Wereldwijd worden Christenen in meer landen vervolgd en lastiggevallen dan mensen van welk ander geloof ook. Priesters worden vermoord, gelovigen worden ontvoerd, christelijke vrouwen worden verkracht en gedwongen hun geloof te verloochenen, kerken worden ontheiligd en gemeenschappen worden gedwongen te vluchten.
In het rapport Vervolgd en Vergeten? leest u over de situatie van Christenen in 24 landen en laten we zien hoe Kerk in Nood hulp en hoop biedt. Ontvang de samenvatting, het rapport, blijf op de hoogte van het nieuws en doorbreek de stilte over christenvervolging!
Op RedWednesday, dit jaar op 23 november 2022, kleurden ruim 140 kerken rood en en werd in veel kerken gebeden voor godsdienstvrijheid en voor vervolgde Christenen. Lees meer hierover in het artikel hieronder.
Christenen worden wereldwijd in steeds meer landen vervolgd. Vooral waar zij een minderheid vormen, hebben zij te maken met discriminatie en geweld. In landen als Nigeria, Pakistan, Noord-Korea, China en in het Midden-Oosten is het voor Christenen niet altijd mogelijk – of zelfs levensbedreigend – om hun geloof in het openbaar te belijden. Gewapende groepen, waaronder jihadisten, maar ook overheden maken het hen lastig om erediensten te houden of voor hun geloof uit te komen. In dit dossier brengen we u actuele berichten en verhalen over de discriminatie, onderdrukking en vervolging die zij ervaren.
In het rapport Vervolgd en vergeten? over christenen die worden onderdrukt vanwege hun geloof, presenteert Kerk in Nood de bevindingen van zijn voortdurende onderzoek naar patronen van haat en discriminatie. Deze laatste editie bestrijkt de periode van juli 2017 tot juli 2019 en richt zich op de belangrijkste ontwikkelingen in 12 landen waar het lijden van christenen bijzonder ernstig is. Op 16 november 2022 publiceert Kerk in Nood het rapport over de onderzoeksperiode 2020-2022.
Met de donaties van particulieren wereldwijd steunt Kerk in Nood (ACN) christenen die in pastorale nood zijn of vervolgd worden. Specifiek voor deze laatste groep zijn de projecten die zich richten op noodhulp, wederopbouw, traumazorg en preventie. Hieronder vindt u enkele voorbeelden. Geef ook en steun Christenen die in tijden van vervolging uw steun het meest nodig hebben!
Catechisten zijn, vaak met gevaar voor eigen leven, steunpilaren van de kerk in Burkina Faso. Ondanks de voortdurende terroristische bedreigingen, zorgen ze bij afwezigheid van priesters voor de continuïteit van het geloof in dorpen en ontheemdenkampen.
In een interview met Kerk in Nood (ACN) legt een priester van het bisdom Kaya uit dat catechist zijn betekent dat je jezelf volledig geeft, geleid door een onwankelbaar geloof en een verlangen om onvermoeibaar diensten te verlenen aan de christelijke gemeenschap. “Catechisten zijn de helden van de Kerk in Burkina Faso,” vertelt priester Edgard Ouedraogo,
Meer catechisten dan priesters martelaren
Volgens de directeur van het vormingscentrum voor catechisten van het bisdom Kaya, heeft het aanbieden van een kruisbeeld aan de catechist tijdens de inwijdingsritus vandaag de dag een speciale betekenis in Burkina Faso: “Onder de pastorale werkers zijn het de catechisten die het meest blootgesteld zijn en die de zwaarste prijs betalen in de terroristische oorlog. Er zijn meer martelaren onder hen dan onder priesters.”
In veel landen in de Sahel spelen catechisten een centrale rol in het hart van de Kerk, vooral in gebieden zonder priesters. Sinds het begin van de terroristische aanvallen in Burkina Faso in 2015 is hun missie nog belangrijker geworden. Waar veel priesters ontheemd zijn, blijft het parochieleven op veel plaatsen alleen in stand dankzij de inzet van catechisten.
“Zij zijn het die het overnemen van de priesters in de dorpen en ontheemdenkampen. Zij gaan voor in de zondagsvieringen bij afwezigheid van de priesters. Zij zorgen voor catechese en moedigen de bevolking aan om de rozenkrans en de getijden te bidden. Zij zijn aanwezig aan het ziekbed. Waar wij leven, kunnen we niet zonder de catechisten,” vertelt de priester gedreven.
Een vorming zoals in het seminarie
Het is dan ook niet voor niets dat hun vorming veeleisend is. Tijdens de vier jaar van de vorming leeft het gezin van de toekomstige catechist in gemeenschap met andere gezinnen van toekomstige catechisten. Hun gezamenlijke gebedsleven is als dat van een seminarie: de Mis, lauden, sext, vespers, completen, rozenkrans, aanbidding… soms krijgen de vrouwen van toekomstige catechisten dezelfde training als hun echtgenoten en krijgen ze de taak om de christelijke gemeenschap naast hun echtgenoten te leiden.
