Senegal staat bekend als een van de meest politiek stabiele landen van West-Afrika. Er is echter een open conflict tussen het Senegalese leger en de Beweging van Democratische Krachten van Casamance (MDFC) in de zuidelijke regio, dat 40 jaar geleden begon. De opstand zou zijn begonnen op 26 december 1982, toen honderden mensen de straten van de stad Ziguinchor overspoelden en de Senegalese driekleur vervingen door witte vlaggen, terwijl de pas opgerichte MDFC pamfletten verspreidde waarin werd opgeroepen tot onafhankelijkheid van de Casamance-regio.
Het conflict in Casamance heeft een etnische dimensie, waarbij de plaatselijke Diola-meerderheid het opneemt tegen de staat. Het is een van de vele burgeroorlogen in postkoloniaal Afrika, ook al onderscheidt het zich door een lager aantal doden dan andere. Door beide partijen zijn schendingen van de mensenrechten begaan. Er zijn echter geen berichten over massamoorden, zoals gebruikelijk in andere Afrikaanse burgeroorlogen. De eerste wapenstilstandsovereenkomst werd ondertekend in 1992, maar in 1995 en opnieuw in 1998 escaleerde het conflict, en het duurt nog steeds voort, ondanks verschillende vredesakkoorden en onderhandelingsrondes.
Pater Fulgence Coly, de apostolische administrator van Ziguinchor, legt aan Kerk in Nood uit dat het bisdom een periode van vijf jaar van relatieve rust heeft doorgemaakt, maar dat dit niet betekent dat er definitieve vrede is bereikt. “Zonder het conflict tussen de regering en de rebellen zou deze regio veel meer ontwikkeld kunnen zijn, want het is een zeer vruchtbaar en goed geïrrigeerd gebied. Maar we zijn 30 jaar teruggezet, de jongere generatie is erg gefrustreerd”, legt pater Coly uit.
De communicatie tussen het noorden en het zuiden van het land is moeilijk omdat het kleine staatje Gambia tussen de Casamance-regio en de Senegalese hoofdstad Dakar ligt. “De inwoners van dit gebied hebben het gevoel dat het zuiden door de regering in de steek is gelaten en velen trekken naar het noorden, of beginnen aan het avontuur van de emigratie.”
Een van de topprioriteiten van de pater is om samen met de bevolking de vrede te bewaren. “Het is belangrijk dat wij als Kerk de jongeren begeleiden zodat zij werk vinden, in plaats van zich te wijden aan geweld. Wij willen vrede, en we willen vooral de terugkeer van al diegenen die hun gemeenschap hebben moeten ontvluchten.”
Ondanks de moeilijke situatie, en dankzij de steun van Kerk in Nood en andere hulporganisaties, weet de Kerk de bevolking in de regio te behouden met landbouwprojecten, om voedselzekerheid te garanderen, en steun voor de wederopbouw van verlaten en verwoeste huizen. Er zijn ook sociale projecten om psychologische steun te verlenen aan allen die onder het geweld hebben geleden of met frustraties te maken hebben, zodat zij weer aan het werk kunnen in gemeenschappen die verlaten waren maar nu veilig zijn.
“En natuurlijk bieden we ook geestelijke begeleiding om gewonde gemeenschappen aan te moedigen tot vergeving en verzoening”, legt pater Coly uit, “Daarom viert de bisschop elk jaar op 1 januari, de Wereldgebedsdag voor de Vrede, een plechtige Mis voor de vrede in een van de parochies van de bisdommen die het zwaarst door het conflict zijn getroffen. Voor deze viering worden burgerlijke autoriteiten, traditionele en religieuze leiders en vrouwenverenigingen uitgenodigd, zodat zij samen voor de vrede in Casamance kunnen bidden en symbolisch enkele duiven kunnen loslaten.”
De Kerk speelt de rol van bemiddelaar tussen de Senegalese staat en de MDFC, om hen aan de onderhandelingstafel te krijgen, om te proberen een duurzame vrede voor Casamance te bereiken. Priesters en religieuzen – evenals katholieke actiebewegingen – vormen de hoeksteen van de steun van de lokale Kerk aan de bevolking. Daarom helpt Kerk in Nood het bisdom al enkele jaren, en heeft het onlangs de financiering goedgekeurd van de bouw van een nieuw onderkomen voor oudere priesters.