerken. Het afgelopen jaar boekte hij aanzienlijke successen: hij beheerde 25 hectare land en bezat een voertuig”.
Door zijn succes werd hij echter het doelwit van vijandigheid en jaloezie. Zes maanden lang kreeg Suleman te maken met bedreigingen, aanvallen en pesterijen, waaronder opzettelijke schade aan zijn machines en vernieling van zijn gewassen. “Ondanks dat hij deze incidenten rapporteerde aan de autoriteiten, werd er weinig tot geen actie ondernomen. Daardoor was hij kwetsbaar voor meer geweld”, aldus pater Aslam.
Op 29 december werd Suleman aangevallen en neergeschoten. Daarbij opliep hij ernstige schade aan zijn nieren op. Hij stierf op 1 januari. Een andere persoon, die ook gewond raakte bij het incident, legde onder druk van de politie aanvankelijk een valse verklaring af. Ooggetuigen onthulden echter dat Suleman slachtoffer was van een opzettelijke aanval.
Tot nu toe zijn vier van de vijf aanvallers gearresteerd. De hoofddader is echter nog op vrije voeten. De zaak is een schrijnend voorbeeld van de uitdagingen waarmee christenen en andere minderheden in Pakistan worden geconfronteerd. De katholieke (Nationale) Commissie voor Gerechtigheid en Vrede (NCJP) bezocht de familie van het slachtoffer na het incident en concludeerde na onderzoek dat het incident “een geval van religieuze discriminatie” was.
Pater Lazar Aslam en de familie van Suleman eisen gerechtigheid en dringen er bij de lokale en internationale autoriteiten op aan om resoluut actie te ondernemen om religieuze minderheden te beschermen en verdere gewelddaden en sociale en religieuze discriminatie te voorkomen. Ook Kerk in Nood (ACN), dat financiële steun verleent aan de NCJP, heeft het belang van het versterken van gerechtigheid en gelijkheid onder de wet herhaaldelijk gemeld en aan de kaak gesteld.
Op vrijdag 7 maart gedenken we de mensen die het afgelopen jaar zijn gedood om hun geloof in Christus. Aansluitend aan de Eucharistieviering om 19 uur, bidden we samen de kruisweg, afgewisseld met muziek, getuigenissen en overwegingen.
Ook dit jaar bent u van harte welkom in de St. Nicolaasbasiliek in Amsterdam (tegenover Centraal Station) voor een avond van gebed voor wie in 2023 hun leven lieten vanwege hun geloof in Christus.
Voor de nabestaanden is hun getuigenis van blijvende waarde, zoals u uit hun verhalen zelf kunt horen. Bidt u mee voor alle gelovigen die het afgelopen jaar het leven lieten én voor hun vervolgers? Kom dan ook en schrijf u hier in!
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
"Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie", verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit - met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi's. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
"De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land", aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. "Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop", besluit aartsbisschop Bashar Warda.
De kleine kinderen van de crèche van de Heilige Familie in de christelijke stad Baghdeda, zo'n 25 km van Mosul in Noord-Irak, glimlachen breed als ze ons vertellen wat ze later willen worden. Abanoub en Andrian willen ingenieur worden, de kleine Mekel droomt ervan arts te worden en Rozalina zou graag religieuze zuster worden. Ze gaan allemaal naar de crèche van de Heilige Familie naast het klooster van de zusters Ephrem, genoemd naar een Mesopotamische heilige uit de derde en vierde eeuw die bijzonder belangrijk is voor het oosterse christendom.
Het kinderdagverblijf dat de kinderen bezoeken lijkt op andere in de wereld, maar heeft een enigszins andere geschiedenis. Het werd verwoest door terroristen van Islamitische Staat (IS) toen zij van 2014 tot 2016 de controle over de stad grepen. In één nacht werden alle mensen, ook de zusters, gedwongen te vluchten. Het gebouw onderging de standaardbehandeling door de militanten van Daesh: muren beklad, meubels gestolen, daken kapotgeslagen, plafonds afgebroken en elektrische bedrading eruit gestript. Later, tijdens de gevechten om de jihadistische rebellen te verdrijven, werd het dak door een mortier geraakt en werden de muren doorzeefd met mitrailleurvuur. Een raketgranaat trof ook de muur van het balkon dat uitkijkt op de straat.