“Je moet diep overtuigd zijn om deze dienst aan te nemen. Dit zijn mensen die bereid zijn hun leven tot het einde toe op te offeren voor Christus.” Deze zelfgave blijkt uit het feit dat de catechisten, die niet betaald worden, volledig moeten vertrouwen op de goddelijke voorzienigheid. Pater Ouedraogo benadrukt dat de catechist zo toegewijd is aan zijn dienst aan de christelijke gemeenschap dat hij geen tijd heeft om land te bewerken en daardoor geen stabiel inkomen heeft om zijn gezin te voeden. “Als de gemeenschap de catechist kan steunen, dan doet ze dat. Vaak is het echter andersom: vooral in moeilijke tijden is hij degene aan wie mensen vragen om andere christenen te helpen.”
Dit is de reden waarom de Heilige Vader mensen vraagt om catechisten te steunen en waarom Kerk in Nood (ACN) hen dankzij vele weldoeners al jaren steunt via projecten in Burkina Faso. De stichting helpt vooral met vormingsprojecten en zorgt voor eten en onderwijs voor hun kinderen.
“De Kerk in Burkina Faso, en in het bijzonder in mijn bisdom, zou het barmhartige gelaat van Christus niet kunnen tonen aan de gelovigen zonder de steun van Kerk in Nood en haar weldoeners. Als de Kerk niet missionair is, heeft ze geen reden van bestaan. Zonder de hulp van Kerk in Nood zouden pastorale krachten hun geloof niet kunnen doorgeven! Door de onveiligheid zouden we geconfronteerd worden met een nog acutere crisis, de situatie zou nog rampzaliger zijn. We zijn heel dankbaar voor alle hulp die we van jullie ontvangen en we bidden voor jullie dat de Heer jullie stichting en de weldoeners mag zegenen!”
Het bisdom Fada N’Gourma is opgeschrikt door nieuwe terroristische aanslagen in de parochies Piéla, Ziéla en Saatenga. Daarbij zijn veel doden gevallen en is aanzienlijke materiële schade aangericht. De aanslagen maken deel uit van een patroon van terroristisch geweld dat al sinds 2015 in het land aan de gang is.
“De aanvallen vermenigvuldigen zich. We vragen om uw vurig gebed. Bid voor de slachtoffers en voor de angstige overlevenden,” vroeg een priester van het bisdom Fada N’Gourma in het oosten van Burkina Faso aan de internationale pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN).
Honderd terroristen
Begin oktober werden minstens 150 mensen gedood door terroristen in Manni, in hetzelfde bisdom. Op 20 oktober werden Ziéla en Kombembgo, twee dorpen van de Saatenga-parochie in het zuidoosten van Fada N’Gourma, aangevallen door ongeveer honderd terroristen.
In Ziéla verschenen de terroristen rond 10 uur ‘s ochtends. Terwijl de inwoners na het zondagsgebed hun gang gingen, werden er enkele schoten gelost. De mannen probeerden onmiddellijk te vluchten en zich te verstoppen omdat, zoals een plaatselijke bron aan ACN uitlegde, de terroristen “voornamelijk mannen van vechtleeftijd aanvallen, en geen vrouwen, kinderen of oude mensen”. Echter, “een jong christelijk meisje dat haar huis wilde ontvluchten verloor tragisch genoeg het leven, gedood door een vergissing, omdat de terroristen haar aanzagen voor een volwassene,” zei een bron, die liever anoniem wilde blijven uit angst voor represailles.
Huizen in brand
Volgens dezelfde bron staken de terroristen veel huizen van zowel christenen als moslims in brand. Onder de huizen die het doelwit waren, bevond zich ook een huis van de catechist, die zich buiten het dorp bevond toen de aanval plaatsvond. Zijn vrouw, die thuis was gebleven met hun drie jonge kinderen, werd mishandeld en hun huis werd geplunderd en vervolgens in brand gestoken. “Het gezin is veilig en gezond, en het feit dat de echtgenoot afwezig was heeft zijn leven gered,” meldde dezelfde bron aan ACN.
Catechisten staan momenteel in de frontlinie van het geweld in het land, omdat zij belast zijn met het toezicht op de gelovigen in veel dorpen. Ze hebben niet allemaal hetzelfde geluk als de catechist uit Ziéla, die buiten het dorp was toen de terroristen aanvielen: “Amper zes maanden geleden werd Édouard Yougbaré, catechist in Pouargoguin, 7 km van Saatenga, op brute wijze vermoord, een weduwe en acht kinderen achterlatend. Zijn laatste woorden waren: “Heer Jezus, kom en red mij! Heer Jezus, kom en red me!” herinnert de bron van Kerk in Nood (ACN) zich.
Diezelfde zondag, 20 oktober, was Kombembgo, een dorp dat 12 km van Saatenga ligt, eveneens het doelwit van de terroristen. Volgens informatie verzameld door Kerk in Nood (ACN) verloren drie leden van de Vrijwilligers voor de Verdediging van het Vaderland (VDP in het Frans) en een andere burger het leven tijdens deze aanval.
De VDP, burgers die samenwerken met de nationale strijdkrachten, spelen een cruciale rol in de verdediging van onbeschermde plattelandsgemeenschappen, waar het voor het Burkinese leger moeilijk is om in te grijpen. “Dankzij de snelle reactie van de VDP, die in staat was om enkele terroristen uit te schakelen, hadden deze geen tijd om de huizen in Kombembgo in brand te steken,” legde de bron uit.
Vergelding na steun
De betrokkenheid van de VDP brengt echter grote risico’s met zich mee. Dit bleek uit een aanval in Piéla, op ongeveer 150 km van Saatenga, in het noordelijke Fada N’Gourma, op 19 oktober, slechts een dag eerder. Het dorp werd aangevallen door meer dan 100 terroristen, die ongeveer 13 mensen doodden, waaronder twee leden van de VDP en een katholieke vrouw.
Deze inval lijkt te zijn uitgevoerd als vergelding voor de steun van de bevolking aan de VDP. “De vrouwen hadden de VDP een motorfiets aangeboden voor hun vredesstrijd, een actie die de terroristen niet aanstond,” verklaarde een lokale bron aan Kerk in Nood (ACN). “De aanvallers staken ook 16 huizen in brand, die allemaal aan katholieke families toebehoorden en helaas op een heuvel lagen, waardoor de terroristen Kouri konden naderen zonder op tijd ontdekt te worden,” voegde hij eraan toe. Essentiële infrastructuur zoals de kliniek, de apotheek en de VDP post werden ook vernietigd. De twee catechisten van het dorp konden ontsnappen en zijn nu ontheemd.
Eerder al doelwit
Kouri was op 1 juni 2024 al eerder het doelwit geweest van een terroristische aanval, waarbij mensen om het leven kwamen en huizen in brand werden gestoken. Dat leidde ertoe dat de VDP werd opgericht om de lokale veiligheid te versterken.
Een van de plaatselijke priesters riep op tot gebed voor de slachtoffers en voor vrede. “Laten we de Heer smeken dat de vrede terugkeert in ons land en in alle landen die dagelijks getroffen worden door moorddadige aanvallen, waaronder Mali en Niger, en in landen in oorlog zoals Oekraïne, Israël en Libanon. Moge het gebed van Franciscus van Assisi ons leiden: “Heer, maak mij tot een instrument van uw vrede. Waar haat is, laat mij liefde brengen’“.
Deze tragedies onderstrepen de urgentie van de veiligheidssituatie in Burkina Faso, waar terroristische aanslagen in 2015 begonnen en gemeenschappen blijven verwoesten en meer dan twee miljoen intern ontheemden achterlaten. In een recent rapport – dat hier gratis verkrijgbaar is – over de vervolging van christenen geeft Kerk in Nood (ACN) uitleg over de toenemende aanvallen op christenen in Burkina Faso.
Een islamistische groepering in Mali is onlangs begonnen belasting op te leggen aan alle christenen boven de 18 jaar in Douna-Pen. Volgens informatie ontvangen door de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), is het grootste christelijke dorp in het oosten van Koro, Mopti, daarmee het tweede dorp waar de jizya-belasting door extremisten is ingevoerd.
Volgens bronnen van ACN, die om veiligheidsredenen anoniem wilden blijven, vormt de betaling van omgerekend € 35 een voorwaarde voor de vrije beoefening van godsdienst. Volgens de bronnen hebben de extremisten onlangs ongestraft geld ingezameld van de gemeenschap. Wie niet kon of wilde betalen, werd gewaarschuwd dat het alternatief de gedwongen sluiting van hun gebedsplaatsen zou zijn.
Jizya
De zorgwekkende situatie begon in het dorp Dougouténé, waar de inwoners voor het eerst werden opgeroepen om de zogenaamde jizya, een religieuze belasting, te betalen. Nu wordt Douna-Pen met hetzelfde probleem geconfronteerd. Lokale bewoners vrezen dat de praktijk zich naar andere dorpen verspreidt, waardoor de godsdienstvrijheid en de lokale veiligheid verder in gevaar komen.
Islamitische extremisten eisten eerder al de sluiting van de protestantse en katholieke kerk in Douna-Pen. Tijdens een broze vrede was het de bewoners een tijdje toegestaan om hun geloof te belijden, maar zonder muziekinstrumenten tijdens de eredienst, wat al een duidelijke beperking van hun godsdienstvrijheid betekende.
Escalatie
Een van de vertrouwelijke bronnen toonde zich zeer bezorgd over deze escalatie van wat al een moeilijke situatie is, en zei “We worden verondersteld in een seculiere staat te leven, waar zulke praktijken niet zouden mogen plaatsvinden, maar helaas wordt dit onze nieuwe realiteit. Als de autoriteiten niet ingrijpen, zal de bevolking belastingen rechtstreeks in de kas van de terroristen storten, die onder de vlag van het jihadisme in de Republiek Mali opereren.” De bron voegde eraan toe: “We weten dat het land groot is en dat hetzelfde op andere plaatsen gebeurt, maar als we hier niet snel iets doen, zullen de gevolgen rampzalig zijn. Hier worden mensen afgeslacht als ratten!”
