“Een van onze kinderen zag hoe zijn vader werd vermoord”, zegt zuster Rosalina tijdens een interview met Kerk in Nood (ACN). “In een ander geval waren drie kinderen getuige van de moord op hun moeder voor hun huis. Ze hebben alles gezien.” Het zijn slechts enkele van de hartverscheurende situaties die de Werker-zusters van de Heilige Familie hebben meegemaakt in de gemeenschappen in de buurt van Zamora de Hidalgo.
De stad in de Mexicaanse staat Michoacán, die verspreid ligt over vruchtbare valleien en beroemd is om zijn architectuur, is helaas ook een berucht broeinest van geweld, misdaad en verdwaalde kogels. De stad heeft een van de hoogste moordcijfers van Mexico, afgelopen jaar 118 op 100.000 inwoners.
Ernstige bedreigingen
De zusters werken op een school met ongeveer 300 leerlingen. “We proberen hen te helpen veerkrachtiger te worden en niet bang te zijn,” zegt Moeder Josefina Peña, de overste van de congregatie, die liefkozend ‘Madre Jose’ wordt genoemd. Zuster Rosalina beschrijft met afschuw een van de moeilijke gevallen die ze met de lokale gemeenschap meemaakte: “Een van de ergste bedreigingen was dat ze een rozenkrans zouden vormen met de hoofden van de kinderen, die ze zouden opstellen op de rotonde van de stad.”
“Je kon de angst in hun gezichten zien. De andere zusters en ik vertelden hen dat de kinderen bij ons veilig zouden zijn. Het moeilijkste is om een kind te vertellen dat hun vader is vermoord. Het is erg pijnlijk om dit soort dingen mee te maken. Hoewel we het grootste geschenk van allemaal dragen, het geloof in God, wil je vanuit menselijk oogpunt meer doen.”
Recent zijn de bedreigingen wat afgenomen, maar het geweld tussen de kartels gaat, enigszins verborgen, gewoon door. In de buurt van het noviciaat zijn schietpartijen geweest. Soms drongen verdwaalde kogels zelfs het gebouw binnen. Ook worden er nog steeds veel mensen vermist.
Zelf genezing nodig
Zuster Miriam, de novicemeester, vertelt aan Kerk in Nood dat veel van de jonge vrouwen die op het noviciaat komen zelf geweldssituaties in hun eigen familie hebben meegemaakt of andere gecompliceerde achtergronden kennen, met alle pijn en leed van dien. “Als ze aankomen, is het eerste wat we doen hulp bieden om te genezen en te beginnen met vergeven, om te ontsnappen aan al dit geweld en al het lijden dat ze met zich meedragen,” legt ze uit. “De hulp die we bieden is holistisch, geestelijk en psychologisch. We helpen hen onderscheid te maken en we begeleiden hen. We zijn er om ze 100% te steunen. Daarna trainen we hen zodat ze voorbereid zijn om de kleine gemeenschappen te bezoeken.”
Natuurlijk heeft dit alles een financiële dimensie, en daarvoor is de congregatie dankbaar voor de steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN). Moeder Jose en zuster Miriam zijn twee van de vele religieuzen die dankzij deze hulp hun studie konden voortzetten. “We zijn jullie allemaal zo dankbaar. We hebben tot God gebeden voor jullie, voor jullie familie en voor allen die nu bij jullie zijn, die zich in de toekomst bij jullie zullen voegen of die al vertrokken zijn”, zegt Moeder Jose.
“Onze kracht komt van gebed”
De omvang van het geweld roept de vraag op: waarom blijven de zusters? Wat drijft hen om door te gaan? “De manier waarop we elkaar steunen,” antwoordt zuster Rosalina meteen. “En gebed: onze kracht komt van gebed. De oudere zusters, die al ziek zijn, bidden veel voor ons”, voegt ze eraan toe. Verder verzekert de religieuze zuster Kerk in Nood dat het niet in hen opkomt om weg te gaan. “We willen bij de mensen blijven. Om hen die lijden te begeleiden. We gaan nergens heen. We streven naar verzoening en we vinden onze kracht in God. Hij kan ons elk moment tot zich roepen, dus moeten we op goede voet met Hem staan, vrede hebben met elkaar en vredesrelaties opbouwen. We zullen degenen die ons nodig hebben niet in de steek laten.”
Moeder Jose besluit met te zeggen dat “het prachtig is om te zien hoe zowel de lokale bevolking als de novicen groeien, als mens en geestelijk . Een straal van licht en hoop zijn, geeft ons kracht. En we zijn dankbaar voor de missie die ons is toevertrouwd: onze broeders en zusters begeleiden in deze gemeenschappen. Een familie zijn.”