Met dit in gedachten is het een wonder om deze kinderen te zien en de wedergeboorte van een gemeenschap die de hoop bijna had opgegeven. Mekel, Abanoub, Andria en andere kinderen uit Baghdeda kunnen nu weer zingen en spelen in een kinderkamer die is versierd met afbeeldingen van Mickey Mouse, Crazy Bird, de Smurfen en Frozen. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze vrolijke en ongevaarlijke cartoonafbeeldingen door de jihadisten met spuitbusverf zijn overgespoten, misschien deels vanwege hun westerse associaties, misschien omdat ze botsten met islamitische overtuigingen over het afbeelden van zaken.
In 2017, niet lang nadat de IS-strijders uit het door hen bezette Baghdeda waren verjaagd, begonnen de christelijke gezinnen terug te keren. Met de eerste vier kinderen die aankwamen begonnen, ondanks het feit dat alles verwoest was, twee van de zusters onmiddellijk weer te werken in de crèche. Sindsdien is bijna de helft van de gezinnen naar de stad teruggekeerd en het aantal kinderen dat zich bij de crèche inschrijft, neemt gestaag toe. Er zijn nu 47 kinderen, maar er is genoeg ruimte om tot 80 kinderen op te vangen. Het jongste kind is net zes maanden en het oudste is vijf. Dankzij de hulp van Kerk in Nood en andere organisaties zijn nu twee verdiepingen van de crèche volledig gerestaureerd, waarvan één met de crèche voor de jongste kinderen.
Sabrin Thamer is een van de moeders die haar zoontje naar de crèche brengt. “Ik ben heel blij dat ik terug ben in Baghdeda en dat onze kinderen nu weer naar de crèche kunnen”, zegt ze. “Wij danken God voor al degenen die zo hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de wederopbouw. Daarmee hebben zij geholpen om onze kinderen weer de mogelijkheid te geven om onderwijs te volgen.” Zoals de meeste gezinnen hier spreekt Sabrin een dialect van het Aramees.
Muna Mekhael brengt ook haar dochtertje naar de crèche, “zodat ze kan leren en een betere toekomst heeft. Deze crèche is een belangrijke plaats voor de kinderen om hun persoonlijkheid te ontwikkelen”, legt ze uit. En de waarheid is dat ondanks de tragedie en het trauma dat ze hebben doorgemaakt, de christelijke families hier echt hun leven opnieuw willen opbouwen - de kinderen zijn het duidelijkste teken van een toekomst waarin ze bij tijd en wijle niet durfden te geloven.
Zuster Mariam Yako leidt de crèche, samen met een andere zuster en ondersteund door een team van zes andere mensen. “We zijn de donateurs van Kerk in Nood dankbaar voor de steun en bijdrage aan de Holy Family Nursery hier in Baghdeda, en aan iedereen die geld heeft gegeven om dit centrum te steunen, dat van levensbelang is voor de kinderen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen door met elkaar om te gaan en met elkaar samen te werken.”
De overgrote meerderheid van de bevolking van Baghdeda is van Oost-Syrische afkomst en meer dan 90% van hen is katholiek. De zusters van Saint Efrem en de crèche leveren een belangrijke bijdrage aan het veiligstellen van het gevoel van veiligheid van deze gezinnen, die gedwongen zijn te emigreren als ze geen werk of de noodzakelijke infrastructuur voor hun gezinnen kunnen vinden. Als gevolg van de invasie, hun vlucht en de daaropvolgende terugkeer, zijn veel christelijke gezinnen nu anders van structuur. Ze zijn doorgaans kleiner dan voorheen en hebben niet langer altijd de steun van grootouders of ooms en tantes zoals vroeger. Het is daarom belangrijk dat een gebrek aan ruimte in de plaatselijke crèche hen er niet van weerhoudt kinderen te krijgen of in de stad te blijven.
Veel van de kinderen in de crèche zijn geboren als vluchtelingen, daklozen en ontheemden. Zuster Mariam is ervan overtuigd dat de crèche een sleutelfactor is om het trauma van deze gezinnen te boven te komen. “Zij zullen opgroeien en later een generatie vormen die zich bewust is van elkaar en bereid om elkaar te steunen. Dit is vooral belangrijk gezien de omstandigheden die elk van deze kinderen heeft moeten doormaken voordat we konden terugkeren en deze crèche konden openen.”
Kerk in Nood heeft de wederopbouw van Baghdeda (Qaraqosh) ondersteund met veel verschillende projecten gericht op het helpen van de christelijke families om terug te keren, na de invasie door Islamitische Staat. Met de hulp van donateurs is het onderwijs van de kinderen op de Vlakte van Nineveh gefaciliteerd, waaronder de wederopbouw van vijf kleuterscholen, een kinderdagverblijf en twee scholen, voor een totaalbedrag van meer dan 2,3 miljoen euro. Alleen dankzij uw steun kunnen de Christenen hun leven in deze bakermat van het Christendom weer opbouwen.
“Kolay gelsin”, letterlijk “moge het gemakkelijk komen”, is een veelgehoorde groet in de straten van Turkije. Het wordt gezegd tegen mensen die zwaar of moeilijk werk verrichten om de wens uit te drukken dat zij hun lasten met meer gemak mogen dragen en van hun gewicht verlost mogen worden. Pater Simon Härting, een in Duitsland geboren Salesiaan, beschouwt het als een diep christelijke groet die ook treffend zijn werk in Istanbul beschrijft, waar hij sinds drie jaar werkt.
Tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood (ACN) sprak hij over Bomonti, van oudsher een christelijke wijk van de stad die vandaag de dag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote aantallen gezinnen van immigranten uit verschillende culturen. De Salesianen van Don Bosco zijn er betrokken bij een verscheidenheid van activiteiten in het Apostolisch Vicariaat van Istanbul. Ze geven echter vooral pastorale zorg en onderwijs aan emigranten en vluchtelingen in de Christelijk wijk Bormonti.
De meeste van deze mensen beschouwen Turkije slechts als een tussenstop, omdat zij willen emigreren naar landen als Australië of Canada. “Er wordt veel gesproken over de vluchtelingen uit Irak of Syrië, maar er komen ook veel anderen, bijvoorbeeld uit Pakistan, Nigeria, Burkina Faso, Mali of Ivoorkust, om maar een paar landen te noemen. Zij blijven hier jarenlang. Sommigen van hen moeten zes of zeven jaar wachten op een visum”, legt pater Simon uit. Als gevolg daarvan hebben de Salesianen zich toegelegd op het onderwijs van de kinderen van deze gezinnen. Zij leiden een school voor meer dan 400 kinderen en een klein jeugdcentrum voor 40 pubers op de Evrim Campus in Bomonti.
Een ander zwaartepunt van hun werk is het verlenen van pastorale zorg in de Turkse taal. Bomonti lag ooit aan de rand van de stad, maar is nu het hart van Istanbul. De plaatselijke kerk van de wijk, “Notre Dame de Lourdes”, is de enige kerk in Istanbul die uitsluitend gewijd is aan de Turks sprekende katholieke gemeenschap. In andere parochies overheersen Grieks en Frans in plaats van Turks, omdat Istanbul een multiculturele en meertalige stad is. De bevolking is er de laatste 50 jaar vertienvoudigd en de stad heeft een van de grootste jongerenpopulaties van alle Europese steden.
In de parochie van “Notre Dame de Lourdes” bereiden Turks sprekende kinderen, jongeren en volwassenen zich voor op hun eerste heilige communie, op het vormsel of op het sacrament van het huwelijk. “In het vicariaat Istanbul hebben we ongeveer 100 catechumenen die afkomstig zijn uit veel verschillende landen, waaronder Turken en Iraniërs. Christen worden is hier niet verboden. De mate van sociale acceptatie varieert van geval tot geval. Sommigen worden door hun familie verstoten, anderen hebben geen problemen, en het komt ook voor dat hele families besluiten Christen te worden”, aldus pater Simon. De parochie heeft dringend behoefte aan adequate faciliteiten om pastorale zorg te kunnen verlenen. Daarom willen de Salesianen met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood een nieuw parochie- en sociaal centrum bouwen op het terrein van de Evrim Campus. Het nieuwe centrum moet iedereen ten goede komen, zowel buurtbewoners als immigranten, en een interculturele uitwisseling tussen jongeren die in het stadsdeel wonen vergemakkelijken.
Velen die bij de Salesianen om hulp komen vragen, hebben moeilijke, traumatische ervaringen gehad en zoeken troost. Of zij leven binnen zeer fragiele sociale structuren. Hun situatie wordt echter vaak dramatisch wanneer de migranten besluiten Turkije te verlaten en niet langer het geduld hebben om op een visum te wachten. “Het geeft me een akelig gevoel als ze na de Zondagsmis naar me toe komen en me vragen hun reis te zegenen. Ik weet waar ze heen gaan en dat het niet altijd goed afloopt”, zegt pater Simon.
De lasten die veel van de vluchtelingen dragen zijn zo zwaar dat ze nauwelijks te dragen zijn. “Het nieuwe centrum is bedoeld om 'Kolay gelsin' te zijn, een bron van verlichting, een zegen voor hen,” legt pater Simon uit. Daarom voelen de Salesianen zich geïnspireerd door de groet: “Kolay gelsin” - Moge het gemakkelijk komen. Moge God verlichting schenken. “Het is onze roeping om elkaars lasten te verlichten en voor ons allen verlossing in de wereld te brengen. Het geschenk van lichtheid en verlossing, dat is wat wij willen geven met de oprichting van het nieuwe centrum op de Evrim Campus.”
Helpt u mee zodat de Kerk op meer plaatsen in Turkije pastorale steun kan verlenen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Turkije. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
© Foto: Don Bosco Instanboel
"De aanslagen hebben de mensen herinnerd aan de tijd van de noodtoestand tijdens de burgeroorlog. Het grote publiek, en vooral Christenen in Sri Lanka, zijn nog steeds in shock."
Zo vatte Veronique Vogel, hoofd van de projecten in Azië van Kerk in Nood (ACN), de situatie in Sri Lanka samen. Ze bezocht het land om de balans op te maken van de situatie, precies vier weken na de terroristische aanvallen op Paaszondag waarbij honderden mensen de dood vonden of gewond raakten.
"De veiligheidsmaatregelen in heel Sri Lanka waren strikt tijdens ons bezoek; veiligheidstroepen en het leger waren overal. Maar de angst blijft bestaan, vooral onder de christelijke bevolking. Iedereen is zich terdege bewust van het feit dat er meer moordenaars betrokken waren op Paaszondag dan werden geïdentificeerd en gearresteerd. Men weet daarom dat ergens extreem gevaarlijke mensen rondlopen die op ieder moment opnieuw kunnen aanvallen.”
De aartsbisschop van het bisdom Colombo, kardinaal Albert Malcolm Ranjith, doet nu een beroep op het publiek om kalm te blijven en zich te onthouden van wraakacties. Veronique Vogel: "Tijdens ons bezoek kreeg ik herhaaldelijk het gevoel dat de Christenen dankbaar zijn voor deze woorden van hun aartsbisschop en ze ter harte nemen." Over een periode van slechts enkele dagen bezocht de kleine delegatie van ACN voornamelijk de regio's rond de hoofdstad Colombo en Negombo, waar de meeste aanvallen op kerken en hotels plaats hadden. "Deze reis was zo geregeld dat we de staat van de Katholieke parochies konden bezoeken en hen konden verzekeren van onze solidariteit. De terroristische aanslagen waren immers specifiek gericht op Christenen."
Hoewel de kerken sinds 21 mei weer geopend zijn voor gelovigen, precies een maand nadat de aanvallen werden uitgevoerd, zijn veel christenen nog zwaar getraumatiseerd. "Velen vertelden me dat ze om op het moment bang zijn om een kerk binnen te gaan of angst voelen als ze de klokken horen luiden. Het is een droevig getuigenis van hoe stressvol de herinneringen aan Paaszondag voor hen moeten zijn."
Ze ontdekte echter ook dat velen die slachtoffer waren geworden of familieleden hadden verloren, het gevoel hadden dat hun ervaringen hun geloof hadden versterkt. "Aangezien de situatie in het land de afgelopen jaren betrekkelijk rustig was, hebben veel mensen moeite om te begrijpen waarom ze opnieuw zoveel leed in Sri Lanka te verduren hebben. Maar hun wil om te leven en hun geloof blijft sterk. De christenen en de mensen in Sri Lanka willen geen burgeroorlog, maar werken actief aan het handhaven van duurzame vrede."
Vogel was vooral onder de indruk van haar bezoek aan een Franciscaans klooster in Negombo, recht tegenover de katholieke kerk van St. Sebastian. Tijdens de aanslagen werden alleen al op deze locatie minstens 100 mensen gedood. Ze vertelde hoe de Franciscanen hun video’s van vreselijke scènes lieten zien van de aanslagen op die dag. Zelf waren ze onmiddellijk na de explosies naar het toneel gegaan om voor de gewonden en de doden te zorgen. "Ondanks deze traumatische ervaringen zijn zij modellen van naastenliefde. Terrorisme en geweld hebben geen afbreuk gedaan aan hun geloof en hun bereidheid om anderen te helpen."
Het eiland Sri Lanka bevindt zich in de Indische Oceaan en heeft ongeveer 22 miljoen inwoners. Ruim 70 procent van hen is Boeddhist, 12,5 procent Hindoe, 9,5 procent Moslim en 8 procent Christen. Een groot aantal mensen werd gedood of raakte zwaar gewond tijdens de reeks aanvallen op Paaszondag 21 april 2019, die vooral gericht waren op drie christelijke kerken en drie hotels in de hoofdstad Colombo, in de naburige stad Negombo en in stad Batticaloa. Volgens de laatste schattingen zijn 253 mensen gedood en ongeveer 500 gewond geraakt. De autoriteiten stellen een lokale, radicaal-islamitische groep en jihadisten verantwoordelijk voor de aanslagen.
De afgelopen vijftien jaar heeft Kerk in Nood meer dan 8 miljoen euro geïnvesteerd in projecten in Sri Lanka voor de bouw van christelijke faciliteiten, misintenties voor het levensonderhoud van priesters, theologische vorming en christelijke literatuur. In de nasleep van de recente terroristische aanslagen zet de organisatie zich nog meer in om de pastorale zorg op lange termijn in het land te versterken en om wonden te helen.
Video: Rome Reports - Kerk in Nood
Ooit woonde en werkte mgr. Selvanos in Nederland. Nu werkt hij hard aan de wederopbouw van de christelijke aanwezigheid in het Syrische Homs.
Namens de kinderen van de stad Homs schreven de katholieke en orthodoxe bisschoppen Abdo Arbach en Selvanos een brief aan paus Franciscus. In deze brief danken de kinderen de Paus voor zijn inspanningen voor vrede in Syrië en vragen om zijn gebed "om hen te redden van de maalstroom van haat, van de kolossen van toorn en van degenen die handelen in menselijke organen“, omdat zij, de kinderen "de eerste slachtoffers van deze misdaden zijn." Ze schreven ook, "we zouden graag zien dat ons land opnieuw het land van geluk en liefde wordt zoals het vroeger was, waar we olijfbomen planten en tarwe zaaien, en waar er geen verbrande aarde is waarop de mortieren en raketwerpers van haat staan."
De bisschoppen sluiten hun brief af met een bijzonder gebed: Goede God, Uw Woord ademt wijsheid en goedheid en het schenkt ons leven. Wij bidden U voor onze medechristenen in Syrië, die lijden onder zoveel geweld. Wees hen en vooral de jonge kinderen steeds nabij met Uw liefde. Bescherm hen tegen gevaar en geweld en geef dat zij stand houden in hun geloof in Uw Zoon, die mens werd om hun lot te delen en hun uitzicht te bieden op verlossing. Dit vragen wij U op voorspraak van de heiligen Jacobus en Johannes van Syrië, door Christus onze Heer.
In Homs wordt inmiddels hard gewerkt aan de wederopbouw van huizen... en een veilige speelplaats voor de kinderen. Helpt u mee? Maak dan uw gift via deze website of over onder vermelding van Wederopbouw Syrië. Uw gift komt ten goede aan de wederopbouw in Homs of in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD