Uit onderzoek blijkt dat in 75 procent van de 24 onderzochte landen - veelal landen die reeds bekend stonden om de schendingen van het recht op godsdienstvrijheid, sprake is van meer onderdrukking of vervolging. Het stemt Peter Broeders, directeur van Kerk in Nood in Nederland, treurig dat de vervolging van Christenen in de afgelopen periode is toegenomen. “Wat me het meest is opgevallen, is dat onze medegelovigen in het Midden-Oosten, de bakermat van het Christendom, het nu blijkbaar slechter hebben dan in de tijd van ISIS! Het maakt duidelijk dat #RedWednesday harder nodig is dan ooit. We moeten onze stem laten horen vóór godsdienstvrijheid en tegen christenvervolging!” Bisschop Ron van den Hout, referent voor missie- en ontwikkelingsvraagstukken nam vandaag het rapport Vervolgd en Vergeten in ontvangst en bevestigde de noodzaak van het rapport: "Christenvervolging blijft onze aandacht vragen. Het rapport laat zien hoe ernstig de situatie is en blijft."
Afrika: toenemend islamitisch extremisme
In Afrika verslechterde de situatie van Christenen in de onderzochte landen vooral door toenemend islamitisch extremisme. Groepen als Boko Haram en Islamitische Staat West Afrika Provincie (ISWAP) proberen nog steeds kalifaten te vestigen. Noordelijker verbiedt Islamitische Staat in de Grote Sahara (ISGS) muziek en feesten op gelegenheden als bruiloften, een blijk van de een salafistische achtergrond van de terreurgroep.Midden-Oosten: crises bedreigen christendom
In het Midden-Oosten bedreigen crises en aanhoudende migratie het voortbestaan van drie van ‘s werelds oudste en belangrijkste christelijke gemeenschappen in Irak, Syrië en Palestina. Paradoxaal genoeg zijn er tekenen dat de situatie voor Christenen in delen van het Midden-Oosten slechter is dan tijdens de bezetting door Daesh (ISIS). De exodus is het duidelijkst in Syrië, waar het aantal Christenen in tien jaar tijd is gedaald van 1,5 miljoen (10 procent van de bevolking) voordat de oorlog begon (2011), tot zo’n 300.000 nu (minder dan twee procent van de bevolking).Azië: autoritaire regimes en religieus nationalisme
In verschillende Aziatische landen beperkt autoritair staatsbeleid het vermogen van gelovigen om vrij hun geloof te belijden. Zo is in Vietnam sprake van strengere beperkingen en geldt in Noord-Korea een bijna volledig verbod op religie. China blijft leden van religieuze groeperingen lastigvallen die de officiële lijn van de communistische partij niet aanvaarden. Kerken werden verder beperkt in hun activiteiten en van partijleden wordt verwacht dat zij atheïstisch zijn. In andere landen speelde religieus nationalisme een rol bij de onderdrukking van Christenen en andere minderheidsgroepen. Dit geldt voor India en Pakistan en, sinds de terugkeer aan de macht van de Taliban - die de samenleving een harde interpretatie van de Shari’a-wetgeving oplegt, zeker ook voor Afghanistan.Meer, maar nog te weinig erkenning probleem
Hoewel regeringen het belang van vrijheid van godsdienst of overtuiging beginnen te erkennen, blijkt uit dit rapport Vervolgd en Vergeten? dat er nog een lange weg te gaan is om de vrijheid van Christenen en andere minderheden overal ter wereld te beschermen. Een deel van het probleem is een culturele misvatting in het Westen, waar vaak wordt ontkend dat Christenen nog steeds de meest vervolgde geloofsgroep zijn. Tegen deze “politieke correctheid” zei de Chaldeeuwse katholieke aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, Noord-Irak: “Er worden nog steeds mensen vervolgd vanwege hun geloof... Ja, Christenen worden vervolgd.”