Sinds 2017 is Mozambique het doelwit geweest van talloze aanslagen door jihadisten. De exacte doelen die de terroristische eenheden nastreven zijn niet duidelijk; waarnemers suggereren een mix van economische, politieke en religieuze belangen. Op 10 maart heeft de Amerikaanse regering de groep geclassificeerd als een tak van de wereldwijde terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en sancties opgelegd. Gezien de onduidelijkheid over de hoofdrolspelers en hun geldschieters zullen deze echter waarschijnlijk niet veel effect sorteren. Volgens Amerikaanse media berichten ooggetuigen over massale onthoofdingen en onvoorstelbaar geweld tegen de burgerbevolking.
Terwijl het jihad-terrorisme de regio langs de grens met Tanzania blijft aantasten, waardoor de ellende voor de vluchtelingen nog verder toeneemt, wordt het land momenteel ook geteisterd door de corona-pandemie. “Terwijl de eerste golf relatief mild was, is het aantal besmette personen sinds januari explosief gestegen. Het is alarmerend hoe het aantal sterfgevallen is geëscaleerd,” aldus de projectmedewerker van Kerk in Nood. Als gevolg van de rampzalige hygiënische omstandigheden in de vluchtelingenkampen, die geen toegang hebben tot schoon water, verspreidt cholera zich als een lopend vuurtje.
Meer dan 600.000 mensen op de vlucht
Kny sprak onlangs met zuster Aparecida Ramos Queiroz, een religieuze die verantwoordelijk is voor de coördinatie van hulpprojecten in het bisdom Pemba in Noord-Mozambique. Honderdduizenden vluchtelingen uit het noorden van het land hebben hun toevlucht gevonden in deze hoofdstad van de provincie Cabo Delgado en in de omliggende gemeenten. Volgens de VN waren er tegen eind 2020 al bijna 670.000 ontheemden.
In negen van de 17 districten van de provincie Cabo Delgado zijn aanslagen gepleegd. Het geweld is gericht tegen de hele gemeenschap, niet alleen tegen Christenen, meldde zuster Aparecida. “Zowel moslim- als christelijke instellingen worden aangevallen. Wij Christenen zijn niet het voornaamste doelwit van de opstandelingen.” De Kerk heeft echter grote verliezen geleden door het geweld, vervolgde de religieuze zuster. Verschillende kerken zijn volledig verwoest en zes van de 23 parochies van het bisdom Pemba zijn verlaten. De situatie is zo onstabiel dat de meeste parochianen zijn gevlucht. Desondanks zijn een religieuze zuster en een jonge pastoor nog steeds aan het werk in een van de verlaten dorpen van de parochie om de mensen te dienen die zelfs te arm zijn om te vluchten.
Priesters en religieuzen zorgen voor de vluchtelingen
“Intussen is de regering begonnen met de hervestiging van de vluchtelingen uit Pemba in andere delen van de regio. Velen vinden onderdak bij andere gezinnen, anderen in nieuwe nederzettingen voor vluchtelingen”, beschrijft Ulrich Kny de situatie. Hij legt uit dat de meeste priesters en religieuze zusters uit de conflictgebieden samen met hun parochianen zijn gevlucht. “Zij proberen nu hun pastorale werk voort te zetten onder de vluchtelingen uit hun parochies daar, waar zij onderdak hebben gevonden. De lokale kerkelijke werkers steunen hen in hun werk zoveel als ze kunnen.”
Kerk in Nood heeft 160.000 euro noodhulp toegekend omdat er, ondanks internationale hulpinspanningen, een acute voedselschaarste is en veel mensen honger lijden. “Dankzij deze steun zijn de priesters en religieuze zusters in staat voedsel uit te delen aan de vluchtelingen”, aldus Kny. Ook is de Kerk begonnen met het verlenen van psychosociale hulp aan de vluchtelingen, van wie de meesten ernstig getraumatiseerd zijn na een onvoorstelbare lijdensweg door de terroristische aanslagen en hun gedwongen verhuizing. Inmiddels hebben meer dan 120 pastoraal werkers en vrijwilligers in Pemba een psychologische training gekregen.
Kerk in Nood steunt ook het levensonderhoud van priesters en religieuzen en financiert opleidingen voor seminaristen en toekomstige zusters, de uitbreiding van de kerkelijke infrastructuur, kerkelijk mediawerk en andere projecten. Kny: “De Kerk in Mozambique is een anker van hoop en naastenliefde in een zee van lijden en geweld. Daarom hebben we van dit land een topprioriteit gemaakt. Elke vorm van steun helpt om het lijden van dit onderdrukte en ontwortelde volk te verzachten.”