Douna-Pen ligt in de gemeente Dioungani en heeft een aanzienlijke christelijke bevolking. Het meest recente geval van financiële afpersing is het laatste hoofdstuk in een geschiedenis van geweld en vervolging in de regio. De situatie wordt nog verergerd door het gebrek aan basisinfrastructuur, zoals wegen en watervoorziening. De geïsoleerde ligging heeft onder meer geleid tot de sluiting van scholen door gebrek aan veiligheid.
Hulproep naar leiders Mali
Er wordt gevreesd dat de gedwongen betalingen aan extremistische islamitische groeperingen tot diepe verdeeldheid onder de bevolking zullen leiden, waardoor het vertrouwen in de regering zal afnemen en de fragiele stabiliteit van de regio verder zal worden aangetast. Veel inwoners zijn bang om in de steek gelaten te worden door de Malinese staat.
De bron sloot af met een welgemeend verzoek: “Dit is de schreeuw van een burger die nog steeds gelooft in de Republiek Mali en in haar leiders. We hebben onmiddellijke actie nodig om te voorkomen dat een religieus conflict dit land in zijn greep krijgt. Moge God ons helpen.”
Christenen worden wereldwijd steeds meer geconfronteerd met geweld, discriminatie en mensenrechtenschendingen. Dat blijkt uit het nieuwste rapport Vervolgd en Vergeten? 2022-24 van Kerk in Nood (ACN). De vervolging van christenen is toegenomen in landen zoals Nicaragua, Myanmar en Burkina Faso.
De katholieke hulporganisatie gaat in het verslag in op de uitdagingen waarmee christenen worden geconfronteerd in een selectie van 18 landen. Deze landen vragen bijzondere aandacht omdat christenen er te maken hebben met discriminatie, detentie en geweld, gedwongen worden te vluchten of zelfs worden vermoord.
Epicentrum militant islamitisch geweld verschoven naar Afrika
Het rapport over christenvervolging stelt dat de militante islam verantwoordelijk was voor een toename van vervolging in alle zes onderzochte Afrikaanse landen. Dat wijst erop dat het epicentrum van militant islamitisch geweld is verschoven van het Midden-Oosten naar Afrika. “Massa-emigratie van christelijke gemeenschappen, veroorzaakt door militante islamitische aanvallen, heeft hen gedestabiliseerd. Op de lange termijn staat het voortbestaan van de Kerk in belangrijke regio’s op het spel.”
Nicaragua als nieuwkomer
Tot de landen waar de vervolging en onderdrukking van christenen is toegenomen, behoren wereldmachten als China en India, maar ook Nigeria, het dichtstbevolkte land van Afrika. Voor het eerst in de 18-jarige geschiedenis van het rapport wordt Nicaragua vermeld. Dit vanwege een reeks extreme onderdrukkende maatregelen tegen christenen, waaronder de massale detentie en uitzetting van geestelijken, inclusief alle medewerkers van de apostolische nuntiatuur.
Het rapport bevat getuigenissen uit de eerste hand van overlevenden van aanvallen gericht op christenen, evenals details van incidenten die gebaseerd zijn op informatie verkregen van lokale contacten van Kerk in Nood (ACN).
Terugkerende thema’s als ontheemding en ontvoering
Terugkerende thema’s in het rapport zijn onder andere de ontheemding van christelijke gemeenschappen na aanvallen door extremistische groepen en het gedwongen uithuwelijken en bekeren van christelijke vrouwen en meisjes. Ook de ontvoering en intimidatie van priesters en de publicatie van denigrerende inhoud over het christendom in schoolboeken zijn geen nieuw, maar een blijvend en alarmerend fenomeen.
Dat geldt ook voor de opleving van gewelddadige aanvallen op christenen in Pakistan na (valse) beschuldigingen van godslastering en de detentie van meer dan 850 mensen op grond van anti-bekeringswetten in India.
Autoritaire regimes voeren repressieve maatregelen op
Een andere bevinding die het rapport belicht, zijn de intensievere aanvallen op christenen als vijanden van de staat of van de lokale meerderheid: “Autoritaire regimes, waaronder die in China, Eritrea, India en Iran, voerden hun repressieve maatregelen tegen christenen op, uit naam van religieus nationalisme of staatssecularisme en communisme. De beperkingen omvatten strengere straffen voor vermeende beledigingen van de staatsideologie, inbeslagname van gebedshuizen, arrestaties van geestelijken en leken en langere detentieperioden.”
Vietnam is het enige land in het rapport waar een lichte verbetering werd opgemerkt, vooral vanwege “stappen die zijn genomen om de diplomatieke banden met het Vaticaan te herstellen.”
Peter Broeders, directeur van Kerk in Nood (ACN) in Nederland: “Wat mij bijzonder in het rapport geraakt heeft, is dat steeds meer christenen in Afrika lijden onder de terreur van jihadisten, terwijl de internationale gemeenschap lijkt weg te kijken. We hebben het over miljoenen christenen, mannen, vrouwen en kinderen, die hun huizen zijn ontvlucht en niet kunnen terugkeren. Ik hoop van harte dat hun stem dankzij dit rapport ook in Nederland gehoord wordt.”
Offer niet vergeefs
Als gastheer van de jaarlijkse Avond van de Martelaren in de Sint Nicolaasbasiliek in Amsterdam, ontving mgr. Hendriks, bisschop van Haarlem-Amsterdam, het eerste exemplaar van het rapport. “Wie het rapport doorleest, raakt geschokt door zoveel christen haat en christenvervolging. Het is nieuws dat onze media nauwelijks bereikt. Dat laat zien dat het werk van Kerk in Nood bijzonder belangrijk is. Het is belangrijk dat we kennis nemen van wat er daar gebeurt en dat we de christenen steunen door ons gebed, in materiële zin en onze hartelijke verbondenheid met hen. We moeten hen blijven steunen! Ze moeten weten dat ze niet alleen staan. Hopelijk zal ook hun bloed zaad voor nieuwe christenen zijn en is hun offer niet vergeefs. In ieder geval staan zij door het lijden dat hun treft dicht bij de lijdende en gekruisigde Heer, die ons allen zegt dat we niet Zijn leerling kunnen zijn, zonder ons kruis op te nemen.”
RedWednesday
Op woensdag 20 november vindt RedWednesday plaats, waarbij in Nederland meer dan 150 kerken rood worden verlicht. Dit wereldwijde initiatief van Kerk in Nood (ACN) vraagt aandacht voor godsdienstvrijheid en de vervolging van christenen, de meest getroffen geloofsgroep ter wereld. Kerk in Nood steunt projecten in ongeveer 140 landen en onderhoudt een wereldwijd netwerk. In de oneven jaren publiceert de organisatie ook een rapport over de ontwikkelingen in godsdienstvrijheid voor alle grote religies in de 196 landen wereldwijd.
Meer weten over christenvervolging? Vraag het rapport hier aan en ontvang het gratis digitaal of per post in huis.
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
“Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie”, verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit – met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi’s. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
“De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land”, aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. “Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop”, besluit aartsbisschop Bashar Warda.
De kleine kinderen van de crèche van de Heilige Familie in de christelijke stad Baghdeda, zo’n 25 km van Mosul in Noord-Irak, glimlachen breed als ze ons vertellen wat ze later willen worden. Abanoub en Andrian willen ingenieur worden, de kleine Mekel droomt ervan arts te worden en Rozalina zou graag religieuze zuster worden. Ze gaan allemaal naar de crèche van de Heilige Familie naast het klooster van de zusters Ephrem, genoemd naar een Mesopotamische heilige uit de derde en vierde eeuw die bijzonder belangrijk is voor het oosterse christendom.
Het kinderdagverblijf dat de kinderen bezoeken lijkt op andere in de wereld, maar heeft een enigszins andere geschiedenis. Het werd verwoest door terroristen van Islamitische Staat (IS) toen zij van 2014 tot 2016 de controle over de stad grepen. In één nacht werden alle mensen, ook de zusters, gedwongen te vluchten. Het gebouw onderging de standaardbehandeling door de militanten van Daesh: muren beklad, meubels gestolen, daken kapotgeslagen, plafonds afgebroken en elektrische bedrading eruit gestript. Later, tijdens de gevechten om de jihadistische rebellen te verdrijven, werd het dak door een mortier geraakt en werden de muren doorzeefd met mitrailleurvuur. Een raketgranaat trof ook de muur van het balkon dat uitkijkt op de straat.
Met dit in gedachten is het een wonder om deze kinderen te zien en de wedergeboorte van een gemeenschap die de hoop bijna had opgegeven. Mekel, Abanoub, Andria en andere kinderen uit Baghdeda kunnen nu weer zingen en spelen in een kinderkamer die is versierd met afbeeldingen van Mickey Mouse, Crazy Bird, de Smurfen en Frozen. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze vrolijke en ongevaarlijke cartoonafbeeldingen door de jihadisten met spuitbusverf zijn overgespoten, misschien deels vanwege hun westerse associaties, misschien omdat ze botsten met islamitische overtuigingen over het afbeelden van zaken.
In 2017, niet lang nadat de IS-strijders uit het door hen bezette Baghdeda waren verjaagd, begonnen de christelijke gezinnen terug te keren. Met de eerste vier kinderen die aankwamen begonnen, ondanks het feit dat alles verwoest was, twee van de zusters onmiddellijk weer te werken in de crèche. Sindsdien is bijna de helft van de gezinnen naar de stad teruggekeerd en het aantal kinderen dat zich bij de crèche inschrijft, neemt gestaag toe. Er zijn nu 47 kinderen, maar er is genoeg ruimte om tot 80 kinderen op te vangen. Het jongste kind is net zes maanden en het oudste is vijf. Dankzij de hulp van Kerk in Nood en andere organisaties zijn nu twee verdiepingen van de crèche volledig gerestaureerd, waarvan één met de crèche voor de jongste kinderen.
Sabrin Thamer is een van de moeders die haar zoontje naar de crèche brengt. “Ik ben heel blij dat ik terug ben in Baghdeda en dat onze kinderen nu weer naar de crèche kunnen”, zegt ze. “Wij danken God voor al degenen die zo hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de wederopbouw. Daarmee hebben zij geholpen om onze kinderen weer de mogelijkheid te geven om onderwijs te volgen.” Zoals de meeste gezinnen hier spreekt Sabrin een dialect van het Aramees.
Muna Mekhael brengt ook haar dochtertje naar de crèche, “zodat ze kan leren en een betere toekomst heeft. Deze crèche is een belangrijke plaats voor de kinderen om hun persoonlijkheid te ontwikkelen”, legt ze uit. En de waarheid is dat ondanks de tragedie en het trauma dat ze hebben doorgemaakt, de christelijke families hier echt hun leven opnieuw willen opbouwen – de kinderen zijn het duidelijkste teken van een toekomst waarin ze bij tijd en wijle niet durfden te geloven.
Zuster Mariam Yako leidt de crèche, samen met een andere zuster en ondersteund door een team van zes andere mensen. “We zijn de donateurs van Kerk in Nood dankbaar voor de steun en bijdrage aan de Holy Family Nursery hier in Baghdeda, en aan iedereen die geld heeft gegeven om dit centrum te steunen, dat van levensbelang is voor de kinderen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen door met elkaar om te gaan en met elkaar samen te werken.”
De overgrote meerderheid van de bevolking van Baghdeda is van Oost-Syrische afkomst en meer dan 90% van hen is katholiek. De zusters van Saint Efrem en de crèche leveren een belangrijke bijdrage aan het veiligstellen van het gevoel van veiligheid van deze gezinnen, die gedwongen zijn te emigreren als ze geen werk of de noodzakelijke infrastructuur voor hun gezinnen kunnen vinden. Als gevolg van de invasie, hun vlucht en de daaropvolgende terugkeer, zijn veel christelijke gezinnen nu anders van structuur. Ze zijn doorgaans kleiner dan voorheen en hebben niet langer altijd de steun van grootouders of ooms en tantes zoals vroeger. Het is daarom belangrijk dat een gebrek aan ruimte in de plaatselijke crèche hen er niet van weerhoudt kinderen te krijgen of in de stad te blijven.
Veel van de kinderen in de crèche zijn geboren als vluchtelingen, daklozen en ontheemden. Zuster Mariam is ervan overtuigd dat de crèche een sleutelfactor is om het trauma van deze gezinnen te boven te komen. “Zij zullen opgroeien en later een generatie vormen die zich bewust is van elkaar en bereid om elkaar te steunen. Dit is vooral belangrijk gezien de omstandigheden die elk van deze kinderen heeft moeten doormaken voordat we konden terugkeren en deze crèche konden openen.”
Kerk in Nood heeft de wederopbouw van Baghdeda (Qaraqosh) ondersteund met veel verschillende projecten gericht op het helpen van de christelijke families om terug te keren, na de invasie door Islamitische Staat. Met de hulp van donateurs is het onderwijs van de kinderen op de Vlakte van Nineveh gefaciliteerd, waaronder de wederopbouw van vijf kleuterscholen, een kinderdagverblijf en twee scholen, voor een totaalbedrag van meer dan 2,3 miljoen euro. Alleen dankzij uw steun kunnen de Christenen hun leven in deze bakermat van het Christendom weer opbouwen.
“Kolay gelsin”, letterlijk “moge het gemakkelijk komen”, is een veelgehoorde groet in de straten van Turkije. Het wordt gezegd tegen mensen die zwaar of moeilijk werk verrichten om de wens uit te drukken dat zij hun lasten met meer gemak mogen dragen en van hun gewicht verlost mogen worden. Pater Simon Härting, een in Duitsland geboren Salesiaan, beschouwt het als een diep christelijke groet die ook treffend zijn werk in Istanbul beschrijft, waar hij sinds drie jaar werkt.
Tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood (ACN) sprak hij over Bomonti, van oudsher een christelijke wijk van de stad die vandaag de dag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote aantallen gezinnen van immigranten uit verschillende culturen. De Salesianen van Don Bosco zijn er betrokken bij een verscheidenheid van activiteiten in het Apostolisch Vicariaat van Istanbul. Ze geven echter vooral pastorale zorg en onderwijs aan emigranten en vluchtelingen in de Christelijk wijk Bormonti.
De meeste van deze mensen beschouwen Turkije slechts als een tussenstop, omdat zij willen emigreren naar landen als Australië of Canada. “Er wordt veel gesproken over de vluchtelingen uit Irak of Syrië, maar er komen ook veel anderen, bijvoorbeeld uit Pakistan, Nigeria, Burkina Faso, Mali of Ivoorkust, om maar een paar landen te noemen. Zij blijven hier jarenlang. Sommigen van hen moeten zes of zeven jaar wachten op een visum”, legt pater Simon uit. Als gevolg daarvan hebben de Salesianen zich toegelegd op het onderwijs van de kinderen van deze gezinnen. Zij leiden een school voor meer dan 400 kinderen en een klein jeugdcentrum voor 40 pubers op de Evrim Campus in Bomonti.
Een ander zwaartepunt van hun werk is het verlenen van pastorale zorg in de Turkse taal. Bomonti lag ooit aan de rand van de stad, maar is nu het hart van Istanbul. De plaatselijke kerk van de wijk, “Notre Dame de Lourdes”, is de enige kerk in Istanbul die uitsluitend gewijd is aan de Turks sprekende katholieke gemeenschap. In andere parochies overheersen Grieks en Frans in plaats van Turks, omdat Istanbul een multiculturele en meertalige stad is. De bevolking is er de laatste 50 jaar vertienvoudigd en de stad heeft een van de grootste jongerenpopulaties van alle Europese steden.
In de parochie van “Notre Dame de Lourdes” bereiden Turks sprekende kinderen, jongeren en volwassenen zich voor op hun eerste heilige communie, op het vormsel of op het sacrament van het huwelijk. “In het vicariaat Istanbul hebben we ongeveer 100 catechumenen die afkomstig zijn uit veel verschillende landen, waaronder Turken en Iraniërs. Christen worden is hier niet verboden. De mate van sociale acceptatie varieert van geval tot geval. Sommigen worden door hun familie verstoten, anderen hebben geen problemen, en het komt ook voor dat hele families besluiten Christen te worden”, aldus pater Simon. De parochie heeft dringend behoefte aan adequate faciliteiten om pastorale zorg te kunnen verlenen. Daarom willen de Salesianen met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood een nieuw parochie- en sociaal centrum bouwen op het terrein van de Evrim Campus. Het nieuwe centrum moet iedereen ten goede komen, zowel buurtbewoners als immigranten, en een interculturele uitwisseling tussen jongeren die in het stadsdeel wonen vergemakkelijken.
Velen die bij de Salesianen om hulp komen vragen, hebben moeilijke, traumatische ervaringen gehad en zoeken troost. Of zij leven binnen zeer fragiele sociale structuren. Hun situatie wordt echter vaak dramatisch wanneer de migranten besluiten Turkije te verlaten en niet langer het geduld hebben om op een visum te wachten. “Het geeft me een akelig gevoel als ze na de Zondagsmis naar me toe komen en me vragen hun reis te zegenen. Ik weet waar ze heen gaan en dat het niet altijd goed afloopt”, zegt pater Simon.
De lasten die veel van de vluchtelingen dragen zijn zo zwaar dat ze nauwelijks te dragen zijn. “Het nieuwe centrum is bedoeld om ‘Kolay gelsin’ te zijn, een bron van verlichting, een zegen voor hen,” legt pater Simon uit. Daarom voelen de Salesianen zich geïnspireerd door de groet: “Kolay gelsin” – Moge het gemakkelijk komen. Moge God verlichting schenken. “Het is onze roeping om elkaars lasten te verlichten en voor ons allen verlossing in de wereld te brengen. Het geschenk van lichtheid en verlossing, dat is wat wij willen geven met de oprichting van het nieuwe centrum op de Evrim Campus.”
Helpt u mee zodat de Kerk op meer plaatsen in Turkije pastorale steun kan verlenen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van Turkije. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
© Foto: Don Bosco Instanboel
"De aanslagen hebben de mensen herinnerd aan de tijd van de noodtoestand tijdens de burgeroorlog. Het grote publiek, en vooral Christenen in Sri Lanka, zijn nog steeds in shock."
Zo vatte Veronique Vogel, hoofd van de projecten in Azië van Kerk in Nood (ACN), de situatie in Sri Lanka samen. Ze bezocht het land om de balans op te maken van de situatie, precies vier weken na de terroristische aanvallen op Paaszondag waarbij honderden mensen de dood vonden of gewond raakten.
"De veiligheidsmaatregelen in heel Sri Lanka waren strikt tijdens ons bezoek; veiligheidstroepen en het leger waren overal. Maar de angst blijft bestaan, vooral onder de christelijke bevolking. Iedereen is zich terdege bewust van het feit dat er meer moordenaars betrokken waren op Paaszondag dan werden geïdentificeerd en gearresteerd. Men weet daarom dat ergens extreem gevaarlijke mensen rondlopen die op ieder moment opnieuw kunnen aanvallen.”
De aartsbisschop van het bisdom Colombo, kardinaal Albert Malcolm Ranjith, doet nu een beroep op het publiek om kalm te blijven en zich te onthouden van wraakacties. Veronique Vogel: "Tijdens ons bezoek kreeg ik herhaaldelijk het gevoel dat de Christenen dankbaar zijn voor deze woorden van hun aartsbisschop en ze ter harte nemen." Over een periode van slechts enkele dagen bezocht de kleine delegatie van ACN voornamelijk de regio’s rond de hoofdstad Colombo en Negombo, waar de meeste aanvallen op kerken en hotels plaats hadden. "Deze reis was zo geregeld dat we de staat van de Katholieke parochies konden bezoeken en hen konden verzekeren van onze solidariteit. De terroristische aanslagen waren immers specifiek gericht op Christenen."
Hoewel de kerken sinds 21 mei weer geopend zijn voor gelovigen, precies een maand nadat de aanvallen werden uitgevoerd, zijn veel christenen nog zwaar getraumatiseerd. "Velen vertelden me dat ze om op het moment bang zijn om een kerk binnen te gaan of angst voelen als ze de klokken horen luiden. Het is een droevig getuigenis van hoe stressvol de herinneringen aan Paaszondag voor hen moeten zijn."
Ze ontdekte echter ook dat velen die slachtoffer waren geworden of familieleden hadden verloren, het gevoel hadden dat hun ervaringen hun geloof hadden versterkt. "Aangezien de situatie in het land de afgelopen jaren betrekkelijk rustig was, hebben veel mensen moeite om te begrijpen waarom ze opnieuw zoveel leed in Sri Lanka te verduren hebben. Maar hun wil om te leven en hun geloof blijft sterk. De christenen en de mensen in Sri Lanka willen geen burgeroorlog, maar werken actief aan het handhaven van duurzame vrede."
Vogel was vooral onder de indruk van haar bezoek aan een Franciscaans klooster in Negombo, recht tegenover de katholieke kerk van St. Sebastian. Tijdens de aanslagen werden alleen al op deze locatie minstens 100 mensen gedood. Ze vertelde hoe de Franciscanen hun video’s van vreselijke scènes lieten zien van de aanslagen op die dag. Zelf waren ze onmiddellijk na de explosies naar het toneel gegaan om voor de gewonden en de doden te zorgen. "Ondanks deze traumatische ervaringen zijn zij modellen van naastenliefde. Terrorisme en geweld hebben geen afbreuk gedaan aan hun geloof en hun bereidheid om anderen te helpen."
Het eiland Sri Lanka bevindt zich in de Indische Oceaan en heeft ongeveer 22 miljoen inwoners. Ruim 70 procent van hen is Boeddhist, 12,5 procent Hindoe, 9,5 procent Moslim en 8 procent Christen. Een groot aantal mensen werd gedood of raakte zwaar gewond tijdens de reeks aanvallen op Paaszondag 21 april 2019, die vooral gericht waren op drie christelijke kerken en drie hotels in de hoofdstad Colombo, in de naburige stad Negombo en in stad Batticaloa. Volgens de laatste schattingen zijn 253 mensen gedood en ongeveer 500 gewond geraakt. De autoriteiten stellen een lokale, radicaal-islamitische groep en jihadisten verantwoordelijk voor de aanslagen.
De afgelopen vijftien jaar heeft Kerk in Nood meer dan 8 miljoen euro geïnvesteerd in projecten in Sri Lanka voor de bouw van christelijke faciliteiten, misintenties voor het levensonderhoud van priesters, theologische vorming en christelijke literatuur. In de nasleep van de recente terroristische aanslagen zet de organisatie zich nog meer in om de pastorale zorg op lange termijn in het land te versterken en om wonden te helen.
Video: Rome Reports – Kerk in Nood
Ooit woonde en werkte mgr. Selvanos in Nederland. Nu werkt hij hard aan de wederopbouw van de christelijke aanwezigheid in het Syrische Homs.
Namens de kinderen van de stad Homs schreven de katholieke en orthodoxe bisschoppen Abdo Arbach en Selvanos een brief aan paus Franciscus. In deze brief danken de kinderen de Paus voor zijn inspanningen voor vrede in Syrië en vragen om zijn gebed "om hen te redden van de maalstroom van haat, van de kolossen van toorn en van degenen die handelen in menselijke organen“, omdat zij, de kinderen "de eerste slachtoffers van deze misdaden zijn." Ze schreven ook, "we zouden graag zien dat ons land opnieuw het land van geluk en liefde wordt zoals het vroeger was, waar we olijfbomen planten en tarwe zaaien, en waar er geen verbrande aarde is waarop de mortieren en raketwerpers van haat staan."
De bisschoppen sluiten hun brief af met een bijzonder gebed: Goede God, Uw Woord ademt wijsheid en goedheid en het schenkt ons leven. Wij bidden U voor onze medechristenen in Syrië, die lijden onder zoveel geweld. Wees hen en vooral de jonge kinderen steeds nabij met Uw liefde. Bescherm hen tegen gevaar en geweld en geef dat zij stand houden in hun geloof in Uw Zoon, die mens werd om hun lot te delen en hun uitzicht te bieden op verlossing. Dit vragen wij U op voorspraak van de heiligen Jacobus en Johannes van Syrië, door Christus onze Heer.
In Homs wordt inmiddels hard gewerkt aan de wederopbouw van huizen… en een veilige speelplaats voor de kinderen. Helpt u mee? Maak dan uw gift via deze website of over onder vermelding van Wederopbouw Syrië. Uw gift komt ten goede aan de wederopbouw in Homs of in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD