De Italiaanse priester die sinds 2014 de Missie Sui Iuris van Afghanistan leidt, is hoopvol dat het land uiteindelijk zal terugkeren naar een “normale situatie” waarin buitenlands personeel kan terugkeren en “zonder beperkingen” het geloof kan beleven. Hij onderstreept dat katholieken niet geïnteresseerd zijn in wie er in de regering zit. “We hebben gewoon geen behoefte aan obstakels voor de uitoefening van de godsdienstvrijheid.”
Toestemming bouw kapel
De missie in Afghanistan, die sinds 1933 is toevertrouwd aan de religieuze orde, is gevestigd op één enkele plaats: de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Goddelijke Voorzienigheid in de Italiaanse ambassade in de hoofdstad Kabul. Al in 1919 had Italië de heerser van Afghanistan, Amanullah Khan, gevraagd een katholiek bedehuis te bouwen. Hij stemde ermee in omdat hij zijn dankbaarheid wilde betuigen aan de Italiaanse regering die in dat jaar als eerste de onafhankelijkheid van het land erkende.
Vandaag staat de kapel leeg omdat Scalese na de machtsovername door de Taliban naar Italië is teruggekeerd. Bij zijn aankomst in Rome op 25 augustus bracht hij een aantal Missionarissen van Naastenliefde en 14 gehandicapte kinderen mee die door de zusters werden verzorgd.
Term missie gevoelig
In een e-mail interview met KNA schetste Scalese de situatie in Afghanistan en deelde hij zijn hoop op een toekomst waarin iedereen vrijheid van meningsuiting kan uitoefenen. Reflecterend op zijn rol in Afghanistan, zei Scalese dat hij “slechts op analoge wijze” als missionaris kon worden omschreven. Dat komt omdat zijn bediening beperkt was tot de geestelijke bijstand aan katholieken, waarvan de overgrote meerderheid buitenlanders waren, terwijl “elke vorm van evangelisatie a priori uitgesloten is in Afghanistan.”
De term “missie” zelf wordt in het land als zeer gevoelig beschouwd, hoewel de priester opmerkte dat “niemand ooit een probleem had wanneer die term werd gebruikt voor militaire missies van de NAVO of de humanitaire missies van de Verenigde Naties”. Hij zei dat proselitisme “vanaf het allereerste begin was uitgesloten”, maar aanvankelijk “kon de pastorale activiteit van buitenlanders zonder beperkingen plaatsvinden.”
Kapel op slot door corona
Maar de pandemie van het coronavirus had zware gevolgen voor de plaatselijke katholieke gemeenschap, aangezien de kapel van de Italiaanse ambassade gedwongen werd te sluiten toen de ambassade zelf op slot ging. “In de afgelopen zeven jaar was het voor mij steeds moeilijker geworden om de Italiaanse ambassade te verlaten en voor de gelovigen om hun compounds (plaatsen waar de diplomatieke vertegenwoordigingen en humanitaire en internationale organisaties zich bevinden) te verlaten en de groene zone en de ambassade te betreden,” legt hij uit. “In de afgelopen twee jaar zijn als gevolg van de pandemie veel gelovigen naar hun land teruggekeerd. De ambassade werd onderworpen aan een strikte lockdown, dus gedurende enkele maanden was ik gedwongen om alleen te vieren. Pas vanaf oktober 2020 werden de zusters weer toegelaten voor de zondagse liturgie. De weinige gelovigen die overbleven, konden alleen met Kerstmis en Pasen aan de Eucharistie deelnemen.”
Komst Taliban
De komst van de Taliban zorgde voor nog meer complicaties, hoewel er aanvankelijk enige hoop was dat de status quo zou worden gehandhaafd. “Toen de Taliban aan de macht kwamen, vroegen ze buitenlandse NGO’s om te blijven, maar velen besloten te vertrekken of alleen via lokaal personeel te werken” herinnert Scalese zich. Hij merkte op dat drie katholieke groepen – de Jesuit Refugee Service, de zusters van naastenliefde en Pro Bambini di Kabul – het land verlieten “uit voorzichtigheid.”
Scalese, die de situatie in Afghanistan blijft volgen, denkt dat als aan de voorwaarden voor een hervatting van de activiteiten zou worden voldaan, niemand zich zou inhouden. Het werk van het religieuze personeel, officieel geregistreerd als maatschappelijk werker binnen een door de regering erkende niet-gouvernementele organisatie, stond goed aangeschreven.
Terugkeer VN en EU
Volgens de Italiaanse priester willen de Verenigde Naties en de Europese Unie hun kantoren in Afghanistan heropenen om hulp te verdelen. “Persoonlijk geloof ik dat het onvermijdelijk is dat dit zal gebeuren in overeenstemming met degenen die nu aan de macht zijn,” zei hij. “Ik denk niet dat het zin heeft om de huidige regering internationaal te marginaliseren – of erger nog, te demoniseren. Als je het Afghaanse volk wilt helpen, moet je bereid zijn om met iedereen samen te werken, ongeacht de ideologische verschillen die ons kunnen verdelen.”
Onduidelijk wanneer terug
Over zijn eigen standpunt is hij altijd duidelijk geweest: “Ik zou het land niet hebben verlaten zolang er ook maar één schaap van mijn kleine kudde was overgebleven. Toen de pastorale staf van de missie er de voorkeur aan gaf om vanwege prudentiële redenen te vertrekken, was er voor mij geen enkele reden meer om te blijven.” Scalese zag het vertrek ook als onvermijdelijk omdat, met de sluiting van de ambassade en de evacuatie van de plaatselijke medewerkers, “het nogal ingewikkeld was om ter plaatse te blijven zonder op enige steun te kunnen rekenen”.
Het blijft onduidelijk wanneer hij naar Afghanistan zal kunnen terugkeren. “Elke beslissing over een eventuele terugkeer – door mij of een opvolger – is de verantwoordelijkheid van de Heilige Stoel,” zei hij. “Ik weet echter dat het staatssecretariaat de situatie op de voet volgt, zodat te zijner tijd een beslissing kan worden genomen.”